You are on page 1of 44

Samenvatting sociologie | Joy Torfs

SAMENVATTING SOCIOLOGIE

Waarom sociologie in deze module?


- Wat leert sociologie ons?
- Tijd is (niet alleen) objectief, maar is door mensen gecreëerd, plaats en cultuurgebonden.
è Mensen meten tijd en organiseren zichzelf gebruik makend van tijd.
- Ruimte is niet (alleen) objectief, maar vooral een subjectief gegeven.
è Mensen geven plaats en ruimte betekenis en invulling.
- Inzicht in sociale processen van creatie, gebruik en betekenisgeving van tijd en ruimte is cruciaal voor
goede ontwerpen.

Een sociologische kijk op tijd en ruimte, bedoeling van het vak


- Hoe krijgt tijd sociale betekenis en is tijd (ook) een sociale constructie?
- Hoe krijgt ruimte sociale betekenis en waarom is ruimte (ook) een sociale constrctie?
- Hoe kan je tijd ontwerpen?
- In sociologie van de sociale ruimte en tijd onderzoeken we vanuit een sociologisch perspectief de
betekenisgeving aan ruimte en tijd.
- Hoe? Twee parallelle sporen:
è Vanuit algemene sociologische kaders.
è Reflectiemateriaal aanreiken voor jullie ontwerpopdracht.
- Door mensen ontworpen = sociale constructie.
- Bijvoorbeeld: als je een wellness ontwerpt wil je dat de mensen zich kunnen ontspannen, de tijd
vergeten en kunnen loslaten. Als je een paspoortcontrole moet ontwerpen in een vliegveld dan wil je
dat de mensen zo weinig mogelijk tijd verspillen.

DEEL 1: TIJD ALS SOCIAAL CONSTRUCT

- Onze westerse visie op tijd en meetbaarheid van tijd.


- De dwangmatigheid van onze huidige tijdsnoties.
- De economisering van tijd.
- Groeiende tijdsdruk in een versnellende samenleving.
è Goede en perverse effecten.
- Verschil in betekenis en gebruik van tijd voor verschillende groepen in de samenleving.

DEEL 2: RUIMTE ALS SOCIAAL CONSTRUCT

- Theorieën over ruimte en ruimtegberuik.


- Ruimte geen absoluut, maar door keuzes van mensen bepaalt.
è Prive of publiek?
è Eingenaar, huurder, gebruiker of bezoeker?
è Hoe gebruiken mensen een bepaalde ruimte?
- Sociologie van plaats en ruimte.

DEEL 3: OVER DE INTERACTIE TUSSEN TIJD EN SOCIALE RUIMTE

- Tijd en plaats beïnvloeden elkaar.


è Welke ontwerpen willen versnellen?
è Welke ontwerpen willen vertragen?
- Rituelen en hun impact op tijd en ruimte.

1
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Belang van geluid (en stilte) als mediator.


- Belang van ontwerp van publieke ruimte.
- Rituelen om belangrijke momenten betekenis te geven (geboorte, huwelijk, overlijden). Zowel tijd als
ruimte spelen bij rituelen een rol.

EEN KLEINE OEFENING ALS START

- Wat is tijd voor jou?


- Wat betekent tijd voor jou?
- Hoe ervaar jij tijd?
è Tijd is voor mij een manier om ritme/regelmaat aan te brengen in het leven. Bepaalde handelingen
horen bij een bepaalde tijd (12u = middageten, 18u = avondeten).
è Tijd is een momentopname (het kan snel gaan, traag gaan).
è Tijd brengt structuur in de dag.
è Tijd is een parameter (de tijd gaat sneller als je iets leuks doet).
è Verleden, heden, toekomst -> zonder mensen bestaat er geen tijd (is dit zo?)
è Tijd heb je nodig om bepaalde dingen te bereiken.
è Tijd is iets waar je niet aan kan onsnappen.
è Tijd is een gegeven waarover je niet kan heersen maar het beheerst ons. We ondergaan tijd.
è Tijd is stresserend, het legt ons een deadline op.
- Hoewel tijd op zich een vrij makkelijk begrip lijkt is het toch voor iedereen verschillend. Tijd is eigenlijk
een heel complex begrip dat iedereen anders ervaart.

DEEL 1: TIJD ALS SOCIAAL CONSTRUCT

Startpunt: de geschiedenis van ons tijdsbesef en tijdsmeting


- Laeyendecker en Veerman: het mechanisch uurwerk en het modern tijdsbesef.
- Paradox: eigenlijk kunnen we niet nauwkeurig bepalen wanneer mensen tijd beter konden meten.
è Maar we kunnen wel de impact ervan onderzoeken.

Middeleeuwen: behoefte aan nauwkeuriger tijdsmeting


- Tijdmeting via zonnewijzers en klepsydra’s.
è Wisselingen van de zon, de maan en de sterren.
è Stonehenge was waarschijnlijk ook gelinkt aan de tijd.
è Vele eeuwen voor onze tijd werd gebouwd op basis van seizoenen etc.
è Zonnewijzer: je kan tijd alleen overdag meten. De stand van de zon wisselt
van seizoen, op regenachtige dagen is er “geen tijd”.
è Klepsydra’s: dobber stijgt naargelang het waterniveau, het
mannetje kan aanduiden hoeveel tijd er voorbij gegaan is. De
debiet van water bepaalt de tijd en de snelheid van de tijd (niet
nauwkeurig).
- Drie bevolkingsgroepen hadden nood aan nauwkeuriger meting.
è Monniken -> wilden weten wanneer ze de verschillende gebeden
moesten doen en dit ook regelmatig kunnen doen (bv
Cisterciënsers).
è Wetenschappers -> met de stand van de sterren de tijd berekenen (astronmie en medische
astrologie).
è Handelaars/ondernemers -> als je weet hoelang een arbeidsdag was dan weet je ook hoeveel je
moet uitbetalen (lengte arbeidstijd, grenzen van de werkdag, werkklokken).

2
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Tijdsignalen in de middeleeuwse stad


- Stad complexer -> tijdsignalen nodig
è Religieus (missen, gebedstijd)
è Openen/sluiten stadspoorten
è Markt begin/einde
- Geluidssignalen: klokken
è Maar wie bepaalt het uur?
è Nood aan zichtbaar uurwerk.
- Wanneer begint de mis, ze wilden de tijd kunnen meten om een vast moment hiervoor te gebruiken.
- Je kan het met een geluidsignaal aanduiden maar je moet nog altijd wel weten wanneer je de klokken
moet luiden. Hoe kan je tijd meten om de juiste momenten te vinden om hier regelmaat in te brengen.

De mechanische klok: een geniale vondst


- 13de-14de eeuw.
- Hoe een klok aandrijven?
è Klepsydra’s: water.
è Beter: gewichten.
è Maar: niet gelijkmatig!
- Uitvinding escapement, haakdraad of onrust.
- Tijd in stukjes: gelijkmatige beweging.
- Het gaat hier nog om zeer grote klokken en geen horloges. Gewichten om een rad te laten draaien maar
deze waren niet gelijkmatig, een gewicht begint steeds sneller en sneller te draaien.
- Haakrad: fundamenteel bij alle horloge- en klokkenmakers. Het rad tikt. De aandrijving is met een veer
of met gewichten, het wordt in vaste/gelijkmatige deeltjes verdeeld. Dit was zolang de veer of het
gewicht voldoende kracht had om de aandrijving te doen.

Klokken: deel van architecturaal ontwerp op centrale plaatsen in de stad


- Kerken.
- Burgerlijke gebouwen.
è Symbool van openheid en stedelijke autonomie.
- Tijd zichtbaar in de stad.
- Uur verschilde van stad tot stad.
è En van klok tot klok.
- Voor thuis: zandloper.
- Wat klokken betekenen voor steden. Elke kerktoren heeft een klok.
Tijd werd hier zichtbaar gemaakt voor de bewoners. Voor een
stadsbestuur was het een teken van rijkdom om aan hun gebouwen
een klok te hangen. Om ter eerste een zo groot mogelijke klok te
hangen -> statussymbool.
- Je kon thuis zo geen klok hangen omdat het veel te duur was, thuis
gebruikten ze zandlopers (ongeveer 1 uur om al het zand van boven naar beneden te laten gaan). Veel
toegankelijker voor de rijkere families. Ze kunnen zo de tijd visueel maken.
- In de middeleeuwen was er in Mechelen een ander uur dan in Antwerpen bijvoorbeeld. Geen enkele
manier om de klokken tussen de steden op elkaar af te stemmen. Met geluidssignalen konden ze
communiceren (klokken luiden en zo konden naburige steden horen hoe ze hun klok moesten
afstemmen maar als je je net buiten het geluidsveld bevond dan kon je dit niet doen).

3
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Tijd verandert van karakter


- Uurwerk verandert de tijd.
- Juister: hoe mensen met de tijd omgaan.
è Tijdsbewustzijn groeit.
è Tijd deelbaar, telbaar, hoorbaar (als je de tijd kan meten dan kan je de tijd ook opdelen).
è Tijd kwam los te staan van de natuur (zonsopgang, zonsondergang).
è Tijd kwam op zichzelf te staan.
è Tijd als een abstract begrip.
è Tijd los van kerk, kloosters en god. Begin van secularisering (bedrijven, winkels, huizen, niet enkel
meer de kerken gingen de tijd weergeven).
- Tijd door mensen gemaakt en onder beheer van mensen.
- Wij tellen in westerse tijd, in China zitten ze in een ander jaar, ze vieren nieuwjaar ook op een ander
moment. Alle landen zeggen wel dat er 24 uren in een dag zitten.

Tijdsmeters als disciplineringsmiddel


- Mechanische uurwerken:
è Mensen tot een gedisciplineerde omgang met de
tijd te brengen.
è Studietijd.
è Religieuze tijd, voor missen en preken.
è Maar zeker tijd in de economie (tijdsmeting
voorwaarde voor kapitalisme en van
disciplinering van de arbeiders en bedienden).
- Klokken werden voor steeds meer mensen
toegankelijk, ze werden kleiner en preciezer.
- Het werd een manier om mensen te disciplineren (op tijd op hun werk komen etc), wie vaak te laat
kwam kon inpakken.

De waarderingstijging van tijd


- Tijd ‘waardeloos’ in agrarische samenleving.
- Niet in economie.
- Tijdsverspilling werd ‘zonde’.
- Weber: ‘innerweltliche Ascese’, calvinisme.
- 18de eeuw, Benjamin Franklin: time is money.
- Tijd en snelheid krijgen economische betekenis.
- Verhoging levenstempo ter gevolg.
- Landbouwers leven op maat van de seizoenen (bij hun was tijd nutteloos). De natuurlijke ritmes geven
aan wanneer bijvoorbeeld de druiven geplukt moeten worden (het was eerder bepaald door
klimatologische aspecten).
- Bij fabrieken met de uitvinding van de lopende band (time is money) door de mensen sneller en harder
te laten werken dan gin de productie stijgen, hoe meer winst maar de moesten de werknemers niet
extra betalen want ze deden nog steeds dezelfde uren). Dit versnelde steeds tot de mensen het niet
meer konden bijhouden.
- Begin van versnelling van het arbeidsritme.

4
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Latere ontwikkelingen
Van ‘macht over’ tijd naar ‘macht van de tijd’ over ons. Hoe?
- Verdere verspreiding mechanisch uurwerk.
è Democratisering met zak- en polshorloge.
è Vandaag via smartphones, tablets, laptops…
- Steeds preciezere tijdsmeting.
è Nano- en picoseconden.
- Gestage verhoging tempo samenleving.
- Stadaardisering van de tijd.
è GMT (Greenwich Mean Time): midden 19de eeuw.
è Internationale standaardisering.
Pas einde 19de eeuw.
Nederland sloot pas aan in 1940!
- De mens heeft steeds meer grip gekregen op de tijd. We meten tijd heel precies vandaag de dag.
Mensen hebben macht gekregen over de tijd, maar misschien heeft de tijd ook macht over ons
(deadlines, tijdsruk).
- Dubbelzinnige relatie.
- Tijd wereldwijd gaan standaardiseren met de industriële revolutie. Tijdzones creëren op de kaart zodat
ongeveer in alle landen de zonsopgang op dezelfde tijd is (België <-> Londen).
- Nederland is gedwongen om hun tijd hetzelfde te zetten als die van België.

Besluit
- Goudsblom: leven onder het ‘regiem van de tijd’.
- We leven nu in een ruimte die door de tijdsgrenzen is bepaald.

Maar…
- Toch botsen we af en toe op de grenzen van de versnelling.
- Er zijn momenten en levensgebeurtenissen waarop de tijd vertraagt, stopt, verandert, niet meer zo
dwingend is.
è Zelfgekozen: bijvoorbeeld natuurwandeling, meditatie, confrontatie met schoonheid, kunst,
geboort van een kind etc.
è Noodgedwongen: overlijden, ziekte, verlies etc.
- Treinverkeer, vliegverkeer, lesrooster… zijn afgestemd op het heel precies meten van de tijd.
- Andere landen gaan anders om met tijd (“wanneer vertrekt de bus? Als deze vol is”).
- Voor een aantal mensen gaat de tijd te snel.
- Bij bepaalde gebeurtenissen gaat de tijd stil staan bij mensen.

DIGITAAL GASTCOLLEGE VAN WALTER WEYNS

Kan tijd kapot?


- Wat heb je geleerd in dit gastcollege? Soms moet je stilstaan bij vragen die op het eerste zich
surrealistisch lijken. Een wekker is een soort van sociale druk, als we denken aan tijd dan merken we dit
(kalender: een register waarop genoteerd werd wanneer wie welke schulden moest betalen, agenda:
dat wat we moeten doen, klok: soort van bel die mensen oproepen, mensen te mobiliseren). Het zijn
allemaal aanzetten om vooruit te doen. De tijd is een soort hulpmiddel om handelingen op elkaar af te
stemmen.
Tijd -> date: kun je een date kapot maken? Ze is er niet naartoe gegaan dus ze heeft de tijd stukgemaakt.
Het is dus denkbaar dat je de tijd kapot maakt als je je niet aan de afspraken houdt. Het tijdsregime is
dan niet stuk gemakt (het zijn een heleboel afspraken die in een netwerk zitten en waarin wij vastzitten).

5
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Zijn tijdsregimes vernietigbaar? Misschien wel, het is al minstens een keer echt gebeurd (toen de
mensheid een heel andere verhouding tav de tijd is beginnen innemen, onze voorouders waren
voornamelijk geïntresseerd in het verleden en ze oriënteerden zich hierop. Ze herhaalden dingen die in
het verleden gebeurd waren, traditie. Ze stonden met hun gelaat naar het verleden, ze gingen
achterwaarts de toekomst in, moderne mensen draaien dit om, ze gaan de toekomst tegemoet, ze zijn
bereidt om alles wat gebeurd is achter hun te laten zoals vele modernen). Zo zijn er twee soorten
tijdsregimes. Vandaag is er een wending niet naar het verleden of de toekomst maar naar het nu.
- Wat heeft je het meeste verbaasd? Je kan alles opvatten als een klok (kleren). Materiaalmoeheid. Alle
materialen hebben een verloop dat je kan meten. Alles heeft de eigenschap van een klok te kunnen zijn.
De tijdsregimes kunnen kapot gaan en dit is eventueel al gebeurd.
- Dat wat je met een klok meet = tijd. Als je alle klokken wegneemt, is de tijd dan kapot? Voorouders
hadden natuurlijke klokken (zon, maan komt op, de seizoenen). Je zou alles moeten vernietigen om de
tijd kapot te moeten maken (het heelal, de mens etc).
Heeft tijd een begin of was het er altijd al? Dat wat er is moet ooit begonnen zijn (bijvoorbeeld met de
big bang). Maar wat was er dan voor het begin van de tijd? De tijd moet er dus voor het begin al geweest
zijn, tijd was er altijd al maar dat betekent dat er al oneindig veel tijdsmomenten gepasseerd zijn tot nu
maar dat kan niet (dit is een appouri).

TIJDSRISICO’S IN EEN VERSNELLENDE SAMENLEVING

- Westerse maatschappijen versnellen voortdurend


è Zie volgende tekst Hartmut Rosa.
è Groeiende tijdsrisico’s en tijdsdruk.
- Onze tijdsorde verandert langzaam:
è Afbrokkeling collectieve ritmes voor sommige groepen -> het leven was vroeger gestructureerder,
zaterdag en zondag waren geen werkdagen (geen glijdende werkuren). Er was veel verschil tussen
de werkweek en een vakantieweek. Vaste tijdstructuren die het grootste deel van de samenleving
volgenden (eten op het zelfde tijdstip, slapen op hetzelfde tijdstip etc). Gelijkaardige
verplaatsingen op dezelfde tijdstippen. Colectieve ritmes.
Vrijdag is visdag -> 1 van de collectieve ritmes die nog van vroeger is.
è Voortdurende versnelling -> geeft veel luxe maar tegelijk worstelen ook veel mensen met de
versnelling, het is niet alleen positief.
è Alles steeds flexibeler, de klok rond -> Je moet tegenwoordig niet wachten om te kunnen betalen,
het kan gewoon via de gsm of in het kantoor (dit was vroeger niet). Supermarkten die erbij zijn
gekomen die (7/7 open zijn), nachtwinkels zijn erbij gekomen, je koopt online, takeaway (het is
24/24 beschikbaar).
è En toch doen we met velen hetzelfde tegelijk -> De ritmes brokkelen af maar we doen nog steeds
met veel tegelijk dezelfde dingen op hetzelfde moment (anders zou er bv sochtends geen file
zijn).

Tijdsdruk groeit
- Tijd wordt schaarser (mensen hebben het gevoel dat ze minder tijd hebben), het wordt steeds
econmischer (time is money, we beginnen heel rationeel om te springen met tijd).
- Waar hebben we nog tijd voor?

6
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Persoonlijke en maatschappelijke tijdsproblemen


- Individueel groeit tijdsdruk -> in de eerste plaats vinden mensen tijdsdruk individueel. We komen tijd
tekort om dingen rond te krijgen. Dit geeft mensen stress, burn-outs.
è Econmisering van tijd.
è Ook individualisering versterkt tijdsdruk.
- Maatschappelijk -> sociologen kijken ook naar het niveau va de samenleving. Er zijn nu meer mensen
dan dertig jaar geleden die de tijdsdruk voelen.
è Files, congestie, versnelling.
- Dreigende individualisering van tijdsrisico’s:
è Mensen worden het planbureau van hun eigen leven?
è Nood aan tijdspolitiek.
- We leggen steeds meer verwachtingen op voor mensen.

Tijdsparadoxen ontstaan
- Pardoxen zijn schijnbare tegenstellingen.
- Ze helpen ons onze worsteling met tijd vandaag beter te doen begrijpen.
- Drie tijdsparadoxen bespreken én verklaren!

BESPREKING VAN DRIE PARADOXEN

Onze individuele arbeidstijd was nog nooit zo kort, maar tijdsdruk stond nog nooit zo hoog op de agenda.
- Toch worstelt onze maatschapij veel meer met de tijdsdruk dan vroeger terwijl ze toen langere
werkweken hadden.
- Arbeidstijd op gezinsniveau gestegen.
è Van één naar twee verdieners in een gezin -> vroeger bleef de vrouw thuis voor het huishouden en
de kinderen, dit is nu niet meer het geval. nu werken we maximaal 38 uur per week (buiten
zelfstandigen). Als beide mensen 36 uur werken dan hebben ze in totaal meer gewerkt dan vroeger
omdat er toen maar 1 iemand ging werken. Ze kunnen het nu onder elkaar verspreiden.
è Tijdsbuffer in gezin verdwenen -> wanneer je kind ziek is moet je beginnen plannen en moeten
gezinnen zelf zien hoe ze met de langere arbeidstijd zullen omgaan.
- Grens tussen arbeid- en niet-arbeidstijd vervaagt -> Collectieve ritmes zijn stuk. Bijvoorbeeld je krijgt
punten van school op zaterdag of zondag binnen (dit wilt zeggen dat ze dan ook werken ipv enkel in de
week). Mensen werken nu ook savonds, snachts, in de weekends. Het zijn geen klassieke arbeidstijden
meer. Technologie doet hier heel veel aan. je kan constant je mail checken. Er zijn veel voordelen van
bereikbaar maar mensen kunnen zich niet meer deconnecteren van het werk. Werk sluipt binnen op
momenten die vroeger vrije tijd waren.
- Vrije tijd wordt consumptie- en prestatietijd.
è Ook in onze vrij tijd ‘moeten’ we steeds meer -> We gaan op een andere manier om met onze vrije
tijd. Je kan overal waar je wilt tv kijken. Je hebt heel veel mogelijkheden om in de vrije tijd te doen
(restaurants, koffiebars in de steden, films in de cinema). Hierdoor krijgen we fomo en beginnen
we te combineren. Vrije tijd waarin we dingen niet zouden moeten doen, wordt een tijd waar we
ook heel veel in moete doen, dingen die we niet willen missen.
è Verdichting van de tijd -> We leven een heel stuk langer, we doen meer taken en activiteiten in een
uur tijd bijvoorbeeld. We doen dingen sneller, we doen meer dingen -> verdichting van de tijd.
Mensen moeten bijna afkicken van de versnelling van de tijd. Je moet leren loslaten.

7
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Omdat we tijd tekort hebben, proberen we tijd te besparen of te winnen door


- Dingen sneller en efficiënter te doen -> we proberen dingen sneller te doen, te multi-tasken. We
telefoneren terwijl we ons verplaatsen. Er wordt steeds meer achter de computer gelucht etc.
- Uit te besteden -> veel mensen kuisen zelf niet meer hun huis, kant en klare maaltijden koken, een
broodje halen ipv boterhammen te smeren. We zijn efficiënt in het besparen van tijd.
- Machines in te schakelen.
è Hoe meer tijd we winnen, hoe minder we lijken over te houden
- Harde, objectieve kloktijd:
è Waarin we efficiënter leren handelen en plannen.
è 24 uur in een dag. 60 minuten in een uur, 60 seonden in een minuut. We hebben nog steeds even
veel tijd als vroeger. Hierrond draait onze samenleving (lesrooster). De treinen rijden ook via
tijdschema’s, vliegtuigen etc. de objectieve kloktijd is nog steeds hetzelfde. Onze agenda is hierop
gebaseerd. We winnen hier tijd (combineren etc).
- Subjectieve tijd
è Hoe beleven en ervaren we tijd?
è Het ‘gevoel’ van tijd.
è tijdsbeleving van mensen. Een uur duurt niet noodzakelijk 60 minuten. Soms lijkt de tijd heel snel
te gaan (als je iets leuk doet) en soms duurt het heel lang. Je verliest een stuk de vaste ritmes uit
het ook (in de blok houdt je niet echt bij welke dag het is bv). Hoe zeer zijn we onderworpen aan
de tijdsritmes? Heb je tijdsautonomie (kan je zelf bepalen wanneer je wat doet)? Hebben mensen
dus weinig keuze in de tijd of niet? Hierdoor beleven mensen tijd soms heel anders. Tijd besparen
moet rationeel gebeuren en je moet er hard over nadenken. Dit gaat gepaard met het gevoel van
tijdsdruk, als we hier niet zo over zouden nadenken dan kunnen we chill blijven.

We hebben het materieel nog nooit zo goed gehad, maar de tijd om er van te genieten lijkt velen te
ontbreken.
- Economie van nooit genoeg -> we willen steeds het nieuwste van het nieuwste. Heel veel mensen
hebben het gevoel dat ze niet van deze rijkdom kunnen genieten. Dit gaat gepaard met het gevoel dat
we nooit genoeg hebben. Mensen genieten er niet van omdat ze steeds meer geld willen verdienen
om nieuwe dingen te kunnen kpen. Mensen staan nooit stil om van hun dingen te genieten.
- Tijdsdruk door een voortdurend streven naar méér.

TIJDSRISICO’S IN EEN VERSNELLENDE SAMENLEVING

Crisis van ons modern tijdsbegrip


- Tijd kunnen meten: wat ooit bevrijdend was, nu opnieuw verknechtend?
è Vergroot of verkleint onze tijdsautonomie en onze vrijheid?
- Verdere versnelling versus levenskwaliteit -> Er is een tekort aan thuisverpleegkundingen. Ze zeggen
dat mensen effiiënter moeteh werken zodat ze meer mensen kunnen verzorgen op een dag.
Versnellende samenleving die zoekt naar efficiëntie. Voor een aantal van de bejaarden waren de
verplegers de engige mensen die ze zagen op een dag dus ze hadden veel aan het gesprek dat ze
normaal hadden. Dit ging dan ten koste van de levenskwaliteit van de bejaarden. Er is en
spanningsvemd tussen de versnelling en de levenskwaliteit.
- Groeiende tegenreacties
è Pleidooien voor onthaasting
è Meer mensen met ouderschapsverlof en tijdskrediet

8
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Een sociologische kijk op tijdsbeleid en onthaasting


- Individuele keuzes beperkt en te vrijblijvend.
- Nood aan een tijdsbeleid.
è Hoe verworvenheden van onze moderne tijdsordening behouden zonder dat nadelen en
tijdschaarste overheersen?
è Combinatie arbeid en gezin verbeteren.
è Maar meer vrije tijd niet per definitie de oplossing.
Post-schaarste attitude (Giddens).
Tijd als nieuw luxegoed (Enzensberger) -> stilte, een gevoel van rust wordt een nieuw luxegoed in
onze samenleving.
Grenzen aan flexibiliteit: een meer omthaastte samenleving.
è Tijdsbeleid als een antwoord op onzekerheid -> tijdsbeleid zodat mensen terug grip krijgen op de
tijd.

Hartmut Rosa over sociale versnelling


- Kopies pp. 13-43.
- Om de tijdsdruk te begrijpen, moeten we de processen van sociale versnelling begrijpen.
- Moderniteit en modernisering zijn processen vanaf de 18de eeuw.
è Rationalisatie (Weber, Habermas).
è (functionele) differentiatie (Durkheim, Luhman) -> verschillende individuen, zoeken naar een
identiteit in de samenleving.
è Individualisering (Simmel, Beck) -> niemand is nu nog in staat om in verschillende werelden thuis
te zijn, we gaan ons specialiseren in een bepaald thema waardoor we deskundiger worden.
Vroeger waren er mensen die zowel schilder, als kunstenaar, als architect waren.
è Vermarkting.
è Versnelling van het sociale leven.
- ‘Modernity is about the acceleration of time’ (Peter Conrad).

Wat word er dan versneld (Hartmut Rosa)


- ‘tijd’ is op zich niet versnelbaar -> een uur blijft een uur, de tijd versnellen objectief is onmogelijk.
- Versnelling van de samenleving zelf?
- Versnelling van bepaalde processen binnen +/- stabiele sociale orde?
- Sommige dingen gaan juist trager, zoals files -> onze auto’s kunnen sneller rijden maar ze hebben een
lagere snelheid omdat ze steeds vaker in de file staan.
è Nood aan een systematische theorie van sociale versnelling.

Hartmut Rosa: drie categorieën van versnelling


- Duits socioloog.
- In Europa (en ruimer) momenteel dé toonaangevende socioloog rond tijd.
- Drie categorieën van versnelling:
è Technische versnelling
è Versnelling sociale veranderingen
è Versnelling van het levenstempo

Technische versnelling
- Intentionele toename van snelheid van transportcommunicatie en productieprocessen.
è Vliegtuig en TGV, computer en internet, 3D-printers etc.
- De meeste toestellen zijn veel sneller en krachtiger dan de technologie van vroeger
- De verwerkingssnelheid kunnen meer informatie verwerken op een snellere tijd en de chips worden
steeds kleiner. De versnelling heeft een impact op het leven van mensen. Een 3D printer heeft een

9
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

gigantische sprong gemaakt in het maken van protheses of prototypes bijvoorbeeld. Vroeger moesten
ze hier heel lang aan werken.
- We ervaren dit als comfortabel.

Versnelling van sociale veranderingen


- Verhoogde veranderingsgraad van sociale relatiepatronen -> onze samenleving is zo snel aan het
veranderen dat de enige zekerheid die je hebt is dat er dingen gaan veranderen. Als een samenleving
zo hard veranderd dan wordt ze vloeibaar.
- Maakt sociale constellaties en instituties instabieler en vluchtiger.
- Van versnelling binnen de samenleving naar versnelling van de samenleving -> veranderingen van de
samenleving in zijn geheel, vroeger waren er gewoon veranderingen in de samenleving.
è Krimp van het heden.
Verleden: wat niet meer geldt.
Toekomst: wat nog niet geldt.
Heden = samenvallen van ervaringsruimte en verwachtingshorizon.

Sociale versnelling is…


- Toename van vervalgraden voor betrouwbaarheid van ervaringen en verwachtingen -> het is niet
omdat het vandaag zo werkt dat het morgen ook zo is. er zijn voortdurend veranderingen.
- Verkorting van de als heden bepaalde tijdsruimte.
- Van intergenerationele verandering naar intra-generationele veranderingen -> ipv verandering van
generatie op generatie krijg je ook veranderingen binnen een generatie.
- Niet allen producten, maar ook manieren van samenleven kennen stees kortere vervaldatum.
- Wat je vandaag leert zal ook veranderen (programma’s, materialen, regels over duurzaamheid). Je zal
constant moeten blijven bijleren. Diploma’s zijn minder voor het leven dan vroeger. Je leven lang
leren.
- Late moderniteit
è Carrières wisselen sneller dan generaties -> mensen wisselen veel sneller van job nu.
Van job voor het leven naar flexibele contracten.
è Relaties: van ‘een leven lang’ naar een liefde lang -> vroeger waren scheidingen ongezien. Je
huwde voor het leven. Vandaag de dag zijn er weinig mensen die maar 1 partner hebben in het
leven.
- Minder stabiele instituties door snellere verandering.

Versnelling van het levenstempo


- Tijdschaarste.
- Versnelling = toename van handelingen en ervaringen per tijdseenheid.
- Subjectief: opgejaagd voelen -> de technologie verplicht ons dingen sneller te doen.
- Objectief:
è Meer doen in meer tijd.
è Verdichting van de tijd.
Handelingen & ervaringen comprimeren.
Multi-tasken.
- Paradox
è Technische versnelling zou ons juist extra tijd moeten geven.
è Maar: we doen meer dan de tijdwinst die dit oplevert.
Vb. één brief versus 20 mails -> we zijn langer bezig met communicatie dan voor we een
computer hadden. We sturen zoveel berichten dat we langer bezog zijn.
Vb. sneller met de auto versus meer kilometers/grotere afstanden -> meer mensen kopen een
auto omdat je zo sneller afstanden kan afleggen. Er zijn heel veel mensen verder van het werk

10
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

gaan wonen waardoor we nog steeds even lang erover doen als vroeger wanneer er minder
auto’s waren. Er zijn nu ook meer file’s dus we verplaatsen ons gemiddeld trager dan in de jaren
50-60 wanneer er minder auto’s waren.
Vb. wasmachine spaart tijd, maar we wassen en drogen veel meer en vaker.
- Versnellende samenleving
è Maar winst levenskwaliteit niet altijd gegarandeerd.

Wat zijn de motoren van deze maatschappelijke versnelling?


- Problemtaische combinatie van groei en versnelling.
- Niet de techniek is de oorzaak van versnelling
è Maar hoe wij er mee omgaan (zie brief/mails, zie gsm).
- Drie motoren van versnelling.

De sociale motor: concurrentievoordeel


- Kapitalistische economie gebaseerd op concurrentieprincipe.
è Technische en sociale versnelling geven (tijdelijk en relatief) concurrentievoordeel.
è Risisco: race to bottom -> je bent gedwongen om in de versnelling mee te gaan. Er wordt steeds
geconcurreerd (pakjes diensten leveren steeds sneller en sneller). Als iemand versnelt in een
sector dan zullen de andere moeten volgen.
Vb. flexibele uren, zondagopening en pakjesdiensten.
- Concurrentieprincipe ook buiten de economie.
è Politiek, wetenschap (publicatiedruk), kunst, zelfs religie -> vroeger werden er artikels geschreven
en werden ze allemaal gebundeld in een boek, nu worden de artikels in tijdschriften zo snel
mogelijk gepubliceerd (pre-view).
Samenleving als permanente concurrentieslag
- Behoud van de concurrentiepositie werd doel op zich.
- Meest essentiële motor van sociale versnelling.
- Quid levenskwaliteit?
- “Now, here, you see, it takes all the running you can do just to keep in the same place. If you want to
get somewhere else, you must run at least twice as fast!”.
è “stilstaan is achteruitgaan”, je hebt energie nodig om op dezelfde plek te blijven staan maar als je
echt vooruit wilt gaan dan zal je moeten versnellen.

De culturele motor: de belofte van eeuwigheid


- Versnelling in een seculiere samenleving functioneel equivalt voor ‘eeuwig leven’ -> vroeger waren de
meeste mensen op een bepaalde manier gelovig. Alles moet niet gebeuren in dit leven, er is nog een
leven na de dood.
- Als er geen leven na de dood is, moeten we alles in dit leven realiseren -> er proberen steeds meer
mensen twee levens in 1 te krijgen, we geloven niet meer in een leven na de dood.
- Versnelling
= meer dingen doen en ervaren in dit leven.
= twee levens in de tijd van één.
Hedonistische tredmolen
- Tragedie van de moderne mens: steeds meer en steeds sneller, maar nooit genoeg.
- Mensen staan hier zelden bij stil, tenzij bij
è Burn-out
è Overlijdens -> afscheidsritueel als reflectiemoment/confrontatie met eindeigheid, het overlijden
van iemand is de confrontatie met het feit dat je geen tijd vrij gemaakt hebt om op bezoek te
gaan.
è Of een sterke natuurervaring?

11
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Of een confrontatie met kunst?

Versnellingscirkels als ‘interne’ motor


- Sociale versnelling is:
è Een zelfaandrijvend systeem.
è Zichzelf versterkend feedbacksysteem.
- Technische versnelling leidt tot snellere levenswijzen en versnelling van sociale verandering, wat leidt
tot hoger levenstempo, wat de vraag versterkt naar verdere technische versnelling en zo blijft het op
haar beurt verder gaan.

TIJD, TEGERNREACTIES, TRAGE VRAGEN EN ONTHAASTING

Wat is verlanzaming? 5 vormen van verlangzaming


- Natuurlijke snelheidslimieten begrenzen versnelling.
è Seizoenen, dagen.
è Ecosystemen.
è Bioritme -> je lichaam geeft een aantal grenzen aan. bijvoorbeeld een burn-out geeft aan dat het
lichaam zijn grenzen overschreden heeft.
è We proberen soms met de tijd te spelen om deze te versnellen (licht gebruiken om de cyclus van
een dag op 22 uur te zetten voor kippen -> ze leggen dan meer eieren in een week dan moest een
dag 24 uur hebben).
- Oases van verlangzaming.
è Vaak gecommercialiseerd.
Retro: tijd is blijven stilstaan.
Commerciële inthaasting: wellness en sauna, onthaastingsarrangementen.
è Het druk hebben geeft een dubbele boodschap. Tegenover de drukte verlangen veel mensen naar
momenten van ontsnappen zoals vakantieperiodes. Er komen een aantal bedrijven die zich
specialiseren in het creëren van die rust voor mensen. Het concept is gericht op een oase te
creëren zodat mensen zich kunnen ontspannen en ontstressen. Met geluid ook een decor geven
om het gevoel van onthaasting te creëren.
- Disfunctioneel neveneffect van sociale versnelling (verlangzaming waar het niet bedoeld is).
è Files -> de uitvinding va de auto heeft ervoor gezorgd dat mensen zich sneller en over grotere
afstanden konden verplaatsen.

12
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Enkel in de steden daalt het autogebruik een beetje (hier zie je deeleconomie opkomen).
Je verplaatst je nu trager in het verkeer dan dertig jaar geleden. De wagen is geen versnellings
element meer omdat er zo’n hoog gebruik is.
è Depressies en burn-out. Mensen die de snelheid niet meer aankunnen -> depressies, burn-out.
We leven in een land met een zeer productieve economie. Onze lonen zijn hoog maar we werken
heel hard, heel snel. Mensen die het niet meer aankunnen worden op de ziekenkas gezet,
ontslagen worden, langdurige werkloosheid etc, hierdoor kunnen ze nooit meer in de
arbeidsmarkt terecht komen. Het is niet dat ze deze verlangzaming zelf gewild hebben. Dit leidt
tot de structurele uitsluiting.
è Structurele uitsluiting werknemers (ouderen, lagergeschoolden, minder productieve).
è Lockdowns door corona en de snelle verspreiding van het virus?
- Intentionele verlangzaming.
= bewust vertragen.
è Functionele (versnellende) verlangzaming.
Yoga, meditatie of mindfullness.
Natuurervaringen.
Bv. een bedrijf dat heel veel vraagt van de werknemers maar als tegemoetkoming een masseuse
invoert om de werknemers te laten ontspannen voor een kwartiertje. Zo gaan ze daarna terug
harder werken. Veel bedrijven organiseren mindfullness lessen voor de werknemers (dit is niet
alleen voor het mentaal welzijn hoog te houden maar om de werknemers terug harder te laten
werken en dat ze goed blijven functioneren). Een heel dubbelzinnige manier van verlangzaming.
è Ideologische (oppositionele) verlangzaming.
Bewust dingen trager doen (slow food, slow sex, slow sience).
Sommigen in radical-ecologische beweging.
Er bewust voor kiezen om minder te doen, om dingen trager te doen, om dingen anders te
beleven. Bijvoorbeeld mensen die deeltijds gaan werken, mensen die op wereldreis gaan (alles
even achter je laten). Je merkt dit ook in ondernemingen zoals slow food (verzet beweging tegen
fast food, ze streefden naar lokale producten en kwaliteit, ze willen af van de massaproductie van
eten en voedingsmiddelen, alleen maar serveren wat op dat moment het resultaat is voor het
seizoen), levenskwaliteit versus ontspanning. Spelen met tijd maar ook met beleving.
In de wetenschzp moet steeds meer gepubliceerd worden, de tijd die ze hebben om onderzoek te
doen verkort steeds.

Keerzijde sociale versnelling = structurele en culturele verstarring?


- Fluïditeit.
- Hyper-optionaliteit.
è FOMO -> we kunnen steeds moeilijker kiezen, zoveel mogelijk dingen proberen te combineren.
- Flexibiliteit.
- Geen echte veranderingen meer mogelijk als alles voortdurend verandert?
è ‘razende stilstand’ (filosoof Paul Virilio).
è Hoe meer het veranderd, hoe meer het uiteindelijk hetzelfde blijft.

Slotsom Hartmut Rosa: versnelling, geen verlangzaming


- Ondanks vormen van partiële vertraging.
- Geen enkele reële en structurele tegentrend tegen de moderne versnellingsdynamiek.
- Van verandering als vooruitgang naar ‘doelloze episodische beweging’ -> verandering was vroeger
vooruitgang, nu is het een doelloze episodische beweging.
- Modernisering vandaag als continu proces van versnelling -> onze tijd is gekenmerkt door een
voortdurende verandering. Continue versnelling als basiskenmerk van onze samenleving.

13
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Harry Kunneman: trage vragen in een versnellende samenleving


- Drie doorten versnelling bij Hartmunt Rosa:
è Technische versnelling.
è Versnelling sociale veranderingen.
è Versnelling levenstempo.
- Groeiende tijdsdruk.
- Kunneman: ‘trage vragen’ komen onder druk.

Wat bedoelt Kunneman met ‘trage vragen’


- Zingevingsvragen.
- Existentiële vragen.
è Ziekte, lijden, dood.
è Ambivalenties rond liefde, trouw, zorg (partners, ouders, kinderen).
- Onder de versnelling blijven trage vragen bestaan.
è Eigen dynamiek.
è Tegendeel van versnelling.
- Vragen die per definitie in de diepte gaan, ze gaan over heel fundamentele menselijke kwesties. Je kan
ze niet ontlopen ook al zou je wel willen. Je stelt je geen vragen bij de versnelling tot er bijvoorbeeld
iemand overlijdt, dit doet de tijd stilstaan. Dan gaan mensen zich afvragen waar ze mee bezig zijn, ze
zijn zo druk bezig met hun werk, met afspraken en hebben zelf niet de tijd genomen om iemand dat
veel voor je betekend te bezoeken. Was is de eesentie? Wat doet er toe? In rouwprocessen bij verlies
zie je heel vaak trage vragen. Je gaat nadenken wat je wilt in je leven, wat je wilt van het leven, wat is
de essentie van het leven?
- Ouders en kinderen: welke vrijheid geef je hen, waneer moet je ze loslaten -> ouderen worstelen met
veel trage vragen.
- We duwen de trage vragen voortdurend weg, het doet je nadenken. In existentiele sleutelmomenten
komen deze vragen toch boven en moet erover nagedacht worden.
- Ze zijn het tegendel van de versnelling. Je moet de tijd nemen om een antwoord te kunnen geven op
de trage vragen.

Wat kenmerkt trage vragen?


- Niet: vele vragen in hoog tempo.
è Bv. mails.
- Wel: langzaam maar onontkombaar.
è Confrontatie met sterfelijkheid.
Stijgt met de leeftijd.
En bij onverwachte overlijdens (levenseinde, palliatieve zorgen en euthanasie, afscheid).
è Veranderende relaties.
è Zingevingsvragen.
- Het kan zijn dat trage vragen pas een paar weken/maanden boven komen. Soms vertalen ze zich naar
mentale kwalen (depressie).
- Confrontatie met sterfelijkheid is de grootste trigger van trage vragen. Hoe ouder je wordt, hoe meer
je erover gaat nadenken. Euthanasie is het uitstek van de trage vragen.
- Ze doen ons nadenken over de essentie van het leven op aarde.
- Een zekere tijdloosheid.
è Historisch onveranderlijk.
è Verbonden met mythen en eeuwenoude scripts.
Vb. Oedipus Rex van Sophocles.
Tragedies Shakespeare.
- Basale emotionele transacties.

14
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Ouder – kind.
è Winnaar – verliezer.
è Beul – slachtoffer.
è Meester – slaaf.
- Ze zijn niet aan één moment gekoppeld maar ze gan al mee van in het begin van de mensheid.
- Fundamentele menselijke thema’s, ze vormen dilemma’s waar mensen fundamentele keuzes moeten
maken.
- Vaak meer voelbaar dan benoembaar.
- Trage vragen als vage vragen.
è Depressies.
è Psychosomatische klachten.
Afscheid nemen kost tijd.
è Hoe ruimte en tijd maken voor trage vragen?
- Ze zijn moeilijk in woorden te brengen. Als je savonds in bed ligt te piekeren is het meoeilijk om uit te
leggen hoe dit komt.
- Heel wat mensen gaan met hun mentale en fysieke kwalen naar een arts om pillen te krijgen voor
depressie etc. maar je moet eigenlijk een antwoord kunnen bieen op deze trage vragen.

De paradox van trage vragen in onze postmoderne consumptiemaatschappij


- Onze technomaatschappij absorbeert trage vragen.
è Duwt ze weg door technologie, snelheid, verleggen van grenzen.
è Maar verdringt ook trage vragen die we wél onder ogen zouden moeten zien.
è Ze verdwijnen niet omdat er geen ‘tijd’ voor is.
- Vb. gesprek met kankerpatiënt over experimentele behandeling of over naderend levenseinde.
- Ze behoren tot de essentie van het menszijn.
- Van in het begin van de mensheid waren dit de meest existentiele vragen. Ze hebben bepaalde
verwerkingsprocessen nodig. Hoe maak je tijd en ruimte voor deze trage vragen?
- Artsen leren slecht nieuws over te brengen. Hoeveel tijd is er nodig om dit te bespreken met de
patiënt? In de versnelde samenleving hebben we hier niet de tijd voor.

Drie categorieën trage vragen


- Rond eindigheid en afhankelijkheid.
è Kanker.
è Corona.
è Zorgafhankelijkheid.
- Rond armoede en uitsluiting.
- Ecologische vragen en klimaatcrisis.
è Belang en waarde van de natuur.
- Hoe ruimte en tijd maken voor trage vragen?
- Je vraagt je af waarom jij de dingen niet hebt die andere mensen wel hebben.
- Ecologische vragen worden vaak van de agenda geschrapt. Wat kunnen we nog doen om de negatieve
effecten te kunnen stoppen? Wat moeten we opgeven?
- Als mensen slachtoffer worden van klimaatrampen beginnen existentiële vragen naar boven te
komen.

Hoe ruimte en tijd maken voor trage vragen


- Tijd: in de agende, in je leven, in je hoofd en in je lichaam, in de samenleving etc.
- Ruimte: welke ruimtes geven ‘ruimte’ voor trage vragen?
è Rol ontwerp.
è Impact natuur.

15
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Impact geluid.
- Plekken voor de vertraging zijn in de samenleving ook belangrijk. Hoe maak je letterlijk tijd en ruimte
voor de trage vragen? Hoe ontwerp je voor processen van verlangzaming.
- Tijd maken kan je op verschillende manieren kan doen: je kan dingen schrappen van je agenda, je kan
het doen in de samenleving of in je leven maar hoe maak je ruimte voor deze processen?

Groeiende behoefte aan onthaasting (bij sommige mensen/groepen in de samenleving)


- Snelheid levert soms comfort, maar kost soms ook kwaliteit.
è Reizen:
Dingen écht ervaren.
Of locaties verzamelen: been there done that.
Ook: hoe bezoeken mensen natuur(parken).
è Werk: productiviteitsdruk
Ten koste van levenskwaliteit en nachtrust.
Burn-out als uitputtingssyndroom (meer dan 1 op 10 Vlaamse werknmeres kampt met burn-out).
- Het doet ons anders met dingen omgaan. We verliezen aan resonantie door de voortdurende
versnelling.
- We vinken af, we hebben de illisie dat we de stad beleefd hebben maar eigenlijk hebben we geen
voeling met de stad. Tegenwoordig gaan we sneller reizen waardoor we alles gaan plannen wat we
elke dag willen doen.

Materiële versus post-materiële waarden


- Tijdsvragen zijn kwaliteitsvragen, vanuit post-materiële waarden en noden.
- Materiële waarden:
è Hoog inkomen.
è Welvaart.
è Consumptie.
è Snelheid en versnelling als doel.
- Alles wat je kan kopen. Je in bezit kan hebben. Het zit vaak ook in de manier waarop ouders hun
kinderen opvoeden (bijvoorbeeld studiekeuze bepalen op hoeveel je er later mee gaat verdienen).
- Time is money.
- Post-materiële waarden:
è Levenskwaliteit.
è Welzijn.
è Combinatie werk/gezin.
è Geen snelheid maar kwaliteit (voedsel, autonomie over tijd, ruimte voor trage vragen).
- Vragen die rond onze levenskwaliteit en ons welzijn draaien. Job kiezen en kijken of je dan een goede
werk-thuis relatie hebt, dat je nog genoeg ontspanning en vrije tijd kan nemen is een keuze die post-
materialistisch is.
- Vragen over tijd zijn post-materiële vragen. Je focust op kwaliteit veel meer dan op snelheid.

Tijd als nieuwe luxe


- Post materiële luxe in de 21ste eeuw is tijd.
è Open ruimte, sociale contacten,…
- Onthaasten is:
è Geen nostalgie of vlucht.
è Wél zoeken naar kwali-tijd (opletten voor tijdsparadoxen: te hard streven naar kwaliteit kan
tijdsdruk verhogen).
- Onthaasten: in de versnellende samenleving zoeken naar levenskwaliteit.

16
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Tijdskapitaal steeds belangrijker


- Franse socioloog Pierre Bourdieu: drie soorten kapitaal
è Economisch: wat er op je rekening staat.
è Sociaal: sociale netwerken.
è Cultureel.
- Tijdskapitaal als 4de soort.
è Tijd hebben.
è Kwali-tijd.
è En vooral: tijdsautonomie.
- In deze samenleving wordt tijdskapitaal steeds belangrijker. Wie heeft welke keuzevrijheid om tijd te
nemen? Het gaat over tijdsautonomie maar ook over de tijd die we hebben.

Reflectievragen
- Wat is de impact van deze versnelling op ons omgaan met:
è Trage vragen.
è Natuurervaringen.
è Kunstervaring.
è Herstel.
- Op welke manieren kan een ruimte een kader bieden om ‘tijd’ te maken voor deze vragen van
tijdelijke verlangzaming.

SOCIOLOGIE VAN DE SOCIALE RUIMTE

Beursgebouw in Brussel. Sterk gerenoveerd. Hele straat is heraangelegd als voetgangerszone. Vroeger was het
de belangrijkste verbinding tussen het noord en het zuid station van Brussel en was er heel veel verkeer. Dit
laat zien dat de oude gebruiken toch nog een dwingende kracht had over de mensen om over te steken
(voetpad).

Wat is ruimte voor jou?


Ruimte: vrijheid om dingen te kunnen doen. Je ergens kunnen bewegen zonder dat je ergens benauwd voelt.
Ruimte wordt gecreëerd door de mens en is een soort van afbakeningen. Een plek waar je iets kan doen (een
functie). Een plaats die niet oneindig is. De plaats waar wij ons begeven en begrensd is door een aantal
grenzen. Het kan privé of publiek zijn. Kan zowel fysiek als mentaal zijn.

17
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Sociologie van de sociale ruimte


- Net zoals tijd zijn ook plaats en ruimte niet absoluut.
è Ze krijgen betekenis.
è Ze worden door mensen bepaald
Keuzes van mensen bepalen (mee) hoe ruimte is, welke rol een plaats speelt en welke
mogelijkheden we hebbe met die ruimte.
- Hoe kijkt sociologie naar ruimte, plaats en haar gebruik?
- Hoe is ook ruimte sociaal geconstrueerd?

Twee aanvullende teksten


- Gans, Herbert, 2002 -> The sociology of space: a use centered view.
- Kesteloot, Christian, Loopmans, Maarten en De Decker, p., 2009 -> space in sociology: an exploration
of a difficult conception.

Bepaalt ruimte gedrag? Of bepaalt gedrag ruimte?


- Ruimte stuurt gedrag van mensen maar niet altijd, niet overal.

Gans, Herbert, 2002. The sociology of space: a use-centered view.


- Jonge architecten zijn vaak ‘spatial determinists’.
è Macroniveau: de ruimte ontwerpen of hertekenen kan een samenleving veranderen.
è Microniveau: ruimte ontwerpen of hertekenen kan gedrag sturen/bepalen.
- Overschatting van de impact van de ‘ruimte’ (en van de impact van ontwerp.
- Ze gaan ervan uit dat de manier dat zij een bepaalde plek/ruimte ontwerpen, mensen hun gedrag
aanpassen en zich volgens de dwingendheid van het ontwerp gaan gedragen. Op de foto zie je het
tegenovergestelde. Stuurt ruimte gedrag? Stuurt gedrag ruimte? Je ontwerpt altijd een deel van de
samenleving, hoe klein ook.
- In het echte leven gaan mensen soms heel anders om met de ruimte dan bedoeld was.

Thomas Gieryn: all social life is ‘emplaced’.


- Evidentie: alle social eleven spelt zich af op een plaats, is ruimtelijk.
- ‘Natural space’ is een presociale notie.
- ‘Natuurlijke ruimte’ wordt pas een social fenomeen als ze gebruikt wordt.
è Als mensen ze gebruiken, begrenzen, betekenis geven,…
è Dan wordt het sociale ruimte.
- Een ruimte is een plek waar je iets kan doen, waar functies zijn. Iedere handeling die wij stellen speelt
zich af op een bepaalde plek/een bepaalde ruimte en is ingebed in deze ruimte. Ruimte en
ruimtegebruik kent vaste patronen (bv als er keuze is in de aula gaan we niet vanvoor zitten -> de aula
bepaald ons gedrag niet maar sociale interacties).
- Ruimte wordt pas betekenisvol als ze door mensen gebruikt wordt (discutabele uitspraak) -> dit wilt
zeggen dat een onbewoond eiland waar geen mensen zijn geen waarde heeft (maar dit kan wel een
waarde hebben voor dieren, ecosystemen etc). Zijn standpunt is dat pas als er mensen zijn en mensen
er dingen doen, de ruimte betekenis krijgt.

Basisvragen van de sociologie van de (sociale) ruimte


- Hoe transformeert de samenleving – individuen en groepen – natuurlijke ruimte in sociale ruimtes?
è Van micro (een straat, een plein, een portaal…).
è Tot macro (globalisering).
- En wat is de impact van natuurlijke en sociale ruimte op individuen, groepen en sociale processen?
- Hoe veranderd de ruimte dan als mensen er gebruik van maken? Je kan dit op verschillende niveaus
bekijken. Hoe mensen een ruimte gebruiken heeft opnieuw een impact op het gedrag van mensen.

18
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Twee basisvragen vanuit een ‘causale lens’.


- Schept de ruimte gedrag?
è Heeft de ruimte een ‘causal power’?
è Wanneer, hoe, waarom?
- Schept gedrag de ruimte?
è Hebben individuen en groepen een ‘causal power’?
è Wanneer, hoe, waarom?
- 2de vraag het meest cruciaal voor sociologen.

Voorbij ruimtelijk determinisme


- Individuen en samenlevingen produceren sociale ruimte door het gebruik van de ruimte.
è Al heeft de ruimte ook een invloed op de gebruikers.
- De inrichting van de ruimte heeft sociale effecten.
è Niet automatisch.
è Meestal indirect.
è Zelden of bijna nooit een totaal oorzakelijk effect.
- Oversteekplaats voor voetgangers. Foto van toen Brussel nog meer autogericht was. Ondanks het feit
dat er zoveel voetgangers zijn, heel veel mensen zich nog een het voetpad houden. De hoeveelheid
voetgangers bepaald hoe hard de auto’s hierop moeten letten. Het voorziene zebrapad is veel te klein
dus mensen steken over op plekken dichtbij het zebrapad. Als er minder voetgangers zijn, dan zullen
ze veel voorzichtiger zijn. De machtverhoudingen wisselen dan. In dezlfde ruimte, op dezelfde plek
maar op een ander moment de machtsverhoudingen anders liggen, het krijgt andere manieren van
gebruik. Het gaat niet alleen over de inrichting van de ruimte maar over het tijdstip en de
verhoudingen van gebruikers.
- De inrichting van ruimte heeft sociale effecten maar nooit helemaal. Heeft te maken met de context
en de tijd. De ontwerpkeuzes in een ruimte kunnen impact hebben op het gedrag van een deel van de
mensen op een bepaald moment.

Gans wil gebruik (en gebruikers) centraal stellen in de analyse


- Ruimte begrijpen vereist een ‘use-centered approach’.
è Hoe wordt ruimte gebruikt en geïnterpreteerd?
è Analyse van de gebruiksfuncties.
- Daardoor verschuift de focus ook naar een ‘users’ of gebruikers-perspectief.
- Niet de ontwerper, maar het gebruik en de gebruikers moeten centraal staan.
- Gebruiksgerichte benadering (je stelt de functies centraal) van ruimte maar ook een
gebruikersgerichte benadering (je stelt de gebruikers centraal).
- De focus verschuift naar de gebruikers.
- Park spoor noord: 15 jaar geleden was het een domein dat braakliggend was (oude spoorwegsite).
NMBS had het terrein al jaren niet meer nodig dus het had geen functie meer. Het stadsbestuur is met

19
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

NMBS gaan ondrhandelen om over te kopen voor de samenleving. 10% is bebouwd geworden met
hoogbouw, 90% is open gebleven als groen ruimtz/park ruimte. Er is ook een waterpartij waar
kinderen kunnen spelen. De ruimtelijke verdeling leidt tot een soort uitspreiding over de ruimte. Het is
een plek waar veel verschillende gebruiksfuncties kunnen doorgaan en de bepaalde functies trekken
andere mensen aan. in de zomer kent de plek andere gebruikers en invullingen, dag en nacht maakt
een verschil, tijd bepaald mee de gebruiksfuncties maar ook de gebruikersfuncties.
- Observeren is cruciaal om een plek te kunnen ontwerpen. Mensen gebruiken ruimte anders dan de
vooropgestelde functie van een ontwerp.

A use-centered approach to space: basisthema’s


- Gans maakt een synthese van thema’s in de ruimtelijke sociologie die vertrekken vanuit een analyse
van de gebruiksfuncties van ruimte.
è Hoe beïnvloeden mensen de natuurlijke ruimte en de sociale ruimte?
è Welke studies vinden we hierrond?
- Inventariseren welke verschillende benaderingen er mogelijk zijn.
- Land use/ ruimtegebruik.
è Hoe leven mensen in hun huizen?
Hoe verdelen ze de ruimtes?
è Idem gebruik publieke ruimte.
è Ruimte voor toeristen in de stad.
Bv. AirB&B en impact op de woonmarkt.
è Hoe gebruiken mensen ruimtes? Menselijk gedrag is soms heel voorspelbaar maar toch
bestuderen we het niet genoeg (hoe verspreiden mensen zich over een treinwagon, hoe spreiden
mensen zich in een lift). We proberen de afstand tussen mensen te maximaliseren.
è Woningen veranderen van karakter. Veel meer woningen verschuiven van een bewonersfunctie
naar een toeristische functie (AirB&B). Het delen van ruimte. Merendeel van de AirB&B nu zijn
woningen die door investeerder/ die door bedrijven gekocht zijn met als enige bedoeling ze
voltijds te verhuren. Je kan zo veel meer inkomsten hebben dan wanneer je een huurder kiest.
Het is zo grootschalig geworden in de steden dat het de woonprijzen de hoogte injaagt. Huizen
worden onbetaalrbaar omdat ze moeten concurreren met de AirB&N’s. woningen die ontworpen
zijn als individuele woningen worden een deel van de sociale infrastructuur.
- Land values/ woning en grondprijzen
è Speculatie.
è Suburbanisatie.
è Gentrification of sociale verdringing.
è Thuiswerk is een deel geworden voor heel veel beroepen -> een deel van de kantoorgebouwen
blijven leeg en bedrijven gaan deze proberen te beperken. Een deel van de huidige kantoorfunctie
gaat omgezet worden naar woonfunctie. Prijzen sturen het woongedrag van mensen.
è Mensen kunnen zich geen woning meer veroorloven in Brussel bijvoorbeeld dus ze gaan naar
andere plekken om betaalbare woningen te vinden. Wie kan zich veroorloven om waar te wonen?
- Locatie.
è Relationeel concept: de verhouding tot...
Social spaces that make connections between users or uses.
è Sociologie versus immo’s.
Quid architectuur?
è Waar is een bepaald stuk grond gelegen? De locatie is een grote parameter bij de prijs van een
woning. Een woning in Knokke zal veel duurder zijn dan dezelfde woning in een andere stad. De
ruimte is de plek diede connectie tussen de gebruiksfuncties en de gebruikers bepaalt.
- Densiteit.
è Basiskenmerk stedelijkheid.

20
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Nood aan verdichting.


è Overbewoning.
è Ongelijkheid in woongrootte.
è De densiteit verhogen. Nood aan verdichting is 1 van de basislijnen. In armere wijken zie je vaak
overbewoning en worden de woningen op een andere manier gebruikt dan ze oorspronkelijk
bedoeld was.
è Studies over densiteit gaan ook over ongelijkheid (op de foto zie je aan de linkerkant de arme wijk
en aan de rechterkant zie je een luxe woningblok).

- Propinquity of nabijheid.
è Homogeniteit of diversiteit van wijken.
è Effect woontypologieën op contacten en sociale cohesie -> bepalen welke bewoners er komen.
è Privacy en sociale controle.
è Rol van planning.
- Publieke ruimte.
è Soms politiek ingeschat: belang publieke ruimte in democratie.
è Plek voor ontmoeting.
è Recreatief.
- Studie van buurteffecten.
è Positief/negatief.
è Cruciaal achter beleid rond sociale mix.
- Community models.
è Stad versus suburb versus platteland.
è Suburbanisatie.
è Hoe gebruiken mensen de ruimte in de stad, in suburbane.
è Verschillen tussen ethnische groepen?
è Hoe bepalen woontypologiën samenlevingsvormen? Landelijk wonen -> heel andere woon en
gedragstypologiën dan woningen in de stad. Het is heel sturend voor hoe mensen zich gaan
gedragen in de wijk. Woningtypes sturen voor een stuk beleving van ruimtes.
- Ruimte in de politieke economie.
è Neo-marxistische benadering.
è Henri Levevre (1991).
è Manuel Castells.
è David Harvey.
è Studie van (de strijd om) de ruimte als vorm van kritiek op kapitalisme.
è Theorieën of centrum/periferie, combinatie ruimte/macht.
è Globalisering en vestigingspatronen multi-nationals in functie van fiscale ontwijking.
è Footloose versus globalisering.

21
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Politieke studie van ruimte gebruik. Iedereen heeft recht op de stad (maakt niet uit welke
ethniciteit, welke papieren je hebt etc).
è Op welke plekke, wordt rijkdom gecreërd? Op welke plekken in de wereld worden mensen
geëxploiteerd?

- Zeer grote homogeniteit (dezelfde gevels, aantal verdiepingen, halfopen bebouwing, zelfde
bakstenen, zelfde ontwerpen). niet alleen de huizen lijken op elkaar maar de bewoners ook.
Bijvoorbeeld er gaan geen koppels onder de 25 jaar wonen maar ook geen koppels boven de 55 jaar.
als je afgestudeerd bent ga je deze woningen niet kunnen kopen, het zijn koppels die al een aantal jaar
gewerkt hebben en gespaard hebben. Als mensen 50/55 geworden zijn en de kinderen gaan uit het
huis dan ga je niet dit soort woning kopen. Dit zal een straat zijn met bijzonder weinig immigranten
(prijs, locatie etc). de meeste koppels zullen twee auto’s hebben omdat de scholen en winkels te ver
gelegen zijn van het centrum.

The power of space


- Economische, emotionele, gezondheidsimpact, levenskwaliteit en andere impacten van ruimte op
mensen.
- Maar: studie van de sociale ruimte leert dat eenzelfde ruimte niet hetzelfde effect heeft op iedereen.
è Zelfde gebouwen.
è Zelfde pleinen.
- Ruimte heeft een kracht. Het heeft invloed op gedrag. Levenskwaliteit heeft impact op mensen en het
gebruik. Ruimte stuurt nooit helemaal het gedrag.
- Foto: ingang shoppingcenter in Parijs (Les Halles). Het drukste metrostation van Parijs, gigantisch
shoppingcentrum. Een plek waar in de 19de eeuw een luchtpark was, in de jaren 60-70 uitgebouwd tot
een metrostation en shoppingcentrum. Gesloopt bij de eeuwwisselingen en nu een nieuwbouw
complex is met dezelfde functies als daarvoor. Een plek waar heel veel mensen afspreken.
Aantrekkingsplek voor toeristen (voor de metro omdat er heel veel dingen te zien zijn). Heel veel
jongeren die zich hier verzamelen. Plek waar daklozen elkaar ontmoeten. Heel veel verschillende
gebruiksfuncties dit zich soms op dezelfde tijd voordoen maar soms ook op een ander tijdstip. Heel
levendige plek in de stad. Afhankelijk van het uur van de dag zal het ruimtegebruik verschillen.
Wanneer stuurt ontwerp gedrag? Wanneer stuurt gedrag ruimte?
- Dezelfde ruimte zal niet op elk tijdtip hetzelfde effect hebben.

- Natural space kan een heel dwingend effect hebben op gedrag van iedereen.

22
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Aardbevingen, overstromingen, klimaatopwarming,…


- Effect van sociale ruimte op gedrag is beperkter, selectiever, vereist interpretatie.

Besluit: sociologie van de sociale ruimte


- Helpt bestuderen hoe mensen ruimte gebruiken en tot ‘sociale ruimte’ maken.
- Kan bijdragen tot meer mens-gerichte en gebruiksvriendelijke ontwerpen en planning.
- Sociologie van de sociale ruimte kan ontwerp
è Inspireren.
è Evalueren.

SPACE IN SOCIOLOGY

- Weinig aandacht
- Een zaak van geografen?
- Ondanks werk van topsociologen en geografen als David Harvey, Henri Lefebre of Manuel Castells.
- Rol van ruimte onvoldoende erkend als basiselement van sociale relaties.

Opbouw van het artikel


- The nature of space: David Harvey.
- Ruimte als venster op menselijke relaties:
è Chicago school
è Waarom schieten beide tekort?
- Space as meditation: Anthony Giddens.
- Na Giddens: terug naar business as usual?

David Harvey
- Kritische (neomarxistische) stroming in Jaren ’80 en ’90.
- David Harvey: stedelijkheid is een resultaat van de gecreëerde omgeving die voortvloeit uit de
verspreiding van het industriële kapitalisme.
- Zijn invloed gaat tot in de 21ste eeuw. Hoe krijgen steden vorm gedreven door projectontwikkelaars en
kapitaal en minder door architecten. Hij gaat de verstelijking bestuderen.

The nature of space: een drievoudige ontologie


- Iedere ruimte is
è Absoluut (bestaat op zichzelf) -> de lege ruimte, de niet gebruikte ruimte. Bijvorbeeld de
afmetingen van een gebouw. Woning die casco wordt opgeleverd.

23
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Relatief (als relaties tussen objecten -> focus op de objecten) -> voorwerpen en meubels staan
hierin, verhoudingen tussen afstanden van bijvoorbeeld keuken en eettafel. Relatie tussen
objecten.
è Relationeel (de sociale relaties scheppen de ruimte -> door ze te gebruiken) -> een ruimte begint
pas te bestaan als ze relationeel wordt (als mensen binnen komen).
- Voorbeeld van klas of aula:
è Absoluut: bestaat op zichzelf, het lege lokaal, casco.
è Relatief: als relaties tussen objecten, focus op objecten: bord en opstelling, stoelen, catheder,
centrum of periferie campus.
è Relationeel: de sociale relaties scheppen de ruimte, door ze te gebruiken als leslokaal,
aanwezigheid docent en studenten, interactie.

- Absolute ruimte is de meest gebruikte invulling van ruimte.


è Zeker bij (interieur)architecten.
è Tegelijk de meest abstracte -> hier moet je beginnen ontwerpen.
- Relationele ruimte is veel concreter.
- Relatieve en relationele ruimte kan verschillen van de fysieke ruimte.
- Aandacht voor de drie elementen samen is cruciaal.
è En juiste meting van de drie vromen.
- Voorbeeld van plein:
è Absoluut: hellingsgraad is een deel van de absolute ruimte. De omtrek van het plein. De
afstanden, hoeveel vierkante meter. Het plein is overal begrensd.
è Relatief: de afstanden tussen de huizen/gebouwen. Zitplaatsen en paden. Afstand tussen de
terassen. De paden op het plein. Lijnen geven een vorm van ritmering op het plein. De paaltjes die
rond het plein staan om af te bakenen (ritme van het plein). De plek waar het plein gelegen is,
speelt ook een rol. Alle straten er rond volgen de boog van het plein. In welke oriëntatie het plein
gelegen is. De zon maakt andere plekken van het plein aantrekkelijker voor de mensen.
è Relationeel: de mensen op het plein, hun interacties met elkaar. Het plein in gebruik nemen
(terrasje doen, zitten op het plein, wandelen…). Ruimte waar de connectie tussen mensen en
dieren is. Mensen die op het plein zitten gebruiken de ruimte anders dan mensen die op
restaurant zitten. Mensen die genieten van de zon (in het midden van het plein). Het paardrijden
op het plein, er zijn veel meer mensen op het plein (ze gaan dichter bij elkaar staan om de
wedstrijd te kunnen zien). Mensen die naar het midden van het plein kijken. Mensen verspreiden
zich anders naargelang het seizoen. Mensen gaan de paaltjes gebruiken om tegen te leunen.
Ruimte schept gedrag, gedrag schept ruimte.

24
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Reflectievragen bij je ontwerpopdracht


- Pas dit ook toe voor je huidige ontwerpopdracht.
- In welke mate is je ontwerp opgevat als
è Absolute ruimte
è Relatieve ruimte
è Relationele ruimte
- Wat voor soort ruimte(s) moet een dergelijk gebouw zijn?

Ruimte als ‘venster’ voor de studie van sociale relaties


- The chicago School (1920s-1940s).
- Robert Park, Ernest Burgess en Louis Wirth.
- Uban ecology
è Planten functioneren in een bepaalde biotoop.
è De stad kent gelijkaardige ‘sorteringmechanismen’.
è Stad afbeelden met verschillende zones.
- Vergelijking met de biologie: bepaalde planten zullen beter groeien op
bepaalde plekken. Mensen zullen dus ook beter evolueren in bepaalde delen van de stad.
- Stad als ‘menselijk ecosysteem’.
- Competitie om de ruimte -> symbiotisch evenwicht: hoe zijn groepen verdeeld?
è Niches of ‘natuurlijke gebieden’ voor een groep.
è Studie van sociale relaties in de stad.
- Bepaalde functies komen op andere plekken in de stad (kantoren, winkels, woningen).

Tekortkomingen Chicago School


- Empirisch moeilijk meetbaar.
- Grondprijzen onvolkomen indicator.
è Ruimte geen equivalent van arbeidsindeling in de sociale ruimte.
è ‘natural space’ onderschat belang van economische activiteit, die andere functies domineert.
è Grondprijzen per definitie relationele ruimte (Harvey).
- Andere stratenpatronen. Aand de aard van huizen kan je goed zien of de waarde ervan omhoog of
omlaag gaat.

Ruimte als ‘venster’ voor de studie van sociale relaties


- Social area analysis.
- Studie van ruimtelijke differentiatie.
- Sociale verandering vertaalt zich in ruimtelijke verandering.
- Maar: hoe verhoudt sociale verandering zich tot residentiële differentiatie?
è Onvoldoende aandacht voor relatieve en relationele ruimte.

25
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Space as meditaion – Anthony Giddens


- Sociologen hebben te lang het relationele concept van ruimte onderschat.
è Reïficatie van de ruimte als een apart domein dat interageert met sociale realiteit.
è Een sociologie van de ruimte
Stadssociologie, rurale sociologie,…
è Maar geen ‘spatialised sociology’.
Een ruimtelijke sociologie.
Alle sociale relaties zijn inherent ruimtelijk.
In alle sociologisch onderzoek.
è Giddens’ structuratie-theorie is wel een aanzet tot een meer volwaardige benadering van ruimte
in de sociologie.
- Sociologie kijkt te weinig hoe ruimte het gedrag van mensen beïnvloedt.

Giddens’ structuratie-theorie
- Ieder handelen krijgt ‘structuur’ in tijd en ruimte.
è In dagelijkse praktijken.
Routines in een ruimte en een tijdspanne (ik ga naar school).
è In systemen
Terugkerende patronen in ruimte en tijd (bv. tram of trein, de schooluren en schoolbel).
è In instituties
Bv. het openbaar vervoer, het onderwijs.
- Handelingen krijgen een verloop in de tijd en handelingen spelen zich af in de ruimte.
- Dagelijkse handelingen worden door meerdere personen gedmaakt, we gaan dit mogelijk maken
(straten, openbaar vervoer etc).
- Instituties zijn structuren die de dagelijkse handelingen mogelijk maken.
- ‘locales’ zijn de settings voor sociale interactie.
- Deze zijn ‘regionalised’.
è Sociale relaties krijgen vorm door acties binnen structuren, ingebed in tijd en ruimte.
è En ze veranderen deze structuren doorheen tijd en ruimte.
- De context verbindt individuele actie met maatschappelijke institutionalisering van sociaal leven.
- Relationele benadering van tijd en ruimte.
- Cruciale dimense van sociale relaties, en niet langer een externe factor.
- Doordat we met meerderen de dagelijse handelingen uitvoeren, komt er structuur in de maatschappij.
Individueel gedrag krijgt vorm in structuren (veel mensen doen hetzelfde zoals studenten,
werknemers). Deze structuren zorgen ervoor dat individueel gedrag vorm krijgt. dezelfde structuur
lokt niet bij iedereen hetzelfde gedrag uit. Handelen in de ruimte verbinden met handelen in de tijd.

Na Giddens weer business as usual?


- ‘spatial turn’ in sociologie deels terug stilgevallen?
è Bv. URBEX-onderzoek: ruimte als aparte integratiesfeer, niet geïntegreerd in markt,
wederkerigheid en herverdeling.
- Of heropleving vandaag, onder impuls van sociale geografie en stadssociologie?

Besluit sociologie van sociale ruimte en plaats


- Sociologie heeft liefde-haat-relatie met ruimte.
- Wat leren de voor ontwerp?
è Absolute en relatieve ruimte komen aan bod.
è Relationele ruimte vaak niet.
- Te vaak pragmatische en instrumentele benadering van de ruimte.
- We bestuderen te weinig wat ruimte met het menselijk handelen doet.

26
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Kantoorontwikkeling, ooit bedoeld als levendig plein maar nu een kantoorontwikkeling. Het
relationele ontbreekt hier, er komen niet veel mensen, er zijn veel dode momenten. Er nodigt niks uit
om mensen te lokken. Rationele ruimte is genegeerd in de ontwerpkeuzes (Kievitplein, Antwerpen).

Nochtans…
- ‘Every social relation is embedded in space and creates a relative, if not relational space’.
- ‘Each type of social relation has its own geography’.
- Een dynamisch ‘space-time perspective’ moet verder ontwikkeld worden.
è Voortbouwend op Harvey en Giddens.

DE MENS ALS SYMBOLISCH WEZEN, ALS RITUELENMAKER EN GEBRUIKER

De mens als symbolisch wezen


- Via taal
è Geschreven
è Gesproken
è Lichaamstaal
- Via handelingen
è Een hand of een zoen geven
è Een opgestoken middenvinger
è Iets ‘liken’ op sociale media
- De houding van een persoon (sollicitatie). Lichaamstaal ziet een hele variatie aan lichaamstalen.

Communicatie is gelaagd
- Belang van betekenislagen
è Wat mens zegt is soms niet wat men zegt (‘dat had je niet moeten doen’).
è Spreekwoordelijke taal (‘zo zot als een achterdeur).
è Gebruik van understatement, ironie, cynisme, sarcasme (‘goed gedaan’, ‘blij dat je in mijn team
zit’).
- Mensen die migreren moeten veel meer doen dan een taal leren. We communiveren op veel
manieren. Andere betekenislagen dan wat er letterlijk gezegd wordt.

Communicatie werkt ook met symbolen


- Woorden, handelingen en voorwerpen hebben soms ook een symbolische waarde
è Een burgemeesterssjerp -> macht uitstralen.
è De toga van de rechter -> traditie, de kledij moet gezag van de rechtbank uitstralen.
è Een roos -> je geeft een roos als teken van liefde, als teken van verdriet op begrafenis etc.
è Vlaggen.
è Een hoofddoek -> laten zien van welke gemeenschap je deel uitmaakt, het is wie je bent.

27
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Kleuren kunnen een onderdeel zijn van symbolische communicatie


- Kerkelijke liturgie
è Wit – zuiverheid.
è Paars – boete en bezinning.
- Kleurenpsychologie
è Marketing.
è Interieur.
- Weinig mensen weten nog waar deze kleuren voor staan, vroeger kon door de kleur van het gewaad
de soort misviering afgelezen worden.

Tijd en tijdstippen kunnen symbolische ladingen krijgen.


- Collectief
è Overgangsmomenten
Seizoenswissels (begin van lenten, zonnewende, herfst…).
Nieuwjaar (voor welke kalender?).
è Symbolische dagen
1 mei feest van de arbeid.
1 november, dag van de doden.
Valentijd.
è Startdag academiejaar
- Individueel
è Trouwdag, sterfdag, verjaardag.
- Symbolen hebben ook te maken met tijd. We geven een symbolisch gewicht aan bepaalde dagen van
het jaar.

Plaatsen met symbolische lading en betekenis


- Vele vormen van symbolische communicatie en ladingen.
- Bv. ground zero.
- Bv. gebedsplaatsen.
è Plaats van de kerk, synagoge, moskee… in stad of gemeente.
è Zichtbaarheid – toren, minaret.
è Binnenkant:
‘klein voelen’ ten aanzien van God.
Gerichtheid op altaar/oosten.
- Plaatsen om momenten te herdenken. Op plek van 9/11 -> herdenkingsmonument gebouwd -> het
moet een symbolische lading krijgen.
- Als je in een kerkgebouw binnenkomt zie je mensen stil worden in zo’n ruimte -> de architectuur
nodigt daartoe uit, veel architectuur heeft de bedoeling gehad om mensen klein te laten voelen door
de grootsheid van de architectuur.
- Symbolische communicatie in gebouwen.
è Trappen justitiepaleizen (gezag uitstralen).
è Parlementen.
è Bankgebouw.
- Wilt een bepaalde betekenis geven. architecten houden bijzonder veel van trappen bij justitiepaleizen.
De bedoeling hiervan is dat mensen een inspanning moeten doen om binnen te treden in de
rechtbank. Iedereen wordt veronderstelt om de uitspraak van de rechter volgen (kledij van rechters,
rechters zitten op een verhoging, burgers moeten zich klein voelen om zich te onderwerpen aan de
uitspraak van de rechter). Architecturale keuzes die de bedoeling hebben om een symbolische lading
te geven aan de architectuur.
- Bankgebouwen moet het succes, het gezag van de bank uitstralen. Hoge gebouwen, veel glas.

28
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Begraafplaatsen
è Oorlogskerkhoven
Massaliteit en anonimiteit getuigen van de waanzin van de oorlog.
è Confrontatie met eindigheid.
è Plek voor afscheid, verdriet, rust, sereniteit, religiositeit, spiritualiteit,…
è Combinatie tussen architectuur en landschaparchitectuur. Onmenselijkheid van de oorlog.
Symboliek wergeven. Confrontatie.

De mens als symbolisch wezen


- Mensen scheppen en gebruiken voortdurend symbolen in hun communicatie.
è Als individuen (micro).
è Als organisaties (meso).
è Als samenleving (macro).

De mens als rituelenschapper en gberuiker


- Rituelen:
è Door mensen geschapen.
è Met bepaalde bedoelingen.
è Patroon van handelingen.
è Betekenisgevend.
è Vorm belangrijk.
- Er zijn ook bepaalde handelingen in de ruimte. Ook bij verwerkingsprocessen.

Collectieve rituelen. Een klassieke sociologische analyse

- Durkheim: Les formes élementaires de la vie religieuse (1912).


- Iedere maatschappij moet mensen betrekken (burgerschap, belastingen, verbondenheid…). Hoe?
è Fysieke dwang.
è ‘autorité moraleé, die respect afdwingt.
Door collectieve ceremonieën en riten.
- Hoe samenlevingen religies kennen, maar ook hoe ze religies gebruiken. Mensen moeten zich deel
voelen van een land, een samenleving zodat ze het gezag naleven, belastingen betalen, deelnemen
aan verkiezingen. De samenleving wilt het gevoel geven dat wat jij doet belangrijk is. verschillende
manieren (geweld: mensen die zich niet houden aan de regels om gedrag af te dwingen) (symbolen
creëren: morele autoriteit die gezag afdwingt, mensen zouden het gevoel moeten hebben dat het
logisch is om belastingen te betalen, je moet het doen als burger). Symbolische handelingen die het
gezag van de overheid moeten uitstralen -> morele autoriteit.

Collectief ritueel bevestigt samenhorigheid


- ‘effervescense’ in de participerende leden.
- Collectief ritueel bevestigt het samenhorigheidsgevoel, de gemeenschappelijke normen, waarde en
doeleinden en is zodoende een factor in de instandhouding van de culturele eenheid.
- Niet enkel voor religies!
è Politiek, werk, privé…
- Samenhorigheid creëren. De gebeurtenis in Brussel zal zeker een herdenkingsmoment/ritueel krijgen.
Collectieve rituelen die als bedoeling hebben om het verwerkingsproces in de samenleving te starten.
Religies, landen doen dit.

29
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Wat maakt rituelen tot ritueel?


- Een ritueel heeft altijd een strak gestileerd karakter.
- Riten zijn aan nauwkeurige voorschriften onderworpen.
è Collectieve interactievormen van een groepering.
è Sacraal van aard.
è Gemeenschappelijke cultuurelementen vertolken.
- Bij een misviering is dit duidelijk opgebouwd.
- Iedere groep gebruikt hier zijn eigen symbolen voor.

Meer in detail:
- Gang van zaken bij het ritueel altijd min of meer vastgelegd in een aantal precieze normen.
è Sterk geïnstitutionaliseerde handelingen.
Zie klassieke mis of klassiek begrafenisritueel.
è Het loopt volgens een bepaald script, je weet wat er gaat komen.
- Gekenmerkt door een zekere plechstatigheid, door een gewijde sfeer.
è Een sacrale handeling: een handeling, waarbij gevoelens van eerbied voorgeschreven zijn.
è Scherp gescheiden van de profane situatie.
De rite is dan ook meestal onttrokken aan de sfeer van het alledaagse.
è Het heeft een bepaalde sfeer. Stilte als een deel van het verwerkingsproces, het doet ze stilstaan.
- In de rite worden altijd bepaalde normen, waarden, doeleinden of verwachtingen van de groepering
vertolkt.
è De rite is een communicatieproces, waarbij de leden van de groepering elkaar in kennis stellen
van de hen bezielende gelijkgezindheid.
Zingen Vlaamse Leeuw of Internationele.
Wij zijn hier om dankbaar afscheid te nemen van…

Rode draad: rituelen verbinden


- Rituelen brengen mensen samen.
è ‘een periodieke ‘verdichting’ van de sociale betrekkingen in de groepering’.
Religieuze bijeenkomst
Huwelijk, doop, begrafenis
Proclamatie
Start academiejaar
Sport
Opening van een tentoonstelling, vernissage, nocturne, finissage.
è Mensen verbinden, gebeurtenissen verwerken.

Voor individu en anderen


- Malinowski: ‘an unforgettable experience, unique in the life of the individual, is created, and by this he
learns the doctrines of tribal tradition and the rules of its morality’.
- Omstanders worden herinnerd aan de warden en idealen van de groepering.
è Het publiek dat de initiatieplechtigheid bijwoont, ondergaat eveneens de werking van het
collectief ritueel.
- Opening van het gerechtelijk jaar -> de voorzitter geeft een speech, de pasafgestuurde juristen
beginnen als advocaat en moeten een eed geven om trouw te zijn aan de wetgeving. Typisch
inwijdingsritueel. Door een eed te geven wordt de nieuwe advocaat gebonden aan verwachtingen,
regels etc.
- Publiek verdedigen van een doctoraat: communiatie, samenhorigheidsgevoel, overgangsritueel.

30
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Samengevat
- Van Doorn en Lammers: de kenmerken van het ritueel
è Het sacrale
è De strikte normering
è En de vertolking van gemeenschappelijke cultuurelementen
- Gericht op verbinden.

Maar…
- “Misschien impliceert de ontwikkelingsgang van primitieve naar moderne samenleving niet zozeer een
algehele vermindering van ritueel in het sociale leven, als we een geleidelijke vervanging van scherp
omlijnde en universele riten en ceremoniën door diffuse, gespecialiseerde en alternatieve vormen”.
- Zijn de rituelen anno 2003 nog even relevant? Er gaan minder mensen naar de kerk etc. we leven met
veel verschillende culturen samen, we zijn een stuk individualistischer geworden.

Rite als vorm


- “Rituelen hebben, net als stenen, geen zin of doel. Ze zijn zuivere vorm, hebben genoeg aan zichzelf,
en bekommeren zich niet om de uitleg die je eraa geeft”.
è Het oervoorbeeld van een zelfbesloten ritueel is de rondedans.
- Dirk Geldof volgt hem hier niet in. Rituelen worden volgens hem opgezet met een duidelijke
bedoeling: samenhorigheidsgevoel.
- De rite verlost de deelnemers van hun dagelijkse vragen en onzekerheiden. Maar… beantwoorden
doen ze niets.
- Rituele elementen (ceremoniële kostuum, plechtige tred, beukende trom, gewijde stilte zijn anti-
reflectief).
è Ze schakelen het gewone denken uit en vernauwen het bewustzijn.
- De rite daarentegen, is een gestileerde handeling.
- Mensen uit het dagelijkse denken en handelen halen.

Rite als functie


- Riten stillen verlangen naar ‘zin’.
è Bij de dood, overgang levensfasen, rampen…
- Twee functionalistische antropologen:
è Malinowski.
è Radcliffe-Brown (in de lijn van Durkheim).
- Existentiële vragen. Rituelen proberen op een deel van deze trage vragen antwoord te geven.

Pools-Britse antropoloog Bronislaw Malinowski


- Zorgen dat emoties niet ontsporen.
- Substituten van ontbrekende kennis.
è Vissers bezweren gevaar.
- We gebruiken ze in een samenleving om emoties te kanaliseren. Mensen samen brengen en zorgen
dat een bepaalde woede of verdriet niet explodeert.
- Rituele handelingen die ze deden voor ze met het schip gingen uitvaren. Een vorm van concentratie.
Mensen creëren voor zichzelf rituelen die zekerheid geven.

Radcliffe-Brown (in de lijn van Durkheim)


- Rites kunnen sociale integratie bevorderen.
- Groepseleden ervan doordringen dat zij de hen opgelegde sociale (rituele) verplichtingen nauwgezet
en zonder fouten uitvoeren, op straffe van onheil.

31
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Ritueel klemt het individu in de stevige houdgreep van de groep.


- Mensen samen brengen en dingen verwerken. Gemeenschappelijke normen en waarden doorgeven
en helpen bij het verwerkingsproces.

Rituelen niet altijd emotioneel geladen


- Merton: ritualisme
è Het kan verworden tot een saaie afhaspeling.
Vele katholieke missen.
- Robert Wuthrow: communicatieve functie
è Rituelen zijn communicatiemedia waar woorden tekort schieten.
- Rituelen is essentie van mens-zijn.
è Vermogen tot transcendentie.
- Soms worden rituelen zo nauwkeurig uitgevoerd dat ze hun symbolische waarde verliezen.
- Waar woorden tekort schieten gaan we rituelen gebruiken om dingen te kunnen verwerken. Element
van cultuur.

Voorbarig einde van rituelen:


- Traditionele maatschappijen: overgangsrituelen belangrijk.
- Hedendaagse flexibele maatschappij: voortdurende overngangen.
è Zijderveld: stacatto-cultuur.
è Rites de passage minder centraal.
è ‘light’-versies bij geboorte, dood, huwelijk.
Ingekort en geprivatiseerd.
- Maar: nieuw type rituelen in post-traditionele maatschappijen.
- Hebben ze nog zin in onze samenleving?
- Mensen gaan belangrijke momenten niet meer 1 keer beleven (bijvoorbeeld meerdere keren huwen).

Post-traditionele rituelen
- Meer dan ‘gemodernisserde rituelen’.
è De mislukte rituologie van Boulanger na Franse revolutie.
è Bv. ‘moderne’ missen na de 2de Vaticaanse concilie.
- Voor een deel zullen de rituelen veranderen.

Een liquide samenleving


- Tijd van veranderlijkheid.
è Hyperflexibele maatschappij.
- Bauman: van ‘solid’ naar ‘liquid’ modernity.
- Ulrich Beck: zombie-instituties.
- Metafoor ‘Lofoten Maelström’.
è Zie ook Verne en Edgar Allen Poe.
è Loslaten en flexibel zijn.
- Wereld niet als ‘gegeven’, maar als voortdurende ‘optie’.
- Fixatie-angst.
- Rituelen zijn dan ‘ballast’?
- Nieuwe vormen van rituelen creëren.

Opduiken surrogaten: pseudo-of vervangrituelen


- +/- zelfde functies.
- Maar vrijer, minder dwingend, ad hoc, los te laten.
- Twee voorbeelden: instant-ritueel, neotribaal-ritueel.
- Heel veel mensen gaan vervangingsrituelen creëren.

32
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Mensen op het strand die een huwelijkritueel volgen. Een klein ritueel op een symbolische plek voor
hen om hun liefde voor elkaar uitte spreken. Dit is niet de traditionele setting maar het is persoonlijk
gemaakt. de functie blijft min of meer hetzelfde. Het is veel geïndividualiseerder.

Instantrituelen
- Op maat ontworpen.
- Voor deze mensen op deze plaats.
- Herhaling ‘ongepast’.
- Individualisering: hoe unieker, hoe beter.
- Keuzevrijheid: ‘jouw’ ritueel.
è Verantwoordelijkheid er iets van te maken.
- Je ziet dit steeds vaker bij verwerkingsprocessen. Een afscheidsritueel op een persoonlijke manier
creëren die helemaal aansluit bij de persoon waarvan afscheid genomen wordt. Hoe unieker het
afscheidsritueel, hoe geslaagder de nabestaanden het vinden. Copy paste is onmenselijk, het past niet
bij de persoon. Ze zijn heel moeilijk overdraagbaar.

Neo-tribale rituelen
- Gericht op de ‘groep’.
è Op een massa.
- Raves, city-, love- of gayprides.
- Geen specifiek doel.
- Zintuigelijk.
- Overweldigende ervaring van samenzijn.
- Heel nieuwe rituelen in de samenleving op groepsniveau. Mensen binnen brengen in een andere
wereld. De enscenering is grootendeels een feest, het drait niet enkel om de muziek maar over de
hele beleving van het festival. Mensen in een gemeenschap betrekken. Heel sterke community gevoel.
Door een totaalervaring waarin de deelnemers zich onderdompelen. Je wordt deel van de massa, het
geeft iedereen als deelnemer een identiteit, samenhorigheidsgevoel.
- Wie er niet bij was heeft iets gemist. Niet religieus, niet politiek.

Zijn neo-tribunale rituelen wel rituelen?


- Van Gennep onderscheidde een eeuw geleden drie fasen van rites de passage.
è Losmakingsrite.
è Grensstadium/rite de marge: identiteitsloos, buiten samenleving en tijd.
è Opnemingsrite.
- Vandaag enkel grensstadium.
è Permanente veranderingsbereidheid.
è Vorm = flexibiliteit.
- Geen scripts, geen klassieke handelingen. Nieuwe vormen van rituelen, collectief. Het is geen
overgangsritueel meer (huwelijk, doctoraat). Je wordt hierbij een stuk losgemaakt van je status, je
komt in je nieuwe status na het ritueel. Deze rituelen kennen we vandaag minder, het gaat
voornamelijk over het samen beleven van zo een moment.

Besluiten, mensen (re)produceren rituelen


- Hoe maakbaar en veranderbaar zijn rituelen?
- Alle rituelen doen iets met
è Een plaats (ruimtelijke dimensie).
è Tijd (temporele dimensie).
è Deelnmers (relationele dimensie).

33
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Hoe veranderbaar zijn rituelen. Kan je rituelen gaan ontwerpen -> Ja. Ze vinden plaats op een bepaale
plek en stellen eisen aan de ruimte, het vertragen van de tijd. De tijd wordt gebruikt om een extra
symbolische waarde te geven aan het ritueel.

Reflectievragen voor studie en casus


- Belang van rituelen in flexibele maatschappij?
è Verschillend met 20ste eeuw?
- Hebben rituelen een bepaalde plaats nodig?
è Welke eisen stellen ze aan de ruimte?
- Kan je een plaats voor rituelen ontwerpen?
- Op welke wijze kunnen rituelen bijdragen aan verwerking van ingrijpende gebeurtenissen.

GELUID MEDIEERT DE BELEVING VAN RUIMTE EN TIJD

Geluid &/stilte als verbindend element tussen tijd en ruimte?


- Geluid bepaalt mee hoe we tijd en plaats ervaren.
- Geluid is veelzijdig
è Objectief/subjectief, decibels, lawaai, stilte, natuurgeluiden, mensen…
- Je ontwerpt niet alleen ruimte en tijd, maar ook geluid, in functie van de ervaring van ruimte en tijd.
- Geluid is een onderschatte dimense
è Niet alleen de akoestische dimense van de binnenruimte.
è Maar zeker geluid als omgevingsfactor.
- We staan te weinig stil bij het feit welk omgevingsgeluid er bewust of onbewust gecreëerd is. het
heeft een invloed op hoe we een ruimte ervaren. In een kerk is het heel stil -> deze stilte bepaalt
samen met de architectuur de beleving van de ruimte. Het bepaald ook de beleving van tijd. Je kan de
tijd verliezen door geluid bv in een discotheek. Het kan je rustig maken, het kan je irriteren. Bij
ontwerpen is hier weinig rekening mee gehouden.
- Geluid is moeilijk defineerbaar. Hoe beleven mensen geluid is heel subjectief.
- Wat we stil noemen is vaak niet hetzelfde als geen geluid (bv aan de zee). Mensen gaan hetzelfde
objectieve geluid anders subjectief waarnemen.
- Hetzelfde geluid kan in een andere setting helemaal anders beleefd worden.

Surrounded by sound: noise, rights & environments.


- Ascension Garcia Ruiz & Nigel South (2019).
- Lawaai is één van de meest onderschatte milieu- en gezondheidsproblemen.
- ‘noise is
è Any unwanted/undesired sound’
è Or ‘a sound which is out of place’
è The sounds we have learned to ignore’
- Complex, zowel inzake productie als ontvangst, nationale en internationale regels, milieu…
- Hier gaat het over lawaai. Lawaai kan verschrikkelijk stil zijn (een mug die snachts in je kamer vliegt).
Dat stille gezoom kan heel irriterend zijn. Wat op de ene plek normaal kan zijn, is op de andere plek
irritant. Mensen die vlak naast een spoorweg wonen, gaan na een tijd het geluid niet meer horen.
Geluid/lawaai is niet voor iedereen, niet op een andere plak hetzelfde.

34
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Vlaanderen: zeer weinig natuur en open ruimte, en amper stiltegebieden


- Integendeel: geluidskaart Antwerpen.
- Moest de autosnelweg onder grond gemaakt zijn dan zou het al een heel andere kaart zijn. Als we met
allemaal elektrische wagens zouden rijden dan zou de kaart er ook anders uitzien. Opletten hoe je
deze interpreteerd (het gaat eerder over de constante geluiden, een vliegveld heeft pieken in
geluidsniveaus waardoor het niet aangeduid staat).

- Geluidskaart stad Antwerpen


è Wegverkeer
è Industrie
è Luchtverkeer
è Mensen die op een niet verstedelijkt gebied wonen hebben vaak meer
last van geluid (hier door bv de haven). Mensen in de stad hebben nog
de buffers van andere appartementsblokken.

Twee grote (en tegenstrijdige) benaderingen


- Geluid als resultaat van e industrialisatie en de urbanisering.
è Geluid als (positieve) soundscape van de moderniteit.
- Geluid als vervuiling, hinderlijk, irritant, verstorend.
è Lawaai-overlast als een te bestrijden vorm van milieuvervuiling.
- De meest gekende wetgeving, is de wetgeving van nachtlawaai. Ook bedrijven moeten zich aan de
wetgeving houden.

Geluid is afbakenbaar in ruimte en tijd


- Geluid is een vorm van energie, een fysieke realiteit.
è De ruimte en tijd waarin geluid zich afspeelt zijn nauwkeurig
meetbaar.
- Geluid heeft een kracht, een resonantie, een ruimtelijk bereik,
een intensiteit, een toonhoogte…
- Geluid is hoorbaar, soms ook voelbaar, en geluidsprikkels
worden doorgestuurd naar de hersenen.
- Stuurt ook emoties en beleving.
- Hoe we er als mensen mee omgaan heeft te maken met emoties.
- Geluid in architectuur: binnen hoorbaar laten maken van de
natuur kan je ontwerp krachtiger maken. Ongewenste geluiden
buiten houden.

35
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Objectief versus subjectief


- Objectiviteit van geluid
è Decibels, toonhoogte, duurtijd, blootstelling…
è Niveau van gehoorschade.
- Subjectief
è Welk geluid doet er toe
Zelfde aantal decibel van de branding van de zee verschilt van autolawaai of geluidsvolume
concert.
Een mug produceert maar weinig decibels.
è Maar ook voor wie, of waneer (dag en nacht).

Geluid en lawaai staan niet op zich


- Nexus geluid/lawaai, geur en lucht (vervuiling).
è Combinatie van sensoriële ervaringen.
è Belansting zenuwsysteem.
è Impact op ecosystemen.
- Stedelijke omgevingen: lichtintensiteit is sterker bij volle zon en blauwe lucht, mensen voelen zich dan
ook sneller beter. De hoeveelheid licht speelt in op ons humeur. Leef je op een plek waar het vaak
donker is (noorden), dan zijn er vaker depressieve gevoelens. Het gaat ook over de hoeveelheid licht
die we zelf produceren. In deze stad is het snachts niet stil (verkeer, afval ophalen, nachtleven). Geluid
beïnvloed samen met licht de beleving. Het dag en nachtritme hier zal verstoord worden voor vogels.
Impact op ecosystemen: verhaal van kippen die meer eieren moeten leggen, de cyclus van dag en
nacht kunstmatig veranderen zodat de kippen meer eieren leggen.

Recht op de stad of rechten in de stad?


- A right to the city:
è as the citizen’s right to access everything that the city offers and to do so as an expression of
human co-existence (Harvey, 2008; see also Lefebvre, 1968).
- Rights in the city:
è include various forms of protection regarding public use of city areas and districts, including a
right to the peaceful and regulated use and enjoyment of city life and facilities.
- recht op stilte in de stad.
- Heel wat steden worstelen met het omgaan met geluid.
- Twee tegenstrijdige benaderingen.
è Mensen hebben recht op de stad, de stad is iets dat we mogen gebruiken. Niet alleen een plek
waar rijke mensen mogen wonen, geen plek waar gated communities zijn maar er straten en
banken zijn voor iedereen.
è Het nachtleven beperken. Een deel van de binnenstad wordt onleefbaar voor bewoners.
- Foto: autosnelweg wordt overkapt. Het geluidsniveau zal heel hard veranderen.

Geluid als sturingsinstrument van gedrag


- Muzak in winkelcentra:
è Feel good stimuleert kopen.
- Muzak in parkeergarages:
è Gevoel van veiligheid.
- Muggen produceren hoge pieptoon om ongewenste ‘hangjongeren’ te verjagen.
- Natuurgeluiden en meditatiemuziek in sauna en wellness.
- Zachte kabbelende muziek, achtergrondgeluid dat niet stoort maar wel aanwezig is. onderzoek heeft
aangetoond dat met een bepaald geluidsniveau de mensen beter doet voelen en stimuleert om meer
te kopen.

36
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Plekken waar heel veel mensen zeggen dat ze zich niet veilig voelen. Een parkeergarage die recent
ontworpen is: veel meer licht, veel meer kleur door verf om de beleving aangenamer te maken en
bijna altijd muziek waardoor niet elk geluid weergalmt en de ruimte minder akelig aanvoelt.
- Kleine toestellen die opgehangen worden en die een hoge pieptoon geven. oudere mensen zullen dit
geluid niet meer horen maar jongeren wel. Het wordt ervaren als bijzonder irriterend. Werkt heel
efficiënt.
- Geluid bewust ingezet voor de beleving van de ruimte.

Discussie: recht op stilte?


- Ook in de stad?
- Belang van stilte voor bewoners:
è In (semi-) publieke ruimte.
è In privéruimte.
- Niet alleen naar klimaatneutrale steden:
è Ook aandacht voor geluidsreductie.
è Ecocities.
- Wat met (recht op) stilte in de natuur?
- Op welke plekken in de natuur willen we ingrepen doen om de hinderlijke geluiden te weerhouden.
Hebben we recht op stilte in de stad?

Wie is Tom Lemaire?


- Nederlands antropoloog en cultuurfilosoof.
- Bekendste werken:
è De Tederheid, Filosofie van het Landschap & Over de Waarden van Culturen
è Met Open Zinnen
Het vooruitgangsgeloof.
& hoe door technische ontikkelingen en de opkomst van de consumptiemaatschappij de
verhouding van mens en natuur veranderd is.
- Twee auteurs die pleiten voor stilteplekken in de samenleving.
- Hij denkt na over het belang van stilte en natuur. Hij bekijkt het van een buitenstaander van de
samenleving. Het is onmogelijk door te trekken in een stad en een stedelijke omgeving. Het is wel
interessant om stil te staan bij hoe de wereld is geworden.

De teloorgang van de stilte (2002)


- De zintuigen in een technotoop.
è Milieucrisis als aanslag op de ‘zinnen’ (zintuigen).
è Lawaai als één van de elementen.
è Natuurervaring onder druk.
è Te somber beeld?
- Inlijfbaarheid van de techniek.
è Verlengstuk van ons lichaam (auto, smartphone).
è Voortdurend bombardement van indrukken, beelden en geluiden.
è Versnelling versus vluchtigheid en innerlijke rust.
- Zijn boeken hebben vaak een pessimistische ondertoon.
- Lawaai is een van de elementen die onze zintuigen onder druk zetten. We zijn niet meer in staat om
natuur te ervaren, diepe ervaring.
- Trage vragen hebben ook stilte nodig om de tijd te vinden om aan deze trage vragen te voldoen.
- Techniek is deel van onszelf geworden. Hij wordt hier heel moe van, we worden overdonderd door al
deze beelden. Geen ruimte meer voor innerlijke rust en diepgang, het leidt tot vluchtigheid en
oppervlakkigheid.

37
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Geluidshinder als dissonant


- Altijd geweest.
- Ook natuur is niet stil.
- Maar…
è Mechanische geluiden veel intenser en verspreider.
è Oortjes als geluidsfilter en geluidsproducent.
- Stilte is schaars geworden.
- Het is er altijd al geweest. Ook geluid van de natuur. In de industriële samenleving is geluid veel
prominenter aanwezig. We gebruiken geluid vandaag de dag om ons te wapenen van geluid
(koptelefoon, oortjes). We gebruiken oortjes om dingen die we willen horen beter te horen en om
ongewenste geluiden tegen te houden. Sommige mensen gebruiken ze gewoon als oorstoppen als
buffer om geen ongewenste geluiden te horen.

Een cultuur van lawaai?


- Lawaai en kabaal als (rituele?) bezwering van onzekerheid en angst?
- Verjagen van stilte en van het donker?
- Een ‘universum van de communicatie’
è Tirannie van de communicatie en terreur van het lawaai gaan samen.
- Stilte als schaars goed
è Teruggedrongen in rust- en natuurgebieden.
è Voor vakantieperiodes?
- In rituelen gebruiken we altijd geluid (trommels die een bepaalde gemoedstemming brengen). Het zit
niet enkel meer in de rituelen maar in de hele omgeving.
- Er zijn kleine oppervlaktes in Vlaanderen die een stiltegebied zijn, veel activiteiten mogen hier niet
meer plaatsvinden om een aangenamer geluidsniveau te krijgen.
- Veel mensen gaan op vakantie naar prikkelarme omgevingen om zich van het geluid te kunnen
onttrekken.

Op weg naar de stilte


- Voortdurende muziek als ‘geruststellingsritueel’ van de moderne maatschappij waar geen stiltes
mogen vallen.
- ‘harde’ muziek.
- Lemaire vs jongerencultuur?
è Ja maar…
è Biologische grenzen (gehoorschade).
è Psychologische grenzen (stress).
è Belemmering om ‘zichzelf te zijn’?
- Heel andere nood aan beleving. Tom lemaire is iemand die hypersensitief is aan geluid.
- Het geluidsniveau is een belemmering om zichzelf te zijn.

Maar… wat is stilte?


- Het ontbreken van geluid?
è Negatieve stilte.
- Of ‘de volle aanwezigheid bij zichzelf en de dingen’
è Afwezigheid van drukte.
è Rust en vrede.
è Voorwaarde voor ervaring van het sublieme.
è Innerlijke stilte.
è Natuurervaringen (met open zinnen…).
- Moeten we geluid gaan definiëren naar de subjevtieve beleving?

38
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Vaak definiëren we stilte als iets negatief -> het ontbreken van geluid, een plek waar geen geluid is.
- Stilte is objectief niet altijd te vinden in de natuur (waterval, langs het strand met een woelige zee, het
heeft een vrij hoog geluidsniveau maar toch vinden mensen dit rustgevend).
- Een plek waar drukte afwezig is -> drukte gaat samen met geluid.
- Religieus geïnspireerd: ervaring van het sublieme. De ruimte in een kerk straalt stilte uit.
- Innerlijke rust: mindfulness.
- Stilte wordt niet alleen met geluid ervaren maar ook met belevingsaspecten.
- De natuur als plek waar mensen hun zintuigen maximaal kunnen openzetten.

Verlangen naar stilte


- Met de moderniteit doet lawaai zijn intrede.
è Als onverwacht gevolg van technische vooruitgang.
- Max Picard: “niets heeft het wezen van de mens zozeer veranderd als het verlies van de stilte”.
- Geluidscomfort is een luxe.
- Door de industrialisering zijn we in een voortdurende versnelling en een intrede van meer lawaai. We
weten niet meer wat we verloren zijn omdat de stilte op veel plekken ontbreekt.

Oorverdovende communicatie?
- In een wereld waar communicatie de norm is, bestaat stilte slechts als onderbreking.
- Er is geen ruimte meer voor stilte, alleen de dwang om te spreken.
- Stilte veronderstelt diepgang, bezinning, afstand ten opzichte van de waan van de dag…
- Er moet voortdurend gepraat worden (denk aan de radio). Spreektempo van de presentators is heel
snel. Een opname van vijftig jaar geleden praatte mensen op een trager tempo, we zouden er nu
geïrriteerd door worden. Het spreektempo is verdubbeld top van vroeger. Heeft te maken met de
oorverdovende communicatie. Klara is een van de weinige uitzonderingen waarin men werkt met
stilte.

Stilte is vaak betekenisversterkend


- In een omgeving waar lawaai de hendendaagse mens voortdurend achtervolgd, neemt de behoefte
aan stilte toe.
- De roep om verlangzaming, die vandaag almaar luider klinkt, gaat hand in hand met een niet minder
krachtige roep om stilte.
- Het belang van stilteplekken neemt toe in een omgeving waar lawaai voortdurend aanwezig is.
- Verlangzamig en verstilling hebben een heel sterke band.

Stilte als uitdrukking van betekenis


- Stilte is:
è Niet de afwezigheid van geluid.
è In de eerste plaats een zintuigelijke ervaring, die je als mens individueel aangrijpt.
- De tonaliteit van de stilte onderscheidt zich van de geluiden die haar omringen en haar een bijzondere
‘klankkleur’ geven.
è Is vooral een expressie van betekenis.

Stilte als uitdrukking van betekenis


- Stilte is soms zo intens dat ze klinkt als ‘de signatuur van een plaats’.
è Natuurervaringen.
è Sommige gebouwen, plaatsen, momenten.
- Zie je sterk bij religieuze plaatsen.
- Kerkgebouw in Limburg. Binnen en buiten lopen naadloos in elkaar over, je hoort overal
natuurgeluiden, mensen gaan hier stiller praten. Gebouw om natuurervaring te laten beleven. Dit
gebouw versterkt het bewustzijn van de plek waarin het gebouwd is.

39
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

Ingetogenheid
- Vaak vormen gebedshuizen, begraafplaatsen of groene ruimtes enclaves van stilte in een wereld van
verstedelijking.
- Tijd stroomt er zonder haast.
- Stilte nodigt uit tot bezinning, rust, ronddolen.
- Stilteplekken.
- Het stilte en de vertraging van de tijd nodigt uit tot bezinning, rust en trage vragen.
- Het hele ontwerp van de plek maakt dat dit een gebouw is dat heel rustgevend is en gemaakt is voor
afscheidsceremonies. Natuur gebruikt en binnengetrokken in het gebouw.

Angst voor stilte afweren


- Stilte geeft toegang tot diepere lagen van het bestaan.
è Een metaforische, bovenzinnelijke dimense.
- Stilte brengt je als mens oog in oog met jezelf, en confronteert je met dieperliggende pijnen,
mislukkingen en spijt.
è En met afscheid.
- Mensen voelen zich soms onwennig als het stil is. we moeten terug de waarde van stilte begrijpen.

Lawaai, dat zijn de anderen


- Lawaai is geluid met een negatieve gevoelswaarde.
- Het zijn altijd de anderen die lawaai maken… (of niet).
- Tot rust komen te midden van kabaal, vereist een innerlijke discipline.
- Recht op ‘akoestisch welzijn’.
- Recht op stilteplekken.
- Lawaai zijn vaak de anderen. Als we zelf lawaai maken dan vinden we dit zelden over onszelf dat we
lawaai maken. We zien heel vaak niet dat wij zelf ook lawaai maken. Duidelijke externalisatie. We
horen zelden ons eigen geluid.

Reflectievragen voor je ontwerpopdracht

- Welke rol speelt geluid in je ontwerp?


è Buitengeluiden.
è Binnen-akoestiek.
è Natuur(geluiden).
- Hoe kan je met geluid tijd sturen of ontwerpen?
- Wat met andere natuurelementen?

PUBLIEKE RUIMTE IN DE STAD: WAAR PLAATS & TIJD SAMENKOMEN

Stad, stedelijkheid en publieke ruimte


- Stad & stedelijkheid zijn mee bepaald door de gebouwde stad.
- Maar minstens evenzeer door:
è Straten, pleinen, parken, metro’s etc.
è En semi-publieke ruimte zoals openbare gebouwen, cafés, bibliotheken, musea, trams etc.

In de (semi-)publieke ruimte krijgen sociale ruimte en tijd vorm

- Zij geven (mee) vorm aan ontmoeting en interactie.


è Van functionele verplaatsingen tot verblijfsruimtes.
è De plaats voor het kleine en grote ontmoeten.
- De inrichting bepaalt (mee) het gebruik en de beleving.

40
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Geen ruimtelijk determinisme.


è Wel de uitnodigende krzcht van goed ontwerp.

Inleiding: samenleven in de publieke ruimte


- Jan Vilain.
è Stedenbouwkundige.
è VVSG-adviseur publieke ruimte.
- Het verhaal achter de plek.
è Kopie inleiding in syllabus.
- 25 praktijkvoorbeelden kort beschreven.

Barcelona als model voor de publieke ruimte?


- Cultstatus in planningkringen in jaren ’90 en recenter.
- Een decennium na heraanleg zien we
è Pleinen die nog steeds schitterend functioneren.
è Andere plekken verloederen in sneltempo.
- Waarom?

Inzicht in de openbare ruimte

- “Een openbare ruimte functioneert pas wanneer het gebruik ervan vatbaar is voor interpretatie en
spontaan initiatief door gebruikers.”
è Sommige ruimten zijn te ‘af’.
è Openbare ruimte leeft en functioneert.
è Nood aan flexibiliteit.
è Zie gelaagdheid en temporaliteit.

De gebruiker als uitgangspunt

- “Bewoners- & gebruikersparticipatie is geen noodzakelijk kwaad, maar een kritische succesfactor om
tot geslaagd resultaat te komen.”
- “Niet de leefwereld van de professionals, maar die van de bewoners staat centraal.”
è Steeds vaker een leefwereld in superdiversiteit.

Zoeken naar (omgevings-) identiteit


- Kan enkel in dialoog en via participatie in iedere fase.
è Inspraak in laatste fase = naspraak.
è Van projectdefinitie over ontwerp tot inrichting, werffase én beheer.
è Vb. Park Spoor Noord als een geslaagd voorbeeld (vraag om groen, waterpartijen, gelaagdheid…).
- Vereist (zéér) goede procesbegeleiding.

Van openbaar domein naar publieke ruimte


- Publieke ruimte als hefboom voor sociale cohesie.
- Meer dan een fysiek bindmiddel in de bebouwde omgeving.
- Bepaalt mee de ‘identiteit’ van een stad.
- Niet alleen esthetiek of design, maar gedragen ontwerpen.

Jan Gehl cities for people


- De menselijke dimensie van de stad is jarenlang verwaarloosd.
è Functiescheiding
è Alles i functie van de auto.
è Hoogbouw

41
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

è Gericht op versnelling en auto-mobiliteit.


è Vastgoedontwikkelaars focussen op ‘hun gebouw’, zonder context.
è Zie kritiek Jane Jacobs.
- Resultaat: onleefbare autosteden.
è + fijn stof, hitte-eilanden etc.

Van Jane Jacobs tot Jan Gehl


- 1961: Jane Jacobs ‘Death & Life of great American cities.
è Kritiek op modernism & functiescheiding.
è Pleidooi voor de dichtbevolkte gewone straat, met een diversiteit aan functies en mensen,
waardoor sociale samenhang ontstaat.
è Bekijk de straat (eyes on the street).

Naar steden voor mensen

- 21ste eeuw: voor het eerst meer dan de helft van de wereldbevolking als stadsbewoner.
- Menselijke dimensie terug centraal stellen.
- Lively, safe, sustainable & healthy cities.
è Meer voetgangers & fietsers.
è Betere stedelijke (ontwerp)kwaliteit.

First we shape the cities, then they shape us


- Wat leert de 20ste eeuw?
è Meer wegen -> meer autoverkeer.
è Minder wegen -> minder autoverkeer?
è Complexer -> kwaliteit publieke ruimte cruciaal.
- Zie experiment Kopenhagen.
è Vandaag meer fietsers dan auto’s.

Case Kopenhagen
- Van autostad naar fietsstad.
è Meerderheid van alle woonwerk-verkeer per fiets vandaag.
- Straten voor voetgangers en fietsers.
è Verblijfsfunctie versterken (ruimte als verblijfsruimte ipv
doorgangsruimte).
è Zie grafiek.
- Betere kwaliteit stedelijke ruimte.

Modal shift in Kopenhagen


- Creëer wandel & ontmoetingsplaatsen voor een levende
stad.
- Stadsplanning & ruimtegebruik is ‘a question of
invitation’.
- Wie nodig je uit in de stad?
è Auto versus fietser/voetganger.
è Auto versus bewoner?
- Zie Venetië (Sienna).

Wat leren we hieruit?


- Hoe beter het ontwerp van publieke ruimte:
è Hoe beter stadsleven en stedelijkheid.
è Hoe beter de leefkwaliteit.

42
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

- Belang om stadsleven te kennen en te documenteren.


è Observatie en dialoog.
è Sociologen, antropologen, planners en ontwerpers.
- Publieke ruimte moet uitnodigen.
è Ontwerpkwaliteit

De stad als ontmoetingsplaats


- Walter Benjamin: de flaneur.
- Wandelen is zo veel meer dan stappen in een stad.
- Veel voetgangersverkeer versterkt het stadsleven en de stedelijkheid.
- De belangrijkste attractie in een stad zijn… mensen.
- Geen nostalgische visie op de stad, maar de ontmoeting ruimtelijk en sociaal organiseren.

Uitnodigen tot ‘verblijven’ in plaats van enkel functionele doorgangsruimte


- Niet enkel noodzakelijke aanwezigheid.
- Maar optionele activiteiten.
- Vormen de stad als ontmoetingsplaats.

Kwaliteit van de buitenruimte bepaalt mee de activiteiten


- Goed ontworpen publieke ruimte heeft een vertragend effect.
- Nodigt uit en prikkelt voor verblijfsfunctie (optionele activiteiten) en ontmoeting (sociale activiteiten).
è Vb. banken, kaaien langs de rivier, pleinen, parken,…

Afronding en besluit: sociologie van sociale ruimte en tijd


- Ruimte en tijd zijn niet alleen absoluut of objectief.
- Maar krijgen vorm, invulling en betekenis door de mens.
è Subjectieve tijd versus objectieve.
è Relationele ruimte versus absolute en relatieve ruimte.
- Ontwerp struurt gedrag niet direct, maar kan ‘uitnodigen’.
- Goed ontwerp moet zich:
è Verhouden tot maatschappelijke noden en ontwikkelingen.
è Invloed hebben.
è Ook invloed op versnelling en vertraging.
- Je ontwerpt niet alleen ruimte, maar ook tijd (en geluid).
è Dus ook beleving.

Integreer sociologie in je ontwerp en geef taal aan je ontwerp

- Inspiratievragen voor integratie…


è Welke ruimte en tijd zijn nodig voor verwerking?
è Welke plekken in je ontwerp zijn gericht op vertraging (of op versnelling?).
è Op welke plekken zouden mensen de tijd uit het oog kunnen verliezen?
è Op welke plekken nodigt je ontwerp uit om de natuur te betrekken?
è Hoe en waar creëer je relationele ruimte?
è Beschrijf je ontwerp vanuit een usercentered perspective.
- Geef hieraan taal bij je ontwerp.

43
Samenvatting sociologie | Joy Torfs

44

You might also like