Professional Documents
Culture Documents
Gebruik:
Beschrijving van een situatie, een sfeer Vorige week zijn we naar Brussel geweest.
(eerste zin meestal perfectum!), Het was zeer warm. De terrasjes zaten
vol. We wilden iets
drinken, maar we konden niet.
Beschrijving van een persoon Ze had lang blond haar en blauwe ogen.
Ze leek op Cameron Diaz.
toen
Voegwoord+bijzin
Toen ik jong was, danste ik graag.
Ik danste graag toen ik jong was.
Inversiewoord+hoofdzin
Eerst maakten ze zich klaar en toen (=dan) vertrokken ze naar het stadhuis.
PERFECTUM
Gebruik:
Heb je al gegeten?
Al >< nog niet/nog geen Neen, ik heb nog niet gegeten.
Ik (voelen) in mijn jaszak en dan (zien) ik dat ik mijn portefeuille niet bij me (hebben).
Ik voelde in mijn jaszak en dan zag ik dat ik mijn portefeuille niet bij mij had.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
Ik (moeten) een boete betalen maar dat (gaan) natuurlijk niet want ik (hebben) geen
geld.
Ik moest een boete betalen maar dat natuurlijk niet ging want ik had geen geld.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………..
In de voormiddag (boodschappen doen) ik en (zijn) ik naar de kapper. todas estas con perfectum
In de voormiddag deed ik boodschappen en was ik naar de kapper.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. In de voormiddag heb ik boodschappen
gedaan en ben ik naar de kapper
’s Namiddags (gaan shoppen) ik samen met mijn vriendin. Dat (zijn) geweest.
leuk!
's Namiddags ging ik shoppen samen met mijn vriendin. Dat was leuk! 's Namiddags heb ik shoppen samen met
……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. een vriendin gegaan. Dat was leuk!
's Nammidags BEN ik samen met een vriendin gaan
’s Avonds (kijken) ik naar een spannende film op tv.
shoppen.
's Avonds keek ik naar een spannende film op tv. 's
……………………………………………………………………………………………………………………………………………….. Avonds heb ik naar een sppannende film op TV gekeken.
Ik voelde in mijn jaszak en dan zag ik dat ik mijn portefeuille niet bij me had.
Ik moest een boete betalen maar dat ging natuurlijk niet want ik had geen geld.
Ik ben vroeg opgestaan en ik heb me gewassen. Daarna heb ik een gezond ontbijt
klaargemaakt.
’s Namiddags ben ik samen met mijn vriendin gaan shoppen. Dat was leuk!