You are on page 1of 14

Antwoorden Grammatica De sprong

Oefening 1
1. Studeer jij aan de universiteit van Maastricht?
2. Ik vind dat ik een mooi beroep heb.
3. Simone geeft zaterdagavond een feestje.
. !e prijs voor een "iter benzine stijgt maandag met 3 cent.
#. Denkt u dat de economische crisis voorbij is.
$. %are" verwacht sne" een kamer te vinden.
&. In de kantine drinken 'e in de pauze koffie.
(. Ik bel een keer per 'eek met mijn broer.
). *oe "aat lig jij meesta" in bed?
1+. ,ar"a maakt een 'ere"dreis. Op dit moment is ze in -ustra"i..
11. Morgen ga ik met de trein naar /ijmegen.
12. Bent u ge"ukkig?
13. 0ric en 1atricia reizen door 2uid3-merika.
1. 4s -vonds kijkt mijn man te"evisie.
1#. 5e zorgen voor onze zieke buurvrou'. 5e doen boodschappen en koken
voor haar.
1$. -icha helpt me met mijn huis'erk.
1&. Met haar moeder spreekt Mi"a a"tijd Spaans.
1(. 0"ke ochtend lees ik de krant.
1). !e "es begint vandaag om 1+.++ uur.
2+. 5i""em werkte in een ziekenhuis in -msterdam.

Oefening 2
1. heb 6 gestudeerd
2. heeft 3 ge'erkt
3. heeft 3 ge"eend
. hebben 6 gedanst
#. heb 3 ge"eerd
$. heeft 3 gemist
&. heb 3 gesport
(. hebben 3 ge'inke"d
). heeft 3 getennist
1+. *ebben 6 gehoord
11. heb 3 gepakt
12. heeft 3 gerui"d
Oefening 3
1. heb 3 gedaan
2. zijn 3 gegaan
3. heeft 3 gekeken
. *ebt 7 *eeft 3 gehad
#. is 3 gekomen
$. heb 3 gedronken
&. *ebben 3 gegeten
(. hebben 3 genomen
). heb 3 gekregen
1+. heb 3 gekocht
11. hebben 3 gegeven
12. is 3 begonnen
Oefening
1. hebben 3 ontbeten
2. heb 7 ben 3 vergeten
3. *ebt 7 *eeft 3 gebruikt
. *eeft 3 herinnerd
#. heeft 3 erkend
$. hebben 3 bedankt
&. heb 3 ge"oofd
(. heeft 3 bediend
). heeft 3 verdiend
1+. hebben 3 ontdekt
11. heeft 3 herkanst
12. *eb 6 genoten
13. heb 3 bedoe"d
1. heeft 3 onthouden
1#. *ebben 3 verbeterd
1$. heb 3 herkend
Oefening #
8oorbee"den
1. Ik heb mijn partner in een caf9 ontmoet.
2. !e "es is om 11.++ uur begonnen.
3. In ben afge"open 'eekend in :russe" ge'eest.
. Mijn ouders zijn 2( jaar getrou'd.
#. ;isteren heb ik boodschappen gedaan.
$. :ij de "unch heb ik een broodje gegeten en een g"aasje me"k gedronken.
&. Mijn partner heeft mij een cd gegeven.
(. Ik ben zes maanden ge"eden naar /eder"and gekomen.
). Ik heb nieu'e sokken gekocht.
1+. Ik heb De kathedraal van de zee ge"ezen.
11. 2ondag heb ik tot tien uur in bed ge"egen.
12. <a= ik ben naar het station ge"open.
13. <a= ik heb mijn medicijnen voor het eten genomen.
1. Ik ben via *i"versum gereden.
1#. Ik heb een e3mai" naar mijn zus geschreven.
1$. 8annacht heb ik acht uur ges"apen.
1&. <a= ik hen me 'e"eens in mijn vinger gesneden.
1(. Ik heb met mijn ouders a"tijd >rans gesproken.
1). Mijn opa is vijf jaar ge"eden over"eden.
2+. <a= ik ben vaak geva""en.
21. Ik heb mijn portemonnee 'e"eens vergeten.
22. Ik heb mijn s"eute"s 'e"eens ver"oren.
23. Ik ben om ).++ uur van huis vertrokken.
2. /ee= ik heb niet vaak gev"ogen.
2#. !it jaar ben ik 32 jaar ge'orden.
2$. Ik heb "aatste een /eder"andse fi"m gezien.
Oefening $

1. 'achtten
2. 'i"de
3. 'oonde
. combineerde
#. !roomden
$. reisden
&. "eerde
(. zette
). ontmoette
1+. trou'den
11. huurden
12. bepaa"de
13. verdiende
1. 'ensten

Oefening &

1. 'as
2. vertrok
3. moesten
. ging
#. vroeg
$. vond
&. 'erd
(. deed
). gingen
1+. 5ist
11. k'am
12. zag
13. hie"pen
1. Stonden

Oefening (
8oorbee"den
1. <a= ik vond de eerste "es interessant maar ook moei"ijk.
2. ;isteren 'as ik bij fami"ie op bezoek.
3. Ik 'ist dat /eder"and aan zee "ag.
. Ik zag de zon.
#. Ik fietste vroeger e"ke dag.
$. Ik vertrok om (.1# uur.
&. Mijn vader 'erkte maar mijn moeder niet.
(. Ik sportte vroeger drie keer per 'eek.
). Ik ging te voet naar schoo".
1+. !e "es begon vandaag om 1(.++ uur.
11. 2ondagavond at ik pizza.
12. ;isteravond dronk ik een g"aasje 'ijn bij het eten.
13. Mijn vader rookte vroeger. Mijn moeder rookte niet.
1. Ik "as vroeger vee" stripboeken.


Oefening 11
1. Kijkt u het huis'erk vandaag nog na?
2. 1eter studeert in augustus af.
3. 8ee" mensen omschrijven /eder"and a"s een vrij en "iberaa" "and.
. *et is a"tijd erg geze""ig a"s 'e in het 'eekend met vrienden uitgaan.
#. Meesta" wast mijn man af.
$. 5ie lost dit prob"eem op?
&. Omdat het aanta" 'erk"ozen toeneemt= is het moei"ijker om een baan te
vinden.
(. 8anavond ga ik met vrienden uit.
). Zet jij de ver'arming aan?
1+. -"s ik een feestje geef= nodig ik a"tijd mijn fami"ie en vrienden uit.
Oefening 12
1. ?oen 'e naar de tiende verdieping moesten= zaten 'e in de "ift vast.
2. !e buren boden ons een kopje koffie aan.
3. ?oen hij naar zijn 'erk ging= deed hij a""e "ampen uit.
. 5e werkten a"tijd prima samen.
#. !e vorige "es legde de docent de comparatief uit.
$. !e conducteur herhaalde zijn bericht.
&. ?oen hij de deur dichtdeed= ging de te"efoon.
(. Stonden ju""ie vanochtend a" om $ uur op?
). 8roeger besprak -nna haar prob"emen a"tijd met haar oma.
1+. Om 1$.++ kwam de buurvrou' voor een kopje koffie langs.
Oefening 13
1. 8andaag heb ik mijn 'oordenboek meegenomen.
2. Ik heb zijn naam niet onthouden.
3. 5e hebben om 1+.++ uur op het station afgesproken.
. <ij kan de computer gebruiken= a"s ik heb uitgelogd uitgelogd heb.
#. -"s je dat formu"ier hebt ingevuld ingevuld hebt= kan je het aan mij
geven.
$. !ebt !eeft u uitgezocht hoe "aat de voorste""ing begint?
&. 2ijn vader heeft een heer"ijke maa"tijd klaargemaakt.
(. !eeft ,ar"a je niet verteld dat 'e morgen geen "es hebben?
). Omdat de zon schijnt= heb ik mijn gezicht en armen met zonnecr@me
ingesmeerd.
1+. 5e hebben de ver'arming aangezet 'ant 'e hadden het koud.

Oefening 1
8oorbee"den
1. ?homas be"t me vanavond terug.
2. *et vie" me op dat er zovee" fietsen zijn.
3. 2ondag is de buurvrou' "angsgekomen.
. Ik heb de bank verp"aatst.
#. Ik maak oefening 1+ straks af.
$. *oe hebben u' ouders u opgevoed?
&. <a= hij heeft het 'eer goed voorspe"d.
(. Ik s"a mijn documenten op een usb3stick op.
). *ij is vijf ki"o afgeva""en.
1+. Ik heb mijn partner op een feestje ontmoet.
11. Ik gooi nooit foto4s 'eg.
12. <a= ik at de pizza he"emaa" op.
13. <a= het aanta" 'erk"ozen is dit jaar toegenomen.
1. ,hris heeft dit cadeautje ingepakt.
1#. !e kinderen steken bij de stop"icht over.
1$. !eze cursus "oopt over zes 'eken af.
1&. Ik heb mijn prob"emen met mijn co""ega besproken.
1(. Ik heb vandaag mijn boek= een pen en een 'oordenboek meegenomen.
1). Ik ruim morgen mijn bureau op.
2+. Ik heb het in mijn agenda opgeschreven.
Oefening 1#
1. *ij kan zich zijn vriend van de basisschoo" nog goed herinneren.
2. 8o"gens mij heeft hij zich vandaag niet geschoren.
3. ,ar"a zegt dat ze zich in de datum heeft vergist.
. 2e hebben zich vanochtend niet gedoucht.
#. *ebben ju""ie je a" voor de nieu'e cursus ingeschreven?
$. 5e hebben ons goed op het eAamen voorbereid.
&. !it 'eekend hebben 'e ons prima geamuseerd.
(. Mijn opa hie"d zich niet a"tijd aan de verkeersrege"s.
). Omdat hij zich voor moderne kunst interesseert= is hij naar het Stede"ijk
museum ge'eest.
1+. 5aarom schaam je je voor het resu"taat van de test?
Oefening 1&
1. 5i" je met oefening 1+ beginnen? 6 <e moet met oefening 1+ beginnen. 6
:egin met oefening 1+B
2. 5i" je het artike" "ezen? 6 <e moet het artike" "ezen. 6 Cees het artike"B
3. 5i""en ju""ie een brief naar de directeur schrijven? 6 <u""ie moeten een brief
naar de directeur schrijven. 6 Schrijf een brief naar de directeurB
. 5i""en ju""ie in groepjes van drie 'erken? 6 <u""ie moeten in groepjes van drie
'erken. 6 5erk in groepjes van drieB
#. 5i" je de deur goed afs"uiten? 6 <e moet de deur goed afs"uiten. 6 S"uit de
deur goed afB
$. 5i" je de kaarsjes uitb"azen? 6 <e moet de kaarsjes uitb"azen. 6 :"aas de
kaarsjes uitB
&. 5i" je Cisa en !ebbie uitnodigen? 6 <e moet Cisa en !ebbie uitnodigen. 6
/odig Cisa en !ebbie uitB
(. 5i""en ju""ie de fouten markeren? 6 <u""ie moeten de fouten markeren. 6
Markeer de foutenB
). 5i" je naar de deskundigen "uisteren? 6 <e moet naar de deskundigen
"uisteren. 6 Cuister naar de deskundigenB
1+. 5i""en ju""ie met het 'eer rekening houden? 6 <u""ie moeten met het 'eer
rekening houden. 6 *oud rekening met het 'eerB
Oefening 1(
1. "il #oet je de krant nog "ezen? *ij "igt op tafe".
2. 3 !oe jij morgen de boodschappen? 6 <a= dat zal kan ik doen.
3. 5i""em kan wil morgen naar het strand gaan 'ant hij is dan een dagje vrij.
. -"s ju""ie vragen hebben= kunnen ju""ie me a"tijd be""en.
#. <e krijgt nog # euro van mij. Ik zal het morgen aan je geven.
$. Sabrina en <ohn willen kunnen een huis van 22+.+++ euro kopen.
&. Kunt u me zeggen 'aar de busha"te is?
(. In de stad mag je niet harder dan #+ ki"ometer per uur rijden.
). Ik heb een "ekke band. Ik kan wil hem ze"f niet p"akken= dus breng ik mijn
fiets naar de fietsenmaker.
1+. <e moet niet zo vee" etenB <e 'ordt vee" te dik.
Oefening 1)
8oorbee"den
1. 5aarom ging je gisteren niet mee naar dat concert? SorrD= maar ik moest
een presentatie voorbereiden$
2. Op het station kan je broodjes en koffie kopen. !at is handig voor mensen
die geen tijd hebben om thuis te ontbijten.
3. 2u""en 'e vanavond naar de bioscoop gaan? <a= 'at een goed ideeB Ik ga
graag met je mee.
. !eze zomer 'i""en 'e een cruise maken. !at hebben 'e nog nooit gedaanB
#. ?oen ik k"ein 'as= moest ik a"tijd op tijd naar bed gaan. !at vond ik niet
"euk.
$. 5i""en ju""ie een lekkere appeltaart bakken? 5e krijgen vanavond bezoek.
&. %unnen 'e onze afspraak van morgenochtend verzetten? Ik heb nog een
andere afspraak die ochtend.
(. 8an mijn baas mag ik aan een nieuw project beginnen. !at vind ik erg
"eukB
). !e gemeente 'i"de de speeltuin vernieuwen maar he"aas 'as dat te duur.
!e buurtbe'oners vonden dat erg jammer.
1+. Mogen jou' kinderen alleen op straat spelen? 2ijn ze daar niet te jong
voor?
Oefening 2+
8oorbee"den
1. Ik kan per 'eek 1++ sms4jes gratis sturen.
2. MaA 'i" zijn abonnement opzeggen.
3. 5e 'i""en graag e"ke dag het journaa" zien.
. Mag ik een pot"ood en gum van je "enen?
#. %an je me morgenochtend terugbe""en?
$. Ik moet een boete van $+ euro beta"en.
&. <e mag in de auto a""een handsfree be""en.
(. Ik 'i" mijn oma kaartje schrijven.
). *ij kan a"tijd 'e" om een grap "achen.
1+. 2u""en 'e de vragen met e"kaar bespreken?

Oefening 21
1. te
2. 3
3. 3
. te
#. te
$. te
&. 3
(. 3
). te
1+. te
11. te
12. 3
13. te
1. te
1#. 3

Oefening 22
8oorbee"den

1. 5ij b"ijven bij mijn oom en tante s"apen.
2. *ij staat met zijn buurman te praten.
3. Ik 'i" in ju"i op vakantie gaan.
. Ik hoop over vijf jaar een eigen huis te kopen.
#. Ik kan met ;regor goed samen'erken.
$. Ik zit meesta" te "ezen.
&. Onder de douche begin ik te zingen.
(. Ik vergeet rege"matig mijn computer af te s"uiten.
). Ik be"oof hem mijn huis'erk te maken.
1+. Ik mag a""es eten.
11. Ik sta mijn haar te fEhnen.
12. Ik probeer met mijn co""ega4s /eder"ands te praten.
13. Ik durf /eder"ands te praten.
1. Ik "aat mijn ramen 'assen.
1#. 8anavond komen vrienden eten.

Oefening 23
8oorbee"den

1. Maria vergeet vaak haar lunch mee te nemen. !aarom koopt ze meesta"
een broodje in de kantine.
2. 4s -vonds zit ik op mijn laptop te werken. Om 22.++ uur ben ik daarmee
k"aar en dan kijk ik naar het nieu's.
3. ;aan ju""ie vanavond dansen? Ik 'i" graag mee a"s dat kan.
. %an je me he"pen met mijn huis'erk? Ik probeer de vragen te
beantwoorden maar ik begrijp de tekst niet zo goed.
#. Ik 'i" even met ju""ie praten. %omen ju""ie straks in de kantine een kopje
koffie drinken?
$. Mijn nichtje is nu 1( maanden oud. 2e begint een beetje te praten.
&. <e hoeft me niet te helpen. Ik kan het 'e" a""een.
(. 8o"gende 'eek moeten 'e onze vakantie boeken. -"s 'e het dan niet
doen= zijn 'e misschien te "aat.
). Oscar za" vandaag koken a"s jij het de vo"gende keer doet.
1+. 5e staan nu een kwartier op de bus te wachten. !at vind ik erg
verve"end.


Oefening 2
8oorbee"den

1. 5e zitten een fi"m te kijken.
2. %arin is ,aro"ine aan het be""en.
3. ?im zit een brief naar de gemeente te schrijven.
. !e docent staat de grammatica uit te "eggen.
#. 5e zijn een kopje koffie aan het drinken in de kantine.
$. Mijn is een appe"taart aan het bakken.
&. 5e staan op MoniFue te 'achten.
(. 0ric staat met ,ar"o te praten.
). !e kinderen zitten een ijsje te eten.
1+. <eanet zit de krant te "ezen.

Oefening 2#
8oorbee"den
1. Ik vind het moei"ijk om mooie zinnen te maken.
2. Ik heb geen ge"d om een auto te kopen.
3. 5e stopten om iets te eten.
. *et is te koud om een ?3shirt te dragen.
#. Ik vind het spannend om te v"iegen.
$. Ik ga naar de stad om een cadeautje voor ,ar"a te kopen.
&. Ik sms ,aro"ine om een afspraak met haar te maken.
(. Ik vind het interessant om nieu'e steden te bezoeken.
). Mijn huis is te k"ein om een groot feest te geven.
1+. 5e gaan naar Ita"i. om de toren van 1isa te zien.

Oefening 2$
1. 'ens
2. be"eefde vraag
3. advies
. advies
#. 'ens
$. be"eefde vraag
&. irrea"is Ggeen rea"iteitH
(. advies
). be"eefde vraag
1+. irrea"is Ggeen rea"iteitH

Oefening 2&
8oorbee"den
-
1. 2ou je brood en appe"s voor me 'i""en meenemen?
2. 2ou je het raam 'i""en opendoen?
3. 2ou ik een euro van je morgen "enen?
. 2ouden 'e mogen beste""en?
#. 2ou jij de te"efoon 'i""en opnemen?
$. 2ou ik voor morgenochtend $.++ uur een taAi kunnen reserveren?
&. 2ou ik je 'oordenboek mogen "enen?
(. 2ou u het kunnen inpakken?

:
1. -"s ik een partner zou zoeken= zou ik me op een datingsite aanme"den.
2. -"s Mirjam kon ski.n= zou ze met ons meegaan naar Oostenrijk.
3. -"s Sophie hem ten hu'e"ijk zou vragen= zou hij met haar trou'en.
. -"s 'e prob"emen met onze buren hadden= zou ik gaan verhuizen.
#. -"s ik een goede baan had= zou ik vee" ge"d verdienen.
$. -"s 'e in 2'itser"and 'oonden= zou ik e"ke 'inter kunnen ski.n.
&. -"s 'e voor het StaatseAamen zouden s"agen= zouden 'e hee" b"ij zijn.
(. -"s ik een groter zou kunnen kopen= zou ik meteen verhuizen.

,
1. <e zou een goed s"ot moeten kopen.
2. <e zou een cursus moeten vo"gen.
3. -"s ik jou 'as= zou ik een abonnement op de /?23nieu's"ezer nemen.
. <e zou de stem'ijzer kunnen doen.
#. Ik zou geen 0nge"s meer met haar spreken.
$. <e zou bij een sportvereniging kunnen gaan.
&. -"s ik jou 'as= zou ik naar I,"airesJ gaan.
(. <e zou naar Spanje kunnen gaan.

Oefening 2(
1. 8o"gende 'eek 'ordt mijn dak geKso"eerd.
2. 0r 'ordt gemidde"d ( minuten onder de douche gestaan.
3. :ij de buren 'ordt dubbe" g"as aangebracht.
. 0r 'ordt in de zomer vee" ijs gegeten.
#. 0r 'ordt vee" ge"d aan vakanties uitgegeven.
$. !e brand 'ordt met drie brand'eer'agens geb"ust.
&. !e pati.nt 'ordt naar het ziekenhuis gebracht.
(. 0r 'ordt niet meer zo vee" ge"ezen a"s vroeger.
). 0r 'ordt vanavond voor mij gekookt.
1+. Op het feest 'orden vee" foto4s gemaakt.

Oefening 3+
1. Op het kruispunt zijn stop"ichten gep"aatst.
2. 0r 'erd vee" a"coho" gedronken op het feest.
3. 0r 'orden a""er"ei producten on"ine gekocht.
. 0r 'orden met Oudjaar o"iebo""en gegeten.
#. /adat er om 2.++ uur vuur'erk afgestoken 'as= 'erd eer champagne
gedronken.
$. 5erd jij met de verjaardag van je man gefe"iciteerd?
&. In de pauze 'ordt er over po"itiek gediscussieerd.
(. Lond etenstijd 'ord ik vaak gebe"d.
). Mijn fiets is gesto"enB
1+. ;isterochtend 'erd mijn auto ge'assen.

Oefening 31
1. Sinds t'ee jaar 'oont haar zoon ze"fstandig.
2. *ij doet deze cursus voor de "o".
3. Is dit een goed 'oordenboek?
. !eze k"eding is niet geschikt voor een brui"oft.
#. Op internet vind je nuttige sites.
$. %ennen ju""ie misschien een betrou'bare schi"der?
&. 0"ke ochtend smeert ze ze"f haar brood.
(. Op de eerste b"adzijde vind je mijn e3mai"adres.
). !it bureau geeft ouders advies over hun kinderen.
1+. /a mijn studie 'i" ik een ha"fjaar naar -zi..
Oefening 32
8oorbee"den
1. In de kantine verkopen ze lekkere dingen. Ik koop af en toe een broodje
kaas.
2. "elke talen spreek je? Ik spreek 0nge"s= >rans en een beetje Ita"iaans.
3. 2ondag was ik alleen thuis. !at 'as saai.
. Op de markt koop ik fruit en groente. !at is goedkoper dan in de
supermarkt.
#. !oe ga je naar je werk? Meesta" neem ik de auto maar soms ga ik op de
fiets.
$. /a de "es maak ik meteen mijn huiswerk. !an hoef ik Ms avonds niks meer
te doen.
&. In /eder"and eten ze bij de geboorte van een bab% beschuit met
muisjes. !at 'eten vee" mensen niet.
(. Met mijn broer ga ik ski&n. Mijn zus durft dat niet.
). "aarom ga je zaterdag niet mee naar Amsterdam? Omdat ik dan moet
'erken.
1+. In de bus is het altijd erg druk. !aarom moeten vee" mensen staan.


Oefening 33
1. 'oen ik hier k'am 'onen= kende ik nog niemand.
2. Ik b"ijf so""iciteren totdat ik een "euke baan heb.
3. !oewel <ohn geen Spaans spreekt= 'i" hij toch in Spanje gaan 'onen.
. 2aterdag geeft Simone een feestje omdat ze is jarig.
#. Sonja doet binnenkort StaatseAamen /?2 zodat ze na de zomer aan de
universiteit kan gaan studeren.
$. ?homas "eest een boek voordat hij gaat s"apen.
&. Als het morgen mooi 'eer is= gaan 'e met vrienden zei"en.
(. !ani.""e 'i"de 'eg uit /eder"and omdat ze niet zo ge"ukkig 'as.
). 0erst 'i"de 0ric een jaar naar -ustra"i. gaan maar uiteinde"ijk is hij naar
Indonesi. gegaan.
1+. 'erwijl mijn vrou' naar een voetba"'edstrijd kijkt= chat ik met vrienden.
11. 5at 'i""en ju""ieN 'i""en ju""ie het :innenhof bezoeken of 'i""en ju""ie naar een
museum gaan?
12. (adat ik heb gegeten= "ees ik a"tijd de krant.

Oefening 3
8oorbee"den

1. 1eter gaat vrijdag naar :arce"ona 'ant hij heeft daar een conferentie.
2. /adat mijn vrou' de krant heeft ge"ezen= gaat ze douchen.
3. 2odra ik een nieu'e baan hen= be" ik mijn ouders.
. 5e sparen #+ euro per maand zodat 'e vo"gend jaar een 'eekend naar
Lome kunnen gaan.
#. *oe'e" het niet zo 'arm is= draagt ?homas vandaag een korte broek.
$. Morgen hebben ju""ie een toets= dus vergeet niet je 'oordenboek mee te
nemen.
&. -"ice en -nne 'i""en morgenmiddag naar het circus gaan maar ze moeten
naar schoo".
(. -"s ik met niveau :2 k"aar ben= doe ik het StaatseAamen /?2 programma 2.
). 8oordat de schoonmakers naar huis gaan= doen ze de "ichten uit.
1+. Simone komt morgen iets "ater naar de "es omdat ze eerst naar de tandarts
moet.


Oefening 3#
Maak de indirecte rede of een indirecte vraag.

1. Lobert zegt dat hij zijn droom heeft 'aargemaakt 7 'aargemaakt heeft.
2. In de krant staat dat het aanta" aanme"dingen voor de /eder"andse
universiteiten met 2#O is gestegen 7 gestegen is.
3. Mag ik vragen of je bang voor muizen bent?
. 5eet jij 'aar !ani.""e haar huidige vriend heeft ontmoet 7 ontmoet heeft?
#. Ik heb ge"ezen dat het /eder"ands e"fta" de fina"e van het 5%3voetba" in 2+1+
heeft ver"oren 7 ver"oren heeft.
$. Ik 'eet niet naar 'e"k "and de fami"ie Smeets gaat emigreren.
&. 5e vinden dat /eder"anders nieu'sgierig zijn.
(. 5e vragen ons af 'at <udith na haar studie gaat doen.
). 5e vinden dat 'e in een geze""ige buurt 'onen.
1+. %unt u me verte""en of *orbach en 2D'io" a" "ang in het circus 'erken?

Oefening 3$
8oorbee"den

1. 5e denken dat Simone te hard werkt. 2e ziet er de "aatste tijd zo moe uit.
2. 2e hopen dat ze vrij kunnen krijgen. 2e 'i""en name"ijk in mei een 'eekje
naar Ita"i. gaan.
3. <ohan heeft geen hor"oge. !aarom vraagt hij a"tijd hoe laat het is.
. Ik heb ge"ezen dat koffie ongezond is maar vo"gens mij is dat niet 'aar.
#. %unt u me zeggen op elk spoor mijn trein vertrekt? Ik moet met de trein
naar Lotterdam.
$. ?om zegt dat ik niet goed naar hem luister. !at vind ik erg verve"end.
&. Maria 'eet zeker dat het morgen mooi weer wordt. !at heeft ze op
te"evisie gezien.
(. Ik 'eet niet wat een treinkaartje naar )arijs kost. Misschien moet ik eens
op internet kijken.
). 5e 'i""en graag 'eten of het morgen gaat regenen. 5e 'i""en morgen
name"ijk een fietstocht maken.
1+. Mijn man en ik 'i""en graag in ;rieken"and gaan 'onen. 5e ge"oven dat het
leven daar rustiger is.

Oefening 3&
1. Mijn broer 'oont op een boerderij die v"akbij 2'o""e "igt.
2. Cinda 'erkt bij een bedrijf dat verpakkingsmateriaa" produceert.
3. !e fiets die ik pas t'ee jaar had= is gesto"en
. !e computer waarop 5im dage"ijks 'erkt= staat in de studeerkamer.
#. 5e maken ons zorgen over %are" met wie 'e de "aatste jaren 'einig contact
hebben.
$. !e co""ega4s met wie ik dage"ijks samen'erk= komen uit verschi""ende
"anden.
&. Mijn man he"pt pubers die met hun ouders en met schoo" prob"emen hebben.
(. 0"ke zaterdag krijg ik een mooie bos b"oemen die mijn man op de
b"oemenmarkt koopt.
). In /eder"and dat op het noorde"ijk ha"frond "igt= schijnt de zon in de zomer
"anger.
1+. <annD zorgt voor haar moeder die nog ze"fstandig 'oont.
11. 5e zijn vorig jaar op vakantie ge'eest naar een ei"and waar geen auto4s
mogen rijden.
12. !e man van wie 1atricia houdt= 'oont in ,o"ombia.
Oefening 3(
1. *et meisje dat morgen e*amen moet doen= is zenu'achtig.
2. !e co""ega met wie ik een probleem heb= 'erkt op donderdag en vrijdag.
3. !e docent van wie we les hebben= geeft a" vijftien jaar "es.
. !e vu"pen waar +llen soms mee schrijft= heeft ze voor haar 1(
e
verjaardag
gekregen.
#. !e auto die we gisteren hebben gekocht= is van een oude dame ge'eest.
$. Ik ben niet tevreden over de op"ossing die de medewerker van de
servicebalie me heeft geboden.
&. !e appe"s die 'om vanochtend op de markt heeft gekocht= komen uit
/ieu' 2ee"and.
(. !e docent met wie volgende week een afspraak hebben= is deze 'eek op
vakantie.
). !e oefeningen die ik nog moet maken= zijn moei"ijk.
1+. !e baan waar Karin , november mee begint= heeft ze via internet
gevonden.

Oefening 3)
8oorbee"den
1. Mijn vriend die naar (ieuw Zeeland emigreerde= is vorige maand naar
/eder"and gekomen.
2. Lianne zoekt een kamer die niet meer dan -.. euro per maand kost.
5eet jij 'aar ze die kan vinden?
3. *et restaurant waar we gisteren hebben gegeten= 'as erg goed.
. Ik heb een nieu'e mobie"e te"efoon waarmee ik ook foto/s kan maken.
#. *aar co""ega met wie ze dagelijks samenwerkt= is erg aardig.
$. 5aar zijn de s"eute"s die op tafel lagen? Ik kan ze nergens vinden.
&. 5e 'onen bij een park waar veel mensen hun hond uitlaten.
(. !e bus die ik naar het station neem= is a"tijd vo".
). *et huis waar +ric en 0laire woonden= staat nu a" ruim een jaar te koop.
1+. Ik ben de portemonnee k'ijt die ik van mijn ouders heb gekregen.
Oefening +
8oorbee"den

2ack is ouder dan <oanna.
<oanna is even oud a"s <ackD.
<ackD is "anger dan <oanna.
2ack is het "angst.
2ack heeft grotere voeten dan <ackD.
<oanna heeft de k"einste voeten.
<ackD drinkt de meeste koffie.

Oefening 1
1. 09n keer per 'eek haa" ik pizza. Ik eet hem he"emaa" a""een op 'ant ik ben
er gek op.
2. Op tafe" "igt een voetba"tijdschrift. 1eter koopt het bijna e"ke 'eek. Misschien
moet ik hem er een abonnement op geven.
3. 8anavond komt er een documentaire over de provincie >ries"and op te"evisie.
Ik 'i" ernaar kijken 'ant hij "ijkt me interessant.
. *et huis'erk? Ik heb het niet gemaakt. Ik heb er niet meer aan gedacht.
Mag ik het morgen in"everen?
#. 5e maken ons zorgen over de k"imaatveranderingen. ;isteren hebben 'e er
een documentair over op te"evisie gezien. 5e moeten er iets aan doenB
$. 5aar is mijn pen? Ik heb hem gisteren in mijn tas gedaan maar nu ben ik
hem k'ijt.
&. !e buren hebben een zei"boot gekocht. Ik 'eet niet hoevee" ze ervoor
betaa"d hebben. !ij "igt in de haven van 8"issingen.
(. ,arina vindt het openbaar vervoer in /eder"and prima. 2e gebruikt het bijna
dage"ijks en k"aagt er nooit over.
). ;isteravond hebben 'e een voetba"'edstrijd gezien. !ij 'as hee" spannendB
*ebben ju""ie er ook naar gekeken?
1+. Mijn broer heeft een auto. Ik mag hem af en toe "enen. 2aterdag ben ik
ermee naar mijn zus in /ijmegen gereden.
Oefening 2
8oorbee"den
1. <a= 'e hebben het gezien.
2. <a= ze heeft hem vorige keer betaa"d.
3. <e= 'e maken er ons huis'erk op.
. /ee= ik heb ze niet gevonden.
#. <a= ik ben er tevreden over.
$. <a= daar 'erken ze dit 'eekend aan.
&. <a= 'e hebben ze gereserveerd.
(. /ee= ik heb er geen kritiek op.
). <a= ik gebruik het e"ke dag.
1+. /ee= ik 'oon er niet naast.
11. <a= ik hen heb hem meegenomen.
12. <a= ik "ees hem e"ke dag.
13. /ee= daar doe ik niet aan mee.
1. Ik heb er ongeveer 2++ euro voor betaa"d.
1#. <a= ik vind hem heer"ijk.
1$. /ee= ik heb hem vandaag nog niet gezien.
1&. /ee= ik houd er niet van.
1(. /ee= ik heb het niet gehoord.
1). <a= ze zijn ervan geschrokken.
2+. /ee= daar zit hij niet in.

You might also like