Professional Documents
Culture Documents
1. Topografie
In de functionele anatomie beschrijft topografie de ligging van de organen, orgaanstelsels en
weefsels ten opzichte van elkaar. Topografie verschaft inzicht in de samenhang van de verschillende
structuren. De naamgeving vindt bij voorkeur plaats met behulp van de termen van de terminologia
anatomica.
1.1.1 Lichaamssnijvlakken
- Maakt denkbeeldige doorsneden door het lichaam of delen ervan
- Frontaal vlak: (frontaal zeezicht) zee evenwijdig met gebouw
- Kenmerken:
o Verdeelt het lichaam in een voor en achter
o Evenwijdig met het voorhoofd(=frons)
- Sagittaal vlak:
- Kenmerken:
o Sagittale doorsnede
Verdeelt het lichaam in links en rechts deel
Loodrecht op frontale vlakken
o Mediosagittale doorsnede
Door middellijn of mediaan ( door neus en de navel)
Geeft links/rechts-symmetrie van het lichaam aan
- Transversaal vlak:
- Kenmerken:
o verdeeld het lichaam in een bovenste en onderste gedeelte
o loodrecht op de lengteas van het lichaam
o evenwijdig aan het vloeroppervlak
- Met snijvlakken door buisvormige organen (luchtpijp) niet zo belangrijk
o Transversaal (dwars)
o Kenmerken:
Ontstaan van cirkelvormige uiteinden
Ontstaan van lumen (holte)
o Longitudinaal (in de lengte)
o Kenmerken:
Ontstaan van ‘gootje’
1.2 statische richting- of plaatsaanduidingen
- vanuit de anatomische houding
- volgende terminologia anatomica
- plaatsduiding tov een andere structuur
- gepaard (begrippenpaar) Bv. Boven en onder
- algemene aanduidingen
- aanduidingen bij grotere structuren/afstanden
- aanduidingen bij kleine structuren/afstanden
1.2.3 afbeelding
craniaal
- superior en inferior wordt
superior gebruikt op kleinere afstanden
van elkaar. Craniaal en caudaal
op langere afstanden.