You are on page 1of 5

Spierfunctie

Prof. dr. Coen Ottenheijm

Doelen:
- Innervatie
- Excitatie-contractie koppeling
- Spiervezeltype
- Krachtsnelheid relatie

Structuur:
- Glad spier
- Hart spier
- Skeletspier

Hartspier:
- Vaste lengte
- Hartspielcellen gaan dood bij infarct en komt bindweefsel

Skeletspier:
Bundelsvaten/zenuwcel  spiercellen en vezelsmyofibrillen  sacromeren myosine
en actine, (muren noemt met de Z-line)

- Grote variatie lengte


- Herstelt, door stamcellen
- Meer dan 1 nuclei
- Myosine kop hydroliseert ATP bij loslaten van actine, en bindt aan actine
- Fig. 9.3 = elektronenmicroscoop
- Bij uitrekken wordt actine uitgerekt  minder overlapping
- Hexagonale structuur, strak georganiseerde structuur

Middenrif  belangrijkste ademhalingsspier, inademing bij extractie


Bij de IC wordt je ademhalingsspier inactief door beademingsapparaat
Na 4 dagen ver halveert de functie van het middenrif
Vermoeden is dat de afstand tussen de myofilamenten verander (vergroot)

Neuromusculair junctie
- Signaal van de zenuw overgezet in elektrisch signaal
- Actiepotentiaal aan uiteinde
- Calcium komt vrij Calcium diffundeert  bindt troponine  tropomyosine komt vrij
 myosine bind aan actine, acetylcholine wordt vrijgelaten in de synaptische spleet,
sodium en natrium komt naar binnen  actiepotentiaal wordt gegenereerd
- Als er niet een tweede actiepotentiaal komt gaat ca terug via atp afhankelijke
kanalen
Cross-bridge cylce
- Zorgt voor kracht
- Isometrische contractie, afstand blijft gelijk maar veel kracht
1. Crossbridge bindt aan actine
2. Crossbridge beweegt
3. ATP bindt aan myosine zorgt dat het crossbridge het loslaat
4. Hydrolyse van ATP, geeft crossbridge energie
5. Begint weer bij 1
Bij dood: myosine bindt aan actine lekkage door Ca lekkage, wordt geen ATP meer gemaakt
dus de spieren worden stijf

 deur voorbeeld
Actiepotentiaal
Latente periode = kost tijd voor actine want ca moet vrijkomen
- Meer myosine aan actine binden is meer kracht generatie
Frequentie tentie relatie= een hogere frequente zorgt voor een hogere kracht.
Gladde tetanus: maximale calcium vrijgemaakt en alle myosine actine interacties die kunnen
plaatsvinden ook echt plaats. Maximale krachtgeneratie

Hoeveelheid motorunits: motor axon samen met alle spiercellen die hierbij horen. Er
bestaan mozaïek patroon, tussen elkaar door. Voordeel hiervan is dat als er een neuron
kapot is dat de kracht verdeeld is. Je kunt switchen tussen motorunits.
Een spiercel wordt geïnnerveerd door een motor neuron en een motor neuron innerveert
meerdere neuronen

FIG: 9-26
- Eerst wordt groen aangezet (klein maar subtiele beweging)
- Dan het oranje deel (medium)
- Paars veel kracht, snel vermoeid
Dus modelleren door frequentie te veranderen maar dus ook eenheden en units te
veranderen

Kracht-lengte relatie:
- Uitrekking van de spier zorgt voor minder overlap, dus minder binding mogelijk
- Kracht hang ook af van snelheid, isometrisch: geen verkorting, maar wel kracht,
isotonisch: wel verkorting
- Excentrische Spier verlengt tijdens activatie
- Contractie: veel kracht maar spierpijn  eiwitten gaan kapot, kunnen niet aan

https://www.studeersnel.nl/nl/document/vrije-universiteit-amsterdam/medical-
pathophysiology-ii/college-aantekeningen-college-1-spieren/739444

Spier metabolisme
- Creatine fosfaat aan APD koppelen  snel manier van e productie maar wel snel weg
- Glycolyse  oxidatieve phosilatie
Spiervermoeidheid  isometrische kracht gaat omhoog, nog steeds stimuli maar minder
kracht dan ontstaat vermoeidheid

Oorzaken spiervermoeidheid:
- Ophoping van ionen door actiepotentiaal die vrijkomen
- Lactaat opstapeling
- Inhibitation van cros bridge cyclus
Type 1 spiercel hebben andere karakteriseren dan type 2a en 2b
Tabel 9-3 geeft dit weer, leer het uit je hoofd

You might also like