You are on page 1of 4

Filosofie - voorwaardelijke opdracht

Verwerking 1
Contingentie verwijst naar het begrip dat gebeurtenissen, resultaten of uitkomsten afhankelijk zijn van
bepaalde voorwaarden, omstandigheden of factoren. Met andere woorden, contingentie houdt in dat iets niet
onvermijdelijk of voorspelbaar is, maar eerder afhangt van verschillende variabelen of scenario's. Onvoorziene
omstandigheden kunnen voorkomen in verschillende contexten, zoals management, statistiek, filosofie en nog
veel meer.

De kans op regen op een bepaalde dag is bijvoorbeeld afhankelijk van factoren zoals de tijd van het jaar, de
locatie en de luchtdruk. Het regent niet altijd op dezelfde dagen en het hangt af van deze verschillen.

Het filosofische probleem tussen "denken" en "zijn" betreft de relatie tussen menselijk denken en de externe
wereld, in het bijzonder hoe ons denken over de wereld zich verhoudt tot de werkelijke aard van die wereld. Het
filosofische probleem tussen "denken" en "zijn" verwijst naar de vraag hoe ons denken en ons bewustzijn zich
verhouden tot de externe wereld, of dat nu de fysieke wereld is of de realiteit in het algemeen. Dit probleem
heeft aanleiding gegeven tot verschillende filosofische benaderingen en debatten (Marli Huijer, Oktober 2018)
(blz. 221).

Verwerking 2
Vraag 1

Ja, ik herken Henri Bergson's onderscheid tussen kloktijd en ervaren tijd. Bergson benadrukt dat er aanzienlijke
verschillen zijn tussen deze twee vormen van tijd, en deze verschillen zijn essentieel van aard en niet slechts
gradueel. Zo is het verschil tussen kloktijd en ervaren tijd volgens Bergson belangrijk. Kloktijd is een
kwantitatieve, externe meting van tijd, terwijl ervaren tijd een subjectieve, kwalitatieve en continue stroom is
die nauw verbonden is met onze bewuste ervaring. Bergson stelt dat kloktijd niet de ware aard van onze
ervaring van tijd weerspiegelt omdat het de vloeiende en continue aard van de persoonlijke ervaring van tijd
niet kan vatten.

Vraag 2

In het boek introduceert Henri Bergson het concept van duur als een stroom van voortdurende verandering die
plaatsvindt in ons bewustzijn. Hij benadrukt dat ons mentale leven voortdurend verandert en dat geen enkele
mentale toestand onveranderlijk is. Dit staat in tegenstelling tot de verdeling van tijd in "blokken", waarbij we
vaak taken plannen en aan specifieke tijdsintervallen toekennen, zoals uren, minuten of kwartalen. Bergson
heeft gelijk als hij zegt dat het mentale leven zich om verschillende redenen niet gemakkelijk in "blokken"
verdeelt. Dit komt door de volgende punten:

- Constante Verandering: Zoals Bergson opmerkt, ondergaan onze mentale toestanden constante verandering.
Gedachten, gevoelens en gewaarwordingen verschijnen en verdwijnen voortdurend in ons bewustzijn. Dit
maakt het moeilijk om een handeling in een vast tijdsblok te plaatsen, omdat onze mentale toestand
voortdurend kan veranderen gedurende die tijd.

- Subjectieve ervaring van tijd: Onze subjectieve ervaring van tijd kan variëren afhankelijk van onze mentale
toestand en onze betrokkenheid bij een bepaalde taak. Een saaie taak kan aanvoelen alsof de tijd langzamer
gaat, terwijl een boeiende taak lijkt te vliegen. Dit geeft aan dat tijd subjectief is en niet strikt gebonden aan
kloktijd.
- Onvoorspelbare onderbrekingen: In de praktijk worden taken vaak onderbroken door onverwachte
gebeurtenissen of afleidingen. Een taak die eerder was gepland voor een bepaald tijdsblok kan langer duren
door onverwachte omstandigheden.

Dit betekent echter niet dat het plannen van taken in tijdsblokken volledig nutteloos is. In veel situaties is het
noodzakelijk om taken te organiseren en te plannen om efficiënt te kunnen werken. Het punt van Bergson lijkt
te zijn dat we ons bewust moeten zijn van de subjectieve aard van tijd en dat het mentale leven niet altijd netjes
in vaste tijdsblokken past. Dit bewustzijn kan ons helpen flexibeler te zijn in onze planning en ons aan te passen
aan de voortdurende veranderingen in ons bewustzijn en omgeving.

Vraag B

Volgens Bergson kun je niet meerdere keren achter elkaar exact hetzelfde waarnemen omdat onze
waarnemingen altijd beïnvloed worden door de tijd. Zelfs als je onder dezelfde omstandigheden naar dezelfde
situatie kijkt, zal er altijd een verschil zijn tussen wat je nu ziet en wat je voorheen zag, simpelweg omdat de ene
waarneming iets ouder is dan de andere. Dit komt omdat onze waarnemingen in de loop van de tijd gebeuren
en voortdurend worden beïnvloed door de stroom van ervaringen en herinneringen.

Bergson suggereert dat het geheugen een belangrijk onderdeel is van ons bewustzijn en onze waarneming.
Onze herinneringen duwen als het ware elementen uit het verleden in het heden en beïnvloeden zo onze
waarneming. Herinneringen kunnen ervoor zorgen dat we dingen anders zien dan we ze eerder hebben gezien,
omdat ze de huidige ervaring beïnvloeden en vormgeven.

Ja, in het dagelijks leven kunnen mensen merken dat ze anders naar dezelfde dingen gaan kijken naarmate ze
ouder worden. Dit kan komen door veranderende perspectieven, levenservaringen en de manier waarop
herinneringen zich opstapelen en beïnvloeden hoe we de wereld om ons heen waarnemen. Onze kijk op
gebeurtenissen en voorwerpen kan veranderen naarmate we meer levenservaring opdoen en nieuwe
herinneringen creëren.

Vraag 3

Volgens Bergson lijkt hij het onbewuste te beschrijven als een voortdurend stromende en zich ontplooiende
dimensie van het bewustzijn. Volgens hem is het onbewuste geen vaste eenheid, maar eerder een voortdurende
stroom van mentale toestanden en herinneringen die zich in de loop van de tijd ontwikkelen. Hier volgen enkele
belangrijke aspecten van wat Bergson onder het onbewuste lijkt te verstaan:

1. Continuïteit en stroming: Bergson benadrukt de continuïteit van het onbewuste. Er is geen sterke scheiding
tussen verleden, heden en toekomst. In plaats daarvan wordt het verleden langzaam toegevoegd aan het
heden en is het voortdurend in ontwikkeling.

2. Geheugen: Bergson benadrukt het belang van het geheugen in het onbewuste. Hij suggereert dat alles wat
we hebben gevoeld, gedacht en gewild vanaf onze eerste kinderjaren nog steeds aanwezig is in het onbewuste.
Het verleden wordt automatisch bewaard en blijft aanwezig in onze psychische structuur.

3. Automatisch functioneren: Bergson beschrijft het onbewuste als een automatisch functionerend mechanisme
dat het verleden bijna volledig in het onbewuste terugdringt. Het bewuste bewaart alleen datgene wat nuttig is
voor de huidige situatie en acties die worden voorbereid.

Dit wijst erop dat het onbewuste werkt als een reservoir van herinneringen en ervaringen die ons gedrag en
onze waarneming beïnvloeden zonder dat we ons daar altijd bewust van zijn.
Vraag 4

Volgens Bergson blijft het verleden altijd bestaan. Hij stelt dat ons hele verleden, inclusief onze oorspronkelijke
neigingen en voorouderlijke trekken, ons karakter vormt en ons gedrag, onze verlangens en onze keuzes
beïnvloedt, ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust. Het verleden manifesteert zich aan ons als een
neiging en oefent druk op ons uit, ook al ontwikkelt slechts een klein deel ervan zich tot een bewuste
voorstelling.

In het geval van Christopher Nolan's film "Memento" wordt het belang van het geheugen en het verleden ook
geïllustreerd, maar op een andere manier. De hoofdpersoon lijdt aan anterograde geheugenverlies en kan geen
nieuwe herinneringen creëren, wat leidt tot een gefragmenteerde en onvolledige ervaring van het heden. Hij
moet zijn verleden, de feiten en gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt, letterlijk op zijn lichaam tatoeëren
om grip op zijn leven te krijgen en zijn identiteit te behouden.

Het verschil tussen Bergsons filosofie en de situatie in de film ligt in de aard van het geheugen en de relatie met
het verleden. Voor Bergson blijft het verleden altijd aanwezig, zij het in het onbewuste, en maakt het deel uit
van wie we zijn. In de film wordt het vermogen om nieuwe herinneringen te creëren volledig belemmerd, wat
leidt tot een uitdaging in het behouden van een gevoel van continuïteit en identiteit.

Deze vergelijking suggereert dat ons geheugen en onze relatie met het verleden bepalend zijn voor onze
identiteit en ons karakter. Op verschillende manieren benadrukken zowel Bergson als de film hoe het verleden
en het geheugen ons vormen en beïnvloeden, en hoe ze bijdragen aan onze ervaring van onszelf en de wereld
om ons heen.

Vraag 5

Aan de ene kant vertegenwoordigen de uren in mijn agenda de kloktijd, de strikte planning van mijn
professionele leven. Hierin zijn taken, deadlines en verantwoordelijkheden zorgvuldig georganiseerd. Deelname
aan de conferentie zou ongetwijfeld een verstoring van deze kloktijd betekenen. Het zou tijd en middelen
vereisen die al zijn toegewezen aan andere verplichtingen. Dit zou kunnen leiden tot achterstand, het niet halen
van deadlines en mogelijk een negatieve invloed op mijn professionele prestaties.

Aan de andere kant staat durée, de constante verandering en groei in mijn professionele ontwikkeling.
Deelname aan de conferentie kan een kans zijn om nieuwe inzichten te verwerven, professionele netwerken uit
te breiden en mijn competenties te verbeteren. Het zou kunnen bijdragen aan mijn persoonlijke en professionele
rijping, wat op de lange termijn waardevoller zou kunnen zijn dan me strikt aan mijn tijdschema te houden. We
moeten bewust zijn van onze subjecieve aard. Het mentale leven is niet altijd netjes vooruit gepland. Dit bewust
zijn kan je helpen om voortdurend aan te passen in je bewustzijn. Daardoor zou ik voor deze nieuwe uitdaging
gaan (Marli Huijer, Oktober 2018).
Bibliografie
Marli Huijer, F. M. (Oktober 2018). Goudmijn van het denken, filosofie in de beroepspraktijk . In F. M. Marli
Huijer, Goudmijn van het denken. Boom.

You might also like