Hoekenwerk donderdag namiddag

Er worden 5 hoeken voorzien waar de leerlingen 15 minuten aan de slag gaan.

Hoek 1 – Niemand, niemand zoals jij

De leerlingen gaan tijdens deze hoek aan de slag met het verder afmaken van les 4 van taal. Ze beginnen
met het individueel lezen van tekst A of tekst B en lossen de oefeningen op. Nadien gaan ze met iemand uit
hun groepje praten over de gelezen tekst en zoeken ze voor beide verhalen een afloop voor het verhaal. Ze
moeten zowel een goede als slechte afloop voor het verhaal verzinnen.

Hoek 2 – Pica typen op de computer

De leerlingen gaan aan de slag met het blind typen op de computer. Ze zijn gekend met het programma en
weten wat ze hiermee moeten doen. De leerlingen kunnen dus in stilte en individueel aan de slag gaan.

Hoek 3 – tafels oefenen (prowise)

Prowise is een digitale tool waarmee de leerlingen hun maaltafels kunnen automatiseren. De leerlingen
maken een rij achter elkaar voor het bord. Leerling 1 druk op start en zie een maaltafel verschijnen. Deze
leerling denkt na over het antwoord en druk op de ballon met het juiste antwoord. Is het antwoord goed,
dan springt de ballon open en komt er confetti uit. Is het antwoord fout, dan kleurt de ballon rood en krijgt
de leerling een nieuwe kans. De leerling schuift dan achter aan de rij aan. Op die manier komt er steeds
een nieuwe leerling aan de beurt. https://my.prowise.com/nl-NL/item/tafels-oefenen/

Hoek 4 – Spelling
De leerlingen gaan aan de slag met het verbeteren van hun fouten in hun spellingsschrift. Zijn ze hiermee
klaar kunnen ze verder aan de slag gaan met een werkblad over verschillende onderwerpen die aan bod
gekomen zijn tijdens de spellingslessen. Er wordt op het werkblad geen nieuwe leerinhoud gevraagd. Enkel
zaken die de leerlingen al gezien hebben. Het is dus een herhaling of automatisering van de leerinhoud. De
leerlingen kunnen dit werkblad nadien zelf verbeteren als er nog tijd voor is.

Hoek 5 – Kloklezen
Er zijn 2 varianten in dit spel.
- Blauwe kaartjes: Er speelt 1 leerling de juf of meester. Deze leerling zegt een tijdstip. De andere
leerlingen zetten dit tijdstip correct om in de digitale en analoge klok.
- Groene kaartjes: Er speelt 1 leerling de juf of meester. Deze leerling geeft een digitaal tijdstip. De
andere leerlingen zetten dit om naar de analoge klok en schrijven het op in een zin.