You are on page 1of 6

Stageklas:

Student: Mathis Beerland 5de leerjaar Aantal kinderen: 24 leerlingen


A
Datum: 07/10/2021 Uur: 15u10 – 16u Onderwerp: Het verkeer

BEGINSITUATIE DOELGROEP: Wie zijn de kinderen? Welke zijn hun opvoedings- en onderwijsbehoeften?

Groepsgerichte focus
De leerlingen verkennen het thema verkeer en brainstormen over wat het boek allemaal kan aankaarten.

Individugerichte focus Differentiatievorm Concrete differentiatie


In te vullen vanaf GIS3 (AO) of stage einde 2de opleidingsfase
(DAG&WPL)

Tempo
Werkhouding
Interesse
Instructie
Materiaal
Moeilijkheidsgraad
Groeperingsvorm
Tempo
Werkhouding
Interesse
Instructie
Materiaal
Moeilijkheidsgraad
Groeperingsvorm
Tempo
Werkhouding
Interesse
Instructie
Materiaal

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 1


Moeilijkheidsgraad
Groeperingsvorm

BEGINSITUATIE CONTEXT: Wat biedt / vraagt de context van school en omgeving?

FOCUS voor deze les(sen): welke persoonsgebonden en cultuurgebonden ontwikkelveld(en) en ontwikkelthema’s staan centraal?

Persoonsgebonden ontwikkelveld: Socio-emotionele ontwikkeling


Ontwikkelthema: Relationele vaardigheden
Cultuurgebonden ontwikkelveld: Ontwikkeling van oriëntatie op de wereld
Ontwikkeling van wiskundig denken
Ontwikkelthema: Oriëntatie op de ruimte
Logisch en wiskundig denken

DOELENSELECTIE vanuit de beginsituatie doelgroep, context en de focus: Wat streef je na?

SErv3 Samenwerken met anderen en zo bijdragen aan het


realiseren van een gemeenschappelijk doel
• 5-12j Gericht samenwerken in duo of kleine groep - iets aan elkaar kunnen uitleggen -
voorstellen formuleren om tot een gezamenlijk antwoord te komen bij vragen

OWru7 Als vaardige voetganger of fietser de verkeersregels


kennen en toepassen en de veiligheid van
verkeerssituaties in de omgeving inschatten

• 4-12j Zich ervan bewust worden dat het verkeer risico’s inhoudt en daarom als
weggebruiker preventief kiezen voor een veilige uitrusting en veilig gedrag in het verkeer

WDlw5 Wiskundige gegevens correct en nauwkeurig


interpreteren en wiskundige redeneringen op

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 2


verschillende manieren weergeven
• Grafische voorstellingen
• Grafische voorstellingen > 4-12j Gegevens kritisch lezen en interpreteren uit tabellen,
diagrammen en grafieken

Lesdoelen:

1. De leerlingen verkennen wat ze dit schooljaar zullen zien in verkeer. (OWru7)


2. De leerlingen verwoorden de voordelen en nadelen van het nemen van de auto. (OWru7)
3. De leerlingen kunnen een verkeersdagboek bijhouden. (OWru7)
4. De leerlingen kunnen grafieken aflezen. (WDlw5)
5. De leerlingen werken samen om de juiste titel aan de juiste afbeelding te koppelen. (SErv3)

Opbouw en verloop

Tijdsduur & Media Werk- en groeperingsvorm Inhoud + aanpak


Wat zegt / vraagt / doet de leraar.
Wat zegt / vraagt / doet de leering.

5 min. & Inleiding Ik toon de ontdekplaat aan de leerlingen en stel enkele vragen aan de leerlingen.
whiteboard ‘Ik toon jullie nu een ontdekplaat. Jullie mogen mij eens vertellen wat je allemaal ziet.
 Wat zie je op de ontdekplaat? Een school, een bushalte, een botsing tussen de auto’s,
vrachtwagen, een rotonde, … (Wanneer de leerlingen iets zeggen dan klik ik daar eens op
zodat zij ook eens een afbeelding zien van de ontdekplaat).
 Waarover denk je dat jullie dit jaar zullen leren in dit boek? Het gaat er vooral over hoe je
veilig in het verkeer kan meedoen. Het gaat er bijvoorbeeld over hoe je veilig oversteekt,
welke onderdelen er allemaal op je fiets moeten enz.
 Zijn jullie in het verkeer met de fiets al eens in een gevaarlijke situatie terechtgekomen? Ik
heb met mijn fiets ook eens bijna een accident gehad. Ik was bezig aan het rijden op het
fietspad en er stond een meneer geparkeerd aan de zijkant en hij deed zijn deur open zonder
te kijken wie er aankwam op het fietspad. Gelukkig is er niks gebeurd maar een ongelukje is
zeer snel gebeurd en soms kan je er zelf niet aan doen. Het is dus belangrijk dat je altijd goed
oplet in het verkeer.

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 3


20 min. & Kern Voor de kern werken de leerlingen per twee. Het is de bedoeling dat de leerlingen de juiste titel van
whiteboard elk hoofdstuk koppelen aan de juiste afbeelding. Hierdoor weten de leerlingen ongeveer waarover elk
(werkboek) hoofdstuk zal gaan.
a) ‘Jullie zien hier allemaal verschillende titels van het boek, het zijn de verschillende
hoofdstukken. Jullie mogen eens bladeren in het boek en dan zal je deze hoofdstukken
allemaal tegenkomen. Wat is nu de bedoeling? Het is de bedoeling dat jullie het juiste
hoofdstuk koppelen aan de juiste afbeelding. Hierdoor zal je weten wat er ongeveer wordt
besproken in elk hoofdstuk. Jullie mogen dan ook 1 woord onder de titel schrijven waarover
je denkt dat het zal gaan.
Afspraken:
 Jullie mogen nu deze oefening maken per twee.
 Jullie praten tegen elkaar, ik moet dus niemand horen roepen.
 Jullie krijgen ongeveer 7 minuten omdat af te werken.
 Ik plaats op het bord een timer.

b) Voor de tweede oefening overloop ik eerst met de leerlingen de verschillende vaardigheden.


Ik som alles op en als de leerlingen iets niet begrijpen dan mogen ze dit vragen. Bij sommige
zaken zal ik ook zelf vragen wat het betekent.
 Het gaat over de vaardigheden in het verkeer. Wat zijn vaardigheden? Wanneer je
vaardig bent in iets dan kan je dat goed. Je kan bijvoorbeeld om je schouder kijken om te
zien als er een auto komt.
 Ik lees eerst de verschillende vaardigheden voor. Als je iets niet begrijpt dan steek je je
hand in de lucht en dan zal ik het proberen uit te leggen.
 Ritsen = Dit is vooral als je in groep rijdt en er een tegenligger komt. Het is dan de
bedoeling dat jullie allemaal mooi achter elkaar rijden. Ik toon jullie een filmpje waar dit
duidelijk is. Jullie kijken vooral naar de groep rechts. (Slimmer fietsen Ritsen)
 Behendigheid en evenwicht = Wanneer je een bocht neemt dat je je evenwicht behoudt
en dus niet valt met je fiets. Als er een hindernis ligt op de weg bijv. een tak dat je kan
uitwijken zonder te vallen.
 Veilige oversteekplaats kiezen = Je kijkt altijd als er een zebrapad is of een plaats waar er
niet veel auto’s zijn.

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 4


 Hoffelijk zijn = Wanneer je aan het fietsen bent en er wacht iemand aan een zebrapad dat
je die persoon overlaat en verder fietst. Je moet ‘vriendelijk’ zijn in het verkeer.
Jullie mogen nu de bolletjes inkleuren waarvan je zelf zegt dat je dit goed kan. Daarna mag je alle
bolletjes optellen en dit op 15 punten zetten.
 Als je kijkt naar je resultaat. Moet je dan nog veel leren, zo ja wat?
Whiteboard & 8 Inleiding Om te beginnen met de les, laat ik de leerlingen eerst eens de titel voorlezen: ‘ik strap, jij strapt, wij
min. (ontdekplaat strappen?
& powerpoint) Heeft iemand een idee waarover dit gaat? Welke twee woorden herken je hierin? Je herkent daarin
het woord stappen en trappen?
Waarom zouden ze deze titel gekozen hebben? Het is belangrijk dat je genoeg beweging hebt.
Daarom is het goed om je te verplaatsen met de fiets of te voet zodat je genoeg beweging hebt.

Ik toon jullie nu dezelfde ontdekplaat maar nu mogen jullie mij zeggen welke vervoersmiddelen er
allemaal te zien zijn op de ontdekplaat.
Welke vervoersmiddelen zien jullie allemaal? Auto, fiets, bus, tram, vrachtwagen
Wat is het voordeel en nadeel van een auto?
Voordeel auto = Je moet niet in de regen rijden, je bent vaak sneller
Nadeel auto = Benzine kost veel geld, slecht voor het milieu, je kan in de file staan, moeilijk om
parkeerplaats te vinden …
Welke vervoersmiddelen staan hier niet op die nu veel gebruikt worden? (Powerpoint)
Werkschrift, Excel Kern Voor de kern gebruiken we het schema dat de leerlingen hebben ingevuld. Ik maak een schema op
& 15 min. Excel waarbij we telkens de verschillende dagen overlopen. Daarna hebben we een grafiek en zo
kunnen we de grafiek klassikaal bespreken.
(Bij het maken van de grafiek overlopen we dag per dag hoe de leerlingen naar school zijn gekomen.
Om zeker te zijn dat ik iedereen mee tel maak ik telkens de opsomming zodat we telkens aan 24
leerlingen komen).
 Hoeveel leerlingen kwamen er maandag met de fiets?
 Hoeveel leerlingen kwamen woensdag met het OV?
 Welke dag heeft de meeste fietsers?

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 5


o Op welke dag werd de fiets het meest gebruikt?
o Op welke dag werd de fiets het minst gebruikt?
o Hoe zou dat komen?
o Wat kunnen we allemaal afleiden uit onze grafiek, wat gebruikt deze klas het meest?
o Gebruiken er genoeg leerlingen de fiets of te voet?
o Waarom is het zo belangrijk om de fiets te gebruiken?
o Hoeveel uur zou je per dag moeten sporten? (Anderhalf uur)

Bordschema, zaalschikking (dit mag ook handgeschreven toegevoegd worden)

Bronnen

Youtube.com, geraadpleegd op 02/10/2021 via https://youtu.be/tGk_GdpPTC8


Bingel – In het verkeer – Werkschrift
Bingel – In het verkeer - Handleiding

Bijlagen

Powerpoint - vervoersmiddelen

Voorbereiding EBALO – VIVES, campus Kortrijk – pagina 6

You might also like