You are on page 1of 5

Inleiding Verbintenissenrecht 2021/22 © VU

Week 5
Verbintenissen uit de wet (I): persoonlijke aansprakelijkheid

1. Korte beschrijving van de inhoud


De voorgaande vier weken hebben betrekking op de totstandkoming van een rechtshandeling en de
verbintenissen die daar uit voortvloeien. De resterende drie weken van deze cursus gaan over
verbintenissen die niet uit een rechtshandeling voortvloeien, maar uit de wet. Ze ontstaan niet omdat
partijen bepaalde rechtsgevolgen beogen, maar omdat de wet aan bepaald handelen een rechtsgevolg
verbindt.
Deze verbintenissen uit de wet kunnen worden onderverdeeld in verbintenissen die voortvloeien uit
onrechtmatige daad en verbintenissen die voortvloeien uit een zogeheten 'rechtmatige daad', zoals
zaakwaarneming en onverschuldigde betaling.
Deze week (week 5) bespreken we de onrechtmatige daad. In week 6 wordt aandacht besteed aan
zaakwaarneming en ongerechtvaardigde verrijking (onverschuldigde betaling kwam reeds in week 3 aan
de orde). Daarnaast komt in week 6 de kwalitatieve aansprakelijkheid (aansprakelijkheid voor andere
personen en gebrekkige zaken) aan bod.
Op grond van een onrechtmatige daad, zaakwaarneming en ongerechtvaardigde verrijking kan een
verbintenis tot schadevergoeding ontstaan. Naast de vereisten voor het ontstaan van de
schadevergoedingsverbintenis kent het BW regels die de inhoud en de omvang van die verbintenis nader
bepalen. Deze regels van afdeling 6.1.10 BW (art. 6:95 BW en verder) over de inhoud en de omvang van
de schadevergoedingsverbintenis zullen in week 7 worden besproken.

Persoonlijke aansprakelijkheid
In deze week staat de aansprakelijkheid voor het eigen onrechtmatige handelen centraal: de
onrechtmatige daad. Er wordt ingegaan op de vereisten waaraan moet zijn voldaan om in een concreet
geval te kunnen concluderen dat een rechtssubject met succes kan worden aangesproken tot
schadevergoeding op grond van artikel 6:162 BW. Deze vereisten zijn:
1) onrechtmatig handelen (zie art. 6:162 lid 2 BW voor de verschillende categorieën van
onrechtmatigheid);
2) dit onrechtmatige handelen moet aan de dader toegerekend kunnen worden (op basis van één van de
in art. 6:162 lid 3 BW genoemde gronden);
3) er moet sprake zijn van schade;
4) er moet sprake zijn van causaal verband tussen de schade en het onrechtmatige handelen;
5) er moet zijn voldaan aan het relativiteitsvereiste (zie art. 6:163 BW).

Het laatste vereiste (relativiteit) ligt besloten in het gebruik van het begrip ‘jegens’ in art. 6:162 lid 1 BW
en is uitgewerkt in art. 6:163 BW. Het relativiteitsvereiste speelt met name in het kader van de schending
van een wettelijke plicht (dat is één van de in art. 6:162 lid 2 BW genoemde
onrechtmatigheidscategorieën) een zelfstandige rol.

Maatschappelijke zorgvuldigheid
Een andere categorie van onrechtmatigheid is het handelen in strijd met hetgeen volgens ongeschreven
recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Kortweg wordt dit ook wel aangeduid als handelen in strijd
met de maatschappelijke zorgvuldigheid.
Een vorm van schending van de maatschappelijk zorgvuldigheidsnorm is die van de zogenaamde
'gevaarzetting'. Of gevaarzetting aansprakelijkheid met zich meebrengt, wordt beoordeeld aan de hand
van enkele vuistregels (ook wel: criteria of factoren) die zijn af te leiden uit het Kelderluik-arrest. Deze

1
Inleiding Verbintenissenrecht 2021/22 © VU

vuistregels zijn geen vereisten (zoals de vereisten uit art. 6:162 BW dat wel zijn), maar worden gebruikt
om te beoordelen of in een voorliggend geval sprake is van onrechtmatig handelen.

Het verschil tussen factoren en vereisten


Om te bepalen of er een verbintenis op grond van de wet ontstaat, moet worden vastgesteld of aan alle
vereisten die de wet stelt is voldaan. Dit is niet altijd een zwart-witvraag: in veel gevallen zal met
verschillende argumenten betoogd moeten worden of al dan niet aan een vereiste is voldaan. In week 2
zagen we dit bijvoorbeeld bij het al dan niet bestaan van een mededelingsplicht in het kader van dwaling.
Verschillende factoren kunnen worden gebruikt om te betogen of al dan niet aan een vereiste is voldaan.

Schade en causaal verband


Voor het vaststellen of op grond van artikel 6:162 BW een schadevergoedingsverbintenis ontstaat, moet
worden bekeken of er schade is en of sprake is van een feitelijk verband tussen het onrechtmatige
handelen en de schade. Deze vereisten hangen samen met de vraag wat precies de inhoud en de omvang
van de schadevergoedingsplicht is. De soorten schade die voor vergoeding in aanmerking komen zijn
nader gespecificeerd in afdeling 6.1.10 BW (zie hierover week 7).
Wat betreft het vereiste causale verband kan in het kader van art. 6:162 BW worden volstaan met het
vaststellen van het zogeheten conditio sine qua non-verband, maar bij de vaststelling van de inhoud en
de omvang van de schadevergoeding zal specifiek op grond van art. 6:98 BW worden bezien of de schade
die als gevolg van het onrechtmatige handelen is geleden ook daadwerkelijk voor vergoeding in
aanmerking komt. Zo bezien valt het vereiste causale verband, in ieder geval theoretisch, uiteen in twee
fasen, te weten de vaststelling van de aansprakelijkheid en de vaststelling van de omvang van de
aansprakelijkheid (zie eveneens week 7).

2. Leerdoelen

Aan het einde van deze week kun je:


1. de eisen waaraan moet zijn voldaan om een verbintenis tot schadevergoeding op grond van een 'eigen'
onrechtmatige daad te doen ontstaan opsommen, herkennen, toelichten en hanteren aan de hand van
concrete voorbeelden (op hoofdlijnen);
2. een arrest lezen en vervolgens aangeven hoe dat arrest is opgebouwd, wat de centrale vraag is
waarover de rechterlijke instanties zich hebben gebogen en wat de kernoverwegingen van die
instanties zijn geweest bij het beantwoorden van die vraag;
3. een casus bestuderen en analyseren met het oog op het formuleren van de te beantwoorden
rechtsvraag, alsmede met het oog op het vergaren van informatie die kan worden gebruikt bij het
schriftelijk, volledig, gemotiveerd en met behulp van de wet en de jurisprudentie beantwoorden van
die rechtsvraag.

3. Literatuur

PAO:
Hoofdstuk 32 en 33 (p. 381 - 406)

Brahn/Reehuis (de voorgeschreven pagina’s worden beschikbaar gemaakt via Canvas):


W.H.M. Reehuis, Zwaartepunten van het vermogensrecht, Deventer: Wolters Kluwer, 2015 (10e druk)
Hoofdstuk 21, par. 21.1 tot en met par. 21.2.7 (p. 355-371): zie hier. Deze literatuur behandelt grotendeels
dezelfde materie, maar is verdiepend ten opzichte van PAO.

2
Inleiding Verbintenissenrecht 2021/22 © VU

4. Jurisprudentie

- HR 17 januari 1958, NJ 1961, 568 (Tandarts)


- HR 5 november 1965, NJ 1966, 136 (Kelderluik)
- HR 8 januari 1982, NJ 1982, 614 (Natronloog)
- HR 28 juni 1991, NJ 1992, 622 (Natrappen)
- HR 22 april 1994, NJ 1994, 624 (Taxusstruik)
- HR 12 mei 2000, NJ 2001, 300 (Jansen/Jansen)

3
Inleiding Verbintenissenrecht 2021/22 © VU

OPDRACHTEN

Opdracht 1
a. Wat zijn de vereisten van artikel 6:162 BW?
b. Welke categorieën van onrechtmatigheid kent art. 6:162 BW?
c. Welke mogelijke toerekeningsgronden zijn er in het kader van artikel 6:162 BW?

Opdracht 2
Annelies heeft een half jaar geleden twee kaartjes van € 100,- per stuk gekocht voor een concert van Katy
Perry in de Ziggo Dome. Op de dag van het concert neemt Annelies samen met haar vriend, Sem, vanuit
Enschede ruimschoots op tijd de trein naar Amsterdam. Kort na vertrek negeert vrachtwagenchauffeur
Niels in de buurt van Hengelo het rode verkeerslicht bij een spoorwegovergang, en botst tegen een trein
van de NS aan, die daardoor flink beschadigd raakt. Hierdoor ligt al het treinverkeer rondom Hengelo,
waaronder het treinverkeer uit Enschede, een aantal uren stil. Annelies en Sem arriveren daardoor pas
tegen 22:00 uur bij het slotakkoord van het concert in de Ziggo Dome. Annelies wil de kosten van haar
kaartjes verhalen op Niels.

a. Kan de NS de schade aan de trein verhalen op Niels? Bespreek alle vereisten, laat de omvang van een
eventuele schadevergoedingsverbintenis buiten beschouwing.

b. Kan Annelies de schade van haar kaartjes verhalen op Niels? Bespreek alle vereisten, laat de omvang
van een eventuele schadevergoedingsverbintenis buiten beschouwing.

Opdracht 3
In het huis van de familie Schooneveld wordt een nieuwe houten vloer gelegd door de erkende
parketlegger Hans. De klus neemt enkele dagen in beslag, en Hans maakt tijdens deze dagen kennis met
Teun, de 8-jarige zoon van familie. Teun komt graag kijken en hij vertelt Hans dat hij later ook timmerman
wil worden. Op een middag ziet Hans dat het hout bijna op is. Hij loopt naar zijn busje om extra planken
te halen. Omdat het busje voor de deur staat, en hij verwacht direct terug te zijn, laat hij de zaagmachine
aan staan. Voor de deur komt Hans de buurvrouw tegen, die Hans vraagt of hij een offerte zou willen
maken voor het leggen van een houten vloer in het buurhuis. Terwijl Hans met de buurvrouw praat, komt
Teun via de achterdeur binnen. Hij ziet dat de zaagmachine nog aan staat en dat er nog een paar
ongebruikte planken naast de machine liggen. Teun besluit Hans te helpen en gaat met de zaagmachine
aan de slag. Al snel gaat het mis: de hand van Teun wordt gegrepen door de ronddraaiende zaag. Hoewel
de toegesnelde Hans Teun zo snel mogelijk naar het ziekenhuis brengt, is de hand niet te redden.

Kunnen de ouders van Teun Hans namens hun zoon met succes aansprakelijk stellen voor het ontstaan
van de schade van Teun? Bespreek alle vereisten, maar laat de omvang van een eventuele
schadevergoedingsverbintenis en de vertegenwoordiging van Teun buiten beschouwing.

Opdracht 4
Zoek op www.rechtspraak.nl de volgende uitspraak: Rechtbank Amsterdam, 14 mei 2014,
ECLI:NL:RBAMS:2014:3641, en beantwoord de volgende vragen:

a. Wat is de vordering en op welke grondslag wordt deze gebaseerd?


b. Wat is de norm die van toepassing is in het kader van sport- en spelsituaties en wordt die norm door
de rechter in deze zaak toegepast?
c. Wat is het oordeel van de rechter met betrekking tot het gevorderde?

4
Inleiding Verbintenissenrecht 2021/22 © VU

Opdracht 5
Snoepfabrikant LU maakt koekjes met de naam Chocodroom. De koekjes bestaan voor een deel uit biscuit
en voor een deel uit chocolade. De koekjes zijn zeer populair onder consumenten. Andere producenten
springen daarop in. Zij maken koekjes die heel goed van Chocodroom te onderscheiden zijn, maar die ook
de componenten chocolade en biscuit bevatten. Chocobusiness N.V. is daarin het succesvolst. Zij kan zeer
snel en goedkoop produceren en verkoopt daardoor zoveel koekjes, dat dit ten koste gaat van de omzet
van LU op de Nederlandse markt. De schade van LU is gigantisch. Na enige tijd blijkt echter dat de koekjes
van Chocobusiness niet voldoen aan de eisen die de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
stelt. De NVWA bewaakt de veiligheid van voedsel en consumentenproducten met het oog op de
volksgezondheid. Als Chocobusiness zich wel aan de norm had gehouden, had zij nooit zo goedkoop
koekjes kunnen produceren en had zij LU niet van de markt kunnen drijven. LU meent nu dat
Chocobusiness onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld en daarom gehouden is haar schade te
vergoeden. Chocobusiness verweert zich met de stelling dat haar productie niet voldoet aan de wettelijke
eisen, maar dat LU daaraan geen bescherming kan ontlenen en dus ook geen schadevergoeding van haar
kan vorderen.

Is sprake van onrechtmatig handelen van Chocobusiness jegens LU? Bespreek zowel de schending van de
wet als strijd met de maatschappelijke zorgvuldigheidsnorm.

Opdracht 6 – Bokswedstrijd

Diego is bokser en neemt deel aan wedstrijden. Tijdens een wedstrijd slaat hij zijn tegenstander, Arnold,
in de derde ronde met een goed geplaatste linkse directe tegen de grond. Arnold komt ongelukkig ten val
en breekt daarbij zijn nek. Arnold zal de rest van zijn leven in een rolstoel moeten doorbrengen.

Welke stelling is juist?

a. Diego is aansprakelijk voor de schade van Arnold, omdat er causaal verband aanwezig is.
b. Diego is niet aansprakelijk voor de schade van Arnold, omdat de onrechtmatigheid ontbreekt.
c. Diego is niet aansprakelijk voor de schade van Arnold, omdat de gedraging hem niet kan worden
toegerekend.
d. Diego is niet aansprakelijk voor de schade van Arnold, omdat Arnold eigen schuld heeft.

You might also like