You are on page 1of 22

Titel:rijstteelt

Mr. Dr. JC.


Subtitel:Geografisch
De Miranda
onderzoek naar de
rijstteelt in Suriname
Lyceum

Klas: 614
Vak: Aardrijkskunde
Leraar: Juf Autar
Schooljaar: 2016-2017
Datumindiening: 28 Februari 2017
Samensteller:Plet Chery-An
1
Table of Contents
Voorwoord.................................................................................................................................................3
Inleiding.....................................................................................................................................................4
Hoofdstuk 1................................................................................................................................................5
¶ 1.1 Hoe wordt rijst verbouwd?.............................................................................................................5
¶ 1.1.1..................................................................................................................................................5
¶ 1.1.2..................................................................................................................................................5
¶ 1.2:Importantie van rijst in Suriname...................................................................................................5
¶ 1.2.1 goudkorrels..............................................................................................................................5
¶ 1.2.2: Biodiversiteit...........................................................................................................................6
¶ 1.2.3: water en bodem.....................................................................................................................6
¶ 1.3.........................................................................................................................................................6
¶1.3.1: de dieren die helpen bij het rijst verbouwen...........................................................................6
¶1.3.2: de dieren die niet helpen bij de rijstverbouwing.....................................................................6
¶1.4.........................................................................................................................................................7
¶1.4.1: rijstproductie...........................................................................................................................7
¶1.4.2: deze tabel presenteert een interactiemodel voor padie- en rijstproductie.............................7
Hoofdstuk 2................................................................................................................................................9
¶2.1.........................................................................................................................................................9
¶2.1.1: Productie techniek...................................................................................................................9
¶2.1.2: watervoorziening.....................................................................................................................9
¶2.2:beplant areaal en productie in relatie tot de afstand van de........................................................10
Hoofdafvoer..........................................................................................................................................10
¶ 2.3 we onderscheiden ruwweg dus zeven, soms overlappende ontwikkelingsperioden in de
Surinaamse rijstbouw............................................................................................................................11
Hoofdstuk 3..............................................................................................................................................12
¶3.1 De verschillende soorten rijstteelt.................................................................................................12
¶3.2.......................................................................................................................................................12
¶3.2.1: Droge rijstteelt.......................................................................................................................12
¶3.2.2.................................................................................................................................................12
¶3.3....................................................................................................................................................13
¶3.3.1: Basis teeltsystemen voor droge rijst......................................................................................13

2
¶3.3.2;wieden....................................................................................................................................13
¶3.3.3:vogels.....................................................................................................................................13
¶3.3.4alle vormen van vaste rijstteelt moeten voldoen aan een aaantal regels................................14
¶3.3.5: semi- gemechaniseerd...........................................................................................................14
¶3.3.6:volledig gemechaniseerd........................................................................................................14
¶3.4: Belangrijke problemen.................................................................................................................15
¶3.5....................................................................................................................................................15
Conclusie..................................................................................................................................................16
AANBEVELINGEN................................................................................................................................17
Bronvermelding.......................................................................................................................................18

3
Voorwoord

Deze miniscriptie is het resultaat van een opdracht gegeven door mijn Aardrijkskunde leraar juf
Autar. In deze miniscriptie gaat er gesproken worden over rijstteelt in Suriname. In Suriname
verbouwt men al sinds eeuwen rijst maar, tot 1873 betrof het hier uitsluitend drooglandrijst zoals
die tot de dag in het binnenland door de bosnegers wordt aangeplant in wisselbouw. De precieze
herkomst van deze drooglandrijst is tot heden nog onduidelijk. Vanaf 1873 zijn rijsttrassen voor
natte rijstbouw in geïntroduceerd door de immigranten uit toenmalig Brits-Indië en later uit Java
en Nederland.

4
Inleiding

Rijst wordt over de gehele wereld geconsumeerd en er bestaan enkele tienduizenden variëteiten.
Alleen in China al worden15.000 soorten verbouwt. De variëteiten worden onderscheiden in 25
hoofdgroepen die op hun beurt weer onderverdeeld zijn in 3 hoofdtypen: de indica de japonica
en de janvanica.De indica (langzaam en droogkokend)en japonica(rondgraan en natkokend) zijn
de belangrijkste.In Suriname wordt het indica type geplant. De rijstsector waarvoor thans circa
55.000 hectare land in cultuurtechnische zin is ingericht is de belangrijkste subsector van de
agrarische sector. De padieproductie maakt 60 % uit van de landbouwproductie. Bijna 90% van
het rijstareaal(46.000 HA) bevind zich in regio west namelijk de districten Nickerie, Coronie
(inclusief de SLM te Wageningen). De rijst sector is voor de nationale economie van de
republiek Suriname een bijzondere betekenis. Ze heeft een belangrijke functie te vervullen in de
realisatie van de economische en sociale delen van het regeringsbeleid. Belangrijke doelen zijn
optimale productie gericht op export en daarmee samenhangendevergroting van onze deviezen
opbrengsten werkgelegenheid en basisvoedsel voorziening van de bevolking.

Op welke wijze wordt er gedaan aan rijstteelt in Suriname en wat betekent de rijstsector voor ons
land?

5
Hoofdstuk 1
¶ 1.1 Hoe wordt rijst verbouwd?
¶ 1.1.1

Rijst wordt op een speciale manier verbouwd, namelijk zo: De zaadjes worden eerst met de hand
gepland, en als alles gezaaid is, moet er drie centimeter water staan, anders kunnen de zaadjes
niet kiemen. Daarna wordt er steeds meer water bij gedaan, tot dat het eindelijk 1 meter hoog
staat. Dan, twee weken voordat er geoogst wordt, wordt het water weggehaald want dan kan het
rijst beter bereid worden als het kookt.

¶ 1.1.2

Rijst is net als alle granen en maïs een grassoort. Rijst is het belangrijkste voedsel van een groot
deel van de wereldbevolking, vooral in de warme streken. In oktober 2003 werd bekend gemaakt
dat de oudste rijst die door boeren gecultiveerd werd is ontdekt in Zuid-Korea. Radio actieve
dateringsmethoden zijn gebruikt om te bepalen dat de 59 gebrande rijstkorrels dateren uit de
periode van 12.000 tot 13.000 jaar voor Christus. Dit is juist 3000 jaar ouder dan de rijst korrels
die ontdekt zijn langs de Gele rivier en de Yangtze in China. De rijst korrels zijn gevonden
tijdens opgravingen door Lee en Woo Jong-Yoon tussen 1997 en 2001 in de provincie Noord-
chungcheung in Zuid-Korea. Rijst kan zowel onder natte omstandig heden in sawa’s of polders
of op hoog droog land worden geteeld. In Suriname worden beide systemen toegepast.

¶ 1.2:Importantie van rijst in Suriname

¶ 1.2.1 goudkorrels

Omdat rijst voor drie miljard mensen een basisvoedsel is, worden rijstkorrels wel eens
vergeleken met goudkorrels, die helaas niet met gouden stokjes of lepeltjes worden gegeten. De
teelt , de oogst en de verwerking verschaffen in de ontwikkelingslanden werk zowat 1 miljard
plattelandbewoners. Bijna viervijfde van de rijst in de wereld wordt verbouwd door keuterboeren
in arme landen. In dit zeventiende jaar van de 21 ste eeuw, waarin nog steeds meer dan 800
miljoen mensen ondervoed zijn, is de rijstteelt essentieel voor de voedselzekerheid, voor de
vermindering van de armoede en voor de verbetering van de leefomstandigheden. Maar rijst
biedt nog meer troeven.

6
¶ 1.2.2: Biodiversiteit

De rijstteelt is een zegen van moeder natuur. Vissen karpers tilapia kikkers slakken en eenden
voelen zich niet alleen thuis in de rijstvelden maar zijn ook eetbaar voor de mens. Bovendien
maken ze tegelijkertijd het onkruid en ongedierte onschadelijk. De velden zelf vormen ook een
natuurlijk wapenarsenaal tegen insecten en roofdieren. Het stro dient als voeder voor de
dieren(buffels, runderen, schapen en geiten) die op hun beurt zorgen voor organische mest, het
klaarmaken van de velden en transport(buffels).Rijst wordt eveneens samen met groenten en
fruit (bananen en kokosbomen)verbouwd.

¶ 1.2.3: water en bodem

Een Aziatisch spreekwoord zegt: ‘ op de velden is er rijst, en in zijn water zijn er vissen ‘. Rijst
is het enige graangewas dat tegen overstromingen bestand is. Het heeft ook meer water nodig
dan gelijk welk ander gewas en een deel van dat water kan voor andere doeleinden worden
verbruikt. Dankzij de terrasbouw kan er rijst geteeld worden op steile berghellingen, waardoor
bodemerosie en aardverschuiving op aarde schaarser word, zoals word gevreesd, raakt de
rijstbouw in problemen.

¶ 1.3
¶1.3.1: de dieren die helpen bij het rijst verbouwen.

In de rijstverbouwing helpen verschillende dieren zoals de waterbuffel. De waterbuffel wordt


gebruikt om de rijstvelden om te ploegen, en de karren met geoogste rijst te trekken.Zij maken
het mogelijk om ook op steile hellingen rijst te verbouwen. Rijstverbouwing wordt vaak
gecombineerd met het kweken van vis, want de visjes eten de insecten die de rijst aantasten, en
ziektes overbrengen via de rijst.

¶1.3.2: de dieren die niet helpen bij de rijstverbouwing

Er zijn ook dieren die niet helpen in de rijstverbouwing. Zoals de rijstvogel, die de onrijpe rijst
eet . En de kraanvogel, die ook de rijst eet, en soms als de rijstverbouwing gecombineerd met vis
kweken is, eet de kraanvogel de vis op. Door al die dingen kan het zijn dat de rijst soms niet
geoogst kan worden waardoor de mensen die oogst misschien minder eten, rijst dus hebben
waardoor er een voedsel tekort kan komen.

7
¶1.4

¶1.4.1: rijstproductie

Land en water, kapitaal en arbeid staan als productie factoren onder invloed van factoren als
padieproducenten, rijstverwerker, commerciële banken,handelshuizen,overheid en politici die
met elkaar in interactie zijn voor generen van productie, in dit geval padie rijst en
rijstproducenten.

¶1.4.2: deze tabel presenteert een interactiemodel voor padie- en rijstproductie

Factoren Landb.vorm en Activiteiten Actoren Beleid


input

Land -bevolking -gronduitgifte Padieproducenten Gronduitgifte

middenstands- -spreiding uitgifte (individuen/coöperatie Irrigatie en


landbouw ) drainage

grootlandbouw Verwerkers/exporeurs infrastructuu


r
Water Aanvoerbronne Beheersdaden bestaande
krediet(rente
n en irrigatiebronnen Overheid
politiek)
aanvoerstelsel
Ontwikkeling nieuwe (LVV/OW/NH)
monetaire
Afvoer irrigratie bronnen
Waterschappen zaken
Onderhouds- Onderhoud
Banken dollarisering
infrasstructuur waterbeheersinfrasstructuu
r Handelshuizen wisselkoers
instututionalisering Constructie onderzoek
(adron)
politici
voorlichting

efficiency

8
factoren Landb.vorm en activiteiten
input

Kapitaal Zaaizaad Financiering van de sector


door lokale en externe
Chemical
(financiële) instellingen
Kunstmest
Interest rate
Machines
Beschikbaarheid machines,
Werktuigen werktuigen, apparatuur,
input
krediet

Arbeid Eigen vreemd Rol Household members in


de productie

Scholing en training van


productiedragers

coöperatieontwikkeling

Onderne- Kwaliteitmanagement in
merschap relatie tot vraagstukken van
p efficiëntie van productie

(kwantiteit en kwaliteit)

productie Transport

Drogen

Opslag

Pellen en slijpen
afzet Verkopen:lokale markt,
exportmarkt

9
Hoofdstuk 2
¶2.1
¶2.1.1: Productie techniek
Bij het beschouwen van de productie techniek wordt gelet op toevoer van water, inzaai,
besmeting en bestrijding van wantsen. Ook wordt in deze paragraaf gekeken naar de conditie van
ontsluitingsweg.

¶2.1.2: watervoorziening
Ten aanzien van de afstand, zegt 80% der respondenten erg dichtbij (<1 km) de hoofdafvoer voor irrigatie
te zitten.Zij scoort interen van fysieke opbrengst het slechts (tabel 4.4.). In eerste instantie lijkt dit niet
met elkaar te corresponderen. Nog afgezien van andere factoren die een opbrengst bepalende rol
vervullen. Hoeft de aanwezigheid van een irrigatie bron op vrije korte afstand van het perceel niet
automatisch te leiden tot hogere opbrengsten. Immers het water moet nog altijd via kanalen en
kunstwerken naar het perceel worden gekanaliseerd. De onderhoudstoestand hiervan is een belangrijke
factor. Wat bevloeiing betreft bevindt 84% van de percelen zich vrij dichtbij een waterbron. De klasse die
de hoofdaanvoer op2-4 km afstand van het perceel heeft, scoort qua opbrengst het best namelijk tussen
5.1 en 4.3 m ton. De bedrijven in de klasse 1 (0.1-12 ha) en de categorie 1-2 en 2-4 km qua afstand tot de
hoofdaanvoer scoren gemiddeld rond de 5 m ton padie per ha. Kennelijk werkt hier de combinatie kleiner
bedrijf en korte afstand toto hoofdaanvoer positief. Bij afstanden groter dan 4 km is er sprake van lagere
fysieke opbrengsten. In klasse IV (>75 ha )scoort de categorie 2-4 km beter dan <1 km. niet uit het oog
mag worden verloren, dat voor wat betreft de invloed van afstand perceel tot de hoofdaanvoer op de
fysieke opbrengst, meerdere factoren zoal bodem kwaliteit, zonuren. Toegepaste technologie,

10
management en dergelijke een rol spelen.

¶2.2:beplant areaal en productie in relatie tot de afstand van de

Hoofdafvoer
bedrijfsklasse Seizoen Beplant areaal afstand van de Productie per hectare afstand
n hoofdtoevoer water van de hoofdafvoer water

>1km 1-2km 2-4km >4km sub- <1km 1-2km 2-4km >4km sub-

totaal totaal

0.1-12 ha NJO 2000 92 23 2 8 124 4.5 5 4.7 3.7 4.5

VJO 2000 94 35 2 8 138 4.4 5.1 5.5 3.5 4.5

NJO 1999 104 35 2 8 148 4.4 4.9 5.3 3.1 4.4

VJO 1999 99 35 2 8 143 4.1 4.6 5.3 3.3 4.2

13-24 ha NJO 2000 321 12 38 51 422 4.1 4.7 4.8 3.8 4.2

VJO 2000 303 12 38 51 404 4.2 4.3 4.4 3.9 4.2

NJO 1999 311 23 14 71 419 3.9 4.2 3.4 4.2 3.9

VJO 1999 268 23 38 39 368 3.8 4 3.7 4 3.8

11
25-75 ha NJO 2000 122 - 104 - 226 4.1 - 4.3 - 4.2

VJO 2000 127 - 84 - 211 3.1 - 4.9 - 3.8

NJO 1999 182 - 104 - 286 4 - 3.9 - 3.9

VJO 1999 192 - 104 - 296 3.5 - 4.2 - 3.8

>75 ha NJO 2000 828 98 - - 926 3.5 - 5.1 - 3.7

VJO 2000 608 8 - - 616 3.5 - 5.1 - 3.5

NJO 1999 663 120 - - 783 4 - 4.7 - 4.1

VJO 1999 278 0 - - 278 3.4 - - - 3.4

12
¶ 2.3 we onderscheiden ruwweg dus zeven, soms overlappende
ontwikkelingsperioden in de Surinaamse rijstbouw.

1. Tot ongeveer 1873, toen voornamelijk droogland rijst werd gebouwd.


2. 1873-1900, toen de natte rijstbouw proef station als enige de rijst verbouw met onderzoek
ondersteunde.
3. 1900-1949 toen het landbouw proefstation als enige de rijstverbouw met onderzoek
ondersteunde.
4. 1933-1949 toen vanuit de firma van dijk praktijk onderzoek in de gemechaniseerde
rijstbouw werd ingevoerd in Nickerie, later uitgegroeid met rijstverdeling door Ir. A.D in
samenwerking met het landbouw proefstation.
5. 1949-1975, toen de Stichting Machinale Landbouw Suriname (SML) de gemechaniseerde
rijstbouw op zijn areaal introduceerde en met landbouwkundig en verdelings onderzoek
ondersteunde, daarmee het zwaartepunt van het rijstonderzoek naar het district Nickerie
verliggend.
6. 1975-1993, toen de SML niet langer als experimenteel bedrijf kon worden ondersteund,
steeds meer als productie bedrijf werd besteund en het onderzoek niet meer afdoende zou
kunnen ondersteunen.
7. Vanaf 1994, toen adron daadwerkelijk met het onderzoek begon en zijn bijdrage aan
Surinamer’s rijstbouw ging leveren.

De rijstsector is voor Suriname economisch gezien bijzonder belangrijk. Naast het feit dat het
aan enkele duizenden personen een werkgelegenheid biedt levert het een belangrijke bijdrage in
het generen van inkomsten. Deze sector voorziet de totale Surinaamse bevolking in haar
hoofdvoedsel. De rijstsector heeft een zekere potentie die bij volledige benutting een behoorlijke
output zou kunnen leveren.Ondersteund vind u een opsomming van deze faciliteiten.

De rijstproductie in de afgelopen jaren

13
Hoofdstuk 3
¶3.1 De verschillende soorten rijstteelt

Een van de opvallendste kenmerken van de rijstplant is dat hij onder verschillende
milieuomstanstandigheden geteeld kan worden in het bijzonder waar het gaat om de beschikbaarheid
van water. Hij kan op hoogland geteeld worden , met alleen regen als bron van de watervoorziening,
of, aan het andere uiterste, als een drijvend gewas op een onderlaag van water die verschillende
meters diep kan zijn, en alles daartussen in. De voornaamste classificaties die voor Afrika is
aangepast komt van WARDA.(WEST Africa Rice Development Center), die twee basistypen
onderscheidt,namelijk droge en natte rijst. Deze term omvat alle typen rijstteelt waarbij de bodem
bedekt is met water van verschillende diepte gedurende een periode die de gehele groeicyclus kan
beslaan.Er wordt hierbij onderscheidgemaakt tussen mangrove rijstteelt en zoetwaterrijstteelt.

¶3.2
¶3.2.1: Droge rijstteelt

De teelt van droge rijst wordt uitgeoefend op land dat zelden bedekt wordt door stilstaand water.
Dit wordt uitgeoefend op goed afgewaterde terreinen boven de vloedlijn, waar het water alleen
verschaft wordt door de regen en het vermogen van de bodem om water vast te houden.Het
wordt vaak uitgeoefend op zowel steilende hellingen als zacht glooiende heuvels. Over de gehele
wereld bestaat droge rijstteelt 16 miljoen hectare, waarvan 4.5 miljoen in Brazilië alleen,
waardoor dit land de grootste producent van dit type rijst is. Aziatische landen, die een klein deel
van hun rijstarealen voor deze teelt gebruiken, gebruiken echter 9 miljoen hectares voor deze
teeltvorm.

¶3.2.2
Continent Totaal rijst areaal in Droge rijst in miljoenen Droge rijst als het
(miljoenen HA) HA procent van het totaal
areaal

Afrika 2 1.2 60%

Azië 128.5 9 7%

Latijs-Amerika 7.3 5.3 73%

Totaal 143.6 16 11%

14
¶3.3

¶3.3.1: Basis teeltsystemen voor droge rijst

De basis teelsystemen die voor droge rijst gebruikt worden zijn: wisselsystemen,
pioniersystemen, vaste systemen. Wisselbouw (schifting cultivation) is een wijdverspreid
traditioneel systeem en is de overheersende productie methode in Afrika die ook in Suriname
sinds jaar en dag door de inheemsen en marrons word toegepast. Het stuk land dat na
openklappen en platbranden bouwrijp wordt gemaakt , is vaak te klein. Omdat gewoonlijk alleen
eenvoudige gereedschappen hiervoor beschikbaar zijn, verwijdert hij over het algemeen alleen
struiken,heesters en kleine bomen en laat hij de grotere bomen staan.Dit stelt de begroeiing
instaat om zich snel te herstellen nadat het veld verlaten is. De planter verbrandt alle
begrieiing.Branden is een belangrijke fase van het proces, omdat het ervoor zorgt dat het land
goed van ongewenste vegetatie, in het bijzonder onkruid, wordt ontdaan .timing is belangrijk, en
het branden geschiedt gewoonlijk aan het begin van het regenseizoen zodat de houtas als
bemesting in de grond kan worden opgenomen. De bodem wordt oppervlakkig bewerkt;vaak
wordt alleen de bovenste laag omgewoeld met een schoffel. Er wordt dan gezaaid, en over het
algemeen worden er zes tot acht zaden gelegd in een zaaigat. De inzaai wordt vaak gespreid
zodat als de planten te maken krijgen met droogte, die plantjes die zich in een kritieke groeifase
bevinden een kans op overleven hebben. Om dezelfde reden kan de boer ook soorten met
verschillende groeicycli tegelijkertijd inzaaien. De zaaidichtheid is traditioneel laag. Bij
wisselsystemen komen tussen culturen veel voor.rijst wordt dan tegelijk met andere gewassen
zoals maïs cassave yams en specierijen geteeld. Bepaalde zaden worden soms in het zelfde
zaaigat gelegd. Cassave en yams worden gewoon tussen de rijstplanten geplant. Twee zaken
verdienen een zekere mate van aandacht.

¶3.3.2;wieden

Hoewel onkruid gedurende het eerste jaar geen groot probleem vormt, kan het land na een aantal
oogsten overwoekerd worden door onkruid;dit is een van de voornaamste oorzaken van dalende
opbrengsten. Het wieden geschiedt geheel met de hand. Als dit te laat ge beurt,kan het leiden tot
arbeidsproblemen die te groot zullen zijn om te beheersen.

¶3.3.3:vogels

Het is nodig om het is zorgvuldig te bewaken. de laatste handeling, de oogst geschiedt ook met
de hand. Allen de rijstarren wordt geoogst,hetgeen betekend dat dit onder alle
weersomstandigheden kan geschieden. De oogst wordt gespreid, zowel vanwege de technieken
die voor het zaaien gebruikt worden als ook omdat in sommige gevallen alleen hoeveelheden die
in de avond teruggebracht kunnen worden na het dorpgeoogst worden.na een of twee jaren van

15
productie worden de problemen die deze productie methode met zich meebrengt(onkruid, verlies
van bodemvruchtbaarheid, et cetera)zo groot dat het land verlaten moet worden. Onder het
traditioneel systeem kan het land acht tot tien jaar lang braak liggen; hierdoor kan de natuurlijke
vegetatie zich goed herstellen. In de afgelopen jaren zijn de periodes waarin men land brak laat
liggen steeds korter geworden:vanwege de bevolkingsdrukking het niet langer mogelijk het land
braak te laten liggen. De planters keren daarom dus sneller terug naar eerder gebruikt
land(binnen drie tot vier jaar) ,waardoor de bodemvruchtbaarheid niet langer adequaat in stand
gehouden kan worden. Nadat het land plantklaar is gemaakt,kan de rijst geteeld worden als een
verbeterend gewas,voor het planten van andere gewassen .dit type rijstteelt wordt voornamelijk
uitgeoefend in Brazilië en soms in Afrika(ivoorkust) en Madagaskar. Rijst kan ook geteeld
worden als een bescherm gewas voor jonge planten(koffie,cacao,citrus,rubberbomen,et cetera)of
bosaanplant. Dit type rijsteel wordt uitgeoefend in Japan, Brazilië,Ivoorkust, Thailand,et cetera.
Deze twee teeltmethoden worden hier in een groep ondergebracht omdat zij een bijzonder
kenmerk gemeen hebben:in beide methoden wordt de rijst als een tijdelijk bijproduct beschouwd,
als een aanvulling op het hoofdgewas. Tegelijkertijd voorziet hij echter in de voedselbehoefte
van de plaatselijke bevolking. Beide methoden omvatten ook het verplaatsen van de rijstteelt:in
het eerste geval naar braakland .Soms trekt dit zich uit naar gebieden waar de teelt van droge
rijst belachelijk wordt;en in het tweede geval naar pas aangelegde aanplanten.

¶3.3.4alle vormen van vaste rijstteelt moeten voldoen aan een aaantal regels

1 besmetting,afhankelijk van de behoefte van de planten

2 vermijden van snelle verwarming van de bodem


3 maatregelen tegen erosie
4 afwisseling met peilgewassen
5 maatregelen tegen onkruid

¶3.3.5: semi- gemechaniseerd


De bewerking van het land en de uitzaaiing geschieden mechanisch, met machines. Wieden en
oogsten geschieden echter nog steeds met de hand .het gebruik van kunstmest en
bestrijdingsmiddelen is beperkt. De rijst wordt geteeld als onderdeel van een systeem waarin
verschillende gewassen afwisselend op hetzelfde terrein geteeld worden(katoen, maïs, yams, et
cetera).

¶3.3.6:volledig gemechaniseerd
Hier wordt de rijst opgrote schaal geteeld en het gehele proces is van het begin tot eind
gemechaniseerd . Verbeterde zaden, kunstmest, bestrijdingsmiddelen en andere producten om
het gewas te verzorgen worden vaak gebruikt en soms met een vliegtuig verspreid. Deze
methode gelijkt op de grootschalige industriële teelt in de VS en Australië.

16
¶3.4: Belangrijke problemen

Met belangrijke problemen worden problemen bedoeld die zich voordoen bij de ontwikkeling
van droge rijstteelt, in termen van uitbreiding van arealen of in termen van intensivering. In
wisselbouwsystemen is onkruid zo een probleem nadat een stuk bos is platgebrand en braak heeft
gelegen. Na verscheidene oogsten wordt onkruid echter een probleem; na het derde of het vierde
jaar overwoekerd onkruid het land in zodanige mate dat het terrein verlaten moet worden. Dit is
een van de systemen als onkruid een groot probleem is en constante bestrijding vereist. In
tegenstelling tot waar rijst geteeld wordt in stilstaan water kan men niet profiteren van de
effectieve beheersing van onkruid middels overplanting en onderwater zetten . Het is echter
mogelijk om overwoekering door onkruid te beperken door wieden met de hand, mechanische of
chemische bestrijding,of een combinatie van methoden. In traditionele systemen profiteren de
gewassen van reserves die zijn aangelegd toen het land bos was en versterking van de
bodemdoor het verbranden van de begroeiing. Deze problemen kunnen aangepakt worden door
toevoeging van kalk aan de bodem.

¶3.5

In Suriname wordt droge rijstteelt uitsluitend door binnenlandbewoners uitgeoefend, op het


niveau van voorziening in eigen behoefte. Teneinde de productie te vergroten en de behoefte
van andere stedelijke gemeenschappen te supplementerent, Is het belangrijk dat de planters
gestimuleerd worden om hoeveelheden te produceren die groter zijn dan hun behoeften. De
productie van rijst moet daarom winstgevend zijn en het marketing netwerk goed gestructureerd.
Regelingen daartoe moeten op korte termijn worden getroffen.

17
Conclusie

In Suriname verbouwt men al sinds eeuwen rijst maar tot 1873 betrof het hier uitsluitend
droogland rijst zoals die tot de dag in het binnenland door de bisnegers wordt aangeplant. De
rijsteel is een heel belangrijke factor in Suriname sociaal bekeken is het ons hoofd voedsel en
economisch zorgt het ervoor dat duizenden een werk hebben .Als de arealen goed verzorgt
worden en een goede irrigatie systeem hebben .

18
AANBEVELINGEN

Indien de overheid de rijstsector wenst te behouden zal hij ervoor moeten zogen dat alle rijst
arealen voorzien zijn van een goede irrigatie systeem .

19
Bronvermelding

www.adron.sr

www.nieuws-suriname.sr

www.nickerie.net

De ware tijd 18-05-2004

20
21

You might also like