You are on page 1of 4

taalboost.

nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up
your
dutch Herhaling Les 2: your
dutch

formeel of informeel
• Ga naar taalboost.nl/l1les3-nieuw en maak
opdracht 1, of je krijgt het werkblad van de docent.
Level 1 Les 3 (nieuw) • Zijn de dialogen formeel of informeel? Kies het
TaalBoost juiste pronomen.
taalboost.nl/l1les3-nieuw
• Klaar? De docent leest de juiste dialogen voor.
Luister naar de docent.

• De docent zet je in een Breakout Room of maakt


tweetallen. Lees de dialogen nog een keer voor.

1 2

taalboost.nl taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl Level
up up
Herhaling Les 2: your your

dit is mijn familie


dutch
Tellen dutch

• De docent zet je in een Breakout Room of maakt drietallen.


• Ga naar pagina 34 van het tekstboek en maak opdracht
• Introduceer 2 personen uit je familie. 6a. Luister naar Track 15.
• Vertel over: 0 nul 10 tien
• Wie is het? (Dit is mijn zus. / Dit is mijn vader.) 1 een 11 elf
moeilijk 🤯 2 twee 12 twaalf 20 twintig
• Naam. (Ze heet Kasia. / Hij heet Juan.) 3 drie 13 dertien 30 dertig
4 vier 14 veertien 40 veertig
• Land (Ze komt uit uit Polen. / Hij komt uit Spanje.) 8 acht 18 achttien 80 tachtig
• Beroep/studie (Ze is marketeer. / Hij werkt niet meer. Hij is met pensioen.)
5 vijf 15 vijftien 50 vijftig
• Woonplaats (Ze woont in Warschau. / Hij woont in Sevilla.) 6 zes 16 zestien 60 zestig
7 zeven 17 zeventien 70 zeventig
makkelijk 😇
• Talen (Ze spreekt Pools, Engels en Duits. / Hij spreekt alleen Spaans.)
9 negen 19 negentien 90 negentig

3 4

taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up
your your

21 - 99 dutch
Connect the dots dutch

• 21 = 1 + 20
Zeg welk getal je ziet: • De docent deelt jullie in in een Breakout
Room of maakt tweetallen.
• eenentwintig

• 99 = 9 + 90
78 77 19 27 • Jullie werken samen in een Jamboard
(of je krijgt het werkblad van de docent).

• negenennegentig 92 63 13 12 • Cursist A leest de getallen voor:

• Ga naar pagina 34 van 50 95 83 36 1 - 2 - 3 - 4 - 5 - 6 - etc

het tekstboek en maak • Cursist B luistert naar Cursist A en


opdracht 6b. Luister
naar Track 16. Welk
42 61 51 25 maakt een tekening.

getal hoor je? 82 45 99 49 • Wissel van rol.

5 6
taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up
your your

Meer getallen dutch


Hoeveel (how much/many) dutch

Wat zeg je?


100 honderd 1000 duizend
• Je docent maakt Breakout
Hoeveel is… Rooms of tweetallen.
101 honderdeen 1001 duizendeen
110 honderdtien 1010 duizendtien Vraag 5 sommetjes aan je
+ −

111 honderdelf 1015 duizendvijftien medecursist.
120 honderdtwintig 1020 duizendtwintig plus / en min

121 honderdeenentwintig 1021 duizendeenentwintig × ÷ • Voorbeeld:


• Cursist A: Hoeveel is 3 + 5?
200 tweehonderd 1100 elfhonderd (duizendhonderd) keer / maal gedeeld door
• Cursist B: Dat is 8.
500 vijfhonderd 1900 negentienhonderd
Hoeveel is 2 keer 3?
576 vijfhonderdzesenzeventig 1962 negentien(honderd)tweeënzestig Dat is… = • Cursist A: Dat is 6. Etc.

7 8

taalboost.nl taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl Level
up up
Hoofdstuk 3. Aan de balie your
dutch
Presens van hebben en zijn your
dutch

Huiswerk checken hebben to have zijn to be

ik heb ben
• Hoe was het huiswerk? Moeilijk of makkelijk?

• Heb je vragen over het huiswerk? je / jij hebt heb je bent ben je

• Check samen met de docent 1b (p 30). Luister naar de vragen van de docent: u hebt bent

• Wat is de achternaam van de cursist? Wat is de voornaam van de cursist? hij heeft is

• In welke straat woont ze? Op welk huisnummer woont ze? ze / zij heeft is

• Wat is haar postcode? Wat is haar woonplaats? het heeft is


• Wat is haar e-mailadres? we / wij hebben zijn
• Wat is haar geboortedatum?
jullie hebben zijn
• Check samen met de docent 2a en 2b (p. 31)
ze / zij hebben zijn

9 10

taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up
your your

Hebben en zijn dutch


Tante Annemieke dutch

• Ga naar taalboost.nl/l1les2-nieuw en maak


• Ga naar pagina 32 van het tekstboek en maak Opdracht 2 (of krijgt het werkblad van de docent).
opdracht 3b. Mak het schema compleet.
• Dit is een tekst over tante Annemieke.
• Ga naar pagina 31 van het tekstboek en maak
opdracht 3a. Maak de dialoog compleet.
• Wat betekent tante? En neven en nichten?

• Lees de tekst en geef antwoord op de vragen.


• Ga naar pagina 32 van het tekstboek en maak
opdracht 3c.
• Bespreek de antwoorden met de docent

11 12
taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up
your your

Vraag en antwoord dutch


Opdracht 4 checken dutch

informeel formeel antwoord


Waar woon je? Waar woont u? Ik woon in Utrecht.
Wat is je adres? Wat is uw adres? Mijn adres is Kabelstraat 16.
Kun je dat spellen? Kunt u dat spellen? K, A, B, E, L, S, T, R, A, A, T
• Ga naar pagina 32 van het tekstboek en maak Wat is je huisnummer? Wat is uw huisnummer? Mijn huisnummer is 10.
opdracht 4. Op welk nummer woon je? Op welk nummer woont u? Ik woon op nummer 10.
Wat is je postcode? Wat is uw postcode? Mijn postcode is 6789 AA.
Wat is je telefoonnummer? Wat is uw telefoonnummer? Dat is 06-39821716.
• Maak het schema compleet.
Wat is je e-mailadres? Wat is uw e-mailadres? Dat is jan@hotmail.com
Hoe oud ben je? Hoe oud bent u? Ik ben 21 jaar.
Wat is je leeftijd? Wat is uw leeftijd? Ik ben 44.
Wat is je geboortedatum? Wat is uw geboortedatum? 2 januari 1975.

13 14

taalboost.nl taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl Level
up up
your your
moeilijk 🤯 vs makkelijk 😇 dutch
Open vs. gesloten vragen dutch

• Een open vraag begint met een • Een gesloten vraag begint met het
• Waar woon je?
_________ • Wat is je adres?
_________ vraagwoord: wie, wat, waar, hoe, verbum:
(op/in) welk(e), wanneer, etc.

• Op _________ Wat is je huisnummer?


welk huisnummer woon je?• _________ • Waar kom je vandaan?
• Heb je broers of zussen?
Woont uw familie ook in

Welke postcode heb je?


Wat is je telefoonnummer?
Wat is je postcode?
Nederland?
• _________ • _________ Op welk nummer woont u? Spreken jullie nog meer talen?

• Wat is je telefoonnummer?
_________ • Het antwoord op een open vraag • Het antwoord op een gesloten
is - open. Ik kom uit Spanje maar vraag is JA of NEE.
• Wat is je e-mailadres?
_________ zij komt uit Oekraïne, Mijn
telefoonnummer is 06-12345678
• welke plaats woon je?
In _________ • Wat is je woonplaats?
_________
maar haar telefoonnummer is
06-87654321, Ik woon op nummer
• Ga naar pagina 33 van het
tekstboek en maak opdracht 5d.
• hoe oud ben je?
_________ • Wat is je leeftijd?
_________
25 maar zij woont op nummer 105. Maak vragen bij de antwoorden.

15 16

taalboost.nl
taalboost.nl Level MAANDEN VAN HET JAAR
taalboost.nl
taalboost.nl
Heutink voor thuis
downloads! Level
up up
your your

Persoonlijke gegevens dutch

januari februari maart


dutch

• Ga naar pagina 34 van het tekstboek en maak opdracht april mei juni

7a. Luister naar Track 17 en maak de zinnen compleet.


• Ga naar pagina 34 van het tekstboek en maak opdracht
7b. Luister naar Track 18 en lees mee. juli augustus september

• Ga naar pagina 35 van het tekstboek en vul je eigen


informatie in.
oktober november NOVEMBER
december

Meer leuke posters?


< Scan de QR-code voor andere educatieve posters.
Leren - Helpen - Ontwikkelen

17 18
taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl
taalboost.nl Level
up up

De verjaardag De verjaardagskalender
your your
dutch dutch

• Veel Nederlanders hebben een verjaardagskalender.

• In de verjaardagskalender staan de namen van je familie, vrienden, collega’s


• Wanneer ben je geboren? en wanneer ze jarig zijn.

• Waar hangt de verjaardagskalender meestal in het huis?


• Ik ben geboren op 5 april 1988.
NAAM Jarig op
• Wanneer ben je jarig?
(beter dan: Wanneer is je verjaardag?) Docent 16-11

Naam Cursist 1
• Ik ben jarig op 5 april. Naam Cursist 2

Naam Cursist 3

19 20

taalboost.nl taalboost.nl
taalboost.nl Level taalboost.nl Level
up up

De verjaardag
your your
dutch
Informatie vragen dutch

• Online • In-class • Ga naar pagina 35 van het tekstboek en maak opdracht 10.

• Ga naar pagina 35 van het • De docent deelt je in een Breakout Room of maakt drietallen.
• Kijk naar het schema van de
tekstboek en maak opdracht 9.
docent in het Google Doc. • Interview twee cursisten en vraag naar:

• Vul in het schema in wanneer • Je krijgt een werkblad van de • Naam


docent.
je jarig bent, als cijfers DD-MM
(16-11, dus niet 16 november)
• Adres
• Loop rond en vraag de
medecursisten wanneer ze • Telefoonnummer
• De docent vraagt:
jarig zijn
Wanneer is ___ jarig? • E-mailadres

• Geef antwoord: • Vul de verjaardagen van je • Leeftijd


medecursisten in de
___ is jarig op …
verjaardagskalender in. • Geboortedatum

21 22

taalboost.nl
taalboost.nl Level
up
your

Vragen naar het beroep dutch

• Informeel
Wat voor werk doe je? = Wat is je beroep?

• Formeel
Wat voor werk doet u? = Wat is uw beroep?

• Ik ben docent. Ik ben ingenieur. Ik ben ICT-specialist.

• Ik werk als manager. Ik werk als accountant. Ik werk


niet.

• Vraag elkaar naar het beroep. Geef antwoord.

23

You might also like