You are on page 1of 10

SETOC

Naam: Moechars M. , Oeyen J. , Van Steenwinckel M. Nummer: 10, 12, 24

Klas: 6C Schooljaar: 2022 – 2023

Mentor: Mevrouw Van Royen


Woord vooraf

In het kader van het wetenschapsproject gaan wij, Marthe Van Steenwinckel,
Janne Oeyen en Merel Moechars, een experiment uitvoeren.
Wij zijn studentes van het Montfortcollege te Rotselaar en volgen de richting
Wiskunde Wetenschappen met 6 uur wiskunde.

We vonden het een boeiende taak die ons veel heeft bijgebracht over de groei
van planten. We hebben dit graag gedaan en over het algemeen is dit project
vlot en goed verlopen.

Hierbij willen we graag een aantal mensen bedanken voor het harde werk en de
goede begeleiding.
Als eerste zijn we heel dankbaar dat onze chemieleerkracht, mevrouw Van
Royen, ons heeft bijgestaan in ons onderzoek over plantengroei.
Verder willen we ook professor Marion Crauwels bedanken voor het uitlenen van
haar labo en het nodige materiaal.

Wij wensen u veel leesplezier toe.


Inleiding

2
INHOUDSTAFEL

Woord vooraf............................................................................................1
Inleiding...................................................................................................2
1. Literatuurstudie....................................................................................4
2. Onderzoeksvraag en hypothese..............................................................5
3. Materiaal en methode...........................................................................6
4. Resultaten...........................................................................................7
5. Besluit................................................................................................8
Bibliografie................................................................................................9

3
1. Literatuurstudie

Om de invloed van het plantenhormoon auxine op de apicale dominantie van een


plant te onderzoeken, wordt er eerst verdiept in wat apicale dominantie precies
is. Als men spreekt van apicale dominantie, dan wilt dat zeggen dat de top van
de plant, ook wel de scheutapex genoemd, ervoor zorgt dat de zijknoppen niet
optimaal groeien (Dierck, 2015).

Dit is een belangrijk fenomeen, want een plant moet zich optimaal kunnen
aanpassen aan zijn omgeving. Deze controle gebeurt aan de hand van, onder
andere, het plantenhormoon auxine (Dierck, 2015).

Auxines zijn een groep van plantenhormonen die vergelijkbare structuren en


effecten hebben. Deze hormonen vervullen in planten een aantal belangrijke
functies. Het woord auxine komt van het Griekse woord ‘auxein’, wat groeien
betekent. De belangrijkste effecten van auxine zijn het stimuleren van de groei
in de bovengrondse delen, het bevorderen van de aanmaak van de zijwortels van
de plant, het voorkomen van bladverlies en apicale dominantie (Wikipedia,
2022).

Uit eerdere onderzoeken blijkt dat auxine de groei van de zijknoppen inhibeert,
dit in tegenstelling tot cytokinines die de groei zullen bevorderen (zie figuur 1).
Toch zal in aanwezigheid van auxine, de aanmaak van cytokinines dalen. Ook is
er nog een derde hormoon dat een impact heeft, strigolactonen. Net zoals auxine
verhindert dit hormoon de groei van de zijknoppen en in aanwezigheid van
auxine zullen strigolactonen extra aangemaakt worden. De balans tussen de
verschillende hormonen is essentieel voor de controle over de knopuitgroei
(Dierck, 2015).

Auxines worden voornamelijk geproduceerd in de stengeltop en in knop- en


bladprimordia. Daarna wordt het via polair transport vervoerd richting de wortels
en zal dan de groei van de zijprimordia remmen (Crauwels, De rol van
plantenhormonen in het groeiproces van planten, 2021).

Maatschappelijk gezien is dit nuttig, want dit principe is belangrijk bij het snoeien
van planten bijvoorbeeld. Zo wordt de top van de plant verwijderd om een plant
meer te laten groeien zodat die wilder/meer bebladerd wordt (Koltai & Prandi,
2019).

figuur 1: invloed hormonen

4
2. Onderzoeksvraag en hypothese

Onze onderzoeksvraag is: Hoe beïnvloedt het plantenhormoon auxine de apicale


dominantie van een plant?

De hypothese luidt als volgt: Als de concentratie van auxine toeneemt, dan zal
de apicale dominantie van een plant versterkt worden.

5
3. Materiaal en methode

Om dit onderzoek uit te voeren, is er een specifieke methode. Ten eerste moeten
er erwtenplanten gekweekt worden gedurende enkele (3-4) weken. Eens deze
opgekweekt zijn, begint de behandeling met het plantenhormoon auxine.
(Crauwels, Onderzoek plantenfysiologie)

Een erwtenplant heeft meerdere nodia die kunnen uitgroeien tot zijtakken (zie
figuur 2). Bij de erwtenplant oefent het aanwezige auxine in de stengeltop een
remmende invloed uit op het uitlopen van de nodia waarbij de remming het
grootst is op de bovenste zijknoppen en het kleinst op de onderste nodia. Voor
dit onderzoek worden de erwtenplanten telkens gedecapiteerd aan de top van
het 3de internodium en wordt vooraf de lengte van de uitgelopen nodia per
erwtenplant gemeten. Het plantenhormoon auxine (IAA) ofwel indool-3-azijnzuur
is opgelost in lanolinepasta en zit in spuitjes (zie tabel 1). (Crauwels, Werkwijze
plantenhormonen)

Er worden drie condities opgezet. In de controle conditie zal een blanco pasta
(zonder IAA) aangebracht worden op het gedecapiteerd uiteinde van enkele
erwtenplanten. In experimentele conditie 1 wordt het snijvlak afgesloten met
een pasta met een kleine hoeveelheid auxine (IAA) en in experimentele conditie
2 zal de pasta een grotere hoeveelheid auxine bevatten. Er worden per conditie
steeds meerdere planten behandeld. (Crauwels, Werkwijze plantenhormonen)

Na de behandeling worden ze een week in een kweekkamer geplaatst die een


temperatuur heeft van 20 graden Celsius. Na een week wordt de lengte van de
nodia opnieuw gemeten om vervolgens een conclusie te trekken. (Crauwels,
Werkwijze plantenhormonen)

Tabel 1

Benodigdheden
Erwtenzaden
Potgrond
Kweekpotje
Meetlat
Indool-3-azijnzuur of IAA
(natuurlijk auxine) opgelost in
lanolinepasta (1x druppel)
Spuitjes (5 ml)
Kweekkamer

figuur 2: de opbouw van een plant 1

6
4. Resultaten

Potten Voor: zijtak 1 Na: zijtak 1 Voor: zijtak 2 Na: zijtak 2

Blanco 1,3 cm 1,7 cm

Pot 1 1,0 cm 1,6 cm


1,1 cm 1,3 cm

Pot 1.1. 1,6 cm 1,5 cm


1,1 cm 1,4 cm

Pot 2 0,9 cm 1,1 cm

Pot 2.2. 0,7 cm 1,4 cm


1,1 cm 1,3 cm
1,0 cm 1,6 cm

7
5. Besluit

Uit ons onderzoek blijkt dat het plantenhormoon auxine ervoor zorgt dat de plant
meer naar boven toe gaat groeien, dus de apicale dominantie wordt
gestimuleerd.
Concentratie invloed?

8
Bibliografie

Crauwels, M. (2021). De rol van plantenhormonen in het groeiproces van


planten.
Crauwels, M. (sd). Onderzoek plantenfysiologie.
Crauwels, M. (sd). Werkwijze plantenhormonen.
Dierck, R. (2015). Opgehaald van
https://edepot.wur.nl/346036#:~:text=Apicale%20dominantie%20is
%20het%20fenomeen,dan%20kunnen%20de%20zijknoppen
%20uitgroeien.
Koltai, H., & Prandi, C. (2019). Strigolactones: new plant hormones and much
more...
Wikipedia. (2022). Opgehaald van https://nl.wikipedia.org/wiki/Auxine

You might also like