You are on page 1of 8

Verzamelingen.

De natuurlijke getallen

N= { 0 ,1 , 2 ,3 , 4 , ... }
N 0=¿verzameling van de strikt natuurlijke getallen

De gehele getallen
Z={ ... ,−3 ,−2,−1 ,0 , 1 , 2, 3 , ... }
Z 0=¿verzameling van de strikt gehele getallen
+ ¿=¿¿
Z verzameling van de positieve gehele getallen
−¿=¿¿
Z verzameling van de negatieve gehele getallen
+ ¿=¿¿
Z 0 verzameling van de strikt positieve gehele getallen
−¿=¿¿
Z0 verzameling van de strikt negatieve gehele getallen

De rationale getallen

Q= {−35 ;−0 , 25 ;−1 ; 0 ; 14 ; 0 , 3 ;1 ; ...}


Q0=¿verzameling van de strikt rationale getallen
+¿=¿¿
Q verzameling van de positieve rationale getallen
−¿=¿¿
Q verzameling van de negatieve rationale getallen
+¿=¿¿
Q0 verzameling van de strikt positieve rationale getallen
−¿=¿¿
Q0 verzameling van de strikt negatieve rationale getallen

N ⊂Z ⊂Q
Eigenschappen van bewerkingen in een verzameling.

1. Eigenschappen van de optelling

Eigenschappen van de optelling in N


 De optelling in N is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈ N :a+ b ∈ N
 De optelling in N is commutatief: ∀ a , b ∈ N :a+ b=b+a
 De optelling in N is associatief : ∀ a , b ∈ N : ( a+ b ) +c =a+(b+c )
 0 is het neutraal element voor de optelling in N ∀ a ∈ N :a+ 0=a

Eigenschappen van de optelling in Z  zelfde als in N


 De optelling in Z is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈ Z : a+b ∈ Z
 De optelling in is commutatief:
Z ∀ a , b ∈ Z : a+b=b+ a
 De optelling in Z is associatief : ∀ a , b ∈ Z : ( a+b )+ c=a+(b+ c)
 0 is het neutraal element voor de optelling in Z ∀ a ∈ Z : a+0=a
Verder
 tegengestelde = symmetrisch element voor de optelling in Z : ∀ a ∈ Z : a+ (−a )=0=−a+ a

Eigenschappen van de optelling in Q :  zelfde als in Z :


 De optelling in Q is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈Q :a+ b ∈ Z
 De optelling in Q is commutatief: ∀ a , b ∈Q :a+ b=b+a
 De optelling in Q is associatief : ∀ a , b ∈Q : ( a+ b ) +c=a+(b+c )
 0 is het neutraal element voor de optelling in Q : ∀ a ∈Q :a+ 0=a
Verder
 tegengestelde = symmetrisch element voor de optelling in Q : ∀ a ∈Q :a+ (−a ) =0=−a+a

2. Eigenschappen van de vermenigvuldiging

Eigenschappen van de vermenigvuldiging in N

 De vermenigvuldiging in N is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈ N :a . b ∈ N


 De vermenigvuldiging in N is commutatief: ∀ a , b ∈ N :a . b=b . a
 De vermenigvuldiging in N is associatief : ∀ a , b ∈ N : ( a . b ) . c=a .(b . c)
 1 is het neutraal element voor de vermenigvuldiging in : ∀ a ∈Q :a .1=a
N
 0 is het opslorpend element voor de vermenigvuldiging in N : ∀ a ∈Q :a .0=0

Eigenschappen van de vermenigvuldiging in Z  zelfde als in N


 De vermenigvuldiging in Z is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈ Z : a . b∈ Z
 De vermenigvuldiging in Z is commutatief: ∀ a , b ∈ Z : a . b=b . a
 De vermenigvuldiging in Z is associatief : ∀ a , b ∈ Z : ( a . b ) . c=a .(b . c )
 1 is het neutraal element voor de vermenigvuldiging in Z : ∀ a ∈ Z : a .1=a
 0 is het opslorpend element voor de vermenigvuldiging in Z ∀ a ∈ Z : a .0=0

Eigenschappen van de vermenigvuldiging in Q  zelfde als in N en Z


 De vermenigvuldiging in Q is overal gedefinieerd: ∀ a , b ∈Q :a . b ∈Q
 De vermenigvuldiging in Q is commutatief: ∀ a , b ∈Q :a . b=b . a
 De vermenigvuldiging in Q is associatief : ∀ a , b ∈Q : ( a . b ) . c=a .(b . c)
 1 is het neutraal element voor de vermenigvuldiging in Q : ∀ a ∈Q :a .1=a
 0 is het opslorpend element voor de vermenigvuldiging in Q ∀ a ∈Q :a .0=0
Verder
1 1
 omgekeerde = symmetrisch element voor de optelling in Q :∀ a ∈Q :a . =1= . a
a a

 De vermenigvuldiging is distributief t.o.v. de optelling en de aftrekking

Som/Verschil maal getal ∀ a , b , c ∈ Q: a . ( b+c )=a .b +a . c


∀ a , b , c ∈ Q: a . ( b−c )=a . b−a . c
Som maal som: ∀ a , b , c , d ∈Q : ( a+b ) ( c +d )
¿ a . c +a . d +b . c +b . d
Product maal getal: ∀ a , b , c ,m ∈Q : ( a . b . c ) .m= ( a . m) . b . c

Som en verschil delen door een getal (≠ 0) ∀ a , b ∈Q , ∀ c ∈ Q0 : ( a+b ) :c=a :c +b :


∀ a , b ∈Q , ∀ c ∈ Q0 : ( a−b ) : c=a :c−b :c
Een product delen door een getal (≠ 0) ∀ a , b ∈Q , ∀ m∈ Q0 : a . b :m=a :m. b=a . ( b :m )

Een getal delen door een product (≠ 0) ∀ a , b ∈Q 0 , ∀ m∈ Q: m :(a . b)=m:a :b


Bewerkingen met getallen

Reken- en tekenregels voor de optelling: De vermenigvuldiging is distributief t.o.v. de optelling en de


 Hebben beide getallen hetzelfde toestandsteken: aftrekking:
behoud dit teken en tel de absolute waarde op. ∀ a , b , c , d ∈Q :
 Hebben beide getallen een verschillend toestandsteken:
Neem het teken van het getal met de grootste absolute Som maal som
waarde en trek kleinste absolute waarde af van de grootste ∀ a , b , c , d ∈Q :
absolute waarde
 Regel der haken
Product maal getal
∀ a , b , c ,m ∈Q :
Som en verschil delen door een getal

∀ a , b ∈Q , ∀ c ∈ Q0 :
Tekenregels voor vermenigvuldiging / voor deling
Een product delen door een getal
∀ a , b ∈Q , ∀ m∈ Q0 :

Een getal delen door een product


∀ a , b ∈Q 0 , ∀ m∈ Q:

Definitie macht: Definitie vierkantswortel:


n
a =a . a . a … .. a n ≥ 2 en n ∈ N
2
1
a =a b is de vierkantswortel van a ⇔ b =a
0
a =1
Tekenregels voor machten Aantal vierkantswortels:

Grondtal Exponent Resultaat 0  één: nl. 0


+ Even + strikt – getal  geen wortel
+ Oneven- + strikt + getal  2 vierkantswortels die elkaars
- Even + tegengestelde zijn
- Oneven- -

Macht van een product Vierkantswortel van een breuk


∀ a ∈Q , ∀ n ∈ N : .(getal a) = .getal a
√ a √a
m n n n + ¿:¿

∀ a ∈Q+¿ , ∀ b ∈Q 0 ¿
=
∀ a ∈Q , ∀ n ∈ N : am. an= a(m+n) b √b

Combinatie: Vb: (3.am)3 = 33.a3m= 9.a3m Vierkantswortel van decimaal getal


1) even aantal decimalen
Macht van een breuk:
2) neem vierkantswortel van getal zonder

()
n n
a a decimaal
∀ a ∈Q , ∀ b ∈Q0 , ∀ n ∈ N : = n
b b 3) aantal decimalen : 2
m
a m −n
∀ a ∈Q , ∀ n ∈ N : n
=a . a = a(m−n)
a

Macht van een macht


∀ a ∈Q , ∀ b ∈Q0 , ∀ n ∈ N :

Macht van decimaal getal:


(3,2)3 = (32)3 . 0,001= 32,768
1) macht van getal zonder
decimaal
2) aantal decimalen maal n

Volgorde van de bewerkingen 1. Haken uitwerken


2. de machtsverheffing en vierkantsworteltrekking van links naar rechts
3. de vermenigvuldiging en de deling van links naar rechts
4. de optelling en de aftrekking van links naar rechts
Breuken

a c
Gelijkheid van breuken ∀ a , c ∈ Z , ∀ b , d ∈ Z0 : = ⇔ a . d=b . c
b d
a a.m
Hoofdeigenschap van breuken ∀ a ∈ Z , ∀ b , m∈ Z0 : =
b b.m
Bewerkingen met breuken
 Som
- maak eerst de breuken gelijknamig
- behoud de noemer en tel de tellers op.
a c a.c
 Product ∀ a , c ∈ Z , ∀ b , d ∈ Z0 : . =
b d b.d
a c a d a.d
 Quotiënt ∀ a ∈ Z , ∀ b , c , d ∈ Z0 : : = . =
b d b c b.c

Kenmerken van deelbaarheid

Kenmerk van deelbaarheid door 2: Laatste cijfer even

Kenmerk van deelbaarheid door 5: Laatste cijfer 0 of 5

Kenmerk van deelbaarheid door 4:


Getal voorgesteld door laatste 2 cijfers deelbaar door 4

Kenmerk van deelbaarheid door 25:


Getal voorgesteld door laatste 2 cijfers deelbaar door 25

Kenmerk van deelbaarheid door 9: Som van de cijfers deelbaar door 9

Kenmerk van deelbaarheid door 3: Som van de cijfers deelbaar door 3

Priemgetallen
Definitie:
Priemgetallen zijn natuurlijke getallen die enkel deelbaar zijn door 1 en zichtzelf.
 Het kleinste priemgetal = 2;
 1 is geen priemgetal

Priemgetallen tot 100:


2; 3; 5; 7; 11; 13; 17; 19; 23; 29; 31; 37; 41; 43; 47; 53; 59; 61; 67; 71; 73; 79; 83; 89; 97

Opzoeken grootste gemene deler (ggd).


1. Ontbind de getallen in priemfactoren.
2. De ggd van deze getallen is het product van de gemeenschappelijke priemfacotoren, elk met de kleinste
exponent waarmee ze voorkomt kgv. van deze getallen is het product van alle aangetroffen priemfactoren,
elk met de grootste exponent waarmee ze voorkomt.
Opzoeken kleinste gemene veelvoud (kgv).
1. Ontbind de getallen in priemfactoren.
2. Het kgv. van deze getallen is het product van alle aangetroffen priemfactoren, elk met de grootste exponent
waarmee ze voorkomt.

Vereenvoudigen van breuken

Gelijknamig maken van breuken:


 Zoek het kgv van de noemers en neem dit als nieuwe noemer
 Je vermenigvuldigt de tellers telkens met de factor waarmee de noemer vermenigvuldigd werd

Vereenvoudigen van breuken:


 Zoek de ggd van teller en noemer
 Eventueel schrijf je de tellers en noemers als het product van priemgetallen
 Deel dan door het kgv van teller en noemer.

Wetenschappelijk schrijfwijze

 De macht van 10 wordt gebruikt om getallen in de wetenschappelijke notatie te zetten.


 Het getal dat voor de macht 10 komt is altijd een getal uit de reeks 1 tot en met 9.
 Een positieve exponent geeft aan hoeveel plaatsen de komma naar rechts op moet schuiven.
 10-1 is gelijk aan 1/10 = 0,1.
 Een negatieve exponent geeft aan hoeveel plaatsen de komma naar links moet.

Voorbeeld:
35.000.0000 = 3,5 . 107
0,000000035 = 3,5 . 10-8
Een -en Veeltermen
1. Een eenterm is een product van factoren
3.a2 Exponent
Lettergedeelte
Coëfficiënt Grondtal

3a = a + a+ a
a3 = a . a. a
m.a + n.a = (m+n) . a
am. an= a(m+n)
(3.am) n = 3n.a(m.n)
am/an= am. a(-n) = a(m-n)
a / b = a. b (-1)

2. Een veelterm is een som van eentermen


(a + b) . c = a. c + b. c
(a+ b) . (c + d) = a.c + a.d + b.c + b.d
(a+b )/c = a/c + b/c

3. Bewerkingen met veeltermen


 Bereken eerst de producten (deze zet je in totaal tussen haakjes)
 Werk dan de som uit (opgelet als er een – voor de haakjes zet dan verander je het teken bij alle termen
als je de haakjes wegwerkt !
 Groepeer de getallen en de cijfergedeelten en werk uit

You might also like