You are on page 1of 60

Woord vooraf

Het maken van deze graad proef symboliseert het afsluiten van mijn studies secundair
onderwijs. Ik wil hiervoor vele leerkrachten bedanken, het is door hun motivatie dat ik door
mijn secundair onderwijs geraakt ben en daarvoor verdienen ze een bedankje. Nog een
speciale dank naar mijn promotor en copromotor mevrouw Tine Doornaert, ze heeft me veel
geholpen tijdens het maken van deze graad proef. Ze gaf me de nodige en gepreciseerde
commentaren waaruit ik heb bijgeleerd. Mijn taalbuddy’s Amelie Vercaemer en Alyssa De
Ruyck, zij hebben mijn tekst tal van keren gelezen en opmerkingen gegeven bij het
herschrijven van mijn teksten. Dankzij het voeren van een interview met Tim Moreels,
natuurinspecteur voor de Vlaamse bossen heb ik antwoorden kunnen krijgen op vragen die
ik nog had over mijn graad proef. Meneer Thomas Moeyaert heeft me een zeer interessant
boek gegeven over aangereden wild die men niet in de winkel kan kopen, dit boek was zeer
informatief en boeiend om te lezen. Ook geef ik speciale dank aan mr. W. White waar ik
altijd terecht kon voor advies. Mijn stageplaats heeft me ook goed op weg geholpen,
bedankt voor de leerzame stage en de extra hulp van mijn stagebegeleiders. Ze hebben me
extra info gegeven over de statistieken van aangereden wild. Werken in voc Merelbeke heeft
me veel bijgebracht over het houden en rehabiliteren van dieren. Ik vond dit een zeer leuke
werkervaring.
Inhoudsopgave
Inleiding.................................................................................................................................... 1
1 Dieren die het vaakst slachtoffer zijn van verkeersongevallen......................................3
1.1 De gewone pad (Bufo bufo)...........................................................................................3
1.2 De egel (Erinaceus europaeus).......................................................................................4
1.3 De vos (Vulpes vulpes)................................................................................................... 5
1.4 De bruine kikker (Rana temporaria)..............................................................................5
1.5 De merel (Turdus merula)..............................................................................................6
1.6 De rode eekhoorn (Sciurus vulgaris)..............................................................................7
1.7 De steenmarter (Martes foina)......................................................................................7
1.8 De houtduif (Columba palumbus)..................................................................................8
1.9 Het konijn (Oryctolagus cuniculus)................................................................................9
1.10 De bunzing (Mustela putorius).....................................................................................10
2 Grotere slachtoffers in het verkeer..............................................................................11
2.1 Het damhert (Dama dama)..........................................................................................11
2.2 Het edelhert (Cervus elaphus)......................................................................................12
2.3 De ree (Capreolus capreolus).......................................................................................13
2.4 Het everzwijn (Sus scrofa)............................................................................................14
2.5 De bever (Castor fiber).................................................................................................16
3 De preventiemiddelen in het verkeer..........................................................................18
3.1 Snelheidsbeperkingen..................................................................................................18
3.2 Bruggen en tunnels......................................................................................................19
3.2.1 Ecoducten.................................................................................................................... 19
3.2.2 Variaties op de standaard ecoducten..........................................................................20
3.2.3 Natuurtunnels..............................................................................................................21
3.3 Wildreflectoren............................................................................................................22
3.4 Wildwaarschuwingssystemen......................................................................................24
3.5 Natuurlijke preventiemiddelen....................................................................................25
3.5.1 Schrale bermen............................................................................................................25
3.5.2 Karkassen verwijderen.................................................................................................25
3.5.3 Afwezigheid van water.................................................................................................26
3.6 Paddenoverzet acties...................................................................................................26
3.7 Soortenbeschermingsprogramma...............................................................................27
3.7.1 De bever.......................................................................................................................27
3.7.2 De gladde slang............................................................................................................27
3.7.3 Het vliegend hert......................................................................................................... 28
3.7.4 De hazelmuis................................................................................................................29
3.8 Hekken.........................................................................................................................30
3.8.1 ‘hotspot’ omheining.....................................................................................................30
3.8.2 Grootschalige omheining.............................................................................................30
3.9 Gekleurd asfalt.............................................................................................................31
3.10 Geur als preventiemiddel.............................................................................................31
4 De andere effecten van wegen op wild.......................................................................32
4.1 Biotoopverlies..............................................................................................................32
4.2 Versnippering...............................................................................................................32
Algemeen besluit.................................................................................................................... 34
Bijlagen................................................................................................................................... 35
Bijlage 1: interview deskundige.............................................................................................. 35
Bijlage 2: lijst van afbeelding...................................................................................................37
Bijlage 3: Curriculum vitae...................................................................................................... 40
Bronvermelding...................................................................................................................... 41
Inleiding
Het doel van deze graadproef is het vinden van het beste preventiemiddel voor aangereden
wild. Dit wordt gedaan door als eerste te kijken naar welke dieren er worden aangereden.
Eenmaal je weet welke dieren aangereden worden kan je gaan onderzoeken waarom ze
worden aangereden. Als je dit weet kan je het beste preventiemiddel zoeken.

De eerste stap is best makkelijk, de laatste jaren hebben natuurpunt samen met tal van
vrijwilligers samen gewerkt om bij te houden hoeveel en welke dieren worden aangereden
op het Belgische wegennet. Eenmaal je de dieren kent kan je eindelijk onderzoeken waarom
specifiek deze dieren worden aangereden. Is het omdat ze zo talrijk zijn of zit er iets anders
achter?

In het tweede deel van deze graad proef herhaal ik deze stap voor groter wild, dit wordt
gedaan omdat aanrijdingen met grotere dieren in België niet zo vaak voorkomen. Ondanks
ze minder gebeuren zijn ze toch gevaarlijker voor de mens. Een aanrijding met een egel van
enkele kilo’s is niet gevaarlijk voor een mens maar een aanrijding met bijvoorbeeld een
everzwijn van wel 100 kilo kan desastreuze gevolgen hebben.

In het derde deel zullen de preventiemiddelen zelf besproken worden. In dit hoofdstuk
wordt vooral gekeken naar welke preventiemiddelen het beste werken aan de laagste prijs.
Helaas zal er waarschijnlijk niet één preventiemiddel zijn dat goed werkt voor alle dieren. Dit
omdat vele dieren op andere manieren hulp nodig hebben.

Het laatste hoofdstuk gaat over de andere effecten van het wegennet op dieren in het wild.
Veel mensen weten niet dat aanrijdingen niet het enige schadelijke zijn voor dieren. Ook
dingen zoals artificieel licht en geluidsoverlast kunnen grote consequenties hebben op de
biodiversiteit van België.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


1
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
2
1 Dieren die het vaakst
slachtoffer zijn van
verkeersongevallen

In dit hoofdstuk zal besproken worden welke dieren het meest aangereden worden in
België. Ook wordt er besproken wanneer en waarom ze het meest slachtoffer worden van
aanrijdingen. Latijnse namen zullen schuin worden getypt het is gebruikelijk om dit te doen

De gewone pad (Bufo bufo)

De gewone pad is een grotere amfibie (ongeveer 10 cm) met een opvallend wrattige huid.
Hij behoort tot de familie Bufonidae, ook echte padden genoemd. Ze zijn vooral te vinden in
Europa en het verenig koninkrijk maar niet in het binnenland van Noorwegen en Zweden
door de ongeschikte klimaat.

F IGUUR 1: GEWONE PAD

Op heden is de gewone pad het grootste slachtoffer bij aanrijdingen. Tussen 2008-2018 zijn
er maar liefst 23.000 gerapporteerde aanrijdingen van deze soort. Als je de niet

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


3
gerapporteerde ook zou kunnen meerekenen ligt dit getal veel hoger, dit principe geldt
eigenlijk voor alle diersoorten die we zullen bespreken.

De gewone pad wordt het meest aangereden in februari omdat ze rond deze periode
ontwaken uit hun winterslaap en maar 1 doel hebben: paren. De meeste slachtoffers van
deze soort vallen onderweg naar de paarpoel.
De egel (Erinaceus europaeus)

De egel is een klein zoogdier die vooral bekend staat door zijn stekels, hij maakt deel uit van
de familie Erinaceidae ook gekend als egels. De egel is vooral te vinden in West-Europa.

F IGUUR 2: EGEL
Dit dier staat op de 2e plaats met 10.000 gerapporteerde aanrijdingen tussen 2008 en 2018.

Ze worden het meest aangereden in de zomer. Tijdens het herfst- en winterseizoen zijn de
egels in winterslaap. Hun paarseizoen valt in de lente en zomer. De mannetjes worden als
eerste wakker uit hun winterslaap, dit doen ze zodat ze de vrouwtjes kunnen opwachten en
zodat ze zich kunnen voorbereiden op het paarseizoen. Doordat de vrouwtjes langer in hun
winterslaap blijven dwalen de mannetjes vroeger rond. Hierdoor zijn de mannetjes vaakst
het slachtoffer van aanrijdingen.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


4
Bij aanvallen van andere dieren of mensen is hun natuurlijk verdedigingsmechanisme om op
hun buik te gaan liggen en hun stekels te tonen. Dit verdedigingssysteem werkt jammer
genoeg alleen bij andere dieren maar niet bij motorvoertuigen.

1.1 De vos (Vulpes vulpes)


De vos is een klein roofdier die deel uitmaakt van de familie Canidae, ook de hondachtigen
genoemd. Ze leven in groepen van ongeveer 6 dieren, maar jagen altijd alleen. Je kan ze
vinden op het noordelijk halfrond.

F IGUUR 3: VOS

Tussen 2008 -2018 is de vos 5138 keer het slachtoffer geweest van aanrijdingen. De reden
hiervan is dat de vos ’s nachts jaagt en dus moeilijker zichtbaar is voor chauffeurs.
Vooral in de winter gaan sommige vossen langs de baan jagen. Dit doen ze omdat er dan
aangereden dieren langs de baan liggen die ze kunnen opeten. In de zomer kunnen ze
bessen, insecten en fruit eten.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


5
1.2 De bruine kikker (Rana temporaria)
De bruine kikker is een amfibie van ongeveer dezelfde grote als de gewone pad. Je kan hem
herkennen aan de zwarte stip achter hun ogen en de typische roodbruine kleur. Ze maken
deel uit van de familie Ranidae of echte kikkers. Je kan ze terugvinden in Europa.

F IGUUR 4: BRUINE KIKKER

Tussen 2008-2018 waren er 4422 gerapporteerde gevallen van aangereden bruine kikkers.
Waarom dit er zoveel minder zijn dan de gewone pad komt omdat kikkers sneller zijn en in
tegenstelling tot de pad, kan de kikker wel springen.

De bruine kikker heeft hetzelfde paarproces als de gewone pad. Ze doen ‘s winters een
winterslaap en worden wakker in februari om dan naar de paarpoel te trekken.

De bruine kikker en de gewone pad zijn een van de weinigen van hun soort die hun
winterslaap zo ver van de paarpoel doen, niemand weet waarom ze dit gedrag vertonen.
Daardoor moeten ze een grotere afstand afleggen en lopen ze het meeste gevaar om
aangereden te worden.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


6
1.3 De merel (Turdus merula)
De merel is een kleine zwarte vogel met feloranje poten en snavel. Hij maakt deel uit van de
familie Turdidae ook gekend als lijsters. Hij is te vinden over de hele wereld: Noord-Azië,
Europa, Noord- en Zuid-Amerika en Oceanië.

F IGUUR 5: MEREL

De merel werd de laatste 10 jaar maar liefst 4001 keer aangereden. Hij wordt vooral
aangereden omdat ze te laag bij de grond vliegen. Dit doen ze omdat ze insecten zoeken,
om twijgen te verzamelen voor een nest en omdat dichter bij de grond vliegen minder
energie verspilt. In de lente is er ook een verhoogde kans om een van deze vogels aan te
rijden, in dit seizoen leggen de vogels eieren en hebben ze dus kuikens. Deze kuikens
moeten ze ook voeden wat betekent dat het moeder of vaderdier extra eten zal zoeken. Het
resultaat is dat deze dieren langer en dichter bij grond moeten vliegen om eten te zoeken.

1.4 De rode eekhoorn (Sciurus vulgaris)


De rode eekhoorn is een knaagdier dat deel uitmaakt van de familie sciuridae ook bekend
als eekhoorns. Ze zijn te herkennen aan hun roodbruine vacht en een opvallende pluistaart.
Ze zijn te vinden in het noorden van Eurazië en zijn nergens bedreigd.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


7
F IGUUR 6: RODE EEKHOORN

Er zijn 3184 gerapporteerde gevallen van aanrijdingen tussen 2008-2018. Dit is zeker niet
vreemd als je weet dat ze net zoals de egel stoppen wanneer ze een auto zien. Dit is een
tactiek die ze op predatoren gebruiken.

Ze zullen recht voor de auto stoppen zodat ze zelf een onverwachte beweging kunnen
maken op het laatste moment. Dit werkt bij de predatoren, maar helaas niet bij voertuigen.

1.5 De steenmarter (Martes foina)


De steenmarter of het fluwijn is een van de kleinste roofdieren. Hij komt uit de familie
Mustelidae ook wel bekend als marterachtigen. Je kan ze herkennen aan hun grijze kleur en
witte vlek op hun torso. Ze hebben een lang lichaam en korte, krachtige poten. Ze zijn aan te
treffen in Europa en sommige delen van Azië.

F IGUUR 7: STEENMARTER

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


8
Er zijn maar liefst 3141 steenmarter aangereden tussen 2008-2018.

Het zijn nocturne jagers en ze zijn het meest actief ‘s nachts of bij schemering, dit is ook de
voornaamste reden dat ze zo vaak worden aangereden. Ze worden tegenwoordig ook vaker
gevonden in steden, in plaats van een bos of het platteland. Dit komt doordat deze dieren
een enorm aanpassingsvermogen hebben. Helaas worden ze hierdoor wel vaker
omvergereden.

1.6 De houtduif (Columba palumbus)


De houtduif is een van de meest voorkomende vogels in België en behoort tot de familie
Columbidae ook gekend als duiven. Deze vogels hebben een paarsgroene hals en een
voornamelijk grijs lichaam met zwarte slagpennen. Buiten Antarctica zijn deze vogels overal
te vinden.

F IGUUR 8: HOUTDUIF

Tussen (2008-2018) zijn er 3098 meldingen geweest van overreden houtduiven.

De reden voor deze aanrijdingen is ongeveer hetzelfde als deze van de merel. Ze gaan laag
bij de grond vliegen omdat ze insecten en vruchten zoeken, omdat ze twijgen zoeken voor
een nest en omdat laag vliegen bij de grond minder energie verspilt.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


9
1.7 Het konijn (Oryctolagus cuniculus)
Het konijn is een zoogdier met een opmerkelijk krachtige sprong uit de familie der hazen en
konijnen met als Latijnse naam Leporidae. Ze zijn te vinden in Europa en Australië.

F IGUUR 9: KONIJN

Tussen 2008-2018 is hij wel 2560 keer aangereden.

Ze worden vooral aangereden omdat ze meteen de straat over sprinten als ze een auto zien.
Dit doen ze omdat ze een slecht dieptezicht hebben door hun monoculair zicht. Dit betekent
dat hun ogen aan de zijkant van hun kop staan. Het resultaat hiervan is dat ze een groter
gezichtsveld hebben maar een zeer slecht dieptezicht. Doordat ze niet kunnen inschatten
wat of hoe snel de auto is, zullen ze instinctief lopen.

1.8 De bunzing (Mustela putorius)

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


10
De bunzing is een kleiner roofdier met ongeveer dezelfde lichaamsbouw als die van de
steenmarter. Ook deze soort behoort tot de familie van de Mustelidae ook wel
marterachtigen genoemd. Hij is te vinden in Europa maar niet verder dan Turkije.

F IGUUR 10: BUNZING

Er vielen de laatste 10 jaar (2008-2018) 2541 bunzings als slachtoffer van een aanrijding. De
redenen hiervoor zijn ongeveer dezelfde als die van de steenmarter, het zijn nocturne jagers
en ze gaan vaker in steden resideren.

2 Grotere slachtoffers in het


verkeer

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


11
In dit hoofdstuk wordt er besproken welke grote dieren het meest aangereden worden in
België. Ook worden opnieuw de redenen en tijdstippen meegegeven. Data over hoeveel
dieren er specifiek aangereden worden is niet te vinden dus zullen er in dit hoofdstuk enkel
schattingen staan. Meestal zal dit voor België zijn, als dit niet het geval is zal dit er duidelijk
bijstaan. Voor het gemak van het lezen zullen al de Latijnse namen schuin staan.

1.9 Het damhert (Dama dama)


Het damhert is een evenhoevig zoogdier uit de familie van de hertachtigen ook gekend als
Cervidae. Ze hebben een roodbruine vacht met witte stippen op de rug, de mannetjes
dragen ook een gewei op hun kop. Een groep damherten noemt men een roedel. Ze zijn
vooral te vinden in Europa nabij bossen met een dichte onder begroeiing.

F IGUUR 11: DAMHERT

Damherten worden door de Belgische regering beschouwd als exoot. Dit wil zeggen dat ze
hier niet thuishoren en dat alle wilde damherten in België komen van ontsnapte privé
eigenaren. Het gevolg hiervan is dat je als mens ook op deze soort mag jagen tijdens het
jachtseizoen.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


12
Er is niet zo’n grote populatie wilde damherten, enkel in Drongengoed is er een grotere
populatie. Er zijn geen specifieke nummers over hoeveel het er precies zijn enkel dat ieder
jaar de populatie fors groeit zelfs met de drukke jachtseizoenen. In 2019 hebben ze er maar
liefst 44 neergeschoten, maar toch steeg de populatie.

F IGUUR 12: DRONGENGOED

Het damhert is een kudde dier, bijgevolg lopen ze blindelings achter hun leider en worden
ze hierdoor vaker aangereden. Ze worden ook aangetrokken door dichtbegroeide bermen
omdat ze graag gras eten. Een roedel damherten zal vaak blijven staan als ze schrik hebben
van iets zoals een auto, hierdoor worden ze ook vaak aangereden.

1.10 Het edelhert (Cervus elaphus)

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


13
Het edelhert is een rustig roedeldier dat veel ruimte en voedselvariatie nodig heeft. In de
zomer hebben ze een roodbruine kleur en in de winter eerder grijsbruin, ze hebben ook een
witte buikzijde. Net zoals bij het damhert draagt het mannetje een gewei. Ze behoren tot
de familie Cervidae ook gekend als de hertachtigen. Ze zijn vooral te vinden in Europa in de
buurt van bosachtige gebieden.

F IGUUR 13: EDELHERT

Omdat edelherten minder vaak voorkomen in ons land, staan ze ook niet zo hoog op deze
lijst. Ze zijn enkel te vinden in de Ardennen waar minder auto’s rijden.

De reden van aanrijding op deze soort, sluiten aan bij deze van het damhert. Ze volgen ook
een leider dus zullen ze net zoals het damhert de leider de baan op volgen en aangereden
worden. Het trekgedrag is ook een probleem in verband met wegenverkeer, vóór, tijdens en
na de bronstperiode (september – december) stijgt het aantal aanrijdingen drastisch. Het
zijn vooral de mannelijke herten die aangereden worden. Edelherten hebben ook een
specifieke voederperiode dit betekent dus dat ze tussen 16.00 en 22.00 uur het meest actief
zullen zijn en er dus meer kans is dat ze omver gereden zullen worden.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


14
1.11 De ree (Capreolus capreolus)

De ree is een solitair dier dat enkel ‘s winters in kleine groepjes leeft, die groepjes noemen
we sprongen. Ze hebben een zandgele vacht in de zomer en 's winters is deze meer
grijsbruin, ze hebben ook een witgele rompvlek. De mannetjes bezitten over een kleiner
eenvoudiger gewei dan dat van het dam- en edelhert. Ze behoren tot de familie Cervidae
ook gekend als de hertachtigen. Ze zijn te vinden in het grootste deel van Eurazië. Vooral in
bosachtige gebieden met open plaatsen en aangrenzende velden.

F IGUUR 14: REE

De ree heeft een grootte populatie in België van ongeveer 20.000 dieren. Naar schatting
vallen er ongeveer 100 slachtoffers per jaar.

In de maanden maart en april zien we een sterke stijging in aanrijdingen. Dit komt doordat
de sprongen 1die ‘s winters worden gevormd uit elkaar gaan. Als gevolg zullen de oudere
reeën terugtrekken naar hun zomer territorium en de jongere reeën zullen zelf een
territorium moeten zoeken. Terwijl ze dit doen leggen ze soms wel 10 km af. Er is ook een
grotere kans op aanrijdingen tussen 17.00 uur en 08.00 uur omdat ze dan het meest actief
zijn en eten zullen zoeken. Net zoals het damhert worden reeën ook aangetrokken naar

1
Sprongen = In de winter gaan reeën in groepen leven. Zo'n groep reeën wordt een sprong genoemd.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


15
dicht begroeide wegbermen met gevarieerde planten. Doordat ze juist ‘s nachts eten vaak
bij wegbermen is één van de grootste redenen dat ze zo vaak worden aangereden.

1.12 Het everzwijn (Sus scrofa)

Het everzwijn ook wel bekend als het wild zwijn is een evenhoevig zoogdier dier dat in de
familie Suidae zit, ook bekend als de varkens. Ze hebben een ruwe zwarte vacht met een
bruine kop en rug. De beren (mannelijke everzwijnen) hebben 2 slagtanden die in de
onderkaak zitten. De zeugen en biggen leven samen in matriarchale rotten, dit betekent dat
de zeugen de leiding hebben. De beren leven solitair. Ze komen voor in grote delen van
Europa, Azië en delen van Noord-Afrika. Hun biotoop bestaat uit natte loofbossen.

F IGUUR 15: EVERZWIJN

Er worden naar schatting 500 tot 1000 everzwijnen aangereden in Nederland per jaar. Dit
aantal is in de laatste jaren fors gestegen en loopt gelijk met de stijging van de populatie
everzwijnen in Nederland en ook in België.

De redenen van aanrijding op deze soort, sluiten aan bij deze van het damhert en het
edelhert. Ze volgen ook een leider dus zullen ze net zoals het damhert en het edelhert de
leider de baan op volgen en aangereden worden. Ze hebben ook geen afschuw van verkeer
en zullen dus ook niet uitkijken of wijken voor auto’s of moto’s. Ze hebben een donkere
vacht waardoor ze moeilijk te zien zijn in het donker. Wat hun meest actieve periode is. Het
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
16
seizoen heeft ook een drastische inpakt op de aanrijdingen. De hoogste kans op een
aanrijding met een everzwijn is tussen 3.00 uur en 7.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur
omdat dit de periodes zijn dat het everzwijn op zoek gaat naar voedsel. Een rotte
everzwijnen omvangt ongeveer 3 zeugen en een aantal biggen, grotere groepen van 50
everzwijnen zijn ook al gevonden. Dit is een extra risicofactor voor het everzwijn, ze zijn
meestal in groep dus kan je er soms 20 raken met 1 auto. Bermen zijn ook een heel
aantrekkelijke plek voor everzwijnen omdat ze er graag gaan wroeten. Als ze wroeten,
woelen ze met hun snuit de bermbodem om. Dit doen ze in de hoop dat ze eten zoals:
wortels, knollen, insectenlarven, muizen en salamanders zullen vinden.

1.13 De bever (Castor fiber)

De bever is het op één na grootste knaagdier in de wereld. Ze zitten in de familie Castoridae


ook wel de beverachtigen genoemd. Je kan hem herkennen aan zijn geschubde, horizontaal
afgeplatte staart en zijn grootte voortanden. Hij is te vinden in selectieve delen van Europa.
Ze zijn vooral te vinden in riviervalleien nabij bossen.

F IGUUR 16: VERSPREIDING BEVER

De bever wordt zelden aangereden in België, maar toch gebeurt het. Er worden jaarlijks 1 of
2 bevers aangereden. Dit lage aantal is niet verwonderlijk raar aangezien de populatie
bevers in België zeer klein is.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


17
F IGUUR 17: BEVER

De bever is een nachtdier, in de zomer is hij actief vanaf 22 uur en ’s winters is hij enkel
actief als het donker is. Dit samen met de lage snelheid van een bever zijn 2 van de meest
voorkomende redenen dat de bever omver wordt gereden.

De bever verlaat het water weinig, als hij het water verlaat is dit voor één van de volgende
twee redenen: Hij zoekt eten of zijn waterpoel is te klein. Als ze eten zoeken zal hij het
water verlaten, maar zal hij maar enkele meters van het water weggaan. Dit doen ze omdat
ze zich veiliger voelen in water. Zijn huis en water verlaten en een andere waterpoel zoeken
is iets dat de bever enkel zal doen uit absolute noodzaak bijvoorbeeld als de poel te klein
wordt of opdroogt.

Als de bever besluit een nieuwe poel te zoeken zal hij dit ‘s nachts doen. Dit is het moment
waar kans op aanrijding het grootst is.

F IGUUR 18: BEVER BURCHT

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


18
3 De preventiemiddelen in het
verkeer

In dit hoofdstuk worden enkele preventiemiddelen van aangereden wild besproken.


Preventiemiddelen omvat alle dingen die helpt aangereden wild te voorkomen. Kost,
effectiviteit en welke dieren het helpt worden allemaal besproken in dit hoofdstuk.

1.14 Snelheidsbeperkingen

De meeste ongevallen in verband met aangereden wild gebeuren buiten de bebouwde kom.
Hier is de gemiddelde snelheid in België 70km/h, uit enkele testen blijkt dat deze snelheid
net iets te hoog is om op tijd te kunnen reageren.

Deze snelheid is te hoog omdat mensen aan deze snelheid minder dingen kunnen
waarnemen in hun primair2 en secundair gezichtsveld. 3Een hogere snelheid betekent ook
een langere stopafstand, dus zelf als je het dier ziet afkomen kan het al te laat zijn. Als de
snelheid verlaagd wordt zal dit niet enkel preventief werken maar het zal er ook voor zorgen
dat een aanrijding minder schade kan doen aan uw auto en aan het dier.

3
Primair gezichtsveld= is het deel waar de 2 gezichtsvelden van je 2 ogen kruisen in deze zone is alles duidelijk.

Secundair gezichtsveld= het deel waar de gezichtsvelden elkaar niet kruisen, je ziet dus maar met 1 oog, dit is
alles wat je nog net kan zien zonder dat dit mooi of duidelijk is.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


19
F IGUUR 19: GEZICHTSVELD MENS

Het gevolg dat een verlaging van de snelheid buiten de bebouwde kom zou hebben is
enorm. Een kleine verlaging van de snelheid naar 60km/h zou ervoor zorgen dat
bestuurders het wild kunnen zien en dat ze op tijd zullen stoppen. Zelfs als er aanraking zou
zijn zou de schade aan het dier en uw voertuig veel minder zijn. (Dit geldt enkel als u remt)

1.15 Bruggen en tunnels

Natuurbruggen en tunnels zijn waarschijnlijk een van de meest bekende preventiemiddelen.


Het is een zeer simpel principe. Wegen snijden door biotopen, het gevolg hiervan is dat vele
dieren wegen moeten oversteken om zich voor te planten of om eten te zoeken. Dus zorgen
we ervoor dat dieren de weg niet hoeven over te stekken. Met een brug of tunnel die de
biotoop terug verbindt. In dit deel zullen we de verschillende soorten bruggen en tunnels
bespreken samen met hun voor- en nadelen.

1.15.1 Ecoducten

Ecoducten zijn het meest gekende voorbeeld van deze soort preventiemiddelen. Het zijn
enorme door de mens gemaakte bruggen die gebouwd worden boven snelwegen. Deze
natuurbruggen moeten perfect aansluiten op de biotoop errond. Dingen zoals vegetatie
ondergrond en geur moeten allemaal perfect gerecreëerd worden. In combinatie met het

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


20
ecoduct moet er ook een hek worden geplaatst, dit zorgt ervoor dat dieren enkel op de
natuurbrug kunnen en niet meer op de weg. Vele dieren zullen deze ecoducten niet
gebruiken als er veel menselijke sporen zijn zoals geur. De bruggen zijn vaak heel groot en
worden daarom vaak gebruikt door een groot aantal aan verschillende dieren. Kleinere
dieren hebben graag veel vegetatie zodat ze zich kunnen wegstoppen van predatoren.
Grotere dieren hebben dan weer liever een meer open ecoduct. De balans vinden tussen
deze 2 is soms moeilijk waardoor sommige dieren deze brug niet zullen gebruiken. Voor
sommige meer voorzichtige dieren kan het soms wel 5 jaar duren voordat ze de brug
vertrouwen en zullen gebruiken. Als het ecoduct wel voldoet aan al deze punten en de
dieren gebruiken de brug dan hebben ecoducten een zeer duidelijk effect op het aantal
aanrijdingen in dat gebied. In een van de gebieden daalt het aantal aanrijdingen met wel 86
procent. Maar er zijn vele kritieken op deze ecoducten omdat ze zeer duur zijn en een lage
kost naar effectiviteit ratio hebben. Daarom zullen we naar enkele alternatieven en variaties
kijken.

F IGUUR 20: ECODUCT

1.15.2 Variaties op de standaard ecoducten

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


21
Ecoducten bestaan in vele vormen en maten, in dit hoofdstuk worden de niet standaard
natuurbruggen besproken. Als eerste is de krab brug in Kiritimati 4 ook wel gekend als

kersteiland. Op dit eiland zijn miljoenen rode kersteiland krabben die ieder jaar migreren
vanuit het bos naar de zee om te paren en zich voor te planten. Het gevolg hiervan is dat
wegen geblokkeerd worden door deze grootte hoeveelheid krabben, dus werd er een
speciale brug gebouwd die enkel de krabben kunnen gebruiken. Ze migreren ieder jaar rond
oktober als het regenseizoen start.

F IGUUR 21: KRAB ECODUCT

Over de hele wereld zijn ook aantal kleine natuurbruggen te vinden voor tal van redenen. In
Amerika zijn er bruggen voor eekhoorns en in Australië zijn er zelfs bruggen voor kaketoes.
Deze bruggen zijn simpel te installeren. Vaak is een gewoon touw genoeg, ondanks ze zo
goedkoop zijn bewijzen ze toch uiterst effectief.

4
Kiritimati = een klein eiland ten noordoosten van Australië

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


22
F IGUUR 22: EEKHOORN ECODUCT

1.15.3 Natuurtunnels

Natuurtunnels zijn tunnels onder wegen die de biotoop her verbindt. Natuurlijk lijkt dit
enorm op ecoducten, maar er zijn wel een aantal verschillen zoals kost, effectiviteit en
welke dieren deze gebruiken. Als eerste zullen we kost bespreken. Natuurtunnels zijn
namelijk een stuk goedkoper dan natuurbruggen omdat ze namelijk simpel en zonder
begroeiing zijn.

Helaas zijn deze natuurtunnels niet overal mogelijk, in plaatsen waar de weg veel lager
gelegen is dan de omringende natuur is een tunnel zeker niet mogelijk. Dus voor veel
autosnelwegen in België is het onmogelijk om een tunnel aan te leggen. De effectiviteit van
deze tunnels is moeilijk te vergelijken met een ecoduct aangezien een ecoduct gefocust is
op het verlengen van de biotoop en ervoor zorgen dat elke diersoort deze kan gebruiken.
Natuurtunnels zijn vaak bedoelt om 1 diersoort te beschermen, er bestaan ook algemenere
tunnels maar deze worden minder gebruikt door kleine dieren zoals muizen en kikkers.
Alhoewel grotere natuurtunnels bestaan zijn deze minder prevalent5.

5
Prevalent = heersend, vaak voorkomend

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


23
F IGUUR 23: NATUURTUNNEL

1.16 Wildreflectoren

Wildreflectoren zijn kleine reflectors aan de kant van de weg. Deze dienen om het licht van
je voorlichten te reflecteren naar de aangrenzende berm en of boskant met de hoop dieren
af te schrikken.

Wildreflectoren zijn meestal blauw of blauw-wit van kleur, omdat blauw licht minder
verstorend is voor de dieren dan andere kleuren licht. Blauw licht heeft namelijk een kortere
golflengte dan andere kleuren, wat betekent dat het minder ver reikt en minder intens is.
Dit maakt het minder storend voor nachtdieren en kan hen helpen om hun normale
activiteiten voort te zetten zonder te worden afgeschrikt door fel licht.

Deze reflectors komen voor in vele vormen zoals molentjes, halve cirkels en prisma’s. De
meeste doen ongeveer hetzelfde. Deze reflectors hebben een enorm effect op het aantal
aanrijdingen. In sommige gevallen daalt het aantal aanrijdingen met 70 procent.
Wildreflectoren hebben daarom een enorm lage kost naar effectiviteit ratio, ze maken
namelijk een enorme impact op het aantal aanrijdingen en zijn toch zeer goedkoop.

F IGUUR 24: WILDREFLECTOREN

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


24
1.17 Wildwaarschuwingssystemen

Wildwaarschuwingssystemen ook wel detectiesystemen genoemd zijn elektronische


preventiemiddelen. Ze werken als volgt: dieren hebben vaak een vaste route en locatie waar
ze de weg oversteken zogenaamde hotspots. Je zet een hek zodanig dat dieren enkel op
deze plaatsen kunnen oversteken. Bij deze hotspot zet je een infraroodcamera die dieren
kan detecteren. Zodra een dier nadert wordt het gezien en gaat een lichtgevend bord aan
de zijkant van de weg aan. Eenmaal de bestuurder het bord ziet zal hij vertragen en het dier
laten oversteken. Deze borden staan meestal op zo een 200 meter van de hotspot. Eenmaal
het dier aan de overkant aankomt wordt hij weer gedetecteerd door de camera en zullen de
borden uitgaan. Hierdoor weten de bestuurders dat de weg weer veilig is en dat ze mogen
versnellen. De detectie kan ook op vele manieren gebeuren zoals camera, trillingsdetectie
en lasers. Het systeem zal meestal op zonne-energie werken met behulp van zonnepanelen.
Deze vorm van preventie is zeer effectief, in meeste gevallen is er een vermindering van 80
procent. In het tijdschrift ‘Het wild’ van december 2012 wordt zelfs gesproken over een
score van 100% op een traject in Diepenheim.

F IGUUR 25: WILDWAARSCHUWINGSSYSTEEM

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


25
1.18 Natuurlijke preventiemiddelen

1.18.1 Schrale bermen

Door bermen schraler6 te maken kunnen we op een makkelijke manier aanrijdingen


verminderen. Bermen trekken dieren zoals zwijnen en reeën aan doordat ze eten bevatten
zoals gras en knollen. Eenmaal ze de 1 ste kant van de weg hebben opgegeten zullen ze
oversteken om de andere kant ook op te eten. Dit is wanneer de meeste aanrijdingen
gebeuren. Door ervoor te zorgen dat het eten verwijderd wordt van de bermen zullen
dieren zich minder aangetrokken voelen. Je kan dit gemakkelijk doen door te snoeien of
sproeien. Enkele Aandachtspunten bij het snoeien: als je gras kort snoeit zal er nieuw jonger
gras komen dit trekt meer dieren aan. Door gewoon grote gewassen te snoeien kunnen
andere planten beter ontwikkelen wat weer meer dieren aantrekt. Door schrale bermen te
hebben voelen mensen zich veiliger waardoor ze sneller zullen rijden en minder reactietijd
zullen hebben om te stoppen. Door de bermen te bedekken met steen of grint zullen er ook
minder planten groeien. Schralere bermen zorgen er ook voor dat de omliggende omgeving
beter te zien is door bestuurders, dit zou ook een effect kunnen hebben op het aantal
aanrijdingen. Over het algemeen is dit een goedkope manier om de weg veiliger te maken.
Het aantal aanrijdingen daalde met 56 procent.

1.18.2 Karkassen verwijderen

Vaak wordt groter aangereden wild zoals herten en reeën van de weg verwijderd maar
kleinere dieren zoals hazen en egels blijven vaak liggen. Dit is een probleem omdat
predatoren dit zullen zien als een gemakkelijke maaltijd. Predatoren zoals vossen en raven
zullen de karkassen proberen op te eten met als gevolg dat ze zelf overreden worden. Er zijn
geen statistieken over hoe effectief dit zou zijn maar vele specialisten denken dat het zeker
zou helpen.

6
Schraal = weinig of vaak geen begroeiing

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


26
1.18.3 Afwezigheid van water

Zoals de meeste weten hebben alle dieren water nodig. Daarom zijn watergangen 7 en
andere beken langs de weg een zeer slecht idee. Door deze water elementen te verwijderen
zouden er veel minder dieren aangetrokken zijn tot wegen. Dit zou natuurlijk het aantal
aanrijdingen verminderen.

1.19 Paddenoverzet acties

De paddenoverzet is een actie die natuurpunt ieder jaar organiseert. Het is een bijeenkomst
van vrijwilligers in februari. Zoals reeds vermeld in hoofdstuk 1.1 en 1.4 ontwaken amfibieën
rond februari en gaan ze op pad naar de paarpoel. Tijdens deze periode steken ze wegen
over en worden er veel omver gereden. De actie wil zoveel mogelijk amfibieën redden door
ze te verplaatsen. Dit doen ze door schermen te plaatsen waardoor de dieren in emmers
worden geleid. Deze emmers worden dan geleegd aan de overkant van de weg, zo
minimaliseren ze aanrijdingen.

F IGUUR 26: PADDENOVERZET ACTIE

7
Watergangen = inkepingen aan de kant van de weg die bedoeld zijn om water op te vangen, ook wel sloot
genoemd

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


27
1.20 Soortenbeschermingsprogramma

Soortenbeschermingsprogramma’s zijn programma’s die specifieke dierensoorten zullen


beschermen tegen uitsterven. Een van de dingen die ze hiervoor doen is zorgen dat de
dieren niet worden aangereden. Meestal zijn de programma’s opgericht door de regering of
een organisatie zoals natuurpunt. De paddenoverzet is eigenlijk een heel mooi voorbeeld
van wat een soortenbeschermingsprogramma is. Hieronder zullen nog enkel programma’s
en hun preventie middelen vermeld worden.

1.20.1 De bever

De bever was tot op enkele jaren geleden nog uitgestorven in België, maar in het jaar 2000
zijn er weer enkele gevonden in West-Vlaanderen en sindsdien zijn ze beschermt. Zoals
vermeld in hoofdstuk 2.5 moeten bevers enkel de weg oversteken als hun burcht 8 vernield is
of als er geen eten of water meer te vinden is. Nu zijn alle Habitats van bevers beschermd
en planten ze zelfs eten bij als er niet genoeg beschikbaar is. Zo moet de bever zijn veilige
omgeving nooit verlaten.

1.20.2 De gladde slang

De gladde slang is een kleine grijze slang, samen met de ringslang en adder zijn ze de enige
slangen die voorkomen in België. Helaas zijn er steeds minder en minder te vinden. Het is
dus logisch dat deze soort beschermd is. Gladde slangen zijn zeer gevoelige dieren die zich
niet goed kunnen aanpassen. Het geluid en de trillingen van zowel fietsers, brommers als
auto’s op deze slangen is enorm. en van de aanpassingen dat we kunnen maken is
recreatief vervoer verbannen op plaatsen waar een grootte densiteit aan slangen is. Een
ander voorstel is het veranderen van het asfalt. Het moderne zwarte asfalt slaat namelijk
heel gemakkelijk warmte op. De slangen zullen dit warm gesteente gebruiken als
verwarming en erop gaan liggen. Met als gevolg dat ze worden aangereden. In een van de

8
Burcht = de woon plaats van een bever, vaak dam genoemd

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


28
gevallen werd het asfalt vervangen door een imitatieproduct dat geen hitte opslaat.
Sindsdien zijn er geen doden meer gemeld.

F IGUUR 27: GLADDE SLANG

1.20.3 Het vliegend hert

Het vliegend hert ook wel hertkever genoemd is een grootste insecten van België. Hij is te
herkennen aan zijn grootte gewei-achtige kaken, maar helaas is hij de laatste jaren minder
en minder te vinden. Er zijn vele redenen hiervoor één ervan is verkeer, ieder jaar vallen
toch en aantal slachtoffers.

F IGUUR 28: VLIEGEND HERT

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


29
Hertkevers leven de eerste paar jaar ondergronds, na een jaar of 4 zijn ze volledig volgroeid
en zullen ze voor de eerste keer uit de bodem komen. Als dit gebeurt hebben ze slechts één
doel paren. Tijdens het vliegseizoen vliegen alle mannetjes rond op zoek naar een vrouwtje,
dit gebeurt meestal tussen 15 juni en 31 juli. Dit is de periode dat er veel aangereden
worden. Het voorgestelde preventiemiddel is holle wegen afdekken en sommige wegen
volledig afsluiten. Andere verkeer vertragende maatregelen kunnen ook getroffen worden.

F IGUUR 29: HOLLE WEG

1.20.4 De hazelmuis

De hazelmuis is een lichtbruin muisje met een typisch behaarde staart. Hij is vaak te vinden
in wegbermen met hoog struweel9. Omdat hij zo vaak in bermen zit zal hij af en toe
proberen om de begroeiing aan de overkant eens te proberen. Het gevolg hiervan is
natuurlijk dat hij wordt aangereden. Dit is makkelijk te voorkomen door dicht begroeide
wegbermen te snoeien en maaien. Hierdoor zal de muis er niet meer zitten en zal hij dus
ook minder de weg oversteken.

9
Struweel = vegetatievorm die wordt gedomineerd door struiken

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


30
F IGUUR 30: HAZELMUIS

1.21 Hekken

Het plaatsen van hekken lijkt op papier een van de gemakkelijkste preventiemiddelen, maar
er zijn enkele nadelen en voordelen en meerdere manieren van omheinen. In dit hoofdstuk
worden de 2 soorten omheiningsmethoden besproken en hun voor- en nadelen.

1.21.1 ‘hotspot’ omheining

Er zijn zoals vermeld in hoofdstuk 3.4 een aantal hotspots waar dieren regelmatig
oversteken. Het plan bij dit soort omheining is enkel de plaatsen waar dieren oversteken te
omheinen. Dit zou potentieel overstekende dieren stoppen. Dit soort omheining is nog niet
getest maar onderzoekers denken dat het potentieel zou kunnen werken. Het enige nadeel
is dat er nieuwe hotspots zouden ontstaan, maar deze kunnen ze dan weer omheinen.
Uiteindelijk zal er een plek ontstaan waar weinig auto’s rijden en dieren kunnen oversteken.

1.21.2 Grootschalige omheining


Het idee achter grootschalige omheining is eigenlijk de wegen compleet scheiden van de
natuur, het gevolg hiervan is dat dieren nooit ergens de weg kunnen oversteken. Dit klinkt
als de beste meest eenvoudige manier om aanrijdingen te verminderen. Helaas is het niet zo
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
31
simpel, vele dieren moeten wegen oversteken om te paren, eten en water te zoeken. Als u
deze aspecten wegneemt van de dieren zullen vele rassen uitsterven. Er zou ook een groot
tekort zijn aan genetische variatie. Dit kan ook leiden tot het uitsterven van een soort.

F IGUUR 31: HEKKEN

1.22 Gekleurd asfalt


Vele wegen in België en de rest van de wereld zijn donker van kleur. Dit is een van de
redenen waarom dieren worden aangereden. Sommige experts zeggen dat een lichtere
asfalt kleur veiliger zou zijn. Dit omdat dieren met schutkleuren vaak slecht te zien zijn op
een donkere ondergrond. Dieren zouden ook veel sneller wegen oversteken en
voorzichtiger zijn omdat dieren weten dat ze op lichte grond beter zichtbaar zijn.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


32
F IGUUR 32: GEKLEURD ASFALT

1.23 Geur als preventiemiddel


Geur kan ook werken als preventie middel. Het principe is simpel, verspreid de geur van
wolf-of hondenurine waardoor herbivoren zoals reeën wegblijven van de weg. Het zou ook
een effect kunnen hebben op andere predatoren omdat ze niet op andermans territorium
willen jagen. Er is nog weinig onderzoek naar gedaan maar dit zou een simpel en goedkoop
preventiemiddel zijn. Dit zou wel enkel tijdelijk werken omdat de geur zou vervliegen.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


33
4 De andere effecten van wegen
op wild

Naast aanrijdingen heeft het wegennet nog enkele andere grootte effecten op dieren. In dit
hoofdstuk zal ik enkele van de grootste aankaarten.

1.24 Biotoopverlies
In simpelste termen is een biotoop een gebied waar dieren, planten en andere organismen
leven en zich kunnen voortplanten. Wegen nemen plaats in waar deze biotopen vroeger
waren. Een snelweg van 2 keer 2 rijvakken inclusief wegberm kan al snel een breedte van
gemiddeld 40 meter innemen. Dit betekent dat er per kilometer snelweg zo’n 4 hectare
natuur wordt vernield. Je kan zelf wel bedenken welke desastreuze gevolgen zo veel
biotoop verlies heeft op de biodiversiteit van België.

1.25 Versnippering
Wegen nemen niet alleen biotoopruimte in beslag, maar versnipperen ook bestaande
biotopen. Dit betekent dat een weg het leefgebied van een populatie in meerder kleine
stukken kan verdelen. Elke van deze kleine stukken zijn dan vaak te klein om de populatie
van een soort te onderhouden. Vaak is er dan te weinig eten, met als gevolg dat vele
sterven. Er is dan vaak ook een probleem met de genetische variatie. Dit omdat kleine
populaties gevangen zijn op deze versnipperde biotopen, de dieren in deze populaties zullen
zich enkel voortplanten met elkaar. In de eerste paar generaties zal dit vaak geen probleem
zijn, maar uiteindelijk zal alle voortplanting inteelt zijn. Het zal grote effecten hebben op de
gezondheid van de dieren. De andere optie is de weg oversteken, helaas worden ze dan
vaak aangereden.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


34
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
35
Algemeen besluit

Er is een enorme verscheidenheid als het aankomt op aangereden dieren in het wild. De tijd
van de aanrijdingen speelt een grote rol met als topper het paarseizoen. Ook bepaalde
eetpatronen kunnen aanleiding geven tot meer aanrijdingen. Er zijn dus verschillende
redenen, maar er zit ook wel een bepaalde logica in hoe het komt dat bepaalde dieren meer
worden aangereden. Sommige dieren zoals de houtduif, de merel en de bunzing worden
aangereden als ze eten zoeken, anderen zoals de gewone pad en de bruine kikker worden
aangereden als ze op weg zijn naar de paarpoel. Hierdoor zullen we dus ook verschillende
preventiemiddelen nodig hebben.

Vele van deze preventiemiddelen maken al een heuse impact op lokaal vlak, de impact na
plaatsing in bepaalde regio’s is enorm. Helaas zijn er globaal gezien in België nog te weinig
preventiemiddelen geplaatst. Er sterven jaarlijks nog altijd meer den tienduizenden dieren.
Het is nog niet te laat om in te grijpen, in de laatste jaren zijn er vele nieuwe effectieve
preventiemiddelen gevonden doordat er meer onderzoek naar gedaan is. Ik denk
persoonlijk dat er nog hoop is voor de biodiversiteit van België, maar als we niet snel
ingrijpen zullen vele soorten uitsterven in België.

Ik kan met zekerheid zeggen dat ik geen antwoord gevonden heb op mijn initiële vraag
waarop ik mijn graad proef heb gebaseerd. Wat is het beste preventiemiddel om dierlijke
verkeerslachtoffers te vermijden.

Door het maken van deze graad proef weet ik nu dat er geen beste of slechtste
preventiemiddel is. Omdat zowel de tijd, het soort dier, de omgeving en de wetgeving een
impact hebben.

Ook het gebrek aan het vinden van de juiste gegevens in België is opvallend. Hier kan ik
zeker stellen dat Nederland meer onderzoek doet naar deze data. Ze staan naar mijn eigen
mening ook ver voor met het bijhouden van data (zowel tijden als aantallen) over dit
onderwerp. Op Nederlandse websites vond ik verschillende grafieken en nuttige info.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


36
Bijlagen

Bijlage 1: interview deskundige

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


37
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
38
Bijlage 2: lijst van afbeelding

Figuur 1: gewone pad...............................................................................................................3

Figuur 2: egel............................................................................................................................4

Figuur 3: vos............................................................................................................................. 5

Figuur 4: bruine kikker..............................................................................................................5

Figuur 5: merel......................................................................................................................... 6

Figuur 6: rode eekhoorn...........................................................................................................7

Figuur 7: steenmarter...............................................................................................................8

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


39
Figuur 8: houtduif.....................................................................................................................8

Figuur 9: konijn.........................................................................................................................9

Figuur 10: bunzing..................................................................................................................10

Figuur 11: damhert.................................................................................................................11

Figuur 12: drongengoed.........................................................................................................12

Figuur 13: edelhert.................................................................................................................13

Figuur 14: ree......................................................................................................................... 14

Figuur 15: everzwijn............................................................................................................... 15

Figuur 16: verspreiding bever.................................................................................................16

Figuur 17: bever..................................................................................................................... 16

Figuur 18: bever burcht..........................................................................................................17

Figuur 19: gezichtsveld mens................................................................................................ 19

Figuur 20: ecoduct..................................................................................................................20

Figuur 21: krab ecoduct..........................................................................................................21

Figuur 22: eekhoorn ecoduct................................................................................................. 21

Figuur 23: natuurtunnel......................................................................................................... 22

Figuur 24: wildreflectoren......................................................................................................23

Figuur 25: wildwaarschuwingssysteem..................................................................................24

Figuur 26: paddenoverzet actie..............................................................................................26

Figuur 27: gladde slang...........................................................................................................28

Figuur 28: vliegend hert......................................................................................................... 28


Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
40
Figuur 29: holle weg...............................................................................................................29

Figuur 30: hazelmuis.............................................................................................................. 29

Figuur 31: hekken...................................................................................................................30

Figuur 32: gekleurd asfalt.......................................................................................................31

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


41
Bijlage 3: Curriculum vitae

Bijlage 4: Stageverslag
1) Info over het stagebedrijf

Mijn stage werd gedaan in Het opvangcentrum voor Vogels & Wilde Dieren in Merelbeke,
beter gekend als VOC Merelbeke. Het hoofddoel van deze organisatie is het opvangen en
verzorgen van noodlijdende vogels en wilde dieren om ze na volledig herstel terug vrij te
laten in de natuur.

VOC staat voor Vlaams opvang centrum voor vogels en wilde dieren. Er zijn er 10 verspreid
over geheel België. De VOC’s beschikken over een vergunning om beschermde noodlijdende
wilde dieren op te vangen met de bedoeling ze te verzorgen, te revalideren en terug te
plaatsen in hun natuurlijke biotoop.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


42
De VOC’s worden voor een deel gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Daarom moeten
ze ook taken uitvoeren voor de overheid, bijvoorbeeld het opvangen van dieren uit
inbeslagnames of het bijstaan van politie, brandweer en milieudiensten.

Het opvangcentrum in Merelbeke bestaat al sinds 1982 en werd opgericht door Guy De
Meulemeester. Jaarlijks ontvangt het zo’n 7000 wilde dieren, dit betekent dat er dagelijks
zo’n 20 tal dieren worden ontvangen. De oorzaken van opname zijn zeer uiteenlopend:
slachtoffers van hoogspanningskabels, verkeerslachtoffers, jachtmisbruiken, botulisme en
andere vergiftigingen, geroofde of uit het nest gevallen jongen, stookolieslachtoffers, in
beslag genomen vogels op basis van de wet op de vogelbescherming enz.…

Meer dan 60% van de patiënten onder de Europese soorten kunnen terug vrijgelaten
worden. Dit moet dan wel gebeuren in het correcte gebied en op een gepast tijdstip. Dit
betekent zowel de tijd van de dag (dag of nacht) en de tijd van het jaar ( het geschikte
seizoen).

Niet alle dieren zijn welkom in het voc. Enkel wilde vogels, amfibieën, insecten, wilde
zoogdieren, afgestane waterschildpadden, sommige gevonden gedomesticeerde dieren, in
beslag genomen dieren en reptielen zijn toegestaan in het VOC. Katten, honden
valkerijroofvogels, grote exoten, afgestane gedomesticeerde dieren en grote
boerderijdieren zoals koeien mogen niet binnen in het voc.

Het VOC Merelbeke heeft ook een educatief nut, vele scholen en andere organisaties die
met kinderen werken mogen langskomen voor een rondleiding. Tijdens deze rondleiding
word er info gegeven over de meest voorkomende ziektes en verwondingen. Ook leren
kinderen nieuwe dieren kennen die in België te vinden zijn. Naast de rondleidingen werken
ze samen met verschillende universiteiten, musea en instellingen voor wetenschappelijke
onderzoeken. Bv onderzoek naar ziektes, parasieten, marternetwerk, ringwerk ,enz.…

Het VOC heeft ook vaak contact met tal van andere organisaties, dit kan voor vele redenen
zijn, bv als er een nieuwe variant zou zijn van een bepaalde ziekte zou het kunnen dat het
opvangcentrum stalen en foto’s moeten nemen en leveren aan de correcte organisatie.
Vaak worden er ook kadavers van besmette dieren gehouden om later nog testen op te
doen of een autopsie.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


43
2) Structuur van het stagebedrijf

Voc - verantwoordelijke Nick De Meulemeester

Raad van bestuur Iedereen die werkt bij het VOC, vergadert
3x per jaar

Medewerkers Donovan Mattheus en Gwendoline


Eeckhout

En de vrijwilligers

Leden Ontvangen nieuws.

3) grondplan en dieren

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


44
Er zitten veel dieren in het VOC Merelbeke, ze hadden op het moment dat ik ging de
volgende dieren. 40 tal egels, enkele duiven, enkele sierduiven, land en waterschildpadden,
een raaf, een valk, een buizerd, enkele eksters, 3 meeuwen, 2 sneeuwuilen, 1 steenuil, 1
pauw, 3 eekhoorns, variërende zangvogels, 2 reigers, 1 zilverfazant, enkele zwanen, kippen,
ganzen en 3 jonge hazen. In de eerste hulp en vogelgriep quarantaine zijn ook een hoop
dieren aanwezig.

1) Het dagelijks onderhoud van de buitenegels


Op het VOC Merelbeke zijn er binnen en buiten egels, de egels die binnen zitten zijn vaak
jonge of zwaargewonde egels die het buiten niet zouden overleven. Het lokaal waar ze
zitten word het zoogdierlokaal genoemd. De egels buiten zijn meestal egels die er al wat
beter aan toe zijn, vele ervan zijn als jong toegekomen en later buiten geplaatst. Ze worden
na een tijd vrijgelaten als ze hun optimaal gewicht hebben bereikt.

Benodigdheden:

Papiermand Zak met hooi

Handdoek Krantenpapier

Vod Handschoenen

Bakje met de egelfiches Weegschaal

Lege bak/emmer (hoog genoeg, zodat je egel Vuilbak voor het hooi
niet kan ontsnappen)
Groene map van de egels

Spoelbak met heet water Afwasbak met heet water en (weinig!) Dreft

Afwasbak met heet water en (weinig!) Dreft Schraper

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


45
Als eerste zet je alle benodigdheden buiten op tafel. Zorg dat de honden nergens
aankunnen want vele van de egels hebben wonden met infecties of andere overdraagbare
ziektes zoals wormen of virussen. Als de honden dan even willen ruiken of likken aan iets
kunnen ze al snel besmet zijn.

Als eerste zet je je bak of emmer op je weegschaal en druk je op tare zodat je de egel
gemakkelijk kan wegen.

De egels zitten in genummerde plastic dozen, je begint door bak 1 op tafel te zetten en je
handschoenen aan te doen. Vervolgens neem je de egels uit de doos en zet je ze in de bak
of emmer om ze te wegen. Je schrijft het gewicht van egel op in het groene boek, elke
genummerde bak heeft zijn eigen fiche. Als je ziet dat de egel heel snel gewicht verliest of
bijkomt meld je dit aan een van de vaste medewerkers. Bekijk het dier ook eens, welke

indruk maakt hij op je? Bloed hij, hoest hij heeft hij andere problemen, indien ja verwittig
een vaste medewerker. Let zeker goed op de ademhaling van de egel want deze kan veel
zeggen over de gezondheid.

Hierna begin je met het kuisen van de doos. Als eerste neem je de water en voedingsbakjes
eruit en kuis je deze indien nodig in de emmers. Dit doe je door ze poetsen met een vod in
de eerste emmer met Dreft en ze dan even af te spoelen in de 2 de emmer zonder Dreft. Dit
zorgt ervoor dat het dier zeker geen Dreft binnen heeft. Vers katteneten voor de
voederbakjes is te vinden in het voederhok en water komt van de dichtstbijzijnde kraan.
Vervolgens haal je het huisje uit de bak en kijk je welk hooi opnieuw gebruikt kan worden.
Indien het hooi bevuild is mag het naar de composthoop. De bodem van iedere doos is
bedekt met krantenpapier, dit omdat het een goede en goedkope isolator is. Indien het

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


46
krantenpapier vuil is leg je nieuw, als he papier niet vuil is mag het blijven liggen. Indien je
vers papier moet leggen zorg je ervoor dat er over de bodem overal 10 lagen papier ligt.
Daaropvolgend zet je alles terug in de bak en geef je mogelijks wat extra hooi. Als laatste zet
je de egel terug in de bak en zet je de bak terug op zijn plaats. Herhaal nu de stappen tot
alle egels gedaan zijn.

2) Het dagelijks onderhoud van de binnen egels


Het dagelijks onderhoud van de binnen egels lijkt erg op het onderhoud van de buitenegels.
Toch zijn er enkele verschillen. De binnen egels hebben geen huisjes met hooi maar wel een
handdoek of deken, deze moet vervangen worden als hij bevuild is. Andere dekens en
handdoeken zijn te vinden in het zoogdieren lokaal. Ook moet er minder krantenpapier op
de bodem liggen. Omdat de binnen egels vaak wakker zijn krijgen ze extra voeding in de
vorm van puppy starter mousse. Ook kuis je altijd de voeding en waterbakjes ook al lijken ze
proper.

3) De buitentoer
Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer
47
De buitentoer omvat alle dieren die buiten zitten te voederen en water te geven. Ook
verwijder je alle oude of vuile voedingsresten.

Benodigdheden:

Gieter Plastic handschoenen

Metalen schep voor voederresten Emmers voor voeding

Variërende soorten voeding Emmer voor voederresten

Als eerste zal ik uitleggen hoe je alle vogels voedert en daarna zullen de zoogdieren en
reptielen besproken worden.

Op de deur van het voederlokaal staat welk dier welk eten nodig heeft dus voor je begint
kijk je eerst welk eten je nodig hebt. Eenmaal je het geschikte voer vindt ga je naar de
volière die je eerst wil doen. Als eerste ga je naar binnen met je schep en emmer voor
voedingsresten en kijk je of je enkele dingen moet verwijderen, nat voer wordt ook altijd
verwijdert. Eenmaal de etensresten verwijdert zijn bekijk je of de voeder en drinkschalen
vuil zijn. Is dit het geval dan kuis je ze af aan de dichtstbijzijnde kraan en zet je ze terug op
de correcte plaats. Kijk altijd nog eens dat de schalen niet onder zitstokken staan, anders
kunnen deze snel bevuild worden. Als ze niet vuil zijn mag je het water en eten erbij gieten.
Als het water een abnormale kleur heeft vraag je eerst aan een vaste medewerker waarom
dit is, want vaak zitten er medicijnen in het water en kan het rap zeer duur worden als je
deze ieder dag vervangt.

Toch zijn er enkele uitzonderingen op deze algemenen regel, alle roofvogels worden
’s avonds gevoederd en moest ik dus niet doen. Het water moet wel ververst worden. Als er
nog eendagskuikens of voedermuizen in de volières liggen mogen deze blijven liggen. Ook
zijn er af en toe wel wat viseters in het VOC . Deze mocht ik wel voederen, je geeft groter
vogels zoals reigers een 8 tal vissen en kleinere zoals meeuwen een 5 tal vissen. Deze vissen
worden op het VOC gekweekt en als je er nodig hebt zijn er te vinden in de vriezer. Geef wel
nooit bevroren vis aan en vogel, laat hem eerst even ontdooien.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


48
Buiten zaten er slechts 3 hazen en 1 eekhoorn toen ik er was, dit was blijkbaar zeldzaam dat
er slecht zoveel zoogdieren waren. Het dagelijks onderhoud van deze dieren lijkt sterk op
dat van de vogels maar de hazen hebben extra hooi nodig. De hazen hadden een speciale
voeding voor jonge hazen en de eekhoorn kreeg knaagdiermix en een assortiment aan
noten.

Buiten zitten ook enkele schildpadden, vooraan zit 1 landschildpad en in het achterste
schildpaddenverblijf zitten nog enkele exotische waterschildpaden waarvan 1 bijtschildpad.
Deze worden gevoederd door Nick en hebben enkel water nodig.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


49
4) Het dagelijks onderhoud van de voedermuizen
De voedermuizen worden 2x per week gevoederd en water gegeven. Dit is een zeer simpel
proces, de hokjes waarin de muizen zitten zijn dezelfde als deze op school voor de ratten.
Om te starten haal je het eerste hikje van het rek en haal je de voederkommetjes eruit.
Indien nodig leeg en kuis je ze eens, voeding is te vinden in de ronde ton bij de
voedermuizen en etensresten mogen in de restafval bak. Als de bakjes proper en vol zijn
dan zet je ze terug in het hokje. Terwijl je dit doet kijk je ook eens in de huisjes of er geen
dode of gewonde muizen liggen. Dode muizen mogen in de kadaverton en zijn niet geschikt
als voeding. Als er veel dode muizen in 1 hok liggen meld je dit aan een vaste medewerker.
Er hangt ook een standaard waterfles voor knaagdieren aan de zijkant van iedere kooi. Deze
spoel je eens uit en vul je aan bij de dichtstbijzijnde kraan. Er ligt ook wat extra
krantenpapier op de kooi om het hok donkerder te maken, zorg dus dat dit stuk
krantenpapier er telkens weer op ligt.

5) Dagelijks onderhoud van de eerste zorgen.


Deze taak kan opgedeeld worden in 3 delen: het reinigen van de gebruikte kooien, het
reinigen van de kooien in gebruik en het kuisen van de eerste zorgen zelf.

Benodigdheden:

Vod dweil

Trekker Disinfectiespray

Emmer met het water en dweil product Kuisspray

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


50
Als eerste bespreek ik het reinigen van de gebruikte kooien. Dit zijn kooien waar vogels
verbleven maar die vrijgelaten zijn. omdat hier mogelijk zieke dieren verbleven moeten deze
hokken zeer goed gereinigd worden. Als eerste verwijder je alle objecten in de kooien en
sorteer je ze in de juiste bakken in het lokaal. Eenmaal het hok leeg is kuis je het grondig
met kuisspray en een warme vod. Eenmaal het hok proper is spoel je je vod uit en
desinfecteer je het hok dit doe je aan de hand van een je vod en de disinfectiespray.
Eenmaal je alle lege hokken hebt gereinigd kan je de hokken die in gebruik zijn verversen.

Het kuisen van hokjes die in gebruik zijn is heel simpel je neemt de water en voedingsbakjes
eruit en vult ze aan. Als ze vuil zijn was je ze even af aan de lavabo in het lokaal. Ieder hokje
heeft een uitschuifbare bodem die je makkelijk kan kuisen. Op de bodem van ieder hokje ligt
wat krantenpapier. Als het krantenpapier vuil is leg je nieuw en schuif je de plaat terug in de
kooi. Hierna zet je de voeder- en waterbakjes terug op de correcte plaats, kijk ook eens dat
de bakjes niet onder een zitstok staan.

Eenmaal alle hokjes proper zijn kan je beginnen aan het kuisen van het eerste hulp lokaal.
Als eerste desinfecteer je alle oppervlakken zoals tafels en lavabo’s. hierna veeg je het hele
lokaal proper. Als laatste dweil je nog eens het gehele lokaal aan de hand van je emmer
dweil en trekker.

6) De paddenoverzet
De paddenoverzet is een actie die jaarlijks word gedaan op vele plaatsen. Dit werkje vond ik
het meest leerzame van mijn stage omdat ik erover schreef in mijn gip.

Benodigdheden:

emmers Plastic handschoenen.

De paddenoverzet bevindt zich op een kleine wandeling van het VOC. Als eerste ga je kijken
in alle emmers langs de weg of er salamanders, kikkers of padden inzitten. Als dit het geval
is neem je ze eruit en steek je ze in je eigen emmer. Eenmaal je alle emmers zijn
gecontroleerd ga je terug naar het VOC

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


51
Eenmaal je op het VOC aankomt neem je een extra emmer en krijg je de benodigde
papieren van Nick of Donovan deze omvatten een lijst en determinatiekaart. Aan de hand
van de determinatiekaart determineer je welke dieren je hebt. Op de lijst schrijf je hoeveel
dieren je hebt en ook welk geslacht dat je denkt dat ze zijn. hierna mag je ze allemaal
vrijlaten op een veilige plaats.

1) Besluit
Over het algemeen vond ik de stage niet zo leerrijk. Ik heb het gevoel dat ik er vooral was als
hulp voor hen maar niet dat ze me iets wouden bijleren. Ik deed bijna iedere dag dezelfde
taken en mocht zelden iets nieuws doen of leren. Ik weet dat een groot deel van werk met
dieren kuisen is, maar ik had toch gehoopt om af en toe eens te mogen helpen of meekijken
met de eerste hulp. In de plaats daarvan heb ik het overgrote deel van mijn tijd gekuist,
opgeruimd, afgewassen en andere niet leerzame werken. Toen ik met andere stagiaires had
gebabbeld lieten ze weten dat ze dezelfde problemen hadden.

Helaas waren de mensen die er werken ook geen pretje. De baas Nick was nogal
terughoudend om uitleg te geven maar om kritiek te geven was hij er wel snel bij. Mijn
stagebegeleider Donovan probeerde wel uitleg te geven maar er was onduidelijkheid over
wat er juist verwacht werd van mij. En richtlijnen van verschillende mensen met
verschillende visies opvolgen is niet leuk. Doordat er een vaste medewerker ook net in
dienst kwam hadden ze allebei wat tijdsgebrek om zich met de stagairs of vrijwilligers bezig
te houden. De vrijwilligers die er werkten waar wel zeer aardig en wouden me wel info
geven of mijn vragen beantwoorden.

2) Werkpunten

Werkpunten Positieve punten

Soms heb ik een iets te traag tempo. Ik kon goed zelfstandig werken.

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


52
Ik was afwachtend en durfde niet snel zelf Ik was vriendelijk en sociaal tegenover
werk te beginnen . de bezoekers en medewerkers .

Ik was snel afgeleid van mijn taak als IK was zeer zorgvuldig met mijn werk .
anderen me om hulp vroegen.

Bronvermelding

1) natuurpunt. (2019, 30 april). dieren-onder-de-wielen-wat-we-geleerd-


hebben-na-10-jaar-monitoring. www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op 10
december 2022, van https://www.natuurpunt.be/nieuws/dieren-onder-
de-wielen-wat-we-geleerd-hebben-na-10-jaar-monitoring-20190430
2) hyla. (2022, 6 februari). paddenoverzet. www.hylawerkgroep.be.
Geraadpleegd op 10 november 2022,
van https://www.hylawerkgroep.be/paddenoverzet
3) what-impacts-do-roads-have-on-hedgehogs. (z.d.).
https://www.wildlifeonline.me.uk/questions/answer/what-impacts-do-
roads-have-on-hedgehogs. Geraadpleegd op 10 november 2022,
van https://www.wildlifeonline.me.uk/questions/answer/what-impacts-
do-roads-have-on-hedgehogs
4) Gewone pad. (2021, 30 september).
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_pad. Geraadpleegd op 14
november 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Gewone_pad
5) natuurpunt. (z.d.). egel. www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op 20
november 2022, van https://www.natuurpunt.be/pagina/egel
6) natuurpunt. (z.d.-b). gewone pad. www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op
14 november 2022, van https://www.natuurpunt.be/pagina/gewone-pad
7) Egel. (2022, 4 december). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Egel
8) Vos. (2022, 30 november). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Vos_(dier)

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


53
9) marcos, A. D. (2018, 11 november). The-fatal-attraction-of-foxes-to-
roads. www.agenciasinc.es. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.agenciasinc.es/en/News/The-fatal-attraction-of-foxes-
to-roads
10) quaid, D. Q. (2019, 20 november). fox-hunting-eating-habits. sciencing.-
com. Geraadpleegd op 5 december 2022, van https://sciencing.com/fox-
hunting-eating-habits-7812800.html
11) quaid, D. Q. (2019, 20 november). fox-hunting-eating-habits. sciencing.-
com. Geraadpleegd op 5 december 2022, van https://sciencing.com/fox-
hunting-eating-habits-7812800.html
12) Merel. (z.d.). https://nl.wikipedia.org/wiki/Merel. Geraadpleegd op 17 juli
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Merel
13) why-birds-fly-front-cars. (z.d.). birdgap.com. Geraadpleegd op 18
september 2019, van https://birdgap.com/why-birds-fly-front-cars/
14) why-do-squirrels-jump-in-front-of-cars. (z.d.). squirrelenthusiast.com.
Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://squirrelenthusiast.com/why-do-squirrels-jump-in-front-of-
cars/
15) steenmarter. (z.d.). waarnemingen.be. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://waarnemingen.be/species/421/
16) steenmarter. (z.d.-b). www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://www.natuurpunt.be/pagina/steenmarter
17) www.natuurhulpcentrum. (z.d.). www.natuurhulpcentrum.be.
Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.natuurhulpcentrum.be/
18) steenmarter. (z.d.-c). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 17 november
2021, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Steenmarter
19) Houtduif. (2021, 10 september). https://nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op
5 december 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Houtduif
20) Europees_konijn. (z.d.). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Europees_konijn
21) damhert. (z.d.). zoo-info.nl. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://zoo-info.nl/damhert
22) Tips beveiliging wegen overstekend wild. (n.d.).
wbesusterengraetheide.nl. geraadpleegd op Oktober 10, 2022, van
https://wbesusterengraetheide.nl/wildbeheereenheidsusterengraetheide
/tips-beveiliging-wegen-overstekend-wild/
23) Ooms, J., Braams, M. & Talens, H. (2010, 31 mei). Wildongevallen:
Preventieve maatregelen en hun toepassingsgebied.
www.verkeerskunde.nl. Geraadpleegd op 10 oktober 2022, van
https://www.verkeerskunde.nl/Uploads/2010/12/-Ooms--60-scriptie-26-
mei-DEFINITIEF.pdf
24) damhert. (z.d.-c). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://nl.wikipedia.org/wiki/Damhert
25) jachtwetgeving-vlaanderen. (z.d.). www.animalrights.be. Geraadpleegd
op 5 december 2022, van https://www.animalrights.be/jachtwetgeving-
vlaanderen

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


54
26) De Vroete, D. V. (2021, 14 april). kalmthout/bunzing-aangereden-aan-
kalmthoutse-heide-natuureducatiecentrum-vraagt-bestuurders-extra-
voorzichtig-te-zijn. www.hln.be. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.hln.be/kalmthout/bunzing-aangereden-aan-
kalmthoutse-heide-natuureducatiecentrum-vraagt-bestuurders-extra-
voorzichtig-te-zijn~a938830d/
27) aanpak-wildbeheer-drongengoed. (z.d.). www.natuurenbos.be.
Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.natuurenbos.be/aanpak-wildbeheer-drongengoed
28) Damherten in Vlaanderen. (z.d.). www.animalrights.be. Geraadpleegd op
5 december 2022, van https://www.animalrights.be/damherten-
vlaanderen
29) Edelhert. (2022, 27 september). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5
december 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Edelhert
30) edelhert. (z.d.). www.onzenatuur.be. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.onzenatuur.be/soortenbank/edelhert
31) ree. (z.d.). www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.natuurpunt.be/pagina/ree
32) wat-te-doen-bij-aanrijding-met-groot-wild-. (z.d.). www.natuurpunt.be.
Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.natuurpunt.be/nieuws/wat-te-doen-bij-aanrijding-met-
groot-wild-20180421
33) Ree. (2022, 5 november). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5 december
2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Ree_(dier)
34) Wild_zwijn. (2022, 27 november). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5
december 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Wild_zwijn
35) Bever. (2022, 10 november). nl.wikipedia.org. Geraadpleegd op 5
december 2022, van https://nl.wikipedia.org/wiki/Bever_(dier)
36) bever. (z.d.-b). www.natuurpunt.be. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.natuurpunt.be/pagina/bever
37) https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20170207_02717989. (2017, 8
februari). www.nieuwsblad.be. Geraadpleegd op 5 december 2022,
van https://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20170207_02717989
38) google. (2BC). google.com. Geraadpleegd op 1 december 2022,
van https://www.google.com/search?
q=google&source=lnms&tbm=isch&sa=X&ved=2ahUKEwjan_ynuuP7AhVh
IMUKHbYoDh4Q_AUoAXoECAIQAw&biw=1489&bih=745&dpr=2.5
39) Jaeger, J. A. G., Spanowicz, A., & Teixeira, F. Z. (2020, 8 november).
Wildlife can be saved from becoming roadkill with a new tool that finds
the best locations for fences. The Conversation.
https://theconversation.com/wildlife-can-be-saved-from-becoming-
roadkill-with-a-new-tool-that-finds-the-best-locations-for-fences-147153
40) Groch, S. (2021, 30 december). The horrible thud: What can we do to re-
duce roadkill? The Sydney Morning Herald.
https://www.smh.com.au/national/the-horrible-thud-what-can-we-do-to-
reduce-roadkill-20211103-p595t5.html

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


55
41) Smit, G. (2015, oktober). Twenty years of research, do animals use wild-
life crossings? researchgate.net. Geraadpleegd op 29 januari 2023, van
https://www.researchgate.net/publication/283315702_Twenty_years_of_re
search_do_animals_use_wildlife_crossings
42) Stewart, L., Russell, B., Zelig, E., Patel, G., & Whitney, K. S. (2020, 18
december). Wildlife Crossing Design Influences Effectiveness for Small
and Large Mammals in Banff National Park. University of California
Press. https://online.ucpress.edu/cse/article/4/1/1231752/114552/Wildlife-
Crossing-Design-Influences-Effectiveness
43) Road tunnels for wildlife - People's Trust for Endangered Species. (2017,
3 november). People’s Trust for Endangered Species.
https://ptes.org/grants/uk-mammal-projects/road-tunnels-wildlife/
44) English, T. (2021, 30 mei). 29 of the Most Heartwarming Wildlife Cross-
ings Around the World. https://interestingengineering.com/culture/29-of-
the-most-heartwarming-wildlife-crossings-around-the-world
45) Stewart, L., Russell, B., Zelig, E., Patel, G., & Whitney, K. S. (2020b,
december 18). Wildlife Crossing Design Influences Effectiveness for Small
and Large Mammals in Banff National Park. University of California
Press. https://online.ucpress.edu/cse/article/4/1/1231752/114552/Wildlife-
Crossing-Design-Influences-Effectiveness
46) Red crab migration. (z.d.). Christmas Island National Park.
https://parksaustralia.gov.au/christmas/discover/highlights/red-crab-
migration/
47) Sijtsma, F. J. (2020, 9 juni). Ecological impact and cost-effectiveness of
wildlife crossings in a highly fragmented landscape: a multi-method ap-
proach. SpringerLink. https://link.springer.com/article/10.1007/s10980-
020-01047-z?error=cookies_not_supported&code=df33b6b1-c260-4d0a-
b474-1fec3301003b
48) Wildspiegel BLAUW | Wildreflector met Klasse 3 Folie | Wildspiegels.
(z.d.). Verkeerswinkel.nl. https://www.verkeerswinkel.nl/wildspiegel-
blauw-wildreflector.html
49) Wegen | Wegen en verkeer. (z.d.). https://wegenenverkeer.be/wegen
50) Paddenoverzet. (z.d.). Natuurpunt.
https://www.natuurpunt.be/pagina/paddenoverzet
51) Jaeger, J. A. G., Spanowicz, A., & Teixeira, F. Z. (2020b, november 8).
Wildlife can be saved from becoming roadkill with a new tool that finds
the best locations for fences. The Conversation.
https://theconversation.com/wildlife-can-be-saved-from-becoming-
roadkill-with-a-new-tool-that-finds-the-best-locations-for-fences-147153
52) reducing roadkill. (z.d.). https://nre.tas.gov.au/Documents/Roadkill.pdf.
Geraadpleegd op 29 januari 2023, van
https://nre.tas.gov.au/Documents/Roadkill.pdf
53) crc. (z.d.). REDUCING THE INCIDENCE OF WILDLIFE ROADKILL.
core. Geraadpleegd op 29 januari 2023, van
https://core.ac.uk/download/pdf/33306274.pdf
54) Soortenbeschermingsprogramma’s (SBP’s) | Dienstensite Natuur & Bos.
(z.d.).

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


56
https://natuurenbos.vlaanderen.be/dieren-en-planten/soortenbescherming/
soortenbeschermingsprogrammas-sbps
55) Wikipedia-bijdragers. (2022, 5 februari). Vliegend hert. Wikipedia.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Vliegend_hert
56) Natuur, O. (z.d.). Vliegend hert. Onze Natuur.
https://www.onzenatuur.be/soortenbank/vliegend-hert
57) Wikipedia-bijdragers. (2023, 16 januari). Gladde slang. Wikipedia.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gladde_slang
58) Check, R. F. (2021, 13 juli). Fact Check-Finland did paint some
reindeers’ antlers with reflective paint, but social media posts feature di-
gital artwork. U.S. https://www.reuters.com/article/factcheck-
glowingantlers-finland-idUSL1N2OP2K9

Het vermijden van gewonde wilde dieren in het verkeer


57

You might also like