Professional Documents
Culture Documents
6 (f )
nico.scheerlinck@kuleuven.be
De dakgoot heeft de vorm van een halve cilinder met straal gelijk aan 1 en een lengte gelijk
aan 2. De dakgoot kan dus beschreven worden door een oppervlak S dat een deel is van een
cilinderoppervlak. De positie (x, y, z) van het massacentrum van de dakgoot S wordt dan als
volgt berekend:
ZZ ZZ ZZ
1 1 1
x= x ρ(x, y, z) , y = y ρ(x, y, z) , z = z ρ(x, y, z).
M S M S M S
RR
met M = S ρ(x, y, z) de massa van de dakgoot, en ρ(x, y, z) de massadichtheid van de dak-
goot. In de opgave wordt de massadichtheid niet gespecifieerd; we veronderstellen dus dat deze
konstant is. Voor de eenvoud stellen we ρ(x, y, z) = k, met k een konstante die men buiten de
integralen kan plaatsen, en die dan uiteindelijk weggedeeld wordt.
Aandachtspunten.
• De kern van deze oefening is het opstellen van een goede (eenvoudige) parametrisa-
~
tie Σ(u, v) = (f (u, v), g(u, v), h(u, v)) , (u, v) ∈ D voor de dakgoot. Het bepalen van
de positie van het massacentrum herleidt zich dan tot het berekenen van de volgende
integralen:
ZZ ZZ
1
M = ||~n(u, v)|| dudv , x = f (u, v) ||~n(u, v)|| dudv ,
D M D
ZZ ZZ
1 1
y = g(u, v) ||~n(u, v)|| dudv , z = h(u, v) ||~n(u, v)|| dudv ,
M D M D