Professional Documents
Culture Documents
Alineaverbanden 2
Alineaverbanden 2
Een voorbeeld van een signaalwoord is 'maar'. Als iemand dat woord
(goed) gebruikt, weet je dat er sprake is van een tegenstelling, want dat
is de signaalfunctie die 'maar' heeft.
Signaalwoorden geven ook aan wat de functie van een stuk tekst of een
alinea is. De functie van een alinea kan het geven van een tegenstelling
zijn. In die alinea vind je dan meestal ook een tegenstellend signaalwoord.
1. opsomming
Celien houdt niet van pretparken, maar haar broer Sam is er verzot
op.
Om niet uit de achtbaan te vallen, werd Celien met behulp van een
stevige band aan haar stoel vastgeketend.
In het ene tekstdeel wordt een vergelijking gemaakt met iets uit het
voorafgaande tekstdeel.
Sam vindt achtbanen heerlijk. Hij vindt dat net zoiets als vliegen.
Omdat Sam erg van pretparken houdt, vindt hij het dus niet leuk
wanneer Celien meegaat.
Verband Signaalwoorden
Opsomming en, ook, tevens, bovendien, daarnaast
Tegenstelling maar, echter, niettemin, toch, desondanks
Tijd eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat
Oorzaak / gevolg door(dat), daardoor, ... had tot gevolg, wegens
Toelichting / zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, ter illustratie, u kent het
voorbeeld wel, ter verduidelijking
Voorwaarde als, indien, wanneer, in het geval, mits
Doel / middel om ... te, door te, opdat, door middel van, daarmee, daartoe,
teneinde, met als doel
Samenvatting kortom, samenvattend, samengevat, met andere woorden, al
met al
Conclusie dus, daarom, dat houdt in, concluderend, slotsom
Reden / verklaring daarom, want, omdat, dus, immers, namelijk, dat blijkt uit,
hierom, derhalve
Vergelijking net als, zoals, evenals, vergeleken met