You are on page 1of 41

Eindredactie

Erika Welgraven

Auteurs
Eline Faes
Ilona de Putter
Kiki Schuringa

PARLONS … ET PLUS !
Leontien Schul
Jimy Wiggers

E M A 3
TH
Je mag dit boek houden. Je mag in dit boek schrijven Je hebt ook toegang tot
Handig als naslagwerk. en aantekeningen maken. de online leeromgeving.

Release 1.0

FRANS
604083-01
1A HAVO VWO

DOCENTENBOEK
FRANS VOOR DE ONDERBOUW
DOCENTENBOEK PARLONS .... ET PLUS !
1 HAVO-VWO

EINDREDACTIE
Erika Welgraven

AUTEURS
Eline Faes
Ilona de Putter
Kiki Schuringa
Leontien Schul
Jimy Wiggers

www.Bravoure-malmberg.nl
Malmberg, 's-Hertogenbosch
: :Parlons...
Parlons...etet
: Parlons... etplus
plus! !!
plus
: :Parlons...
Parlons...etetplus
plus! !
Leerjaar
Leerjaar
Leerjaar1 11
Leerjaar
Leerjaar
In Bravoure
In 1begin
1 begin
begin
InBravoure
Bravoure je elke
begin je lesles
jejeelke
elke
elke met
les spreken.
lesmet
met
met Vanaf
spreken.
spreken.
spreken. de de
Vanaf
Vanaf
Vanaf allereerste
de
deallereerstelesles
allereerste
allereerste les
les
totBravoure
In aan
tot
tot
In hethet
aan
aan
Bravoureeinde
heteindevanelke
einde
einde
begin
begin je jedeelke
van
van
van onderbouw,
de
de
deonderbouw,
les onderbouw,
les
met met zodat
onderbouw, zodat
zodat
zodat
spreken.
spreken. spreken
Vanafspreken
spreken
spreken
Vanaf vanzelfsprekend
de vanzelfsprekend
vanzelfsprekend
vanzelfsprekend
allereerste
de allereerste les les
wordt.
tot tot
aan Spreken
wordt.
wordt.
hetSpreken
aan Spreken
het leer
Spreken
einde
einde van jevan
leer
leer
leer alleen
deje de door
jejeonderbouw,
alleen
alleen
alleen veel
door
door
door
onderbouw, te
veel
veel
veel
zodat oefenen
te
zodatte
teoefenen
oefenen
oefeneninvanzelfsprekend
spreken
spreken een
in
in
in veilige
een
een
een veilige
veilige
veilige
vanzelfsprekend
omgeving
omgeving
omgeving
wordt.
wordt. en en
daar
enleer
Spreken
Spreken goede
daar
daar
daar
leer je feedback
jegoede
goede
goede
alleen feedback
feedback
alleen
door opveel
feedback
door
veel te
opkrijgen,
op
op
te te
te waardoor
tekrijgen,
krijgen,
krijgen,
oefenen
oefenen inwaardoor
waardoor
waardoor
in een
een leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
veilige
veilige
merken
merkendat
merken
omgeving
omgeving en ze
datenvooruitgang
datze
daarzevooruitgang
vooruitgang
daarvooruitgang
goede goede boeken.
feedback
feedback Ente
boeken.
boeken.
boeken.
op dat
En
En
op En motiveert!
tedat
dat
dat motiveert!
motiveert!
motiveert!
krijgen,
krijgen, waardoor
waardoor leerlingen
leerlingen
merken
merken datdat ze vooruitgang
ze vooruitgang boeken.
boeken. En dat
En dat motiveert!
motiveert!

DeDe
opbouw
De van
opbouw
opbouw van
vaneen
van Thema
een
een
een Thema
Thema
Thema
DeDe
opbouw
opbouw
van
van
eeneen
Thema
Thema
DÉPART
DÉPART
DÉPART VOCA
VOCA
VOCA
VOCA MAGAZINE
MAGAZINE
MAGAZINE
MAGAZINE DE POINT
POINT
POINT STUDIO
STUDIO
STUDIO PAROLES
PAROLES
PAROLES
DÉPART
DÉPART VOCA
VOCA MAGAZINE DE
MAGAZINE DEVUE
DE VUE
POINT
POINT VUE STUDIO
STUDIO PAROLES
PAROLES
KennismakenDeze
Kennismaken
Kennismaken
Kennismaken leçon
Deze
Deze
Deze begint Leesvaardigheid
begint
leçon
leçon
leçonbegint
begint Leesvaardigheid
Leesvaardigheid
DE VUE
VUE
Leesvaardigheid Formatieve
Formatieve
Formatieve
Formatieve Kijk- en en
Kijk-
Kijk- luister-
enluister-
luister- Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid
met het
met
met het
het
Kennismaken Deze
Kennismaken altijd met
altijd
altijd
altijd
Deze
leçon de
met
met
met
leçon de
de
de
begint staat centraal,
staat
staat
staatcentraal,
centraal,
centraal, evaluatie
evaluatie
Leesvaardigheid Formatieve
begint Leesvaardigheid evaluatie
evaluatie
Formatieve voorvoor
voor
voor vaardigheid
vaardigheid
vaardigheid
Kijk-Kijk- staat
staat
en luister-
en luister- staat staat centraal,
staat
staat centraal,
centraal,
Spreekvaardigheid
Spreekvaardigheid dede de
de
thème,
thème,
metmet thème,
het het top 20:
top
top
top
altijd
altijd spelen
20:
20:
20:
metmet spelen
spelen
de despelen andere
andere
andere
andere
staat
staat centraal,
centraal, de leerling
dede
de leerling
leerling
leerling
evaluatie
evaluatie centraal,
centraal,andere
centraal,
vaardigheid
voorvoor vaardigheid andere
andere leerlingen
staat staat
staat leerlingen
leerlingen
staat spelen
spelen
spelen
de de een
spelen
centraal,
centraal, een een
een
wat zijn
wat
wat
thème,
thème, de
zijn
zijnde
de met met
top topde
met
met twintig
de
20: 20:de
de twintig
twintig
twintig
spelen
spelen vaardigheden
vaardigheden
vaardigheden
andere
andere en
vaardigheden en
en
en metmet behulp
met
met behulp
behulp
behulp
de leerling
de leerling vaardigheden
vaardigheden
vaardigheden
centraal,
centraal, andereen en
en situatie
situatiena.
situatie
leerlingen
andere leerlingen Bij
na.
na.
spelen deze
Bij
Bij
spelendeze
deze
deze
eeneen
leerdoelen,
wat leerdoelen,
leerdoelen,
wat
zijn de de met
zijn belangrijkste
belangrijkste
belangrijkste
belangrijkste
met
de de twintig
twintig grammatica
grammatica
grammaticakomen
grammatica
vaardigheden
vaardigheden enkomen
komen
komen vanvan
en met metTest
van
van
behulpTest
Test
Test
behulp grammatica
grammatica
grammatica
vaardigheden
vaardigheden komen
enkomen
komen leçon
leçonhoren
leçon
situatie
en situatie na. Bijsoms
horen
horen
na. soms
soms
soms
Bij
deze extra
deze extra
extra
extra
welkewelke
welke woorden
woorden
woorden
leerdoelen, belangrijkste
leerdoelen, woordenvan
belangrijkste het
van
van
van het
het
het aan bod.
aan
aan
aanbod.
bod.
bod.
grammatica
grammatica jezelf
jezelf
jezelf
jezelf
online
TestTest
komenvan van
komen online
online
online aanaanbod.
aan bod.
bod.
grammatica
grammatica komen werkbladen
komen leçonwerkbladen
werkbladen
leçon
horenhoren die
soms in
die
die
soms de
inin
in
extra de
de
de
extra
opdracht
welkeopdracht
welke ga ga
opdracht thème.
thème.
thème.
ga woorden
woordenVervolgens
thème. vanVervolgens
Vervolgens
Vervolgens
het het aanaan
van bod.bod. en en
een
en
en
jezelf
jezelf eenkleine
een
een
online kleine
kleine
kleineaanaan
online bod.bod. online
onlineomgeving
online omgeving
werkbladen
werkbladen in en
omgeving
die die de in
inen
en
en
deinin
in
je inje de
jein
inFinale
de
opdracht
opdracht de Finale
Finale
Finalekomen
ga ga thème. komen
komen
thème.er
komen nog
er
erernog
nog
nog
Vervolgens
Vervolgens rubric.
rubric.
en een
en een Hier
rubric.
rubric. Hier
kleineHier
Hier
kleine dit boek
dit
ditboek
online
online staan.
boek staan.
staan.
omgeving
omgeving en in en in
maken?
je inmaken?
jemaken?
de 20 20
de Finalekomen
in Finale woorden
20
20woorden
komen er erbij
woorden
woorden
nog nogbij
bij
bij is ook
isis
rubric.
rubric. ruimte
isook
ook
ook
Hier ruimte
ruimte
ruimte
Hier Deboek
dit les
De
Deboek
dit sluit
les
les af af
sluit
sluit
staan.
staan. met
afmet een
met
met een
een
een
maken?
maken? en worden
en
en
en worden
worden
worden
20 woorden
20 woorden alle alle
alle
alle
bij bij gemaakt
gemaakt
gemaakt
gemaakt
is ook
is ook voor
ruimte voor
voor
voor
ruimte kleine
kleine
De les
De les rubric.
kleine rubric.
rubric.
sluitsluit af met
af met eeneen
woorden
en woorden
woorden
enwoordengoed
worden
worden goed
goed
allegoed
alle hethetmaken
het
hetmaken
gemaakt
gemaakt maken
maken
voorvan van
voor van
van kleine
kleine rubric.
rubric.
ingeoefend.
ingeoefend.
ingeoefend.
ingeoefend.
woorden
woorden goed goed leeskaarten
het leeskaarten
leeskaarten
hetleeskaarten
maken maken vanuitvan
uit
uit
ingeoefend.
ingeoefend. de Kiosque.
dede
de Kiosque.
Kiosque.
Kiosque.
leeskaarten
leeskaarten uit uit
de Kiosque.
de Kiosque.

LEZEN ENEN
LEZEN
LEZEN
LEZEN EN
EN KIJKEN ENEN
KIJKEN
KIJKEN EN SPREKEN
SPREKENENEN
SPREKEN EN
VOCABULAIRE
VOCABULAIRE
VOCABULAIRE
VOCABULAIRE
GRAMMATICA
GRAMMATICA
GRAMMATICA
GRAMMATICA
LEZEN
LEZEN EN EN LUISTEREN
LUISTEREN
LUISTEREN
KIJKEN
KIJKEN EN EN GESPREKKEN
GESPREKKENVOEREN
GESPREKKEN
SPREKEN
SPREKEN EN VOEREN
VOEREN
VOEREN
EN
VOCABULAIRE
VOCABULAIRE
GRAMMATICA
GRAMMATICA LUISTEREN GESPREKKEN
LUISTEREN GESPREKKEN VOEREN
VOEREN

Differentiatie
Differentiatie
Differentiatie Past
Past
Past inin elk
in elk
elkrooster
rooster
rooster
Differentiatie
Differentiatie
Leerlingen verschillen
Leerlingen
Leerlingen en en
verschillen
verschillen
verschillenBravoure
en houdt
enBravoure
Bravoure
Bravoure rekening
houdt
houdt
houdt rekening
rekening
rekening Past
Past
Heb je in
Heb
Heb
Heb twee
jeje in
elk
jetwee elkrooster
lessen
twee rooster
van
lessen
lessen 5050
van
van minuten
50 perper
minuten
minuten week?
per Eén
week?
week?Eén
Eén
metLeerlingen
metdiedie
met
Leerlingen verschillen.
dieverschillen
verschillen.
verschillen.
verschillen.
verschillen en Bravoure
en Bravoure houdthoudtrekening
rekening lesuur
Heb lesuur
lesuur
lesuur
Heb van
je van
je twee 60
van
twee 60minuten
60
lessen minuten
minuten
lessenvanvanenen
50 een
eneen
50 flexuur
een
minuten
minuten pervan
flexuur
flexuur pervan
week? 8080
van
week? minuten?
80
Eénminuten?
minuten?
minuten?
Eén
• met
met Bravo-opdrachten
• die verschillen. : herhaling.
•dieBravo-opdrachten
Bravo-opdrachten
Bravo-opdrachten
verschillen. :::herhaling.
herhaling.
herhaling. EenEen
Een
lesuur andere
Een
lesuur andere
van 60situatie?
andere
andere
van 60situatie?
minuten Met
situatie?
minutenenMetBravoure
Met
een
en Bravoure
Bravoure
een
flexuur werk
flexuur werk
werk
van je
80je
van zoals
jezoals
80 het
zoals
minuten? het
minuten? in inin
het
het in
• • Bravoure-opdrachten
• Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravo-opdrachten
Bravo-opdrachten :: herhaling.
extra
: herhaling. uitdaging.
:::extra
extra
extra uitdaging.
uitdaging.
uitdaging. jouw
Een jouw
jouw
Een situatie
jouw
andere situatie
situatie
andere past.
past.
situatie?past.MetMet
situatie? Bravoure
Bravoure werk werk
je zoals
je zoalshethet in in
Bravo-
• Bravo-
• en en
Bravo- Bravoure-opdrachten
enBravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten : vind
: extra extra jeuitdaging.
vind
vind
vind zowel
je
je
uitdaging.jezowel
zowelin de
zowel in
in
inde
de
de • •
jouw Elk
••situatie
jouw thème
Elk
Elk
Elk thème
thème
situatie heeft
past. heeft
past. keuzelessen
heeft keuzelessen
keuzelessen (Culture
(Culture
(Culture enen Fiche
en Fiche
FicheX) X)X)
X)
basislessen
basislessen
Bravo-
Bravo- en als
basislessen in
alsde
als
als in
en Bravoure-opdrachten Pages
ininde
de
dePages
Pages
Bravoure-opdrachtenPagesFlex.Flex.
Flex.
Flex.
vind vind
je zowel
je zowel in de
in de •dieElk
• Elk dieje thème
die
die
thème al
jejealdan
al dan
heeftniet
dan
heeft behandelt.
niet
niet behandelt.
behandelt.
keuzelessen
keuzelessen In Indeze
Indeze
(Culture deze
(Culturelessen
enlessen
lessen
Fiche komen
en Fiche komen
X)komen
komen
X)
Ookbasislessen
Ookvoor
Ook
basislessen vwo-leerlingen
voor
voor vwo-leerlingen
vwo-leerlingen
als als
in de debiedt
vwo-leerlingen
in Pages biedt
Pages Bravoure
biedt
biedt
Flex. Bravoure
Bravoure
Bravoure
Flex. voldoende
voldoende
voldoende
voldoende geen
die geen
geen
geen
die
je nieuwe
al
jedannieuwe
nieuwe
al danwoorden
nietwoorden
woorden
niet of of
behandelt. grammatica
ofgrammatica
behandelt. grammatica
In deze
In deze aan
lessen aan bod.
aan
lessen bod.
bod.
komenkomen
uitdaging:
Ook uitdaging:
uitdaging:
Ookvoorvoorvwo-leerlingen
vwo-leerlingen biedt
biedt
Bravoure
Bravoure voldoende
voldoende - geen
-De
-- geen
Deleçons
De
De leçons
leçons
nieuwe nieuweVoca,
Voca,Magazine
Voca,
woorden
woorden of en
Magazine
Magazine en
of grammaticaStudio
enStudio
grammatica Studiohebben
aan hebben
hebben
aanbod. een
bod. een
een
een
• uitdaging:
de
• • de
uitdaging:Bravoure-opdrachten
deBravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten
Bravoure-opdrachten - De-PagePage
DePage
Page
leçonsFlex. Flex.
leçons Deze
Flex.
Voca,Deze
Deze
Voca,pagina
pagina
Magazine bevat
pagina
Magazine bevat
en herhalings-
bevat
Studio
en herhalings-
herhalings-
Studiohebben enen
hebben extra
en
een extra
extra
extra
een
• • Pages
de• Bravoure-opdrachten
Pages
de FlexFlex
Pages Flex
Flex
Bravoure-opdrachten opdrachten,
Page opdrachten,
opdrachten,
opdrachten,
Page Flex. Flex. een
Deze een
een
Deze Bravo-
Bravo-
pagina
paginaenen
Bravo-
bevatBravoureopdracht
enherhalings-
bevatBravoureopdracht
Bravoureopdracht
herhalings- enenextra
en extra eneen
en een
een
een
• • de
Pages eisen
• Pages
dedeeisen
Flexdie
eisen
Flex je
diestelt
die
die je aanaan
jejestelt
stelt
stelt resultaten
aan
aan resultaten
resultaten
resultaten vanvan de de
van
van de
de opdracht
opdracht
opdracht
opdracht
opdrachten,
opdrachten, dieeenvoorbereidt
die
dieeen
Bravo- enop
voorbereidt
voorbereidt
Bravo- enopeen
op een DELF-A1-examen.
een
BravoureopdrachtDELF-A1-examen.
DELF-A1-examen.
DELF-A1-examen.
Bravoureopdracht en een
en een
• • finale-opdrachten
de finale-opdrachten
finale-opdrachten
finale-opdrachten
eisen
de eisen
die die
je stelt
je stelt
aanaanresultaten
resultaten vanvan de de Heb Heb
Heb
Heb
opdracht je maar
opdracht jejedie
maar
maarweinig
die weiniguren?
weinig
voorbereidt
voorbereidt opDe
uren?
uren? De
een
op Page
De Page
een Flex
Page Flexkun
Flex
DELF-A1-examen. kun
DELF-A1-examen. je jeje
kun
• • extra optie:
finale-opdrachten oefenen
• finale-opdrachten
extra
extra optie:
optie:
optie: oefenen
oefenen
oefenen voor eeneen
voor
voor
voor DELF-examen
een
een DELF-examen
DELF-examen
DELF-examen overslaan.
Heb overslaan.
overslaan.
overslaan.
Hebje maarje maar weinig
weinig
uren?
uren?
De DePage Page FlexFlex
kunkun je je
• • • extra
extra opdrachten
extra opdrachten
opdrachten
optie:opdrachten
optie:
oefenen online
oefenen online
online
online
voorvoor
eeneen DELF-examen
DELF-examen - overslaan.
-Thema
-- overslaan.
Thema
Thema
Thema 6 is een
66isiseenproject,
een project,in in
project, dit
inditthema
dit thema
thema komtkomt
komtgeen
geen
geen
• • zelfstandig
• extra
extra zelfstandig
zelfstandig
zelfstandigwerken
opdrachten werken
werken
opdrachtenwerkenaan
online keuzelessen
aan
aan
aan
online keuzelessen
keuzelessen
keuzelessen en enproject
en
enproject
project
project -nieuwe
- Thema nieuwe
nieuwe
nieuwe
Thema 6stof aan
is6stof
stof
een
is aan
eenbod.
aan bod.
bod.in dit
project,
project, in thema
dit thema komt komtgeen geen
• • leeskaarten
• zelfstandig
leeskaarten
leeskaarten
leeskaarten
zelfstandig uitwerken
werken de
uit
uit Kiosque
uitde
de
deKiosque
aan Kiosque
Kiosque
aan
keuzelessen
keuzelessen en project
en project nieuwe
nieuwe stofstof aanaan
bod. bod.
• • leeskaarten
leeskaarten uit de
uit Kiosque
de Kiosque

2 22 NUMÉRO DE DE
NUMÉRO
NUMÉRO PAGE
DE
DEPAGE
PAGE
PAGE
2 2 NUMÉRO
NUMÉRO DE PAGE
DE PAGE
Bravoure
Bravoureonline
online
Bravoure
De
Deonline onlineméér
onlineomgeving,
omgeving, méérdan
danhet
hetboek.
boek.Je
Jevindt
vindterero.a.:
o.a.:
 Alle
De
 Alleopdrachten
onlineopdrachten
omgeving,met
metfeedback
méérfeedback
dan hetwaar
waarzinvol
boek.zinvol
Je vindt er o.a.:
 Audio
Audio
Alle en
envideo
videodirect
opdrachten direct
met bij
bijde
deopdracht
feedback opdracht
waar zinvol
 Dashboard
Dashboard
Audio voor
voor
en video de
dedocent
directdocent
bij de opdracht
 Alle
Alletoetsen,
toetsen,
Dashboard een
een
voor uitgebreide
deuitgebreide
docent handleiding
handleidingen
en
 handige
handige
Alle overzichten
overzichten
toetsen, een uitgebreide handleiding en
handige overzichten

POINT
POINT CULTURE
CULTURE FICHE
FICHEXX FINALE
FINALE PAGES
PAGES
DE
DEVUE
VUE
POINT CULTURE FICHE X FINALE PANORAMA
PANORAMA
PAGES
DE VUE
Formatieve
Formatieve Passend
Passendbij bijhet
het Verrassende
Verrassende Afsluiting
Afsluitingvan
vanhet
hetthème
thème Een
PANORAMA
Eenoverzicht
overzichtvan
vanalle
alle
evaluatie
evaluatievoor
Formatieve voor thème
thème belichten
belichten
Passend bij het opdrachten
opdrachtenbij
Verrassende bijhet
het Afsluiting vankanhet thème woorden,
woorden,
Een zinnen
zinnen
overzicht vanen en
alle
Aan
Aande definale
finale kaneen eenkleine,
kleine,
de
de leerling
leerling
evaluatie voor we
weeen
een
thème cultureel
cultureel
belichten thema,
thema,steeds
steeds een
een
opdrachten bij het grammatica
grammatica van
van
woorden, zinnen en het
het
middelgrote
middelgrote
Aan de finaleofof grote/grootse
kan grote/grootse
een kleine,
met
met
de behulp
behulp
leerling onderwerp
onderwerp uit
uit
we een cultureel andere
andereinvalshoek.
invalshoek.
thema, steeds een thème
thèmeen eneen
grammatica eenchecklist
van checklist
het
uitvoering
uitvoeringgegeven
middelgrote gegeven worden,
worden,
of grote/grootse
van
van Test
Test
met behulp Frankrijk
onderwerp uiteen
Frankrijk of
ofeen andere invalshoek. om
om te
tebepalen
bepalen hoe
hoede
thème en een checklist de
afhankelijk
afhankelijk
uitvoering van
vantijd,
gegeven tijd,worden,
mogelijkheden
mogelijkheden
jezelf
jezelf
van online
Testonline ander
anderFranstalig
Franstalig
Frankrijk of een voorbereiding
voorbereiding op
op
om te bepalen hoe dede
de
eneninteresse.
interesse.
afhankelijk vanEen
Een
tijd,grote
grotefinale-
finale-
mogelijkheden
en
en een
een kleine
kleine
jezelf online gebied.
gebied. InIn
ander Franstalig toets
toetsverloopt.
verloopt.
voorbereiding op de
opdracht
enopdracht kan
interesse. kanookookin
Een insamenwerking
samenwerking
grote finale-
rubric.
rubric. Hier
Hier
en een kleine deze
dezeleçon
gebied.leçon
In isis toets verloopt.
met
meteen
opdracht eenandere
andere
kan ookvakdocent
vakdocent gedaan
gedaan
in samenwerking
is
isook
ookruimte
rubric. ruimte
Hier ook
deze leçoneen
ookaltijd
altijd een
is worden.
worden.
met een BijBijde
anderedefinale-opdracht
finale-opdracht
vakdocent gedaan
gemaakt
gemaakt
is ook ruimtevoor
voor onderzoekselement
onderzoekselement
ook altijd een staat
staataltijd
worden. altijd
Bij een
een
de checklist
checklistwaarmee
finale-opdracht waarmee
actualiteit.
actualiteit.
gemaakt voor verwerkt.
verwerkt.
onderzoekselement jejeook
staat ook kunt
kunteen
altijd differentiëren
differentiëren tussen
tussen
checklist waarmee
actualiteit. verwerkt. leerlingen.
leerlingen.
je ook kunt differentiëren tussen
leerlingen.

SPREEK-
SPREEK-EN
EN
SCHRIJFVAARDIGHEID
SCHRIJFVAARDIGHEID
SPREEK- EN
SCHRIJFVAARDIGHEID

Kiosque
Kiosque Actualiteit
Actualiteit Geïntegreerde
Geïntegreerde
Kiosque
De
DeKiosque
Kiosquebevat
bevat(digitale)
(digitale) Actualiteit
Gedurende
Gedurendehet
hetschooljaar
schooljaar vaardigheden
vaardigheden
Geïntegreerde
leeskaarten
leeskaarten
De op
Kiosque bevat opverschillende
verschillende
(digitale) verschijnt
verschijnterer
Gedurende regelmatig
hetregelmatig
schooljaar een
een vaardigheden
InInelke
elkeleçon
leçonzijn
zijnnaast
naastde
de
niveaus.
niveaus.InInhet
leeskaarten het
op leerwerkboek
leerwerkboek
verschillende Passerelle,
Passerelle,
verschijnt ereen
een korte
korteactuele
regelmatig actuele
een hoofdvaardigheid
Inhoofdvaardigheid altijd
altijdandere
elke leçon zijn naast andere
de
staat
staaterereen
niveaus. een
In standaardverwijzing
het standaardverwijzing
leerwerkboek opdracht
opdrachtdie
Passerelle, die ininte
een tezetten
kortezetten isis
actuele vaardigheden
vaardighedengeïntegreerd
hoofdvaardigheid geïntegreerd
altijd andere
bij
bijde
staatdeer
Point
Point
eende de Vue,
Vue,maar
maarde
standaardverwijzing de als
alslesstarter,
lesstarter,
opdracht die inafsluiter
afsluiter
te zetten ofofis inincommunicatie
communicatie
vaardigheden staat
staateen
geïntegreerd een
leeskaarten
leeskaarten
bij de Point de lenen
lenen
Vue,zich
zich
maar uitstekend
uitstekend
de korte
korte
als onderbreking
onderbreking
lesstarter, van
afsluiter vanof
een
een vaardigheid
invaardigheid immers
communicatieimmers
staatniet
niet
eenop
op
voor
voordifferentiatie.
differentiatie.
leeskaarten lenen zichLeerlingen
Leerlingen
uitstekend langer
langer
korte les.
les.Minimaal
Minimaal
onderbreking vandrie
drie
een maal
maal zichzelf.
zichzelf.Zo
vaardigheid Zomaken
makenkleine
immers kleine
niet op
kunnen
kunnen
voor zelf
zelfzoveel
zoveelLeerlingen
differentiatie. teksten
teksten per
perjaar
langerjaar verschijnt
verschijnt
les. Minimaal ererdrie
een
eenmaal schrijfopdrachten
schrijfopdrachten
zichzelf. Zo makenvaak
vaak
kleineonderdeel
onderdeel
kiezen
kiezenals
kunnen alsze
zelf ze willen
willen
zoveel uit
uiteen
teksten eengroot
groot grotere
grotere
per jaar actuele
actueleopdracht
verschijnt opdracht
er een die die uit
uitvan
vaneen
eenleçon
leçonStudio
schrijfopdrachten Studio
vaak onderdeel
aanbod.
aanbod.
kiezen Leesplezier
alsLeesplezier
ze willen uit eneneen
meters
meters
groot bijvoorbeeld
bijvoorbeeld
grotere kan
actuele kan dienen
dienenals
opdracht als
die (kijkvaardigheid)
(kijkvaardigheid)
uit van een leçonofof isiserereen
Studio een
maken
makenstaan
aanbod. staan voorop
vooropen
Leesplezier ininde
de
meters afwisseling
afwisselinginkan
bijvoorbeeld inhethet programma,
programma,
dienen als reden
redenvoor
vooreen
eenspreekopdracht
(kijkvaardigheid) spreekopdracht
of is er een
Kiosque.
Kiosque.
maken staan voorop in de als
alsdifferentiatiemateriaal
differentiatiemateriaal
afwisseling in het programma, ininde
redendeleçon
leçoneen
voor Magazine
Magazine
spreekopdracht
Kiosque. of
ofals
als als werk
werkinineen
eeninvalles.
differentiatiemateriaalinvalles. (leesvaardigheid).
in(leesvaardigheid).
de leçon Magazine
Deze
ofDeze
alsgrotere
grotere
werk inactuele
actuele
een opdracht
opdracht
invalles. (leesvaardigheid).
verschijnt
verschijnt
Deze voor
groterevoor verschillende
verschillende
actuele opdracht
niveau-leerjaar-combinaties.
niveau-leerjaar-combinaties.
verschijnt voor verschillende
niveau-leerjaar-combinaties.

NUMÉRO
NUMÉRODEDEPAGE
PAGE THÈME1 1/ /C'EST
THÈME MOI! 3 3
C'ESTMOI!
NUMÉRO DE PAGE THÈME 1 / C'EST MOI! 3
daarnaast komen nieuwe woorden voor die
Spreekkaartje in de betreffende leçon aan bod komen.
Parlons...
Parlons...et etplus
bij elke lesplus! !
Parlons...et
Parlons... etplus plus! !
Onderwerp
Parlons... etvanplus
de !
Leerlingen
Leerlingen
zijn heel
zijn heel
uitgesproken
uitgesprokenals je
alshunje hun
vraagt vraagt
wat wat doordoor ze tezelaten
te laten werken werken met met gevarieerde
gevarieerde taken takenwaarin waarin
ze willen
ze willen
leren
Leerlingen
Leerlingen zijnleren
bij
zijn
heelFrans.
bij
heel Frans.
spreekopdracht
“Spreken!”.
“Spreken!”.
uitgesproken
uitgesproken Voor
als als jeVoor
je hun leerlingen
hun leerlingen
vraagtvraagt
watiswatis door
ze leren
zezeleren
door strategieën
ze
te testrategieën
latenlaten werken in temet
werken inzetten
te
met zettenom hun om hun
gevarieerde
gevarieerde Frans
taken Frans
taken ‘te
waarinlaten
‘te laten
waarin
hetwillen
ze
ze
zeFrans
hetwillen
Leerlingen Frans
ervaren
hetFrans
het
hetwillen
Frans
spreken
ervaren
als
spreken
leren
leren
zijn
spreken
leren
bij
heel aantrekkelijk
bij
Frans.
relevant,
als
spreken
bij
aantrekkelijk
Frans.
relevant,
Frans. handig
opals
handig
het
op
“Spreken!”.
“Spreken!”.
uitgesproken
en het
aantrekkelijk
aantrekkelijk op
“Spreken!”.
je moment
leuk.
en
op
het
Voor Voor
hun
leuk.
het
Voor
moment
Maar Maar
moment
moment
datwat
leerlingen
leerlingen
vraagt
spreken
leerlingen
ze
dat
datspreken
dat
ze door
is is
is ze ze
ze
werken’
ze ze
is ook
DÉPART CYPRIEN : TÉLÉPORTATION !
werken’
leren leren
ze
is ook
werken’
werken’
leren
en
te het
en op
belangrijk
en
het
strategieën
strategieën
laten
belangrijk
en het
het
strategieën
den
werkenop
in den
opspontaan
opin
den
duur
in
temet
spontaan
denduur
te
teduur
zetten
duur
zetten
wendbaar
zettenwendbaar
om om
gevarieerde
Frans Frans
hun
uit hun
wendbaar
wendbaarom
tehun
teuit
te
gebruiken.
teFrans
Frans
taken
lokken
te
gebruiken.
telokken
Frans en
‘te
waarin‘te
‘teervoor
gebruiken.
gebruiken.
Het
enHet
Het
laten
laten
ervoor
laten Het
in een
het in een
het andere
ervaren
ervaren
Frans andere
alstaal
spreken als taal
kan kan
soms
relevant,
relevant, soms
aantrekkelijk gekop
handig
handig engek
enhet
enonveilig
en onveilig
leuk.
leuk. Maar
moment voelen.
Maar PARLONS
voelen.
spreken
spreken
dat ze te ook
is zorgen
isteook
werken’ zorgen
endat
hetleerlingen
dat
belangrijk
belangrijk leerlingen
den bezig
spontaan
opspontaan duur bezig
Frans zijn
Frans
wendbaar met
zijnte
uit uitmet
wát
te wát
ze zeggen
tegebruiken.
lokken lokken enze ervoor
zeggen
en en en
ervoor
Het
Heteen
in
het Het
iseen
belangrijk
is andere
inervaren
anderebelangrijk
alstaal om
taal
kanleerlingen
om
relevant, kanleerlingen
somssoms
handig hiervan
gekenenhiervan
gek en‘af
onveilig
leuk. te
‘afvoelen.
onveilig
Maar leiden’
te leiden’ is
voelen.
spreken minder
te minder met
detetonzorgen
zorgen
…ook
met
dathet
belangrijk
sport dat foutloos
het
Leerlingen
foutloos
leerlingen
leerlingen
spontaan teze Frans
bezig
ontdekken dat
zeggen.
tehun
albezig
zeggen.
snelzijn zijn
met
uit temet
favoriete wát enwát
lokken
sport ze
ze zeggen
en
hobby’s zeggen
ervoor
in het en en
in Het
Heteen is belangrijk
is belangrijk
andere taal om
omkan leerlingen
leerlingen
soms gek hiervan
hiervan
en ‘af ‘af
onveilig te leiden’
te voelen.
leiden’ te minder
minder
zorgen
préféré met met
dathet het
leerlingen foutloos
foutloos te
bezig te
zeggen.zeggen.
zijn met wát ze
Frans kunnen noemen, omdat ze de Franse woorden al kennen uit hetzeggen en
Het is belangrijk om leerlingen hiervan ‘af te leiden’ minder met het foutloos te zeggen.
Engels of het Nederlands.

...
PARLON–S Parlons
In Bravoure
In Bravoure
des vacances
– Parlons
et plus
et plus
! vind
! vind
je bijjeelk
bij kaartje
elk kaartje
Gebruik de afbeeldingen van verschillende sporten en instrumenten (zie
Materiaal) en stel er vragen over. Leerlingen kiezen uit de afbeeldingen en
vertellen wat hun lievelingssport of - instrument is. En ze kunnen ook aangeven
in het
In IninBravoure
leerwerkboek
het leerwerkboek
Bravoure één
et één
– Parlons
– Parlons (kortere
(kortere
et plus
plus ! les)
! vind je les)
vind of
je twee
bij of elk
bij
elk tweekaartje
kaartje wat de favorieten van klasgenoten zijn. 
(langere
in
In in(langere
het het
Bravoure les)–les)
suggesties
suggesties
leerwerkboek
leerwerkboek
Parlons voor
etéén
één plus voor
!spreekopdrachten.
(kortere
(korterevindspreekopdrachten.
jeles)
les) bij of twee
of twee
elk kaartje Opdrachten
Opdrachten
Het maken
is leuk om aandacht maken gebruik
te hebben voorgebruik van
de Franse van
vocabulaire
uitspraak vanvocabulaire
deze veelal
in (langere
(langere
het les)les)
leerwerkboeksuggesties
suggesties voorvoor
één (kortere spreekopdrachten.
spreekopdrachten.
les) of twee Engelse
Opdrachten
Opdrachten hobby’s. 
en expressions
en expressions maken die gebruik
maken leerlingen
diegebruik
leerlingen
vanal van kennen,
alvocabulaire
kennen,
vocabulaire
(langere les) suggesties voor spreekopdrachten. en expressions
daarnaast
en
Opdrachtenexpressions
daarnaast komen
maken komen
dienieuwe
die
gebruiknieuwe woorden
leerlingen
leerlingen van woordenalvoor voor
die die
kennen,
alvocabulaire
kennen,
Expressions 
Spreekkaartje
Spreekkaartje in de
en inbetreffende
Quel detonbetreffende
expressions
daarnaast
daarnaast est komen komen
instrument die leçon
nieuwe
préféré leçon
nieuweaan
? leerlingen
Mon aan
bod
instrument al bod
woorden
woorden
préféré komen.lekomen.
kennen, … voor
c’estvoor die die
bijSpreekkaartje
elke
bij elke
les les
Spreekkaartje in
in de
daarnaastde
est tonbetreffende
Quelbetreffendekomen
sport leçon
nieuwe
préféré ? Mon leçon
sport aan aan
bod
woorden
préféré c’est le … bod
komen.komen.
voor die
Onderwerp
Onderwerp
bij elke
bij elke les les
Spreekkaartje in de betreffende leçon aan bod komen.
Quel est son instrument préféré ? 
van van
de de
Onderwerp
Onderwerp Quel est son sport préféré ? 
bij elke les
spreekopdracht
spreekopdracht
vanvan
de de
Onderwerp
spreekopdracht
spreekopdracht
van de DÉPART
DÉPART CYPRIEN
CYPRIEN: TÉLÉPORTATION
: TÉLÉPORTATION ! !
Afhankelijk van het niveau kunnen leerlingen alleen het goede woord kiezen en
dat zeggen, of ze kunnen antwoorden met een hele zin. Bij hv-doelgroep kun je
spreekopdracht DÉPART
DÉPART
PARLONS CYPRIEN
PARLONSCYPRIEN : TÉLÉPORTATION
: TÉLÉPORTATION
ook vragen stellen met votre en leur.
! !
DÉPART
PARLONS
PARLONS CYPRIEN : TÉLÉPORTATION
… de ton…sport
de ton sport
préféré préféré
Leerlingen Leerlingen
Frans kunnen
ontdekken
Frans kunnen
! ontdekken
dat ze aldat
noemen,noemen,
omdat ze
snel
omdat
zehunal snel
de Franse
favoriete
hun favoriete
ze de woorden
sport ensport
Franse woordenal kennen
hobby’s
en hobby’s
in het in het
al kennen
uit het uit het

PARLONS … de
… de ton ton sportLeerlingen
sport EngelsLeerlingen
of
Engels
het Materiaal
of ontdekken
ontdekken
Nederlands. dat ze dat
het Nederlands. ze alhun
al snel snel hun favoriete
favoriete sport en sport en hobby’s
hobby’s in het in het

vascavanccaesnces
préférépréféré Frans kunnen
Frans kunnen noemen, noemen,
omdatomdat ze de Franseze de Franse
woorden woorden
al kennenal kennen
uit hetuit het

S ...sde
... de
… de ton sport Leerlingen
Engels
Gebruik Engels
ofdehet
Gebruik Afbeeldingen van sporters en muzikanten met hun instrument, inclusief een
ontdekken
of dat
hetafbeeldingen
Nederlands.
afbeeldingen
de zeverschillende
Nederlands.
van al snel hun favoriete
van verschillende sport
sporten sporten
en enenhobby’s
instrumenten in het (zie
instrumenten
(zie
ONRL
PARLPA S ON
caesnces
préféré Frans kunnen noemen, omdat zeLeerlingen
deover.
Franse woorden al
dekennen
uit deuit heten

vanc
Materiaal) en stel
Materiaal) erenvragen
stel erover.
vragen Leerlingen
kiezen uit
kiezen afbeeldingen
afbeeldingen en

devasca
lijst met hobby’s.
... s
...Sde
Engels
Gebruik of
Gebruik
de het
vertellenvertellen Nederlands.
de
wat hun wat afbeeldingen
afbeeldingen van
lievelingssport van
hun lievelingssport verschillende
verschillende
of - instrument sporten sporten
of - instrument en
is. En zeis. en
kunneninstrumenten
instrumenten
En ze kunnen(zie
ook aangeven(zieaangeven
ook
ON
PARLPA RLSON Waar: de PowerPoint van Bravoure, in de online docentenomgeving.
PARLONS ... des va
ca nc es Gebruik
Het is leuk
Materiaal)
wat dewat
waten
wat deMateriaal)
Materiaal)
de
vertellen
vertellen wat
Het
de
destel
favorieten
om leuk
ener stel
favorieten
van
afbeeldingen
ishun wat
aandacht
enfavorieten
favorieten stel
om
er vragen
van
er
vragenvan
van
hunaandacht
te
vragen
over.
klasgenoten
hebben of
over. Leerlingen
Leerlingen
klasgenoten
lievelingssport
lievelingssport
zijn. 
verschillende
te -hebben
voor
over. Leerlingen
van klasgenoten
klasgenoten
ofde
kiezen kiezen
zijn. 
sporten
- instrument
instrumentvooris.
Franse deEnen
uit de afbeeldingen
uit de afbeeldingen
instrumenten
is. kunnen
ze
uitspraak
Franse Enuitspraak
ze
van
zijn.  zijn. kiezen uit de afbeeldingen en
kunnen
ook
deze(zie
van
en
ook
aangeven
veelal
en
aangeven
deze veelal
Engelse Engelse
hobby’s.  hobby’s. 

ET PLUS
vertellen
Hetwat
Het is leuk isom hun
leuk lievelingssport
om
aandacht aandacht
te hebben teofhebben
-voor
instrument
devoor de
Franse is.Franse
En ze kunnen
uitspraak van ook
uitspraak aangeven
van
deze deze veelal
veelal

De Powerpointpresentie die wat


Het
deEngelse
Engelse
Quelisest
favorieten
Expressions hobby’s. 
Expressions 
leuktonom
Quel
van klasgenoten zijn. 
hobby’s. 
aandacht
instrument
est te hebben
ton instrument
préféré ? 
préféré
Monvoorinstrument
deMon
?  Franse uitspraak
instrument
préféré vanledeze
c’est
préféré c’estveelal
…  le … 
exercice Engelse
Expressions 
Quel est hobby’s. 
Expressions 
Quel
ton sport
est tonpréféré
sport ?préféré
Mon sport ? Mon préféré
sport c’est
préféré le … 
c’est le … 

af en toe gebruikt wordt voor Quel estQuel


Expressions 
Quel estQuel
sonest
ton
Quel
sonest
ton
Quel
estton
estton
sport
sportson
instrument
instrument
instrument
son
sport
préféré
préféré
préféré
instrument
préféré
sportpréféré
?? 
préféré


Mon ?sport
préféré
Mon? instrument
préféré
Mon
Mon instrument

sport préféré
?  préféré
préférépréféré
c’est lec’est
c’est lec’est
…  le … 
…  le … 

Quel estQuelton
sonest instrument
instrument préféré
son instrument ? 
?  Mon? 
préférépréféré instrument préféré c’est le … 

bijvoorbeeld een spreekplaat 1 toelichting


Quel est
Quel
Afhankelijk
Quelzeggen,
dat
ton
estdat
est
sonvan
Afhankelijk
sonzeggen,
Klassengesprek om het Thème te openen.
sporthetpréféré
son
sport sport
préféré
niveau
ofinstrument
van het ?? Mon sport
préféré
kunnen
niveau
of zepréféré
antwoorden
?  kunnen préféré
leerlingen
? antwoorden
c’est le
leerlingen
alleen het… goede
alleen hetwoord
goedekiezen
De Franse vlogger Cyprien vertelt in zijn vlog wat hij wel en niet leuk vond
ze kunnen kunnen met eenmet heleeen zin.hele
Bij hv-doelgroep
woorden
zin. Bij hv-doelgroep
kiezen en
kun je kun je
Quel
ook est
vragensonstellen
Afhankelijk
Afhankelijkook vansport
vragen préféré
hetvan
met het
niveauvotre
stellen ? 
niveau
kunnen
metenvotrekunnen
leur.leerlingenleerlingen
en leur. alleen alleen
het goede het goede
woord woord
kiezen kiezen
en en

of een serie afbeeldingen, vind ook


dat zeggen,
dat zeggen,
Afhankelijk
ook
vragen
Materiaal
aan zijn dagen op school.
of ze kunnen
of ze kunnen
van hetstellen
vragen
stellen
Materiaal niveau
met
antwoorden
votrekunnen
met
antwoorden
votre
en leur.
met een
leerlingen
metheleeenzin.hele
Bijzin. Bij hv-doelgroep
hv-doelgroep
en leur. alleen het goede woord kiezen en
kun je kun je

dat zeggen,
Afbeeldingen ofvan
ze kunnen
Afbeeldingen van antwoorden
sporters sporters
en muzikanten met met
en muzikanteneen hun
helemet zin.hun
Bij hv-doelgroep
instrument, instrument, kun je een
inclusiefinclusief
een

je bij het docentenmateriaal ook


Waar:
vragen
Materiaal
lijst Materiaal
met
de
lijst
Afbeeldingen
hobby’s.
Waar:
Video bij de exercice
stellen
PowerPoint
met votre en leur.
met hobby’s.
Afbeeldingen van sporters
van
vansporters
de PowerPoint en van
muzikanten
Bravoure, en inmuzikanten
Bravoure, met
de online hun
in de metinstrument,
hundocentenomgeving.
instrument,
docentenomgeving.
online inclusief
Duur : (2’39” (de video is nog langer, maar bij deze exercice volstaat deze
inclusief
een een
Materiaal
lijst met
lijst
hobby’s.
met hobby’s.

De online. ET PLUS
ET PLUS Afbeeldingen
Waar: deWaar: van sporters en muzikanten met
in dehun instrument, inclusief een
Powerpointpresentie
De Powerpointpresentie
die die lijst met hobby’s.
de
tijdsduur)
PowerPointPowerPoint van
van Bravoure, Bravoure,
in de online online docentenomgeving.
docentenomgeving.

ET PLUS
ET PLUS
exerciceexercice Cyprien - École
Waar: de PowerPoint van Bravoure, in de online docentenomgeving.
af en
De De Powerpointpresentie
Powerpointpresentie
aftoe
en gebruikt
toe gebruikt
wordt wordt
voor voor
die die
bijvoorbeeld
af
De bijvoorbeeld
en toe een
Powerpointpresentie
af
en toe een
spreekplaat
gebruikt
gebruikt wordt spreekplaat
wordtdievoor
voor ET PLUS
1 exercice
exercice
1 toelichting
toelichting Klassengesprek om het Thème
Klassengesprek om hette Thème
openen.te openen.
Laat leerlingen vooral naar het beeld kijken en maak duidelijk dat ze het
De Franse De vlogger
Franse vlogger
Cyprien Cyprien
vertelt invertelt
zijn vlog
in zijn
watvlog
hij wel
waten hijniet
wel leuk
en niet
vondleuk vond
exercice
of en
af eenoftoe
een
serie
bijvoorbeeld
bijvoorbeeld serie
afbeeldingen,
gebruikt afbeeldingen,
eeneen wordt voorvindvind
spreekplaat
spreekplaat 1 1 toelichting
toelichting aan zijnKlassengesprek
Klassengesprek
aan
dagenzijnop om
dagenhetom
school.
vlogger
Cyprien
Thème
op het Thème
school. te openen.
te openen.
fragment ook begrijpen zonder dat ze al het Frans verstaan. Gebruik eventueel
De Franse
De Franse vlogger Cyprien
verteltvertelt
in zijn in zijnwat
vlog vlog
hijwat
welhijenwel
nieten nietvond
leuk leuk vond

je bij
of ofjehet
een bij
een
serie
bijvoorbeeld docentenmateriaal
het docentenmateriaal
serie
eenafbeeldingen,
afbeeldingen,
spreekplaat vindvind 1 toelichting Klassengesprek
aan
Videozijn
aan
bij dagen
dezijn
Video om
dagen
op
exercice
bij hetopThème
deschool. school.
exercice te openen.
pas bij de tweede keer kijken de ondertiteling.
Et plus
De Franse
Duur : (2’39” vlogger
Duur : (de
(2’39” Cyprien
video (de vertelt
is video
nog langer,in maar
is nog zijn vlog
langer, wat bij
bijmaar
deze hij wel en
exercice
deze niet leuk
exercice
volstaat vond deze
volstaat
deze
online.
je
of jeonline.
bij
een bijserie
het het docentenmateriaal
docentenmateriaal
afbeeldingen, vind aan
Videozijn
tijdsduur) dagen
Video
bij
Duur : Duur :
Cyprien (2’39”
op exercice
de exercice
bij de
tijdsduur)
Cyprien
- École(2’39”
school.
(de- École(deisvideo
video nog is nog langer,
langer, maar bij maar deze exercice
dezebijexercice volstaatvolstaat
deze deze
Laat leerlingen tijdens het kijken niet schrijven. Er zitten grappige en
je online.
online.
bij het docentenmateriaal
Bij opdrachten kan een tip staan om
Video bij de exercice
tijdsduur)
tijdsduur)
Duur :
Cyprien
Laat herkenbare dingen tussen: die onthouden ze wel.
(2’39”
Cyprien
- École
leerlingen
Laat (de video
- vooral
École naar
leerlingen is nog
vooral langer,
hetnaar
beeldhetmaar
kijken bij deze
beeldenkijken exercice
maaken duidelijkvolstaat
dat ze deze
maak duidelijk het
dat ze het
online. tijdsduur)
fragmentfragment
ook begrijpen
ook begrijpen
zonder dat zonder
ze aldat
hetzeFrans
al het
verstaan.
Frans verstaan.
Gebruik Gebruik
eventueeleventueel

te differentiëren, een tip voor een spel,


Cyprien
Laat
pas bij de- École
Laat
leerlingen
pas leerlingen
tweede vooral
bij de keer vooral
naar
tweede het
kijken
keernaar het kijken
debeeld
kijken beeld
ondertiteling. kijken
en maak en duidelijk
de ondertiteling. maak duidelijk
dat ze dat
het ze het
Et plusEt plus fragmentfragment
ook begrijpen
ook begrijpen
zonderzonder
dat ze dat
al het
ze Frans
al het verstaan.
Frans verstaan.
Gebruik Gebruik
eventueel
eventueel
Laat leerlingen
pas bij pas
deLaat devooral
keernaar
bijleerlingen
tweede tweede
tijdens het hetkijken
keer
kijken
tijdens de
kijken beeld
hetnietdekijken
kijken nietenschrijven.
maak
ondertiteling.
ondertiteling.
schrijven. duidelijk
Er zittenEr datgrappige
grappige
zitten ze het en
en
EtBijplus
Bij plus
Et opdrachten
opdrachten kan kaneen eentip staan
tip staan
om om fragment ook begrijpen zonder dat zediealonthouden
hetzeFrans
wel. verstaan.
ze wel. Gebruik eventueel
een link naar een extra youtubefilmpje
herkenbare herkenbare
dingen tussen:
dingen die
tussen:
onthouden
pas
Laatbij de tweede
Laat
leerlingenleerlingenkeertijdens
tijdens kijken
het de ondertiteling.
het
kijken kijken niet schrijven.
niet schrijven. Er grappige
Er zitten zitten grappige
en en
te differentiëren,
Et
Bij te opdrachten
plus
Bij differentiëren,
opdrachten kan een
kan
een een
tip
een voor
tiptip
tipvoor
staaneen een
staanspel,
om omspel, herkenbare
herkenbare dingendingen
tussen:tussen: die onthouden
die onthouden ze wel.ze wel.
Laat leerlingen tijdens het kijken niet schrijven. Er zitten grappige en
te
Bij of extra toelichting. Het is aan jou om te
eendifferentiëren,
teeen
link
opdrachten link
naarnaar
een
differentiëren,
kan een
extra
een een
een extra
tipyoutubefilmpje
youtubefilmpje
tipstaan
voor
tip voor
eeneen
spel,
om spel, herkenbare dingen tussen: die onthouden ze wel.

of extra
een
te of
een extra
link toelichting.
link
naar
differentiëren, toelichting.
naar
eeneen Het
extra
een Het
isvoor
extra aaniseen
aan
jou spel,
om
jou te
youtubefilmpje
tipyoutubefilmpje om te
of
een gebruiken wat bij je eigen situatie past.
gebruiken
ofgebruiken
extra extra
link wat
naar wat
bij je
een bijHet
toelichting.
toelichting. eigen
extra jeHet
eigen
is situatie
situatie
is aan
aan past.
jou jou
youtubefilmpje past.
om om
te te 4
4 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
BRAVOURE
4 BRAVOURE
/ THÈME 3 /C’EST
THÈMEMON
3 C’EST
jOUR MON
DE CHANCE
jOUR DE! CHANCE !

of gebruiken
gebruiken
extra watwat
toelichting. bijHet
bij je je eigen
eigen aansituatie
is situatie ompast.
jou past.te 4 4 BRAVOURE
BRAVOURE
Bravoure DCHL
/ THÈME/3THÈME
Bravoure
Parlons
DCHL
C’EST MON
et plus
3 C’EST
Parlons
T3_vs2.indd
MON
jOUR DE jOUR DE CHANCE
CHANCE
et plus T3_vs2.indd
4
!4
! 11-11-2022 11-11-2022
16:41 16:41

Bravoure DCHL Parlons et plus T3_vs2.indd 4 11-11-2022 16:41


gebruiken wat bij je eigen situatie past. 4 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Bravoure
Bravoure DCHL DCHL
Parlons et Parlons et plus T3_vs2.indd
plus T3_vs2.indd 4 4 11-11-2022
11-11-2022 16:41 16:41
4 4 NUMÉRO
NUMÉRO
DE PAGE
DE PAGE
Bravoure DCHL Parlons et plus T3_vs2.indd 4 11-11-2022 16:41
4 4 NUMÉRO
NUMÉRO DE PAGE
DE PAGE
4 NUMÉRO DE PAGE
4 NUMÉRO DE PAGE
de andere werkbladen zijn ze opgenomen aan het
eind van elk thema.

Natuurlijk geeft een docent feedback op fouten die hen vragen, maar zeker niet te weinig. Leerlingen de
Werkblad Magazine
communicatie in de weg staan, of fouten
Parlons
voorkomende chunks. Maar daarnaast is de docent
! in veel kans geven om een opdracht goed voor te bereiden,
steunen bij het uitvoeren van de opdracht en inzicht
ook gul met aanmoedigingen. Voorwaardelijk … ? Frans geven in waarom het spreken goed of minder goed
Qu’est-ce que tu aimes ? Choisis !
spreken een succeservaring voor leerlingen laten zijn: lukte. Met dergelijke aanpakken kan de spreekdurf de
als docent je kruisje.
Zet in elke rij één vertrouwen laten blijken, niet té veel van spreekangst van leerlingen overwinnen.

1 □ le foot □ le tennis □ le ski

2 □ les chats □ les chèvres □ les chiens

3 □ le piano □ la guitare □ le violon


Bij de spreekopdrachten horen soms werkbladen,
4 vind□je
die ook in dit docentenboek.
dessiner □ jouer aux jeux vidéoSamen □
met
regarder la télé
de andere werkbladen zijn ze opgenomen aan het
5 van□ bavarder
eind elk thema. □ écouter de la musique □ faire les devoirs

6 □ téléphoner □ faire du sport □ chanter

7 □ l’anglais □ le français □ l’histoire


Werkblad Magazine Parlons !
8 □ l’ÉPS □ les maths □ la géo
Qu’est-ce que tu aimes ? Choisis !

Zet in elke rij één kruisje.


9 □ regarder un match □ regarder un film □ regarder des vidéos
1 □ le foot □ le tennis □ le ski

10
2 □ le sport □ l’école □ la musique
□ les chats □ les chèvres □ les chiens

3 □ le piano □ la guitare □ le violon

4 □ dessiner □ jouer aux jeux vidéo □ regarder la télé

5 □ bavarder □ écouter de la musique □ faire les devoirs

6 □ téléphoner □ faire du sport □ chanter

7 □ l’anglais □ le français □ l’histoire

8 □ l’ÉPS □ les maths □ la géo

9 □ regarder un match □ regarder un film □ regarder des vidéos

10 □ le sport □ l’école □ la musique

18 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !

18 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !


Bravoure DCHL Parlons et plus T3_vs2.indd 18 11-11-2022 16:41
Bravoure DCHL Parlons et plus T3_vs2.indd 18 11-11-2022 16:41

NUMÉRO DE PAGE THÈME 1 // C'EST MOI! 5


NUMÉRO DE PAGE THÈME 1 C'EST MOI! 5
THÈME
THÈME33C’EST
C’ESTMON
MONJOUR
JOURDE
DECHANCE
CHANCE! !
THÈME33C’EST
THÈME C’ESTMON
MONJOUR
JOURDE
DECHANCE
CHANCE! !
Beginsituatie
Beginsituatie
• Beginsituatie
Beginsituatie
• Thème
In In Thème
1 en1 2enhebben
2 hebben
de leerlingen
de leerlingen
geoefend
geoefend
metmet
zichzelf
zichzelf
voorstellen
voorstellen
en het
en het
• presenteren
presenteren
• Thème
In In Thème van
1 en van
1 2enhun
2 hun
familie
hebben
hebben familie
en leerlingen
de woonsituatie.
en woonsituatie.
de leerlingen geoefend
geoefend metmet zichzelf
zichzelf voorstellen
voorstellen en het
en het
• Leerlingen
• presenteren
Leerlingen
presenteren hebben
vanhebben
van
hungewerkt
hun gewerkt met
enmet
familie
familie être,
en être,
avoir avoir
en met
woonsituatie.
woonsituatie. en metils/elles
ils/elles
voorvoor
personen
personen
en dingen.
en dingen.
Ze Ze
• hebben
hebben
ookhebben
• Leerlingen
Leerlingen ook
gewerkt
gewerkt
hebben met met
hetmet
gewerkt
gewerkt het
bezittelijk
metbezittelijk
être, être, voornaamwoord.
avoir voornaamwoord.
avoir en met
en met ils/elles
ils/elles voorvoor personen
personen en dingen.
en dingen. Ze Ze
• In
• eerdereookThèmes
In eerdere
hebben
hebben ook Thèmesismet
gewerkt
gewerkt erisiedere
er
hetiedere
met het les les
geoefend
geoefend
bezittelijk
bezittelijk metmetkorte
voornaamwoord.
voornaamwoord. kortespreekopdrachten.
spreekopdrachten.
• eerdere
• In In eerdere Thèmes
Thèmes is erisiedere
er iedere les les geoefend
geoefend metmetkortekorte spreekopdrachten.
spreekopdrachten.
Thème
Thème3 gaat
3 gaat
overover
de hobby’s
de hobby’s en dagelijkse
en dagelijkse bezigheden
bezigheden vanvanleerlingen
leerlingen
(waaronder
(waaronderookook
school).
school).
Thème
Thème 3Ze3leren
Ze
gaat leren
gaat
overietsiets
over
detehobby’s
devertellen
tehobby’s
vertellen
enover
enover hunhun
dagelijkse
dagelijkse dag-dag-
en weekindeling
en weekindeling
bezigheden
bezigheden vanvan en kunnen
en kunnen
leerlingen
leerlingen in korte
in korte
(waaronder
(waaronder zinnen
ook zinnen
ook
vertellen
vertellen
school).
school). over
Ze over
Ze hun
leren hun
lerenhobby’s
iets hobby’s
iets
te te of wat
of wat
vertellen
vertellen ze leuk
over zehun
over leuk
vinden
hun vinden
dag-dag-
enomweekindeling
om
enteweekindeling
doen.
te doen. en kunnen
en kunnen in korte
in korte zinnen
zinnen
vertellen
vertellen overover
hunhun hobby’s
hobby’s of wat
of wat ze leuk
ze leuk vinden
vinden om om te doen.
te doen.
Basis
Basis
/ / LesLes KorteKorte
beschrijving
beschrijving Online
Online
extra
extra Extra
Extra
materialen
materialen
keuze
keuze
Basis
Basis
/ / LesLes KorteKorte
beschrijving
beschrijving Online
Online
extra
extra Extra
Extra
materialen
materialen
keuze
keuze
Basis
Basis Départ Départ Video Cyprien
Video Cyprien à l’ecole
à l’ecole Powerpoint bij Parlons
Powerpoint bij Parlons
! !
Basis
Basis Départ Départ Leerlingen
VideoLeerlingen
Cyprien
Video luisteren
Cyprien luisteren
à naar
l’ecole
à l’ecolenaar
het het
Frans Frans
vanvan Powerpoint bij Parlons
Powerpoint bij Parlons
! !
vlogger
vlogger
Leerlingen Cyprien
Leerlingen Cyprien
luisterendie die
zijn
luisterennaarzijn
herinneringen
naar
hetherinneringen
het
Frans vanaan
Frans vanaan
de middelbareschooltijd
de middelbareschooltijd
vlogger
vlogger
Cyprien
Cyprien die die terughaalt.
zijnzijn terughaalt.
herinneringen
herinneringen Deaan
Deaan
videovideo
ismiddelbareschooltijd
grappig
is grappig
de middelbareschooltijd
de en beeldend.
en beeldend. Leerlingen
terughaalt. Leerlingen
terughaalt. De De
herkennen
videoherkennen
video is veel
is grappig veel
grappig situaties,
situaties,
en beeldend. ookook
en beeldend. al zullen
al zullen
Leerlingen ze ze
Leerlingen
niet niet
alles
herkennen alles
herkennen verstaan.
verstaan.
veel veel
situaties,
situaties,ookook al zullen
al zullen
ze ze
nietniet
allesalles
verstaan.
verstaan.
Basis Voca
Basis Voca Inoefenen
Inoefenen vanvan en spelen
en spelen metmet het het Woordtrainer
Woordtrainer Powerpoint
Powerpoint
bij bij
Basis Voca
Basis Voca belangrijkste
belangrijkste
Inoefenen
Inoefenen vanthematische
enthematische
van spelen
en spelen vocabulaire
met vocabulaire
met
het het vanvanWoordtrainer
Woordtrainer Parlons
Parlons
! !bij bij
Powerpoint
Powerpoint
de Top
de Top
20.20.thematische
belangrijkste
belangrijkste thematische vocabulaire
vocabulaire vanvan Parlons
Parlons
! !
Uitbreiding
Uitbreiding
de Top
de Top
20.20. vanvan het het
vocabulaire
vocabulaire aanaan
de de
hand hand
vanvan
Uitbreiding een
Uitbreiding vaneen
tekst
van
hettekst
en vocabulaire
het een
en een
vocabulaire audiofragment.
audiofragment.
aanaan
de de
Receptieve
hand Receptieve
hand
vanvan eenkennismaking
eenkennismaking
tekst tekst en met
en een een met
audiofragment.
audiofragment.
zinsconstructies
zinsconstructies
Receptieve
Receptieve en grammatica.
kennismaking en grammatica.
kennismaking metmet
zinsconstructies
zinsconstructies en grammatica.
en grammatica.
Basis Magazine
Basis MagazineTeksten: Teksten: Woordtrainer
Woordtraineren en Werkblad bij Parlons !
Werkblad bij Parlons !
Basis Magazine
Basis Magazine1 Oproep
1 Oproep
Teksten:
Teksten: (affiche)
(affiche)
voorvooreeneennieuw nieuw
jurylid
jurylid grammaticatrainer
grammaticatrainer
Woordtrainer
Woordtraineren en Werkblad bij Parlons !
Werkblad ex. ex.
38,38,
bij Parlons !
voor
1 Oproep voor
een
1 Oproep een
vlogwedstrijd.
(affiche)vlogwedstrijd.
(affiche)
voorvooreeneennieuw nieuw
jurylid
jurylid grammaticatrainer 6-86-8
dobbelstenen,
grammaticatrainer Werkblad dobbelstenen,
Werkblad
bij ex.
bij ex.
38,38,
2 Vier
2 voor
voor Vier
portretten
eenportretten
een overover
vlogwedstrijd. jongeren
vlogwedstrijd. jongeren die die DELF-opdrachten
DELF-opdrachten pionnen/fiches
pionnen/fiches
6-86-8
dobbelstenen,
dobbelstenen,
2 vertellen
Vier vertellen
2 Vier overover
portretten
portretten hun
overhun
hobby’s
over hobby’s
jongeren endie
jongeren hun
endiehun DELF-opdrachten
DELF-opdrachten pionnen/fiches
pionnen/fiches
kwaliteiten.
kwaliteiten.
vertellen
vertellen overoverhunhunhobby’s
hobby’s en hun
en hun
3 Oproep
3 kwaliteiten.
Oproep
kwaliteiten.(affiche)
(affiche)
voorvoordeelname
deelname aanaan
3 een parkour.
een
Oproep
3 Oproep parkour.
(affiche)
(affiche)
voorvoordeelname
deelname aanaan
eeneenparkour.
parkour.
Grammaire:
Grammaire: werkwoorden
werkwoorden op -er.
op -er.
Grammaire:
Grammaire: werkwoorden
werkwoorden op -er.
op -er.
Basis Point
Basis de de Évaluation:
Point Évaluation: diagnostische
diagnostische toetstoets
online
online TestTest
jezelf
jezelf
Basis vue
Basis vue
Point 1 de1 de Évaluation:
Point Évaluation: diagnostische
diagnostische toetstoets
online
online Leeskaarten
Leeskaarten
TestTest
jezelf
jezelf
vuevue1 1 Kiosque
Kiosque
Leeskaarten
Leeskaarten
Kiosque
Kiosque

2 2BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
2 26BRAVOURE
BRAVOURE / THÈME
/ THÈME 3 C’EST
3 C’EST MONMON
jOURjOUR DE CHANCE
DE CHANCE ! !
Basis
Basis
/ / LesLes Korte
Korte
beschrijving
beschrijving Online
Online
extra
extra Extra
Extra
materialen
materialen
keuze
keuze
Basis
Basis
/ / LesLes Korte
Korte
beschrijving
beschrijving Online
Online
extra
extra Extra
Extra
materialen
materialen
keuze
keuze
Basis
Basis Studio
Studio EenEen video video
overover
jongeren
jongeren die die
eeneen Woordtrainer
Woordtrainer en en Powerpoint
Powerpoint en Werkblad
en Werkblad
Basis
Basis Studio
Studio schoolopdracht
Eenschoolopdracht
Een
video video voor
overover voor
jongeren het het
jongeren vakdie
die vak
geschiedenis
een geschiedenisgrammaticatrainer
een grammaticatrainer
Woordtrainer
Woordtrainer en en bij Parlons
bij Parlons
Powerpoint
Powerpoint!en !Werkblad
en Werkblad
moeten
moeten
schoolopdrachtdoen.
doen.voorvoor
schoolopdracht het het
vakvakgeschiedenis grammaticatrainer bij Parlons
geschiedenisgrammaticatrainer bij Parlons
! !
moeten
moeten doen.
doen.
Grammaire:
Grammaire: Enkele exercices
Enkele exercices
Le verbe
Le
Grammaire:verbe
Grammaire:Faire
Faire bij een
bij
Enkele een
video
video
exercices
Enkele exercices
Ontkennende
Ontkennende
Le verbe
Le verbe Faire zinnen
Faire zinnen van van
Janelle,
bij een
bij Janelle,
een
video eeneen
video
Ontkennende
Ontkennende zinnen
zinnen bekende
vanbekende
van Franse
Janelle, Franse
Janelle,
een een
tienervlogger
tienervlogger
bekende
bekende Franse
Franse
tienervlogger
tienervlogger
DELF-opdrachten
DELF-opdrachten
DELF-opdrachten
DELF-opdrachten
Basis
Basis Paroles
Paroles Leerlingen
Leerlingen oefenen
oefenen eeneen telefoongesprek
telefoongesprek Werkblad
Werkbladbij ex.
bij ex.
61 61
Basis
Basis Paroles
Paroles waarin
waarin
Leerlingen ze proberen
Leerlingen ze proberen
oefenen
oefeneneeneen afspraak
afspraakte te
telefoongesprek
telefoongesprek Werkblad
Werkbladbij ex.
bij ex.
61 61
maken.
maken.
waarin
waarin ze proberen
ze proberen eeneen afspraak
afspraakte te
Ze kiezen
Ze
maken.
maken.kiezen
eeneenrol en
rol oefenen
en oefenen metmet
basiszinnen.
basiszinnen.
Ze kiezen
Ze kiezen eeneenrol en
rol oefenen
en oefenen metmet
basiszinnen.
basiszinnen.
Basis
Basis Point
Point
de de Évaluation:
Évaluation: diagnostische
diagnostische toetstoets
online
online TestTest jezelf
jezelf
Basis
Basis vuevue
2 de2 de
Point
Point Évaluation:
Évaluation: diagnostische
diagnostische toetstoets online Actuele
online TestActuele
Test opdracht
jezelf opdracht
jezelf
vuevue
2 2 Actuele
Actuele
opdracht
opdracht
Keuze
Keuze Culture
Culture OverOverhet heteteneten
in dein middagpauze
de middagpauze op op Powerpoint
Powerpoint bij Parlons
bij Parlons
! !
Keuze
Keuze Culture
Culture Franse
OverFranse
hetscholen.
Over hetscholen.
eteneten
in dein middagpauze
de middagpauze op op Evt:Evt:
etenswaren
Powerpointetenswaren
Powerpoint bij Parlons
bij Parlons
! !
Franse
Franse scholen.
scholen. Evt:Evt:
etenswaren
etenswaren
Keuze
Keuze Fiche
Fiche
X X TipsTips
hoehoe je de
je mooiste
de mooiste foto’s
foto’s
maakt.
maakt. Padlet
Padlet
(online
(online
tool)tool)
Keuze
Keuze Fiche
Fiche
X X TipsTips
hoehoe je de
je mooiste
de mooiste foto’s
foto’s
maakt.
maakt. Padlet
Padlet
(online
(online
tool)tool)
Basis
Basis Finale
Finale Leerlingen
Leerlingen maken
maken eeneenaffiche/tijdlijn
affiche/tijdlijn
vanvan
Basis
Basis Finale
Finale hun hun
activiteiten,
Leerlingen activiteiten,
Leerlingen maken een
maken een roman-photo
eeneen roman-photo
affiche/tijdlijn over
affiche/tijdlijnover
van van
hunhun favoriete
favoriete
activiteiten, dageen
dag
activiteiten, ofeen
een
of een
vlogvlog
roman-photo overover
roman-photo een
overeen
over
hobby.
hunhobby.
hun
favoriete
favoriete
dagdagof eenof een
vlogvlog
overover
eeneen
hobby.
hobby.
Bekijk
Bekijkeventueel
eventueelvastvastde werkbladen
de werkbladen bij bij Werkbladen
Werkbladen bij alle
bij alle
de Finale
de
Bekijk
BekijkFinale
om
eventueelom
eeneen
eventueel beeld
vast beeld
detewerkbladen
vast dekrijgen
tewerkbladen
krijgen
vanbij
vanbij finaleonderdelen
finaleonderdelen
Werkbladen
Werkbladen bij alle
bij alle
deze deze
deopdrachten
de Finale opdrachten
Finale
om om en
eeneen te
en
beeld bepalen
te
te bepalen
beeld krijgen hoe
te krijgenhoe
jevan
van dit
je dit finaleonderdelen
finaleonderdelen
Thème
deze Thème
deze wilt wilt
opdrachtenafsluiten.
afsluiten.
opdrachten en te Debepalen
en teDe
werkbladen
werkbladen
bepalen jevind
hoehoe jevind
dit dit
je inje
Thème deze
inwilt
Thème deze
handleiding,
handleiding,
wilt
afsluiten. Deaan
afsluiten. Deaan
het het
eindeind
werkbladen
werkbladenvan van
vind vind
je inThème.
dit dit inThème.
jedeze deze
handleiding,
handleiding, aanaan het het
eindeind
vanvan
dit Thème.
dit Thème.

Opening
Openingvanvan Thème
hethet Thème metmet de leerlingen
de leerlingen
• Bespreek
• Bespreek
Opening
Opening kort Thème
metThème
hetkort
vanvan het met
demetleerlingen
demet
leerlingen
de wat wat
de leerlingende titel C’est
de titel
leerlingen C’est
monmonjourjour
de chance
de chance! betekent,
! betekent,
• waarom
• waarom
Bespreek dekort
Bespreek foto
dekort
foto
bijmet
met het
de Thème
de Thème
bij leerlingen
het gekozen
leerlingengekozen
wat deis.
wat deis.
Waar
titel Waar
C’est
titel denken
C’estdenken
mon mon zijjour
jour dat
zij dat
de hetchance
de het
overover
chance ! zal
! zal
gaan?
gaan?
betekent,
betekent,
• De
• Debetekenis
waarom betekenis
waarom devan
de foto van
het
foto
bij bijhet
het citaat
Thème
het « Ne
citaat
Thème « Ne
rêve
gekozenrêve
pas
is.pas
gekozen ta
is.vie,
WaartaWaar
vie,
vis tes
vis
denken tes
rêves
denkenzij rêves
zij» dat
dat zal
» zal
het mogelijk
het mogelijk
over zal lastig
over zal lastig
gaan? zijnzijn
gaan? voorvoor
• de
• leerlingen.
De de
De leerlingen.
betekenis
betekenisZoek
van Zoek
van
het samen
het samen
citaat stapsgewijs
citaat stapsgewijs
« Ne« Ne naar
rêverêve
pas naar
pas
ta de
ta vertaling,
vie,de
visvertaling,
vie, tes
vis tesmogelijk
rêves mogelijk
rêves kennen
» zal» zal kennen
mogelijk ze
mogelijk het
ze
lastig het
woord
lastig
zijn woord
zijn
voorvoor
vie.vie.
Wat Wat
vinden
de leerlingen.
de vinden
leerlingen.zeZoek
Zoek van
ze van
samen de uitdrukking?
de
samen uitdrukking?
stapsgewijs
stapsgewijs
naar naar
de vertaling,
de vertaling,
mogelijk
mogelijkkennen
kennenze het
ze het
woordwoord
• Maak
• Maak
vie. duidelijk
vie.
Wat duidelijk
Wat
vinden dat
vinden dat
leerlingen
ze van
ze vanleerlingen
in de
in eindopdrachten
de uitdrukking?de eindopdrachten
de uitdrukking? (Finale)
(Finale)
zullenzullen
laten
laten
zienzien
dat dat
ze de
ze de
• doelen
• doelen
MaakMaak hebben
hebben
duidelijk gehaald.
duidelijk
dat gehaald.
dat
leerlingen
leerlingen
in de
in eindopdrachten
de eindopdrachten (Finale)
(Finale)
zullenzullen
laten
laten
zienzien
dat dat
ze de
ze de
doelen
doelen
hebben
hebbengehaald.
gehaald.

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !3 3
BRAVOURE
BRAVOURE / THÈME
/ THÈME 3 C’EST
3 C’EST MONMON
jOURjOUR DE CHANCE
DE CHANCE ! !73 3
DÉPART
DÉPARTCYPRIEN
CYPRIEN: TÉLÉPORTATION
: TÉLÉPORTATION! !
DÉPART
DÉPARTCYPRIEN
CYPRIEN: TÉLÉPORTATION
: TÉLÉPORTATION! !
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONS… de… ton
de ton
sport
sport Leerlingen
Leerlingen ontdekken
ontdekken datdat
ze alzesnel
al snelhunhun favoriete
favorietesportsport
en hobby’s
en hobby’s
in hetin het
préféré
préféré
… de
… ton
de ton
sport
sport FransFrans
kunnen
Leerlingen kunnen
Leerlingen noemen,
ontdekken noemen,
ontdekken omdat
dat omdat
dat
ze ze
al
ze alde
snelze Franse
snelde hun
hun Fransewoorden
woorden
favoriete
favoriete al
sport kennen
sportal kennen
en uit het
hobby’s uit
en hobby’s het
in hetin het
préféré
préféré Engels
FransEngels
Frans of kunnen
kunnenhet
of hetNederlands.
Nederlands.
noemen,
noemen, omdatomdatze de ze Franse
de Franse woorden
woorden al kennen
al kennenuit het
uit het
Engels
Engelsof het
of hetNederlands.
Nederlands.
Gebruik
Gebruik de afbeeldingen
de afbeeldingen vanvanverschillende
verschillende sporten
sporten
en instrumenten
en instrumenten (zie(zie
Materiaal) de en
Materiaal)
Gebruik
Gebruik de stel
en stel
afbeeldingener vragen
er vragen
afbeeldingen over.
vanvan over.
Leerlingen
verschillende Leerlingen
verschillende kiezen
kiezen
sporten
sportenuit instrumenten
en de
uit instrumenten
en afbeeldingen
de afbeeldingen
(zieen
(zieen
vertellen
vertellen
Materiaal) wat
Materiaal) en wat
hun
enhun
stel lievelingssport
er lievelingssport
stel vragen
er vragenover. ofLeerlingen
over. - of
instrument
- instrument
Leerlingen is.
kiezen En
is.
uitze
kiezen Enuitkunnen
de ze
dekunnenookook
afbeeldingen aangeven
afbeeldingenenaangeven
en
wat wat
de favorieten
vertellen dewat
vertellen favorieten
wat
hunhunvan van
klasgenoten
klasgenoten
lievelingssport
lievelingssport ofzijn. 
- of zijn. 
instrument
- instrumentis. En
is. ze
Enkunnen
ze kunnenookook
aangeven
aangeven
Het
watHetis
deleuk
wat is
deleuk
om om
favorieten aandacht
favorieten aandacht
van van te hebben
te hebben
klasgenoten
klasgenoten voor
zijn.  voor
de Franse
zijn.  de Franse
uitspraak
uitspraak vanvan
dezedeze
veelal
veelal
Engelse
HetEngelse
Het ishobby’s. 
is leuk hobby’s. 
leuk
om om
aandacht
aandacht te hebben
te hebben voorvoorde Franse
de Franse
uitspraak
uitspraak vanvan
dezedeze
veelal
veelal
Engelse
Engelse hobby’s. 
hobby’s. 
Expressions 
Expressions 
Quel Quel
est est
Expressions  ton ton
Expressions  instrument
instrument préféré
préféré
?  Mon?  Mon instrument
instrumentpréféré
préféré c’est
c’est
le … 
le … 
Quel Quel
est est
ton ton
sportsport
préféré
instrument préféré
instrument ? préféré
Mon
préféré ? Mon
? sport
? sport
Mon préféré
Mon préféré
instrumentc’est
c’est
instrument le préféré
… 
préféréle …  c’est
c’est
le … 
le … 
Quel Quel
est est
son
ton soninstrument
ton
sport instrument
sport
préféré préféré
préféré préféré
? Mon ? sport
? Mon ? sport
préféré
préféré
c’est
c’est
le … le … 
Quel Quel
est est
sonson sportsport
préféré
instrument préféré
instrument ? préféré
préféré?  ?  ? 
Quel Quel
est est
sonson sportsport
préféré
préféré
?  ? 
Afhankelijk
Afhankelijk vanvan het het
niveau
niveau
kunnen
kunnen leerlingen
leerlingenalleen
alleen
het het
goedegoede
woord
woord
kiezen
kiezen
en en
dat dat
zeggen,
Afhankelijkzeggen,
Afhankelijk of ze
van of
vankunnen
hetzehet
kunnen
niveau antwoorden
niveau antwoorden
kunnen
kunnen met
leerlingen met
eenalleen
leerlingen een
helehele
zin.
hetzin.
alleen Bij
het
goedehv-doelgroep
Bij hv-doelgroep
goede
woord
woord kun
kiezen kun
je en
kiezen
en je
ook
dat ookvragen
dat vragen
zeggen, stellen
zeggen,
of zestellenmet
ofkunnen
ze votre
met
kunnen votre
en leur. 
antwoordenen leur. 
antwoorden metmet eeneen
helehele
zin.zin.
Bij hv-doelgroep
Bij hv-doelgroep kunkun
je je
ookook vragen
vragen
stellen
stellenmetmetvotre
votre
en leur. 
en leur. 
Materiaal
Materiaal
Afbeeldingen
Afbeeldingen
Materiaal vanvan
Materiaal sporters
sporters
en muzikanten
en muzikanten metmethunhun
instrument,
instrument, inclusief
inclusief
eeneen
lijstlijst
metmet
Afbeeldingen hobby’s.
Afbeeldingenhobby’s.
vanvansporters
sporters
en muzikanten
en muzikanten metmethunhun
instrument,
instrument, inclusief
inclusief
eeneen
Waar:
lijstWaar:
de
lijst
met metPowerPoint
dehobby’s.
PowerPoint
hobby’s. vanvanBravoure,
Bravoure, in de in online
de online
docentenomgeving.
docentenomgeving.
Waar:Waar:
de PowerPoint
de PowerPoint vanvanBravoure,
Bravoure, in de in online
de online
docentenomgeving.
docentenomgeving.
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
1 1 toelichting
toelichting Klassengesprek
Klassengesprek om om Thème
het het Thèmete openen.
te openen.
1 1 toelichting
toelichting De De
Franse
Franse
Klassengesprek vlogger
Klassengesprek vlogger
omCyprien
hetCyprien
om Thème
het vertelt
Thèmevertelt
in openen.
zijn
in zijn
te openen.
te vlogvlog
watwathij wel
hij wel
en niet
en niet
leukleuk
vond
vond
aan
De aan
Dezijn
Fransezijn
dagen
Franse dagen
op school.
vlogger
vloggerop school.
Cyprien
Cyprien vertelt
vertelt
in zijn
in zijn
vlogvlog
watwathij wel
hij wel
en niet
en niet
leukleuk
vond
vond
aanaanzijnzijn
dagendagen
op school.
op school.
Video
Video bij exercice
bij de de exercice
Duur :
Duur :
Video
Video(2’39”
bij (2’39”
de
bij (de (de
exercice
de video
exercice video
is nog
is nog
langer,
langer,
maarmaarbij deze exercice
bij deze exercice
volstaat
volstaat
deze deze
tijdsduur)
tijdsduur)
Duur :
Duur :
(2’39”
(2’39”
(de (de
videovideo
is nog
is nog
langer,
langer,
maarmaarbij deze exercice
bij deze exercice
volstaat
volstaat
deze deze
Cyprien
Cyprien
tijdsduur) - École
tijdsduur) - École
Cyprien
Cyprien- École
- École
LaatLaat
leerlingen
leerlingenvooralvooral
naar naar
het het
beeld
beeld
kijken
kijken
en maak
en maak duidelijk
duidelijk
dat dat
ze het
ze het
fragment
Laatfragment
Laat ookook
leerlingen begrijpen
leerlingen begrijpen
vooralvooral
naarzonder
zonder
naar datbeeld
het het dat
zekijken
beeld al
zehet
al het
Frans
kijken
en Frans
maak
en verstaan.
maakverstaan.
Gebruik
duidelijk Gebruik
duidelijk
dat ze eventueel
dat ze eventueel
het het
pas pas
bij de
fragment bijook
fragment tweede
deook
tweede keerkeer
begrijpen
begrijpen kijken
kijken
zonder dedat
zonder ondertiteling.
dedat
zeondertiteling.
al
zehet
al het
FransFrans
verstaan.
verstaan.
Gebruik
Gebruik
eventueel
eventueel
paspas
bij de
bij tweede
de tweede keerkeerkijken
kijken
de ondertiteling.
de ondertiteling.
LaatLaat
leerlingen
leerlingentijdens
tijdens
het het
kijken
kijken
nietniet
schrijven.
schrijven.
Er zitten
Er zitten
grappige
grappige
en en
herkenbare
Laatherkenbare
Laat
leerlingendingen
leerlingendingen
tijdenstussen:
tussen:
tijdens
het diekijken
het
kijkendie
onthouden
onthouden
nietniet ze wel.
schrijven. zeErwel.
schrijven. zitten
Er zitten
grappige
grappige
en en
herkenbare
herkenbare dingen
dingen tussen:
tussen:die die
onthouden
onthouden ze wel.
ze wel.

4 4BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
4 48BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
Om de leerlingen te helpen zich alles te herinneren wat voorbij is gekomen:
schrijf woorden op het bord die triggeren. Begin met woorden die lijken op wat
ze kennen: papier, chewing-gum, …
Schrijf dan onbekende woorden op met hun vertaling die dit Thème nog voorbij
gaan komen: crayon, stylo, trousse, voisin. Deze woorden komen voor in
exercice 2!

Kijk eventueel de vlog tot het einde. Het laatste deel gaat over wat je doet als je
je verveelt in de klas. Bespreek welke dingen leerlingen dan doen en bekijk de
video om te weten te komen wat Cyprien dan deed:
Vinger tussen ringband om te kijken of het pijn doet, woorden schrijven met
zijn rekenmachine, papiertjes uit de spiraal van zijn schrift trekken, tekenen,
balletjes uit zijn vulpen halen, blaaspijp maken, gaatjes in een gum maken,
wippen met een pen, dop verbuigen, stiekem muziek luisteren, kletsen met zijn
buurman.

5 toelichting Bespreek lâche un comm.


Bespreek ook wat het doet als iemand straks bij jouw vlog of fotostrip c’est nul
noteert.

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 95


11VOCA
VOCAÀÀQUI
QUIEST
ESTLELESAC
SAC??
11VOCA
VOCAÀÀQUI
QUIEST
ESTLELESAC
SAC??
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONSTu aimes
1 1 Tu aimes
faire
faire
du duLeerlingen
Leerlingen
vertellen
vertellen
welke
welke
activiteiten
activiteiten
ze zelf
ze zelf
leukleuk
vinden
vinden
en wat
en wat
hunhun
1 1 sport ?
sport ?
Tu aimes
Tu aimes
faire du dufamilieleden
faire familieleden
Leerlingen
Leerlingen leuk
vertellenleuk
vinden.
vertellen vinden.
welke welke activiteiten
activiteiten ze zelf
ze zelf
leukleukvinden
vinden
en wat
en wathunhun
sport ?
sport ? Ze herhalen
Ze
familieleden herhalen
familieleden het het
leukgebruik
leukgebruik
vinden. vanvan
vinden. aimeraimer(présent
(présent ev.)ev.)
en familieleden
en familieledenin combinatie
in combinatie
met met
Ze herhalen
Ze bezittelijk
bezittelijk
herhalen het voornaamwoorden.
hetvoornaamwoorden.
gebruik
gebruik vanvan aimer Daarnaast
aimer Daarnaast
(présent
(présent oefenen
ev.) oefenen
ev.)
en en ze vast
ze vast
familieleden enkele
inenkele
familieleden innieuwe
nieuwe
combinatie
combinatie
woorden
metwoorden
met uit het
bezittelijk
bezittelijk Thème:
Thème:
uitvoornaamwoorden.
het les les
voornaamwoorden. loisirs
loisirs
et l’école. 
et
Daarnaast l’école. 
Daarnaast oefenen
oefenen ze vast
ze vast
enkele
enkele
nieuwe
nieuwe
woorden woorden uit het Thème:
uit het Thème: les lesloisirs
loisirs
et l’école. 
et l’école. 
VerzamelVerzamel samen samen metmet de leerlingen
de leerlingen eeneen lijstje
lijstje
activiteiten
activiteiten
die die
ze al
zehebben
al hebben
geleerd
Verzamelgeleerd
Verzamel Thème
insamen Thème
insamen 1 en
met 1de
met 2.
enleerlingen
Vul
de2.leerlingen
Vul
die die
lijsteen
lijst
aaneenaan
met
lijstje met
nieuwe
lijstje nieuwe
activiteiten activiteiten
activiteiten
activiteiten
die die zeuit
ze al alde
uit
hebben Top
de Top
hebben 20 20
van
geleerd vanThème
geleerdThème 3. Thème
in Thème
in Schrijf
3. Schrijf
1 en de
1 2. woorden
ende 2.woorden
Vul Vul op,lijst
die die
lijst op,
onder
aan onder
aan
meteen
met een
kopje:
nieuwe kopje:
nieuwe Les Les
loisirs.  
loisirs.  
activiteiten
activiteiten
uit de
uit Top
de Top
20 20
 van van Thème
Thème 3. Schrijf
3. Schrijf
de woorden
de woorden op, op,onder onder
eeneen kopje:kopje:
LesLes
loisirs.  
loisirs.  
Stel
  Stel   vragen.
vragen.Leerlingen
Leerlingen gevengevenantwoord.
antwoord. Varieer
Varieer in vraagzinnen
in vraagzinnenen en
antwoordzinnen.
Stelantwoordzinnen.
Stel
vragen.
vragen.Leerlingen
Leerlingen gevengevenantwoord.
antwoord. Varieer
Varieer in vraagzinnen
in vraagzinnenen en
antwoordzinnen.
antwoordzinnen.
Opties/differentiatie
Opties/differentiatie
Leerlingen
Leerlingen kunnen
Opties/differentiatie kunnen
Opties/differentiatie dit aansluitend
dit aansluitend ookook nognogin duo’s
in duo’s oefenen:
oefenen:
laatlaat
ze dan
ze dan
ookook
praten praten
Leerlingen overover
Leerlingen hun
kunnen hun
familieleden.
kunnen familieleden.
dit aansluitend
dit aansluitend ookook nognogin duo’s
in duo’s oefenen:
oefenen:
laatlaat
ze dan
ze dan
ookook
 praten pratenoveroverhunhun familieleden.
familieleden.
Expressions 
  Expressions 
 
Tu aimes
Tu aimes
Expressions  chanter
Expressions  chanter? Oui? Ouij’aimej’aimechanter
chanter – Non – Nonj’aimej’aime
jouer
jouer
au foot. 
au foot. 
Tu aimes
Tu aimes faire faire
chanter du ?sport
chanterduOui?sport
? Etc. 
Oui
j’aime? Etc. 
j’aimechanter
chanter – Non – Nonj’aimej’aime
jouer
jouer
au foot. 
au foot. 
Et
Tu ton Et
Tu ton
aimes père
aimes père
? faire
faire Qu’est-ce
? Qu’est-ce
du sport
du sport qu’ilqu’il
?aime
? Etc.  aime
Etc.  faire faire
?  ? 
Ton
Et ton Ton
Etpèrepère
ton
pèreilpère
aime
?ilQu’est-ce
aime
? jouerjouer
Qu’est-ce aux aux
qu’iljeux
qu’il jeux
aime vidéo
aime vidéo
faire ?  ? ?  ? 
faire
Ta
TonsœurTa
Ton sœur
père …
père etc

il aime etc
etc. 
il aime etc. 
jouerjouerauxaux jeuxjeuxvidéovidéo
?   ?  
Ton
Ta sœurTon
Tacopain 
copain 
sœur… etc … etcetc. etc. 
 Ton Ton copain 
copain 
Werkwoorden/activiteiten  
  Werkwoorden/activiteiten  
 
Thème
uit Thème
-Werkwoorden/activiteiten  
uit : chanter,
: chanter,
-Werkwoorden/activiteiten  
1-21-2 jouer jouer
au foot,
au foot, travailler,
travailler,
jouerjouer
du piano,
du piano,
danser,
danser,
jouer
jouer
- au
uit volleybal 
au
uit volleybal 
- ThèmeThème 1-21-2: chanter,
: chanter, jouer jouer
au foot,
au foot, travailler,
travailler,
jouerjouer
du piano,
du piano,
danser,
danser,
jouer
jouer
- uit
au - Top
uit
au Top20 20
volleybal  Thème
volleybal  Thème 3 : faire
3 : fairedu sport,
du sport, regarder
regarder la télé,
la télé,
jouer
jouer
auxaux
jeuxjeux
vidéo,
vidéo,
- jouer
uit jouer
uitde
- Top Top
20 la
de20guitare,
laThème
Thème guitare,
3faire3faire
: fairelesdules
: faire devoirs
dudevoirs
sport,
sport,
regarder
regarder la télé,
la télé,
jouer
jouer
auxaux
jeuxjeux
vidéo,
vidéo,
jouer jouer
de ladeguitare,
la guitare, fairefaire
les lesdevoirs
devoirs
2 2 … des
… des
jours
jours
de la
de laLeerlingen
Leerlingen kunnen
kunnen zeggen
zeggen
watwat
ze op
ze welke
op welke
dagdagdoen/welke
doen/welke schoolvakken
schoolvakken
2 2 semaine
semaine
… des
… des
jours
jours de laze
de la op
ze
Leerlingen welke
op welke
Leerlingen dag
kunnendag
hebben.
kunnen hebben.
zeggen
zeggen
watwat
ze op
ze welke
op welke
dagdagdoen/welke
doen/welke schoolvakken
schoolvakken
semaine
semaine Ze
ze op oefenen
Ze oefenen
ze welke
op de
welke dagen
dagde dagen
dag vanvan
hebben. de week.
hebben. de week.
En ze
Enherhalen
ze herhalen
schoolvakken
schoolvakkenuit de
uit vorige
de vorige
leçon. 
leçon. 
Ze oefenen
Ze oefenen de dagen
de dagenvanvan
de week.
de week.
En ze
Enherhalen
ze herhalen
schoolvakken
schoolvakkenuit de
uit vorige
de vorige
 leçon. 
 leçon. 
Introduceer
  Introduceer
  de dagen
de dagenvanvande week,
de week,
gebruik
gebruik
het het
filmpje
filmpje
(zie(zie
Materiaal)
Materiaal)en oefen
en oefen
de uitspraak.  
de
Introduceer uitspraak.  
Introduceer de dagen
de dagenvanvande week,
de week,
gebruik
gebruik
het het
filmpje
filmpje
(zie(zie
Materiaal)
Materiaal)en oefen
en oefen
Laat Laat
dedeuitspraak.  
leerlingen
de leerlingen
de uitspraak.   oefenen
oefenenin twee-
in twee-
of drietallen
of drietallen
om omde dagen
de dagenvanvan
de week
de weekte te
memoriseren:
Laatmemoriseren:
Laat de leerlingen
de leerlingenoefenen
oefenenin twee-
in twee-
of drietallen
of drietallen
om omde dagen
de dagenvanvan
de week
de weekte te
 memoriseren:
 memoriseren:
Leerling
  Leerling
  1 noemt
1 noemteeneendagdagin de
in week,
de week,
leerling
leerling
2 noemt
2 noemt
de dag
de dag
die die
ervoor
ervoor
komt,
komt,
en deen
Leerling dag
de1dag
Leerling die
1 die
ernaerna
noemt
noemt
eenkomt.
eenkomt.
dag Enzovoort.
dag Enzovoort.
in de Leerlingen
in week,
de week, Leerlingen
leerling
leerlingwisselen
2 noemtwisselen
deelkaar
2 noemt deelkaar
dag dagaf.  
die dieaf.  
ervoor
ervoor
komt,
komt,
 en de en dag
de dag
die die
ernaerna
komt.komt.
Enzovoort.
Enzovoort.
Leerlingen
Leerlingen
wisselen
wisselen
elkaar
elkaar
af.  af.  
Projecteer
  Projecteer
  het het
rooster
rooster
(Zie(Zie
Materiaal) vanvan
Materiaal) LéaLéa
op het
op het
bord.
bord.
Welke
Welke
vakken
vakkenheeft
heeft
Léa Léa
op welke
Projecteer op welke
hetdag?
Projecteer het dag?
rooster
rooster
(Zie(Zie
Materiaal) vanvan
Materiaal) LéaLéa
op het
op het
bord.
bord.
Welke
Welke
vakken
vakkenheeft
heeft
LéaLéa op welke
op welkedag?dag?

6 6BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
6BRAVOURE
6 10 BRAVOURE / THÈME
/ THÈME 3 C’EST
3 C’EST MONMON
jOURjOUR DE CHANCE
DE CHANCE ! !
Optie
Optie
Klassikaal
Klassikaal
Optie of inofduo’s 
Optie in duo’s 
La musique
La musique
Klassikaal
Klassikaal ? C’est
? C’est
quelquel
of inofduo’s 
in duo’s  jourjour
? Leerling
? Leerling
zegt: la musique
zegt: la musique
c’est
c’est
mercredi. 
mercredi. 
Leerlingen
Leerlingen
La musique
La musiquevertellen
vertellen
? C’est aanquel
quel
? C’est aan
elkaar
jourelkaar
welkwelk
vakzegt:
? Leerling
jour vak
? LeerlingLéa Léa
opmusique
la
zegt: welke
opmusique
la welke
dag dag
heeft.
c’est heeft.
Ze Ze
mercredi. 
c’est mercredi. 
beschrijven
beschrijven
Leerlingen
Leerlingen om om
de
vertellen beurt
de beurt
aanaan
vertellen een een
elkaarandere
andere
dag.
welkwelk
elkaar dag.
vakvak
LéaLéa
op welke dagdag
op welke heeft. Ze Ze
heeft.
beschrijven
beschrijvenom om de beurt
de beurteeneen
andere dag.dag.
andere
Expressions 
Expressions 
C’est
C’est
quelquel
Expressions jourjour
Expressions  ?  ? 
C’est
C’est
mercredi,
mercredi,
quelquel ? … ? … 
jourjour
C’est mercredi,
C’est mercredi, …  … 
Materiaal
Materiaal
Video
Video
(1’36’’): 
Materiaal (1’36’’): 
Materiaal
LesLes
jours
Video jours
de la
desemaine
(1’36’’): 
Video la semaine
(1’36’’):  (Alain
(Alain
Lelait) 
Lelait) 
LesLes
jours de la
jours desemaine
la semaine (Alain Lelait) 
(Alain Lelait) 
Rooster
Roostervanvan
Léa Léa 
Rooster
  Roostervan
  Lundi  Léa Léa  mardi 
van
Lundi  mardi  mercredi 
mercredi  jeudi  jeudi  vendredi 
vendredi 
 1   1 Lundi 
Lundi 
histoire 
histoire  mardi 
mardi 
anglais 
anglais  mercredi 
mercredi 
musique  jeudi 
musique  ÉPS jeudi 
ÉPS  vendredi 
vendredi 
anglais 
anglais 
1  1  histoire 
histoire 
2  2 géographie  anglais 
anglais 
géographie histoire 
histoire  musique 
musique 
français  ÉPS ÉPS 
français  français  anglais 
français  ÉPS  anglais 
ÉPS 
3  2 
2  géographie 
3 géographie 
maths 
maths  histoire 
histoire 
maths 
maths  français 
français 
anglais 
anglais  français 
français 
géographie ÉPS 
géographie  ÉPS 
maths 
maths 
4  3 
3    maths 
4 maths 
  maths 
maths 
français    anglais 
français  anglais 
  géographie 
géographie 
maths 
maths    maths 
maths 
 
4  4 
5  5          français 
français      maths 
    maths     
Waar:5  De  De
5  Waar: PowerPoint  van van
PowerPoint Bravoure,   de
Bravoure,
in   online
in de online  
docentenomgeving    
 docentenomgeving
Waar:
Waar: De De PowerPoint
PowerPoint vanvan Bravoure,
Bravoure, in online
in de de online docentenomgeving
docentenomgeving
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
16 16 toelichting
toelichting Zie Zie
eventueel
eventueel
het het
audioscript
audioscript
(te vinden
(te vinden
in het
in het
online
online
docentenmateriaal
docentenmateriaal
vanvan
16 16 toelichting
toelichting Bravoure).
Zie Bravoure).
Zie
eventueel
eventueel
het het
audioscript
audioscript
(te vinden
(te vinden
in het
in het
online
online
docentenmateriaal
docentenmateriaal
vanvan
Uitleg
Uitleg
overover
Bravoure). de indeling
Bravoure). de indeling
in de
in klassen
de klassen
in Frankrijk
in Frankrijk
is nodig.
is nodig.
Klas
Uitleg6ième
Klas 6ième
Uitleg
over b =indeling
over
de bongeveer
de =indeling
ongeveer
brugklas.
in de brugklas.
in klassen
de klassen
in Frankrijk
in Frankrijk
is nodig.
is nodig.
6ième
KlasKlas 6ième
b = bongeveer
= ongeveerbrugklas.
brugklas.
17 17 extra
extra LeukLeuk
om om
te doen:
te doen:
herhaal
herhaal
de woorden
de woorden vanvan
de schoolspullen.
de schoolspullen.
17 17 spreekopdracht
spreekopdracht
extra
extra Noem
LeukNoem
Leukeen
om een
om
tevan
tevan
de
doen: schoolspullen
de herhaal
doen: schoolspullen
herhaal de waarvan
de woorden waarvan
woordenvandedeleerlingen
van dedeleerlingen
het het
schoolspullen. Franse
schoolspullen. Franse
woord
woord
spreekopdracht kennen.
spreekopdracht Noemkennen.
NoemeenVraag
eenVraag
van de leerlingen
van de leerlingen
om om
schoolspullen dat
schoolspullen dat
itemitem
waarvan te
waarvandelaten
te
delaten
zien.
zien.
leerlingen (stylo, crayon,
het(stylo,
leerlingen het
Fransecrayon,
Fransesac
woord sac
à dos
woord à dos
etc.).
etc.).
kennen.
kennen.Vraag
Vraag
de leerlingen
de leerlingen
om omdat dat
itemitem
te laten
te laten
zien.
zien.
(stylo, crayon,
(stylo, crayon,
sacsac
à dos
à dos
LaatLaat
etc.).allealle
etc.). spullen
spullen
de revue
de revue
passeren,
passeren,wissel
wissel
vanvan
tempo,
tempo,
laatlaat
ze drie
ze drie
keerkeer
achter
achter
elkaar
Laatelkaar
Laathetzelfde
alle hetzelfde
alle
spullen voorwerp
de voorwerp
spullen revue zienpasseren,
de revue zien
etc.etc.
passeren, wissel
wissel
vanvan
tempo,
tempo,
laatlaat
ze drie
ze drie
keerkeer
achter
achter
elkaar
elkaar
hetzelfde
hetzelfde
voorwerp
voorwerp
zienzien
etc.etc.

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !7 7
BRAVOURE / THÈME
BRAVOURE 3 C’EST
/ THÈME MONMON
3 C’EST jOURjOUR
DE CHANCE ! 11
DE CHANCE !7 7
22MAGAZINE
MAGAZINERECHERCHÉ : JURY !
RECHERCHÉ : JURY !
22MAGAZINE
MAGAZINERECHERCHÉ : JURY !
RECHERCHÉ : JURY !
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONS… de… ton
1 1 de ton
sacsac
à à Leerlingen
Leerlingen beschrijven
beschrijven voorwerpen
voorwerpen in hun
in hun
schooltas
schooltas en gebruiken
en gebruiken bezittelijk
bezittelijk
1 1 dosdos
… de
… ton
de ton
sacsac
à à voornaamwoorden
voornaamwoorden
Leerlingen
Leerlingen beschrijven
beschrijven voorwerpen
voorwerpen in hun
in hun
schooltas
schooltas en gebruiken
en gebruiken bezittelijk
bezittelijk
dosdos De De
opdracht
opdracht
voornaamwoorden sluitsluit
voornaamwoorden aanaan op/herhaalt
op/herhaalt voca voca
en breidt
en breidtuit doordat
uit doordatmeermeer
is is
toegestaan. 
De toegestaan. 
De
opdracht
opdracht sluitsluit
aanaan op/herhaalt
op/herhaalt voca voca
en breidt
en breidtuit doordat
uit doordatmeermeer
is is
toegestaan. 
toegestaan. 
Werkvorm:
Werkvorm: speeddate:
speeddate: stelstel
de leerlingen
de leerlingen in twee
in tweerijenrijen
tegenover
tegenover
elkaar
elkaar
op. op.
In In
iedere
iedere
Werkvorm: ronde
Werkvorm: rondeisspeeddate:
eriseen
speeddate: er eenextra
stelextra
uitdaging.
stel
de uitdaging.
leerlingen
de leerlingenin twee
in tweerijenrijen
tegenover
tegenover
elkaar
elkaar
op. op.
In In
iedere
iedere
ronderondeis eriseen
er eenextraextra
uitdaging.
uitdaging.
RondeRonde 1 1
Schrijf
RondeSchrijf
Rondeop
1 het
op
1 hetbord:bord:Qu’est-ce
Qu’est-ce queque tu as
tu dans
as danstonton sacsac à dos?  
à dos?  
-Schrijf
Leerling
-Schrijf
Leerling
op hetA stelt
op A stelt
het
bord: dieQu’est-ce
bord: die
vraagvraag
aanque
Qu’est-ce aan
dequeleerling
deas
tu leerling
tu asnaast
dans naast
dans
ton zich.
ton
saczich.
sac
à dos?  
à dos?  
- Leerling
- LeerlingB geeft
B
A stelt geeft
A stelt antwoord
die antwoord
die
vraagvraagenaan
aan noemt
en leerling
de noemt zoveel
de leerlingzoveel
mogelijk
naast
naastmogelijk dingen
zich.zich. dingen Dans
op: op: Dansmonmon
- sac- sac
j’ai j’ai
Leerling /Bil geeft
Leerling /yBa
il geeft
yunaantwoord
stylo,
unantwoord
stylo,
uneenune
trousse,
entrousse,
noemtnoemt unezoveel
une
zoveeltablette
tablette
mogelijk etc. 
mogelijk etc. 
dingen
dingen Dans
op: op: Dansmonmon
sacsacj’ai j’ai
/ il /y a
il yuna stylo,
un stylo,
uneunetrousse,
trousse,uneunetablette
tabletteetc. etc. 
RondeRonde2 2
Leerlingen
RondeLeerlingen
Ronde2 2schuivenschuiven twee twee
plaatsen
plaatsen door.door.
Zelfde
Zelfde
aanpak,
aanpak, maar maar
eeneenextra
extra
instructie:
instructie:
Leerlingen
Leerlingenleerling
leerling
schuiven moet
schuiven moet
twee mon/ma
twee mon/ma
plaatsen
plaatsen mes
ofdoor. mes
ofdoor.gebruiken:
Zelfdegebruiken:
Zelfde
aanpak, j’ai j’ai
aanpak, mon
maar mon
stylo,
maar
eenstylo,
maextra
een ma
extratrousse
trousse
etc. etc. 
instructie:
instructie:
leerling
leerlingmoet moetmon/ma
mon/ma of mes
of mes gebruiken:
gebruiken: j’ai j’ai
monmonstylo,
stylo,
ma matrousse
trousse
etc. etc. 
RondeRonde3 3
Leerlingen
RondeLeerlingen
Ronde3 3schuivenschuiven twee twee
plaatsen
plaatsen door.door.
Zelfde
Zelfde
aanpak,
aanpak, maar maar
eeneenextra
extra
instructie.
instructie.
Leerlingen
LeerlingenNiet Niet
alleen
schuiven alleen
schuiven schoolspullen,
twee schoolspullen,
twee
plaatsen
plaatsen maar
door. maar
door. alles
Zelfde alles
mag
Zelfde
aanpak,mag
in de
aanpak, in tas:
maarde tas:
ookeen
maar
een mon
ook
extramon
frère,
extra frère,
mon mon
chat,
instructie. chat,
mon
instructie.
Niet monlit etc.
Niet
alleen lit etc.
alleenDe schoolspullen,
De
andere
andere
schoolspullen, leerling
leerling
maar telt,
maar telt,
maar
allesalles
magmaar
onthoudt
in onthoudt
mag de deook
in tas: ook
tas:
ook watwat
mon
ook ermon
niet
er frère,
niet
in in
frère,
een
moneentas
mon tas
past.
chat, past.
chat,
mon monlit etc.
lit etc.
De De
andere
andereleerling
leerling
telt,telt,
maar maar
onthoudt
onthoudt
ookookwatwat
er niet
er niet
in in
eeneentas tas
past.past.
Optie/differentiatie 
Optie/differentiatie 
Tip:Tip:
metmeteeneen
stopwatch
Optie/differentiatie  stopwatch
Optie/differentiatie  erbijerbij
(30/45
(30/45seconden,
seconden, houd houd
het hetkort)
kort)
en de
en opdracht
de opdracht
om
Tip:omzoveel
metzoveel
Tip: metmogelijk
eeneenmogelijk
stopwatchdingen
dingen
stopwatch in
erbijerbijhet
in (30/45
(30/45het
Frans
Frans
teseconden,
noemen
te noemen
seconden, houdwordt
houdwordt
het het het
leuker.
kort) enleuker.
kort) de
en opdracht
de opdracht
-omLeerling
-om Leerling
zoveel B
zoveelzegt
B
mogelijkzegt
zoveel
mogelijk zoveel
mogelijk
dingen
dingen
inmogelijk
het dingen,
in het dingen,
Frans teleerling
Frans teleerling
noemen A wordt
noemen telt.
A wordt
telt.het het
leuker.
leuker.
MaakMaakeeneen
- Leerling snel
- Leerling
B snel
zegt
B rondje
zegtrondje
zoveeldoor
zoveeldoor
de
mogelijk klas
dedingen,
mogelijk klas
waarin
waarin
dingen, leerling
leerling
leerling A Atelt.
leerling zegt
A Atelt.
zegt
hoeveel
hoeveel
hij geteld
hij geteld
heeft. 
Maakheeft. 
Maakeeneen
snelsnel
rondje
rondje
doordoor
de klasde klaswaarin
waarin
leerling
leerling
A zegt
A zegt
hoeveel
hoeveel
hij geteld
hij geteld
heeft. 
heeft. 
- Leerlingen
- Leerlingen
noemen
noemen om om
de beurt
de beurt ietsiets
maar maarmogen
mogennietniet
ietsiets
noemen
noemen watwat
de de
- ander
- ander
al gezegd
Leerlingen alnoemen
Leerlingengezegdheeft. 
noemen heeft. 
om om
de beurt
de beurt ietsiets
maar maarmogen
mogennietniet
ietsiets
noemen
noemen watwat
de de
- Leerlingen
- Leerlingen
anderander alvertellen
al gezegd vertellen
gezegd overover
heeft. 
heeft. de spullen
de spullenin dein tas
de tas
vanvan
eeneenanderander
(ze (ze
gebruiken
gebruiken
- dan
- dan
Leerlingen son-sa-ses). 
ookook
Leerlingenson-sa-ses). 
vertellen
vertellen
overover
de spullen
de spullenin dein tas
de tas
vanvan
eeneenanderander
(ze (ze
gebruiken
gebruiken
dandan son-sa-ses). 
ookook son-sa-ses). 
Expressions 
Expressions 
DansDans
monmon
Expressions  sacsac
Expressions  j’ai j’ai
… /…il /y a
il y...a ...
DansDans
monmonsacsac
j’ai j’ai
… /…il /y a
il y...a ...

8 8BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
8 12
8BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
2 2 UneUne
enquête
enquête Leerlingen
Leerlingen stellen
stellen
vragen
vragenaanaan
klasgenoten
klasgenoten en ze
en geven
ze gevenantwoord
antwoord
2 2 UneUne
enquête
enquête Met Met behulp
Leerlingen behulp
Leerlingen vanstellen
van
stelleneenvragen
een
enquêteformulier
enquêteformulier
vragenaanaan
klasgenoten(zie(zie
klasgenoten Materiaal) zestellen
Materiaal)
en ze
en geven stellen
geven leerlingen
antwoordleerlingen
antwoord elkaar
elkaar
vragen
Metvragen
Met en
behulp geven
en
behulp geven
van ze een
van
een antwoord. 
ze antwoord. 
enquêteformulier
enquêteformulier (zie(zie
Materiaal)
Materiaal)stellen
stellen
leerlingen
leerlingen
elkaar
elkaar
Leerlingen
Leerlingen
vragen
vragen oefenen
en geven
en oefenen
geven de
ze constructie:
de constructie:
ze antwoord. 
antwoord.  Qu’est-ce
Qu’est-ce quequetu aimes ?
tu aimes ?
– J’aime
– J’aime
… (en
… (en
evt. evt.Je préfère
Leerlingen Je préfère
Leerlingen …) en
oefenen …)de
oefenen ze
enconstructie:
herhalen
zeconstructie:
de herhalenal Qu’est-ce
geleerd
al Qu’est-ce
geleerd vocabulaire.
vocabulaire.
que que
tu aimes ?
tu aimes ?
– J’aime
– J’aime
… (en
… (en
evt.evt.Je préfère
Je préfère…) en…) ze
enherhalen
ze herhalen al geleerd
al geleerd vocabulaire.
vocabulaire.
DeelDeel het het
enquêteformulier
enquêteformulier uit en
uit laat
en laat
leerlingen
leerlingenhet het
eersteerst
voorvoor
zichzelf
zichzelf
invullen
invullen
(niet
Deel(niet
Deel aan
het aan
elkaar
het elkaar
laten
enquêteformulierlaten
zien).
enquêteformulier zien).
uit en
uit laat
en laat
leerlingen
leerlingenhet het
eersteerst
voorvoor
zichzelf
zichzelf
invullen
invullen
Werkvorm:
(nietWerkvorm:
(nietaanaan binnencirkel/buitencirkel,
elkaar binnencirkel/buitencirkel,
elkaar
latenlaten
zien).
zien). of een of eengesprekje
gesprekjemetmet
de achterbuur:
de achterbuur:ze ze
stellen
stellen
Werkvorm: elkaar
Werkvorm: elkaarom om
de beurt
de beurtvragen
binnencirkel/buitencirkel, vragen
binnencirkel/buitencirkel, en geven
eneen
of gevenantwoord.
of een antwoord.
gesprekje
gesprekjemetmet
de achterbuur:
de achterbuur:ze ze
stellen
stellenelkaar
elkaarom omde beurt
de beurtvragen
vragenen geven
en geven antwoord.
antwoord.
Als Alshet het
goedgoedis komen
is komen de leerlingen
de leerlingen er tijdens
er tijdens deze deze
opdracht
opdracht
achter
achter
watwat
ze ze
gemeenschappelijk
Als gemeenschappelijk
Als
het het
goedgoedis komen hebben,
is komen hebben,
de de dat dat
is altijd
leerlingen
leerlingenis
eraltijdleuk.
tijdens
er leuk.
Je
tijdens kunt
dezeJe kunt
deze de opdracht
de opdracht
opdracht
opdracht
achter klassikaal
achterklassikaal
watwat
ze ze
afsluiten:  
afsluiten:  
gemeenschappelijk
gemeenschappelijk hebben,
hebben,dat dat
is altijd
is altijd
leuk. leuk.
Je kunt
Je kunt
de opdracht
de opdracht klassikaal
klassikaal
Qui Qui
aime
-afsluiten:   aime
-afsluiten:  le foot ?
le foot ?
(compter
(compterles les
élèves) 
élèves) 
- Qui - Quiaimeaime
le tennis ?
le tennis ?
foot ?
foot ? (compter
(compter
(compter
(compterlesles
lesles
élèves)
élèves)  élèves)
élèves) 
- Qui- Quiaimeaime
le tennis ?
le tennis ?(compter
(compterles les
élèves)
élèves)
Expressions 
Expressions 
Qu’est-ce
Qu’est-ce
Expressions  queque
Expressions  tu aimes
tu aimes?  ? 
Tu aimes
Tu
Qu’est-ce aimes
Qu’est-ce…
que ou
… …
que
tuouaimes
…aimes
tu ?  ? 
J’aimeJ’aime
Tu aimes …  …… ou
Tu aimes …… ou …
Je préfère
Je
J’aime préfère
J’aime…  …  … 
 Je préfère
 Je préfère
…  … 
Materiaal
  Materiaal
 
LijstjeLijstje
Materiaal metmet
Materiaal enquêtevragen
enquêtevragen
Waar: Waar:
Lijstje Werkblad
metWerkblad
Lijstje met Qu’est-ce
enquêtevragenQu’est-ce
enquêtevragen queque
tu aimes
tu aimes ? aan ? aan
het het
eindeind
vanvan
dit thema.
dit thema.
Waar: Waar:
Werkblad
Werkblad Qu’est-ce
Qu’est-cequeque
tu aimes
tu aimes ? aan ? aan
het het
eindeind
vanvan
dit thema.
dit thema.
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
25 25 toelichting
toelichting Bij tekst
Bij tekst
2: wat
2: wat
infoinfo
overover
Overwatch
Overwatch
25 25 toelichting
toelichting Bij tekst 2: wat
Bij tekst infoinfo
2: wat overover
Overwatch
Overwatch
27 27 extra
extra
video
video Optioneel:
Optioneel:
vidéo
vidéo
sur sur
le parkour:
le parkour:
video
video
sur sur
le parkour
le parkour
27 27 extra video
extra video Duur:
Duur:
2’20”
Optioneel:2’20”
vidéo
Optioneel: sur sur
vidéo le parkour: video
le parkour: sur sur
video le parkour
le parkour
Vertaalsite
Vertaalsite
Duur: 2’20”
Duur: bijvoorbeeld
2’20” bijvoorbeeld
www.context.reverso.net.
www.context.reverso.net.
Vertaalsite bijvoorbeeld
Vertaalsite www.context.reverso.net.
bijvoorbeeld www.context.reverso.net.
28 28 toelichting
toelichting Zie Zie
eventueel
eventueel
het het
audioscript
audioscript
(te vinden
(te vinden
in het
in het
docentenmateriaal
docentenmateriaal
vanvan
28 28 toelichting
toelichting Bravoure).
Zie Bravoure).
eventueel
Zie het het
eventueel audioscript (te vinden
audioscript in het
(te vinden docentenmateriaal
in het vanvan
docentenmateriaal
Bravoure).
Bravoure).

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !9 9
BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 13!9 9
2 MAGAZINE (VERVOLG)
37 uitleg Laat leerlingen op een los blaadje drie korte zinnen schrijven die ze zelf hebben
verzonnen.
Zet eventueel de werkwoorden op het bord:
dessiner, jouer, aimer, adorer, rentrer, danser, chanter, parler, bavarder,
écouter, travailler, regarder, décider, gagner, habiter
Neem de blaadjes in en kies een aantal zinnen uit om te dicteren aan de klas.
Voor leerlingen is het leuk als hun zin voorbijkomt natuurlijk.
Kijk de schrijfwijze klassikaal na.

Voorbeeldzinnen:
Je dessine un chien.
Tu joues au foot ?
Je rentre à 3 heures.
Elle aime les sacs.
Tu écoutes la radio ?
Il chante sous la douche.
Mon père regarde un film.
Ma mère travaille le samedi.
J’aime bavarder avec mes copines.
Tu adores chanter ?

38 spel Het spel is een soort ganzenbord met werkwoorden en werkwoordsvormen.

Zie de werkbladen aan het eind van dit thema. Gebruik óf het lege speelbord
(waarop je samen met leerlingen eerst een aantal werkwoorden noteert), óf
het speelbord met ingevulde werkwoorden.

Leerlingen spelen in groepjes het spel, maar het kan ook klassikaal.

Gooi de dobbelsteen, zet het aantal plaatsen vooruit. De leerling maakt een zin
met het werkwoord. Soms mag een leerling enkele plaatsen verder (bij pijltje)
of moet hij terug naar start (boom!).

Benodigdheden:
speelvellen en dobbelstenen en pionnen/fiches (bijv. muntjes)

Optie: leerling maakt een zin met persoonsvorm gekoppeld aan aantal
gegooide ogen:
1 oog = je, 2 ogen = tu, 3 ogen = il/elle etc.
Noteer dit dan even op het bord.

39 sortie Noteer eventueel de rijtjes van deze woorden op je bord. Zodat leerlingen aan
het eind van de les snel hun vervoeging kunnen controleren. Of gebruik het
rijtje om klassikaal de uitspraak te doen, een leuke tongbreker.

10
14 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
33STUDIO
STUDIOHISTOIRE
HISTOIREULTRAMODERNE
ULTRAMODERNE
33STUDIO
STUDIOHISTOIRE
HISTOIREULTRAMODERNE
ULTRAMODERNE
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONSTu aimes
1 1 Tu aimes Leerlingen
Leerlingen vragen
vragenelkaar
elkaarnaarnaar
favoriete
favorietebezigheden
bezigheden en vertellen
en vertellenoverover
eigen
eigen
1 1 danser ?
danser ?
Tu aimes Bingo !
Tu aimes Bingo ! voorkeuren.
voorkeuren.
Leerlingen
Leerlingen vragen
vragenelkaar
elkaarnaarnaar
favoriete
favorietebezigheden
bezigheden en vertellen
en vertellenoverover
eigen
eigen
danser ?
danser ? Bingo ! Geef
Bingo ! Geef
iedere
iedere
voorkeuren.
voorkeuren. leerling
leerling
eeneen bingokaart
bingokaart (zie(zie
Materiaal
Materiaal1). Het
1). Het
doeldoel
is om
is om
zo snel
zo snel
mogelijk
Geefmogelijk
Geef bij ieder
iedere
iedere bij ieder
leerlingvakje
vakje
leerling
een een een
andere
andere
bingokaart
bingokaartnaam
(zienaam
(zieteMateriaal
hebben
te hebben
Materiaal 1).staan.
1).staan.
Het HetAlsdoel
doel Als
zeom
is iemand
zeom
is iemand
zo snel
zo snel
gevonden
gevonden
mogelijk bijhebben
mogelijk bijhebben
iederiederdievakje
vakje die
bijvoorbeeld
eenbijvoorbeeld
een
andere van
andere
naam van
toneelspelen
naam tetoneelspelen
hebben
te hebben houdt,
houdt,
staan. noteren
staan.
Als noteren
Als
ze zezeiemand
iemand de
ze de
naamnaam
vanvan
gevonden
gevonden de betreffende
hebben de betreffende
hebben die die leerling
leerling
bijvoorbeeld invan
bijvoorbeeld het
invan
het
vakje.vakje.
Iedere
toneelspelen Iedere
toneelspelen naamnaam
houdt, mag
houdt, mag
noteren maar
noterenmaar
ze één
ze één
de de
keer
naamkeer
voorkomen.
naam
vanvoorkomen.
van De De
de betreffende leerlingen
de betreffendeleerlingen
bevragen
leerling bevragen
leerling
in het elkaar
in het
vakje. elkaar
in Iedere
vakje. het
in naam
Iedere het
Frans
Frans
naamen mag
mag antwoorden
en antwoorden
maarmaar
éénéénin in
hele
keerhele
zinnen.
keer zinnen.
voorkomen.
voorkomen. De Deleerlingen
leerlingen
bevragen
bevragen elkaarelkaar
in het
in het
Frans
Frans
en antwoorden
en antwoorden in in
helehele
zinnen.
zinnen.
Expressions 
Expressions 
Tu aimes
Tu aimes
Expressions chanter
Expressions  chanter? – ?Oui,
– Oui,
j’aime
j’aime
chanter
chanter/ Non,
/ Non,
je n’aime
je n’aimepaspas
chanter
chanter(nieuwe
(nieuwe
chunk!) 
chunk!) 
Tu aimes
Tu aimeschanter
chanter? – ?Oui,
– Oui,
j’aime
j’aime
chanter
chanter/ Non,
/ Non,
je n’aime
je n’aimepaspas
chanter
chanter(nieuwe
(nieuwe
De De
ontkenning
chunk!) ontkenning
chunk!)  komt komt
in deze leçon
in deze leçon
aanaan de orde.
de orde.
Beperk
De Beperk
De je tot
ontkenning je het
ontkenning totkomt
het
oefenen
oefenen
komt inmet
in deze met
deleçon
leçon
deze nieuwe
de
aan nieuwe
dechunk.
aan dechunk.
orde.orde.
Beperk
Beperk
je totje het
tot het
oefenen
oefenen metmet de nieuwe
de nieuwe chunk.
chunk.
2 2 … de
… tes
de tes NB:NB: in teinzetten
te zetten NA NAde introductie
de introductie faire.
vanvan faire.
(ex.(ex.
48) 48) 
2 2 activités
activités
… de
… tes favoris
de tes favoris Leerlingen
NB:NB: Leerlingen
in te beschrijven
inzetten beschrijven
te zetten NA NA wat wat
personen
de introductie personen
de introductie faire.
doen
vanvan faire.
doen
en gebruiken
en gebruiken
(ex.(ex.
48) 48)  vormen
vormenvanvan
de de
activités
activités
favoris
favoris présent présent
Leerlingen
Leerlingenvanbeschrijven
van
faire.
faire.
Ze herhalen
Zewat
beschrijven herhalen
wat vocabulaire
personen vocabulaire
personen doen en oefenen
doen en oefenen
gebruiken nieuw
gebruiken nieuw
vocabulaire. 
vormen
vormenvocabulaire. 
vanvan
de de
Leerlingen
présent Leerlingen
présent werken
vanvan werken
faire. in
faire. duo’s,
in duo’s,
Ze herhalen maar
Ze herhalen maardeze deze
opdracht
vocabulaire opdracht
vocabulaire kan
en oefenen kan
natuurlijk
en oefenen natuurlijk
nieuw ook
nieuw ook
klassikaal.
klassikaal.
vocabulaire. 
vocabulaire. 
Presenteer
Presenteer
Leerlingen
Leerlingen de werken
werken afbeelding
de afbeelding
in duo’s, (zie
in duo’s,(zie
Materiaal
maarmaarMateriaal
deze deze2). 2).  kankan
opdracht
opdracht natuurlijk
natuurlijk
ookook
klassikaal.
klassikaal.
Instructie:
Instructie:
Presenteer
Presenteer bekijkbekijk
de
de afbeeldingafbeelding
de afbeelding
de afbeelding (zie(zieop het
op
Materiaal het
bord.
Materiaal bord.
Werk
2). 2).  Werk
samen. 
samen. 
Zeg Zeg
wat wat
er op
er de
op de
afbeelding
afbeelding
Instructie:
Instructie: gebeurt.
bekijk gebeurt.
de Maak
bekijk de Maak om om
afbeelding deopbeurt
afbeelding deopbeurt
het een
het
bord.een
zin
bord.
Werkzin
in het
Werkin het
Frans
samen.  Frans
samen.  enZeg
Zeg zeg
en zeg
wat wat
wat wat
er opdede
er dede
op
persoon persoon
afbeelding
afbeelding doet. doet.
Maak
gebeurt. Maak
gebeurt.een
Maak een
zin
Maak zin
bij
om om ieder
bij ieder
de beurt plaatje. 
de beurt plaatje. 
eeneenzin zin
in het
in het
Frans
Frans
en zeg
en zeg
watwat
de de
 persoon persoon doet. doet.
Maak Maakeeneenzin zin
bij ieder
bij ieder
plaatje. 
plaatje. 
Optie/differentiatie
  Optie/differentiatie
 
Breid Breidde oefening
de oefening
Optie/differentiatie
Optie/differentiatie uit met
uit met
vragen
vragenoverover
henzelf
henzelf
waarbij
waarbij
ze dagen
ze dagen
vanvan
de week
de week
verwerken. 
Breid verwerken. 
Breidde oefening
de oefening uit met
uit met
vragen
vragenoverover
henzelf
henzelf
waarbij
waarbij
ze dagen
ze dagen
vanvan
de week
de week
Wat Wat
verwerken. doedoe jij maandag/
verwerken.  jij maandag/ dinsdag?
dinsdag? Ik … Ik … 
 Wat Wat doedoe jij maandag/
jij maandag/ dinsdag?
dinsdag? Ik … Ik … 
Expressions 
  Expressions 
 
Qu’est-ce
Qu’est-ce
Expressions 
Expressions qu’ilsqu’ils
fontfont
?  ? 
Qu’est-ce
Qu’est-ce qu’il
qu’ilsqu’il
/font
elle
qu’ils /font
elle
fait ?
?  fait ?

IlQu’est-ce
fait
IlQu’est-ce
fait
du tennis.
du tennis.
qu’ilqu’il
/ elle
/ elle
fait ?
fait ?
Elle
Il faitElle
Ilfait
dufait
fait un
dudessin. 
un
tennis. dessin. 
tennis.
Elles
ElleElles
Ellefont
fait font
fait
un ladessin. 
cuisine. 
un ladessin. 
cuisine. 
Ils
Ellesfont
Ils
Ellesfont
un
font lavlog. 
font uncuisine. 
lavlog. 
cuisine. 
 Ils font
 Ils font
un vlog. 
un vlog. 
Materiaal
  Materiaal
 
1 Werkblad
1
Materiaal Werkblad
Materiaal Bingokaart
Bingokaart
Waar: Waar:
1 Werkblad aanaan
1 Werkblad het het
eindeind
Bingokaart vanvan
Bingokaart dit thema
dit thema
Waar: Waar:aanaan het heteindeind
vanvandit thema
dit thema
2 Afbeelding
2 Afbeelding activiteiten
activiteiten
Waar: Waar:
2 AfbeeldingDe De PowerPoint
2 Afbeelding PowerPoint
activiteitenvanvan
activiteiten Bravoure,
Bravoure, in de
in online
de online docentenomgeving.
docentenomgeving.
Waar: Waar:De De PowerPoint
PowerPoint vanvanBravoure,
Bravoure, in de
in online
de online docentenomgeving.
docentenomgeving.

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 11! 11
BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 11! 11
15
3 STUDIO (VERVOLG)
ET PLUS
exercice

49 extra video

50 toelichting Laat de leerlingen in tweetallen elkaars antwoorden controleren. Zijn er zinnen


gemaakt met telkens een ander onderwerp? Past het werkwoord bij het
onderwerp? Klopt de zin? Is de juiste vertaling opgeschreven?

52 toelichting Zie ook Le saviez-vous


Kunnen de leerlingen deze woorden uit de langage texto raden?
bjr (=bonjour)
5mpa (=sympa)
rdv (=rendez-vous)
bcp (=beaucoup)

Meer info over langage texto

53 en 54 extra oefening Herhaling werkwoorden avoir en être. Verdeel de klas in groepjes en deel
per groepje een blaadje uit. Welk groepje heeft als eerste de werkwoorden
helemaal compleet?
Of
Geef elke leerling een blaadje en laat individueel de rijtjes opschrijven. Verdeel
de klas daarna in groepjes. Laat leerlingen hun antwoorden vergelijken en de
rijtjes compleet maken. Welk groepje heeft als eerste een blaadje waarop de
werkwoorden helemaal goed staan?

B EXTRA video Video Janelle, Janelle, le phenomène des enfants star


Duur: 7’51” (de leerlingen bekijken in deze exercice maar een deel van de
video)

12
16 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
44PAROLES
PAROLESLELECOUP
COUPDE
DEFIL
FIL
44PAROLES
PAROLESLELECOUP
COUPDE
DEFIL
FIL
PARLONS 
PARLONS 
PARLONS 
PARLONS … des
… des
choses
choses Le râleur  
Le râleur  
queque
…tudes
… des n’aimes
tu choses Leerlingen
n’aimes Le
choses Leerlingen
râleur  
Le râleur  makenmaken eeneen ketenketenvanvanbevestigende
bevestigende en ontkennende
en ontkennende zinnen.
zinnen.
Zo Zo
pas
quepas tu n’aimes oefenen
faire
que faire
tu n’aimes oefenen
Leerlingen leerlingen
Leerlingen leerlingen
makenmaken met
een met
eenregelmatige
keten regelmatige
ketenvanvan werkwoorden,
werkwoorden,
bevestigende
bevestigende metmetde ontkenning
en ontkennende de ontkenning
en ontkennende zinnen. enZo
zinnen.in
enZo
het
in het
paspas
faire
faire algemeen
algemeen
oefenen
oefenen met met
Franse
leerlingen Franse
leerlingenmetvragende
met vragende
regelmatige zinnen. 
regelmatige zinnen. 
werkwoorden,
werkwoorden, metmetde ontkenning
de ontkenning en in
enhet
in het
 algemeen
 algemeen metmetFranse
Franse vragende
vragende zinnen. 
zinnen. 
Maak
  Maak
  eeneen ketting
ketting
doordoor de klas
de klaswaarbij
waarbij
leerlingen
leerlingenbevestigende/ontkennende
bevestigende/ontkennende
zinnetjes
Maak zinnetjes
Maakeenmaken.
een maken.
ketting Je
ketting
doorkunt
Je
doorkunt
de eventueel
deeventueel
klas klas
waarbijookleerlingen
ook
waarbijverschillende
verschillende
leerlingen kettingen
kettingennaast
bevestigende/ontkennendenaast
bevestigende/ontkennendeelkaar
elkaar
maken. 
maken. 
zinnetjes
zinnetjes
maken.
maken.Je kunt
Je kunt eventueel
eventueel ookook
verschillende
verschillendekettingen
kettingennaastnaast
elkaar
elkaar
maken. 
maken. 
- Elke
- Elke
leerling
leerling
steltstelt
eeneen vraag door
vraag door eeneenbevestigende
bevestigende zin zin
vragend
vragenduit spreken. 
uit spreken. 
- De - De
Elke volgende
Elkevolgende
leerling leerling
leerling
stelt leerling
eengeeft
stelt een geeft
eeneen
vraag door ontkennend
vraag door ontkennend
een een antwoord
bevestigendeantwoord
bevestigende zinen stelt
zinenvragend
vragendstelt
weer
uitweer
eenspreken. 
een
vraag
spreken. 
uit vraag
- aan
De - aan
devolgende
De volgende
de volgende
volgende leerling. 
leerling leerling. 
leerlinggeeft geeft
eeneen ontkennend
ontkennend antwoord
antwoord en stelt
en stelt
weerweereeneenvraag
vraag
  aan  aan
de volgende
de volgende leerling. 
leerling. 
Als
  Als leerlingen
leerlingen
geen geenideeënideeën hebben
hebben kunkun
je met
je met
eeneen gebaar
gebaareeneen
hinthint
geven geven
voorvoor
een
Als eenwerkwoord
Als werkwoord
leerlingen
leerlingen ofgeen
geen een
of een
lijstje
ideeën lijstje
ideeën werkwoorden
hebben werkwoorden
hebben kunkun presenteren.
je met presenteren.
je met
eeneen gebaar
gebaareeneen
hinthint
geven geven
voorvoor
eeneen werkwoord
werkwoord of een
of eenlijstje
lijstje
werkwoorden
werkwoorden presenteren.
presenteren.
Optie/differentiatie
Optie/differentiatie
Eventueel
Eventueelkunnen
kunnen
Optie/differentiatie
Optie/differentiatie leerlingen
leerlingen in tweede
in tweedeinstantie
instantie
eeneenvraagvraag
metmetvousvousstellen
stellen
en en
met de nous-vorm
met
Eventueel
Eventueel nous-vorm
dekunnenkunnen of deof je-vorm
leerlingen de je-vorm
leerlingen antwoorden. 
in tweede
in antwoorden. 
tweedeinstantie
instantie
eeneenvraagvraag
metmetvousvousstellen
stellen
en en
metmet de nous-vorm
de nous-vorm of deof je-vorm
de je-vorm antwoorden. 
antwoorden. 
Expressions 
Expressions 
Tu joues
Tu joues
Expressions ? – ? –
Expressions  Non,Non,
je ne je joue
ne joue pas. pas. 
Tu dessines
Tu dessines
joues joues
? – ? –
Non,? –jeNon,
Non, ne je joue
je joue
ne dessine
ne dessine
pas. pas. pas. 
pas. 
Tu écoutes
Tu écoutes
dessines ? –
dessines? –? –
Non,
? –
Non,Non,
jejen’écoute
Non, je
nejen’écoute
dessine pas. 
ne dessine pas. 
pas. 
Tu aimes
Tu aimes
écoutes les
écoutes les
frites
? – ? –frites
Non, ? –
je? –
Non, Non,
je Non,
n’écoute je n’aime
n’écoutejepas. 
n’aime
paspas
pas.  les les
frites. 
frites. 
Tu chantes
Tu chantes
aimes les? –
aimes ? –
lesNon,
frites Non,
fritesje? –
? – ne
je Non,
Non, chante
nejechante
je pas. 
n’aime pas. 
n’aime
paspas
les les
frites. 
frites. 
Vous Vous
Tugagnez
Tu chantes gagnez
chantes ? –
? – ? –? –
Non,
Non, Non,
jejene
Non, jene
je
negagne
nechante
chante gagnepas.
pas.  pas.
pas. 
Etc.
Vous Etc.
Vous
gagnez
gagnez? – ? –
Non, Non,
je ne je gagne
ne gagne pas.pas.
Etc.Etc.
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
60 60 extra
extra La salle
La salle
d’attente
d’attente
60 60 spreekoefening
spreekoefening
extra
extra Dit Dit
is een
La salle
La is d’attente
een
salleleuke leuke
warming
d’attente warming up voordat
up voordatde leerlingen
de leerlingen echtechtgaangaan
spreken
spreken
én een
én een
spreekoefening oefening
spreekoefening Dit oefening
Dit
is een om
is een
leukechunks
omleukechunks
warming en zinnen
warmingen
upzinnen
up te onthouden
voordattede
voordat onthouden en uit
leerlingen
de leerlingenenecht
te
uitecht
spreken.
te spreken.
gaangaan OokOok
spreken oefen
énoefen
spreken énjeeen
een je
met met
deze
oefening deze
oefening opdracht
om opdracht
chunks
om het
chunks enhet
samenwerken.
ensamenwerken.
zinnen
zinnen
te onthouden
te onthouden en uit
en teuitspreken.
te spreken.
OokOok
oefenoefen
je je
Omdat
metOmdat
met
dezevijf
dezevijf
of opdracht
zes
of zes
opdracht leerlingen
leerlingen
het het op een
op een
samenwerken. rij voor
samenwerken. rij voor
in de
in klas
de klaszitten,
zitten,
heetheet
de opdracht
de opdracht
la salle
Omdatla salle
Omdat d’attente.
vijf d’attente.
vijf
of zes
of zesVoor Voor
de leerlingen
leerlingen deopleerlingen
leerlingen een rijinvoor
op een de
rijinvoor
klas
de klas
inisklas
in de het
de isklas
het
grappig
grappig
zitten, om
zitten,
heet om
naar
heet
de naar
teopdracht
kijken
opdracht
de te kijken
omdatomdat
la salle leerlingen
la salle leerlingen
d’attente.
d’attente.in
Voorde
in wachtkamer
Voor wachtkamer
de leerlingen de
de leerlingen gebaren
de
in de gebaren
in klas
de issynchroon
klas issynchroon
het het
grappig (moeten)
grappig
om(moeten)
om
naaruitvoeren.
teuitvoeren.
naar kijken
te kijken
omdatomdatleerlingen
leerlingen in de in wachtkamer
de wachtkamer de gebaren
de gebaren synchroon
synchroon (moeten)
(moeten)
uitvoeren.
uitvoeren.
Schrijf
Schrijf
de volgende
de volgende zinnen
zinnen
op bord,
op bord,
en maak
en maak daarbij
daarbij
het het
genoemde
genoemde gebaar:
gebaar:
allô allô
maman
Schrijf maman
Schrijf
de de/volgende
naam
volgende / naamzinnen
zinnen
op bord,
op bord,
en maak
en maak daarbij
daarbij
het het
genoemde
genoemde gebaar:
gebaar:
(+
allôgebaar :
(+ gebaar :
allô
mamanmaman met met
/ naamrechterhand
/ naamrechterhand de telefoon
de telefoon aanaan
je oor
je oor
brengen)
brengen)
Je suis
Je suis
(+ gebaar :désolé,
(+ gebaar :désolé,
jerechterhand
metmet ne
jerechterhand
peux
ne peux
pas.pas.
de telefoon
de telefoon aanaan
je oor
je oor
brengen)
brengen)
(+
Je gebaar :
(+
Je gebaar :
suissuis opstaan
désolé, opstaan
désolé,
je ne jeen neverontschuldigend
peuxen verontschuldigend
peux
pas.pas. gebaar
gebaarmaken:maken: handen
handen
naast
naastje je
hoofdhoofd
en schouders
(+ gebaar : enopstaan
(+ gebaar : schouders
opstaan ophalen)
en ophalen)
verontschuldigend
en verontschuldigend gebaar
gebaarmaken:maken: handen
handen
naast
naastje je
hoofdhoofd
en schouders
en schouders ophalen)
ophalen)

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 13! 13
BRAVOURE
BRAVOURE / THÈME
/ THÈME 3 C’EST
3 C’EST MONMON
jOURjOUR DE CHANCE
DE CHANCE ! 13! 13
17
4 PAROLES (VERVOLG)
Je regrette, ça ne va pas.
(+ gebaar : opstaan en verontschuldigend gebaar maken: handen naast je
hoofd en schouders ophalen)

Top, je peux aussi !


(+ gebaar : rondje maken met rechterduim en -wijsvinger)

À jeudi / andere dag !


(+ gebaar: zwaaien met rechts)

À demain !
(+ gebaar: zwaaien met rechts)

Eh ben dis donc, ce n’est pas facile avec toi !


(+ gebaar : opstaan en handen in de zij)

Pfff, c’est difficile avec toi !


(+ gebaar : opstaan en wegwerpgebaar)

• Oefen eerst met de klas het gebaar dat bij de zin hoort, en de uitspraak. 
• Zet vijf (of zes) leerlingen op een rij stoelen voor in de klas, met het gezicht
naar de klas.
• Ga zelf achter in de klas staan om de instructies te geven: als jij de zin zegt,
moet de salle d’attente daarna tegelijkertijd het bijbehorende gebaar maken.
• Het is leuk voor de rest van de klas om naar te kijken omdat de gebaren
synchroon moet gaan en het groepje zelf zal het zo goed mogelijk willen doen
als groep. Voer het tempo op.
• Wissel twee keer van groepje.

61 werkbladen Je vindt de werkbladen aan het eind van dit thema.


Kies voor een lege agenda en laat leerlingen zelf activiteiten invullen of gebruik
de agenda met ingevulde activiteiten.

62 toelichting Leerlingen kunnen eventueel het gesprek uit exercice 59 als voorbeeld nemen.
Het is leuk om leerlingen ruggelings te plaatsen. Je kunt ze ook het gesprek
echt met hun telefoon laten voeren.

14
18 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
KEUZE
KEUZECULTURE
CULTURELALAPAUSE
PAUSEDÉJEUNER
DÉJEUNER
KEUZECULTURE
KEUZE CULTURELALAPAUSE
PAUSEDÉJEUNER
DÉJEUNER
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONS… des
… des
choses
choses
à à Devine
Devine!  ! 
manger
manger
… des
… des
choses
choses Leerlingen
Leerlingen
à à Devine
Devine!  ! vertellen
vertellenwatwat zij en zij anderen
en anderen eteneten
(tijdens
(tijdens
de pauze).
de pauze). Ze stellen
Ze stellen
manger
manger vragen
vragen
Leerlingenen raden
Leerlingen en radenwatwat
vertellen
vertellen er gegeten
wat er
zijgegeten
wat en enwordt. 
zij anderenwordt. 
anderen eteneten
(tijdens
(tijdens
de pauze).
de pauze). Ze stellen
Ze stellen
Gebruik
Gebruik
vragen
vragenenderaden
afbeeldingen
deraden
en afbeeldingen
watwat van
er gegeten van
etenswaren
er gegeten etenswaren
wordt. 
wordt. (zie(zie
Materiaal).
Materiaal). Leerlingen
Leerlingennemen
nemen
een een
Gebruikvanvan
Gebruik etenswaren
etenswaren
de afbeeldingen
de afbeeldingen invan
gedachten.
invangedachten.
etenswaren Andere
etenswaren Andere
leerlingen
(zie(zie leerlingen
Materiaal). raden
Materiaal). raden
het.het.
Leerlingen Denemen
Leerlingen De
docent
docent
nemen
neemt
eenneemt
eenvanhet
dehet
van voortouw
devoortouw
etenswaren en geeft
etenswaren engedachten.
in geeft
in een een
voorbeeld. 
gedachten.voorbeeld. 
Andere
Andere
leerlingen
leerlingenraden
raden
het.het.
De De
docent
docent
neemt
neemt het het
voortouw
voortouw en geeft
en geeft eeneenvoorbeeld. 
voorbeeld. 
NeemNeem de uitspraak
de uitspraak vanvan het hetwerkwoord
werkwoord manger
manger door. door.
NeemNeem eventueel
eventueel
ookook
de de
afbeeldingen
Neemafbeeldingen
Neem doordoor
de uitspraak
de uitspraak en
van oefen
envanoefen
het de werkwoord
het Franse
de Franse
werkwoord woorden
woorden
manger
manger en door.
door. de
enNeem
uitspraak
deNeem
uitspraakervan. 
eventueelervan. 
eventueel
ookook
de de
afbeeldingen
afbeeldingen doordooren oefen
en oefen de Franse
de Franse woorden
woorden en deen uitspraak
de uitspraak ervan. 
ervan. 
WerkWerkin duo’s:
in duo’s:
Leerling
WerkLeerling
Werk Ainneemt
in duo’s:A neemt
duo’s: eeneen etenswaar
etenswaar in gedachten
in gedachten en leerling
en leerling
B vraagt:
B vraagt:
Qu’est-ce
Qu’est-ce
que quetu manges?
Leerling tu
LeerlingA manges?
neemt
A neemtTu
eenmanges
Tueen manges
etenswaar uneune
etenswaar banane
banane? Tu? manges
in gedachten
in gedachten Tu
enmanges un citron
leerling unvraagt:
en leerling
B citron
? ?Qu’est-ce
B vraagt: Qu’est-ce
Leerling
queLeerling
que : Non.
tu manges?
tu A : Non.
A manges? … Oui,
Tu … Oui,
manges
Tu je mange
manges jeune
mange
uneunbanane
bananecitron!
un citron!
? Tu? manges
Tu manges un citron
un citron? ?
Etc.Etc.
Totdat
Leerling Totdat
LeerlingA :leerling
A :leerling
Non. … BOui,
Non. …het
BOui,
het
jeantwoord
jeantwoord
mange mange unraadt.  
raadt.  
citron!
un citron!
Een
Etc.Eenpaar
Etc. paar
Totdat keer
Totdat keer
wisselen
leerling wisselen
leerling
B hetBvanhet van
rol. 
antwoord rol. raadt.  
antwoord raadt.  
EenEen paarpaar
keerkeer
wisselen
wisselen vanvan rol. rol. 
Optie
Optie
Klassikaal:
Klassikaal:
Optie raad
Optie raad
watwatde docent
de docent eet.eet.
Leerlingen
Leerlingenstellen
stellen
de vraag
de vraag
nu met
nu metvous. 
vous. 
Klassikaal:
Klassikaal: raad raad
watwatde docent
de docent eet.eet.
Leerlingen
Leerlingenstellen
stellen
de vraag
de vraag
nu met
nu metvous. 
vous. 
Expressions 
Expressions 
Qu’est-ce
Qu’est-ce
Expressions  queque
Expressions  tu manges
tu manges ? / ?Qu’est-ce
/ Qu’est-ce quequevous vous
mangezmangez?   ?  
Je mange,
Je
Qu’est-cemange,
Qu’est-ce tu que
que manges,
tu manges,
manges il mange,
tu manges ?il /mange, …  …  queque
?Qu’est-ce
/ Qu’est-ce vous vous
mangezmangez?   ?  
 Je mange,
 Je mange, tu manges,
tu manges, il mange,
il mange, …  … 
Materiaal 
  Materiaal 
 
Afbeeldingen
Afbeeldingen
Materiaal vanvan
Materiaal  etenswaren
etenswaren
Waar:
Waar:
de Powerpoint
Afbeeldingen de Powerpoint
Afbeeldingen vanvan vanvan
etenswaren Bravoure,
etenswaren Bravoure, in het
in het
online
onlinedocentenmateriaal.
docentenmateriaal.
Waar:
Waar:
de Powerpoint
de Powerpoint vanvan Bravoure,
Bravoure, in het
in het
online
onlinedocentenmateriaal.
docentenmateriaal.
OokOokleuk:
leuk:
neemneemwatwatetenswaren
etenswaren meemee (van(van
de afbeeldingen,
de afbeeldingen, herkenbare
herkenbare
woorden),
Ookwoorden),
Ook
leuk: legneem
leuk:
neem leg
zewat
op
zewat
een
op een
dienblad
etenswaren dienblad
etenswaren enmee
mee gebruik
en
(vangebruik
deze
(van deinze deze
in deze
afbeeldingen, spreekopdracht.
afbeeldingen,spreekopdracht.
herkenbare
herkenbare Of: Of:
gebruik
gebruik
woorden), deleg
woorden), lunch
deleg
lunch
ze die
op die
in de
ze een
op in
een tas
de
dienblad tas
vanvan
dienblad degebruik
en leerling
degebruik
en leerling
zit.in
ze zit.
ze deze
in deze
spreekopdracht.
spreekopdracht. Of: Of:
gebruik
gebruik
de lunch
de lunchdie die
in de in tas
de tas vanvande leerling
de leerlingzit. zit.
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
64 64 toelichting
toelichting Deze
Deze
oefening
oefening
kankan
ookook
uitstekend
uitstekendklassikaal:
klassikaal:
bespreek
bespreek
de woorden
de woorden
na, na,
zodat
zodat
64 64 toelichting
toelichting de betekenis
de
Deze betekenis
Deze
oefeningervan
oefeningervan
kan duidelijk
kan
ook duidelijk
ook is. is. klassikaal:
uitstekend
uitstekend klassikaal:
bespreek
bespreek
de woorden
de woorden
na, na,
zodat
zodat
de betekenis
de betekenis
ervan
ervan
duidelijk
duidelijk
is. is.
65 65 extra
extra
video
video Duur:
Duur:
1’09”1’09”
65 65 extra
extra
video
video Qu’est
Qu’est
Duur: ce1’09”
1’09”
Duur: que
ce que
tu manges
tu manges
à l’école
à l’école
? ?
Let Let
op: ce
Qu’est op:
hier
Qu’est hier
komen
que
ce tukomen
que tuwel
manges wel
delend
àdelend
manges à lidwoorden
l’école lidwoorden
? ? in voor
l’école in voor
en enkele
en enkele
nieuwe
nieuwe
woorden.
woorden.
Let Let
op: op:
hierhier
komen welwel
komen delend
delendlidwoorden in voor
lidwoorden en enkele
in voor nieuwe
en enkele woorden.
nieuwe woorden.
66 66 video
video KijkKijk
de video
de videotot 1
totminuut.
1 minuut.
66 66 video
video Luçon
KijkLuçon
de: video
Kijk à Ste
de : video
à Ste
Ursule,
tot Ursule,
1 1on préfère
on préfère
minuut.
tot minuut. manger
manger
à laàcantine
la cantine
! !
Luçon : à Ste
Luçon Ursule,
: à Ste on préfère
Ursule, manger
on préfère à laàcantine
manger ! !
la cantine
68 68 toelichting
toelichting HeelHeel
geschikt
geschikt
om om
leerlingen
leerlingen
in duo’s
in duo’s
te laten
te laten
werken
werken
(en (en
tochtoch
hunhun
eigen
eigen
68 68 toelichting
toelichting antwoorden
antwoorden
Heel teom
geschikt
Heel laten
teom
geschikt laten
noteren)
noteren)
leerlingen inbij
leerlingen indeze
bij
duo’s terecherche.
deze
duo’s terecherche.
laten werken
laten (en (en
werken tochtoch
hunhun
eigen
eigen
antwoorden te laten
antwoorden noteren)
te laten bij deze
noteren) recherche.
bij deze recherche.

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 15! 15
BRAVOURE
BRAVOURE / THÈME
/ THÈME 3 C’EST
3 C’EST MONMON
jOURjOUR DE CHANCE
DE CHANCE ! 15! 15
19
KEUZE
KEUZEFICHE
FICHEXXUNE
UNEIMAGE
IMAGEQUI
QUICARTONNE
CARTONNE
KEUZE
KEUZEFICHE
FICHEXXUNE
UNEIMAGE
IMAGEQUI
QUICARTONNE
CARTONNE
PARLONS
PARLONS
PARLONS
PARLONSRegarde
Regarde
ma ma Leerlingen
Leerlingen beschrijven
beschrijven (eigen)
(eigen)foto’sfoto’sen zeen geven
ze geven er ooker ook eeneen mening/
mening/
photo
photo
! ma
Regarde ! ma
Regarde oordeeloordeel
Leerlingen
Leerlingenover.over.
Ze herhalen
Ze herhalen
beschrijven
beschrijven hobby’s
(eigen) hobby’s
(eigen)foto’s en en
foto’sgebruiken
en ze gebruiken
en geven il er
ze geven y ilaook
yen
er aookc’estc’est
en een
een om
mening/om
eeneen
mening/ fotofoto
photo
photo
! ! te beschrijven.
oordeelte
oordeelbeschrijven.
over.over.
Ze herhalen
Ze herhalen hobby’s
hobby’s en gebruiken
en gebruiken il y ila yen a c’est
en c’est om omeeneen fotofoto
te beschrijven.
te beschrijven.
Leerlingen
Leerlingen zoeken
zoekeneeneen fotofoto
die die
ze recent
ze recent gemaakt
gemaakt hebben.
hebben. De foto
De foto
kankangepost
gepost
worden worden
Leerlingen
Leerlingen op padlet
op zoeken
de de padlet
zoekeneen (zie
een (zie
Materiaal).
foto ze Bekijk
Materiaal).
foto
die die
ze recent recentBekijk
samen
gemaakt samen
gemaakt met
hebben. met
de leerlingen
hebben. de leerlingen
De foto kanwat
De foto kanwat
de
gepost de
gepost
onderwerpen
worden onderwerpen
worden op deopzijn
de zijn
van(zie
padlet van
padletde(ziefoto’s
de foto’sen laat
Materiaal). en Bekijk
Materiaal). laat
zeBekijk
vertellen
zesamen
vertellen
samenwat
metwat zedede
met zedemooiste
deleerlingen
mooiste
leerlingen foto
watfotovinden. 
wat
de vinden. 
de
onderwerpen
onderwerpen zijn zijn
vanvande foto’s
de foto’sen laat
en laat ze vertellen
ze vertellen watwat ze de ze mooiste
de mooiste fotofoto
vinden. 
vinden. 
Voorbereiding 
Voorbereiding 
Startgesprek
Startgesprek
Voorbereiding 
Voorbereiding  overover
deze dezeleçon.
leçon.
FicheFicheX gaat
X gaatoverover
het het
maken maken vanvanfoto’s
foto’s
(filmpjes)
(filmpjes)
met met
Startgesprekde mobiele
de mobiele
Startgesprek overtelefoon.
overtelefoon.
deze deze Doen
leçon. Doen
leçon.deFiche
Fiche leerlingen
deX leerlingen
gaat
X gaat dat?
over dat?
over
hetEnhetwat
Enmaken
maken wat
filmen/fotograferen
filmen/fotograferen
van van
foto’s
foto’s
(filmpjes) ze? ze? 
(filmpjes)
Vraag
metVraagmet deleerlingen
deleerlingen
mobiele
mobiele eentelefoon.
een
mooie
telefoon. mooie
Doenfoto
Doenfoto
de uitleerlingen
te
deuitleerlingen
zoeken
te zoeken van
dat? van
hun
dat?
En hun
wat
En telefoon.
wat telefoon.Bepaal
Bepaal ze? ze? 
filmen/fotograferen
filmen/fotograferen
eventueel
Vraag eventueel
Vraag leerlingen thème
het het
leerlingen thème
een (ietsmooie
een
mooie (iets
met met
fotohobby’s
uithobby’s
foto te ligtzoeken
uitzoeken
te ligt
voor voor
vandevanhand).  
dehun
hun hand).  
telefoon.
telefoon.Bepaal
Bepaal
eventueel
eventueel thème
het het thème (iets(iets
metmet hobby’s
hobby’s ligt ligt
voorvoorde hand).  
de hand).  
Maak Maak eeneenpadlet
padlet
aan,aan, zodatzodat
leerlingen
leerlingen daardaar eeneenfotofoto
kunnen kunnen uploaden.
uploaden. HetHet
gesprek
Maak gesprek
Maak eenvoeren
een voeren
padlet deaan,
padlet leerlingen
deaan,
leerlingen
zodatzodatdan dan
naar
leerlingen naar
leerlingen aanleiding
daar aanleiding
daar
eeneen van
foto van
foto dekunnen
kunnen geüploade
de geüploade
uploaden. foto’s. 
uploaden. foto’s. 
Het Het
Laat
gesprek Laatde leerlingen
gesprek de leerlingen
voeren
voerende een
de een fotofoto
leerlingen kiezen
leerlingen kiezen
dan dan en naar
naar die
en die
beschrijven
beschrijven
aanleiding
aanleiding vanin vandehet
ingeüploade
dehet
Frans.
Frans.
Is foto’s. 
geüploade Is foto’s. 
duidelijk
Laatduidelijk
Laat welkewelke
de leerlingen
de fotoeen
leerlingen foto
vaneenvan
hetfoto
foto het
bord
kiezenbord
eren
kiezen beschreven
erdie
beschreven
en die wordt?
beschrijven wordt?
beschrijven inGeef inGeef
het leerlingen
het
Frans.leerlingen
Frans.
Is Is
voorbereidingstijd,
voorbereidingstijd,
duidelijk
duidelijk welkewelke misschien
vanmisschien
fotofoto van
het het mogen
bord mogen
bord
er erzebeschreven
een
ze een
beschreven spiekbriefje
spiekbriefje
wordt?
wordt? maken?
Geef maken?
Geef Zie Zie
leerlingen ookook
leerlingen
enkele enkele te stellen
voorbereidingstijd, te stellen
voorbereidingstijd, vragenvragen
misschien bij de
misschien expressions.  
bijmogen expressions.  
demogen ze een
ze een spiekbriefje
spiekbriefje maken? maken? Zie Zie
ookook
enkele enkele te stellen
te stellen
vragenvragen bij expressions.  
bij de de expressions.  
Optie Optie
Maak
Optie Maak
Optie eeneenklassen-top-3
klassen-top-3 vanvan de meest
de meest gefotografeerde
gefotografeerde onderwerpen,
onderwerpen, en en
français. 
Maak français. 
Maak eeneenklassen-top-3
klassen-top-3 vanvan de meest
de meest gefotografeerde
gefotografeerde onderwerpen,
onderwerpen, en en
 français. 
 français. 
Expressions 
  Expressions 
 
Qu’est-ce
Qu’est-ce
Expressions  qu’ilqu’il
Expressions  y a ysura sur
la photo
la photo?  ? 
IlQu’est-ce
ya IlQu’est-ce
yuna … 
un … qu’il
qu’il y a ysura sur
la photo
la photo?  ? 
C’est
Il y a C’estun
Il yun … 
un … 
a … 
un … 
IlC’est
a IlC’est
unaun … 
un… … … 
un
 Il a  Iluna … un … 
Quel
  Quel   est estle sujet
le sujet
desdesphotos/films
photos/films ? ?    
Quelle
Quel Quelle
Quel est
est leest
estlalephoto
la
sujet photo
deslades
sujet plus
laphotos/films
plus
originale
photos/films originale
? ? ? ?     
Quelle Quelle est est
ta ta
la photo
la photopréférée
la préférée
plus
la plus ? originale
–?Je–préfère
originale Je préfère
?  ?  / j’aime / j’aime…  … 
Quelle Quelle est est
ta photo
ta photopréférée
préférée ? –?Je–préfère
Je préfère / j’aime
/ j’aime…  … 
Overig Overig 
Maak
Overig Maak eeneen
Overig  account
account aanaan op www.padlet.com.
op www.padlet.com. VoorVoor
eeneen instructie
instructieoverover
het het
aanmaken
Maak aanmaken
Maak eeneen en account
het
en het
account gebruik
aan gebruik
op van
aan op van
eeneen padlet
www.padlet.com. padlet
www.padlet.com. in dein klas
Voor de
Voor
eenklas
verwijzen
een verwijzen
instructie weover
instructie we
je over
graag
je
hetgraag
hetnaarnaar
deze deze
aanmaken video:
aanmaken video:
Padlet
en Padlet
het
en in de
het
gebruikin klas.
devan
gebruik klas.
(Ca.
een(Ca.
van 10
een 10
minuten
padlet minuten
padletin dein- klas
overzichtelijke
de - klas
overzichtelijke
verwijzen
verwijzen uitleg).
we uitleg).
we
je graag
je graagnaarnaar
deze deze video:
video:
Padlet
Padlet
in de in klas.
de klas.(Ca.(Ca.10 10 minuten
minuten - overzichtelijke
- overzichtelijke uitleg).
uitleg).
ETETPLUS
PLUS
ET ET
PLUS
PLUS
exercice
exercice
exercice
exercice
74 74 video
video Duur
Duur
1’13’’
1’13’’
(begint
(begint
vanaf
vanaf
0’10’’)
0’10’’)
74 74 video
video Roman-photo
Roman-photo
Duur
Duur 1’13’’
1’13’’ (begint
(begint vanaf
vanaf 0’10’’)
0’10’’)
Roman-photo
Roman-photo
76 76 toelichting
toelichting De De
opdracht
opdracht
is bedoeld
is bedoeldis als
is als
‘opwarmer’
‘opwarmer’
voorvoor
de Finale
de Finale
waarin
waarin
leerlingen
leerlingen
eeneen
76 76 toelichting
toelichting roman-photo,
roman-photo,
De De isvlog
opdracht
opdracht isvlog
of tijdlijn
ofistijdlijn
bedoeld
bedoeld isgaan
als alsgaan
maken.
maken.
‘opwarmer’
‘opwarmer’ voorvoor de Finale
de Finale waarin
waarin leerlingen
leerlingen eeneen
roman-photo,
roman-photo, vlogvlog of tijdlijn
of tijdlijn gaangaan maken.
maken.

16 16BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! !
16 16
20BRAVOURE / THÈME
BRAVOURE 3 C’EST
/ THÈME MONMON
3 C’EST jOURjOUR
DE CHANCE ! !
DE CHANCE
FINALE C'EST
FINALE C'ESTMON
MONJOUR
JOURDE
DECHANCE
CHANCE! !
FINALE C'EST
FINALE C'ESTMON
MONJOUR
JOURDE
DECHANCE
CHANCE! !
Er isErkeuze
is keuze
uit drie Finale-opdrachten,
uit drie Finale-opdrachten, waarin
waarin
leerlingen
leerlingen
het het
geleerde
geleerdevanvandit Thème in
dit Thème in
praktijk
Er ispraktijk
is kunnen
Erkeuze kunnen
keuze
uit uitbrengen. Uitgebreide
brengen. Uitgebreide
drie Finale-opdrachten,
drie Finale-opdrachten, informatie
informatie
waarin
waarin overover
de het
leerlingen opdrachten
de het
leerlingen opdrachten
geleerde vinden
geleerdevanvinden
van de leerlingen
de leerlingen
dit Thème in
dit Thème in in in
de verschillende
de
praktijk verschillende
praktijk
kunnen
kunnen werkbladen.
werkbladen.Deze
brengen. Uitgebreide Deze
zijninformatie
brengen. Uitgebreide zijn
alsinformatie
als
downloads
downloads
beschikbaar
overover
de beschikbaar
opdrachten
de invinden
opdrachten deinvinden
online
de de
online
leeromgeving
leeromgeving
leerlingen
de leerlingen
in in
van van
deverschillende
leerling,
de leerling,
de verschillende
de maarmaar
je vindt
je vindt
werkbladen. ze
werkbladen. ook
ze
Deze ook
Dezebijzijn
zijn de
bij als
als werkbladen
de werkbladen
downloads
downloadsachter
achter
in dit
beschikbaar inin
beschikbaar thema.
ditdethema.
in online
de onlineleeromgeving
leeromgeving
vanvande leerling,
de leerling,
maarmaar
je vindt
je vindt
ze ook
ze ook
bij de
bij werkbladen
de werkbladen achter
achter
in dit
in thema.
dit thema.

ETET
PLUS
PLUS
ETET
1 1
PLUS
PLUS UneUneaffiche
affiche
de de Leerlingen
Leerlingen
maken
maken
individueel
individueel
eeneen
affiche/tijdlijn
affiche/tijdlijn
overover
zichzelf.
zichzelf.
1 1 tes
Unetes
activités
Une activités
affiche
affiche
de de Jij kunt
Jij kunt
Leerlingener ook
er
Leerlingen ook
eeneen
maken over
maken over
jezelf
jezelf
individueel maken,
eenmaken,
individueel een veelveel
leerlingen
leerlingen
affiche/tijdlijn
affiche/tijdlijn vinden
overovervinden
dat dat
zichzelf. leuk.
zichzelf. leuk.
tes tes
activités
activités Jij kunt
Jij kunt
er ook
er ook
eeneen
overover
jezelf
jezelf
maken,
maken,
veelveel
leerlingen
leerlingen
vinden
vinden
dat dat
leuk.
leuk.
2 2 Un Un
roman-photo
roman-photo Leerlingen
Leerlingen maken
maken
eeneen
fotostrip
fotostrip
overover
eeneenleukeleuke
dagdag
of iets
of iets
watwat
ze leuk
ze leuk
vinden
vinden
2 2 de
Un ton
de
Un ton
jourjour
de de
roman-photo
roman-photo om om
te doen.
te doen.
Leerlingen
Leerlingen Deze
makenDeze
opdracht
eenopdracht
maken een wordt
fotostripwordt
inover
fotostrip
over twee-
in twee-
een eenof leuke
leuke drietallen
ofdag
drietallen
dag gemaakt. 
of iets
of gemaakt. 
iets
wat wat
ze leuk
ze leuk
vinden
vinden
chance
chance
de ton
de ton
jourjour
de de Behalve
om Behalve
om tenog
te doen. nog
eens
doen.
Deze eens
terugkijken
Deze terugkijken
opdracht
opdracht naar
wordt naar
inde
wordt infotostrips
de
twee- fotostrips
twee- uit dit
uit thema
of drietallen dit
of drietallen thema
(zie(zie
gemaakt. 
gemaakt. Fiche
Fiche
X) X)
chance
chance kunkun
je online
Behalve jenog
Behalve online
ookeens
nog
eensook
nog nog
naarnaar
de naar
terugkijken fotostrips
de naar
terugkijken fotostrips
devan van
YpeYpe
de fotostrips Driessen
fotostrips
uit Driessen
dit
uit kijken
thema kijken
(zie(google:
dit thema (zie(google:
Fiche X)Ype
Fiche X)Ype
Driessen
kunDriessen
kun jefotostrips).
je online fotostrips).
online
ookook
nognog
naarnaar
de fotostrips
de fotostrips
vanvanYpeYpe
Driessen
Driessen
kijken
kijken
(google:
(google:
YpeYpe
Driessen
Driessen fotostrips).
fotostrips).
3 3 Un Un
vlogvlog
sur sur
un un Leerlingen
Leerlingen
maken
maken eeneen vlogvlog
overover
eeneen
hobby. Deze
hobby. Deze opdracht
opdracht
maken
makenze in
ze in
3 3 hobby
Un hobby
Un
vlogvlog
sur sur
un un groepjes
groepjes
Leerlingenvanvan
twee
maken
Leerlingen twee
maken of drie.
een of drie.
vlog
een Behalve
Behalve
over
vlog eende
over vlogs
dehobby. Deze
vlogs
uit dit
hobby. Deze
een uitopdracht
hoofdstuk
ditopdracht
hoofdstuk
nog
maken nog
eens
makenzeeens
invoorbij
ze invoorbij
hobby
hobby laten
laten
komen
groepjes komen
zou
vanvan
groepjes zou
twee jeofsamen
twee jedrie.
ofsamenookBehalve
ook
nognog
Behalve
drie. online
de online
vlogs
de inspiratie
uitinspiratie
vlogs dit ditophoofdstuk
kunnen
op kunnen
uit hoofdstuk nogdoen:
doen:
eens
nog voorbij
eens voorbij
laten komen
laten
• commentaire
• zouzou
komen
commentaireje
desamen
je
desamen
vidéos ook
vidéos nognog
ook
parkour online
parkour inspiratie
online op kunnen
inspiratie doen:
op kunnen doen:
techniques
• techniques
• commentaire dede
commentaire foot
devidéos
defoot parkour
vidéos parkour
• techniques
• techniquesde foot
de foot
Préparation
Préparation préparation
De De préparation
kankan
(deels)
(deels)
als als
huiswerk
huiswerk
worden
worden
uitgevoerd
uitgevoerd
of eventueel
of eventueel
in in
Préparation
Préparation de les
De de les
voorafgaand
voorafgaand
préparation
De préparation aan
kankan aan
de les/lessen
(deels) de les/lessen
als
(deels) huiswerk
als waarin
waarin
worden
huiswerk leerlingen
leerlingen
aanaan
uitgevoerd
worden ofdeeventueel
uitgevoerd opdrachten
deeventueel
of opdrachten
in in
werken.
de werken.
les voorafgaand
de les aanaan
voorafgaand de les/lessen waarin
de les/lessen leerlingen
waarin aanaan
leerlingen de opdrachten
de opdrachten
werken.
werken.
Présentation
Présentation Reserveer
Reserveer ookookeen (deel
een (deel vanvan een) les
een) lesom om elkaars
elkaars
werk werk
te bekijken.
te bekijken. Suggesties:
Suggesties:
Présentation
Présentation Reserveer
Reserveer ookookeen (deel
een (deel vanvan een) les
een) lesom om elkaars werk
elkaars te bekijken.
werk te bekijken. Suggesties:
Suggesties:
Bij Bij
1 1
Hang
Bij Hang
1 de
Bij 1 affiches/tijdlijnen
de affiches/tijdlijnen op in ophetin het
lokaal
lokaal
(laisser desdes
(laisser traces
traces
- sporen
- sporen
achterlaten
Hang achterlaten
Hang de zorgt zorgt
voorvoor
de affiches/tijdlijnen betrokkenheid
affiches/tijdlijnen betrokkenheid
op in ophet bijlokaal
lokaal
in het elkaar,
bij(laisser
elkaar,
bij de
bij les
des
(laisser de les
en
traces
des het
en- sporen
traces het
vak) vak)
en loop
- sporen en loop
er samen
er
achterlatensamen
achterlatenlangs.
langs.
zorgt Stel
voor
zorgt Stel
vragen
vragen om om
betrokkenheid
voor te laten
betrokkenheid tebij
laten
ervaren
bij ervaren
elkaar, wat
bij
elkaar, dewat
geleerd
bij degeleerd
les is en
en het
les en is
vak)
het nu
en wordt
nuloop
en
vak) wordt
en loop
begrepen.
er begrepen.
samen
er samen Eventueel
langs.Eventueel kun
StelStel
langs. kun
vragenje de
vragen je leerlingen
om dete leerlingen
om laten grille
de grille
deervaren
ervaren
te laten laten
wat laten
gebruiken
geleerd
wat gebruiken
is en
geleerd is bij
enhet
nu bij
nu het
wordtwordt
beoordelen
beoordelen
begrepen.
begrepen. van van
elkaars
Eventueel elkaars
Eventueel kunwerk.
je werk.
kun deje leerlingen
de leerlingen de grille
de grille
laten gebruiken
laten gebruiken bij het
bij het
• C’est
• C’est
beoordelen d'und'un
beoordelen garçon
van garçonou d'
elkaars
van ou
elkaars une
d'werk.
werk. une
fille ?
fille ?
Il •
/ IlC’est
• C’est elle/d'un
elle
est est
comment ?
garçon
d'un comment ?
garçonou d'ouIlune
/ IlElle
d' / Elle
est
fille ?
une est
creatif/ve,
fille ? creatif/ve,sportif/ve,
sportif/ve,drôle,
drôle,
original(e)
original(e)
? ?
• IlQu’est-ce
/ Qu’est-ce
• Ilelle estqu’il
/ elle qu’il
/ elle
comment ?
est / elle
faitIlfait
comment ? comme comme
/ IlElle est
/ Elle sportsport
/ loisirs
creatif/ve,
est / loisirs
creatif/ve, ? sportif/ve,
?
sportif/ve, drôle, original(e)
drôle, ? ?
original(e)
Il •
/ IlQu’est-ce
elle
• Qu’est-ce / elle
joue joue
d’un
qu’il /d’un
instrument ?
elle
qu’il instrument ?
fait
/ elle comme
fait comme sport / loisirs
sport ? ?
/ loisirs
• IlQu’est-ce
/ Qu’est-ce
• Ilelle joue
/ elle que que
c’est
d’un
joue c’est
? instrument ?
? (aanwijzen:
(aanwijzen:
instrument ?
d’un uneuneguitare,
guitare,
uneune
raquette
raquette etc.)etc.)
• Qu’est-ce
• Qu’est-ce quequec’est ? (aanwijzen:
c’est ? (aanwijzen: uneuneguitare, uneune
guitare, raquette
raquette etc.)etc.)
Bij Bij
2 2
Hang
Bij Hang
2 de
Bij 2 fotostrips
de fotostrips op inophet
in hetlokaallokaal(laisser desdes
(laisser traces)
traces)
en laat
en laatleerlingen
leerlingen
erlangs
Hang erlangs
Hang delopen
delopenen het
fotostrips en
fotostripsophet
werk
in werk
invan
ophet van
elkaar
lokaal
het elkaar
lokaal beoordelen.
(laisser beoordelen.
desdes
(laisser Dit
traces) Dit
kan
enkan
traces) met
en met
laat de grille
de grille
leerlingen
laat of laat
leerlingen of laat
de leerlingen
de
erlangs leerlingen
erlangs lopen geeltjes
en geeltjes
lopen het plakken
werk
en het plakken
werkvanvan met
elkaarmet
+ of
elkaar +++.
of ++.
beoordelen.
beoordelen. Dit Dit
kankanmetmet de grille
de grille
of laat
of laat
de leerlingen
de leerlingen geeltjes plakken
geeltjes plakken metmet + of+++.of ++.
Bij Bij
3 3
Bekijk
Bij Bekijk
3 elkaars
Bij 3 elkaars vlogsvlogs
en geef
en geef feedback.
feedback. Spontaan
Spontaan of meer
of meer geleid
geleid
aanaan de hand
de hand
vanvan
BekijkBekijk grille.
deelkaars grille.
deelkaars vlogs en geef
vlogs en geef feedback.
feedback. Spontaan
Spontaan of meer
of meer geleid aanaan
geleid de hand
de hand
vanvan de grille.
de grille.

BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 17! 17
BRAVOURE
BRAVOURE
/ THÈME
/ THÈME
3 C’EST
3 C’EST
MONMON
jOURjOUR
DE CHANCE
DE CHANCE
! 17! 17
21
Werkblad Magazine Parlons !

Qu’est-ce que tu aimes ? Choisis !

Zet in elke rij één kruisje.

1 □ le foot □ le tennis □ le ski

2 □ les chats □ les chèvres □ les chiens

3 □ le piano □ la guitare □ le violon

4 □ dessiner □ jouer aux jeux vidéo □ regarder la télé

5 □ bavarder □ écouter de la musique □ faire les devoirs

6 □ téléphoner □ faire du sport □ chanter

7 □ l’anglais □ le français □ l’histoire

8 □ l’ÉPS □ les maths □ la géo

9 □ regarder un match □ regarder un film □ regarder des vidéos

10 □ le sport □ l’école □ la musique

18
22 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Magazine Exercice 38

Le jeu de la moustache – met werkwoorden

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 19


23
Werkblad Magazine Exercice 38

Le jeu de la moustache – zonder werkwoorden

20
24 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Studio Parlons !

BINGO !
Tu aimes chanter ? Tu aimes faire du foot ?   Tu aimes faire du théâtre ? 

Nom : Nom : Nom :

Tu aimes jouer de la guitare ? Tu aimes faire une tarte ? Tu aimes jouer avec ton chien ? 

Nom : Nom : Nom :

Tu aimes jouer aux jeux vidéo ?  Tu aimes danser ? Tu aimes faire du volleyball ? 

Nom : Nom : Nom :

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 21


25
Werkblad Paroles Exercice 61

Agenda leeg

Rôle / Nom :

Lundi Mardi Mercredi Jeudi Vendredi Samedi Dimanche

Matin École École École École École

Après-midi École École École École École

Après-midi
15 – 18
heures

Soir


Rôle / Nom :

Lundi Mardi Mercredi Jeudi Vendredi Samedi Dimanche

Matin École École École École École

Après-midi École École École École École

Après-midi
15 – 18
heures

Soir

22
26 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Paroles Exercice 61

Agenda ingevuld

Rôle / Nom :

Lundi Mardi Mercredi Jeudi Vendredi Samedi Dimanche

Matin École École École École École Match de Cours de


hockey piano

Après- École École École École École Travailler


midi au super-
marché

Après- Devoirs Devoirs Devoirs de Devoirs de Faire du


midi 15 – d’histoire d’anglais maths français shopping
18 heures avec Katy

Soir Entraîne- Entraîne- Dîner grand-


ment de ment de mère et
hockey hockey grand-père


Rôle / Nom :

Lundi Mardi Mercredi Jeudi Vendredi Samedi Dimanche

Matin École École École École École match de Devoirs


foot

Après- École École École École École Faire du


midi shopping
avec
maman
Après- Faire la Devoirs de Cours de
midi 15 – cuisine maths guitare
18 heures

Soir Entraîne- Entraîne- Fête de Regarder


ment de ment de Théo film avec
foot foot Luc

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 23


27
Werkblad Finale-opdracht 1

Une affiche de tes activités

60-90 minuten 
 
Wat ga je doen?
• Je gaat een affiche maken met daarop een tijdlijn en zinnen over jezelf, je hobby’s en je
week.
• Je verdeelt de dagen van de week over een groot blad en je schrijft welke dingen je
allemaal doet.
• Je illustreert die zinnen met foto’s, plaatjes en tekeningen.
Denk bijvoorbeeld aan een foto van tennisracket, een foto van een voetbalwedstrijd, een
logo van een club, afbeeldingen van tekenspullen, een instrument of muziekstuk, de kaft
van een boek, een hond, kat of paard, een Netflix-serie, enzovoort. Je mag er dus alles
op schrijven en plakken behalve … je naam of een foto van jezelf. Het affiche wordt een
soort raadplaat met aanwijzingen die met jou te maken hebben.

Préparation - Voorbereiding 15 min. 
□ Lees de hele opdracht door, zodat je weet wat je gaat doen.
□ Maak een lijstje van dingen die je doet in een week. Schrijf ze in de tabel. Kijk per dag
naar hobby’s, activiteiten en dingen die je leuk vindt om te doen.
□ Noteer ook een paar dingen die je niet leuk vindt om te doen.
□ Vraag je ouders en familie wat zij kenmerkend vinden voor jou, misschien kunnen zij je
lijstje nog aanvullen.

Lundi

Mardi

Mercedi

Jeudi

Vendredi

Samedi

Dimanche

24
28 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
□ Bekijk de grille voor deze opdracht, zodat je weet wat er in ieder geval op je affiche moet
staan. 
□ Bedenk of je materialen nodig hebt om het affiche/de tijdlijn te maken en hoe je dat kunt
regelen. Heb je een printer nodig om afbeeldingen te printen? Ga je tekenen en plaatjes
uitknippen? Begin alvast te verzamelen.
□ Plan in wanneer je aan de poster gaat werken om hem op tijd in te kunnen leveren. 

Choses à faire – Uitvoering 60 min. 


□ Kies of maak afbeeldingen die jouw hobby’s en activiteiten kunnen weergeven: maak zelf
foto’s, zoek op internet, teken, knip uit.
□ Kies ook één afbeelding van iets wat je niet leuk vindt om te doen.
□ Neem een groot vel papier (A1) en noteer de dagen van de week op een leuke manier op
je vel. Zorg ervoor dat er bij elke dag ruimte is om voldoende te schrijven en te plakken.
□ Verdeel de afbeeldingen op een mooie manier over het affiche en bedenk waar er plek is
voor zinnen die je op gaat schrijven.
□ Verzin 10 zinnen bij de dingen die je op je affiche wil laten zien. Noteer ze in de
schrijfruimte hieronder. Gebruik de Pages Panorama.

□ Wissel je zinnen uit met een klasgenoot die dezelfde opdracht doet en help elkaar om
goede zinnen in het Frans te maken.
□ Schrijf de zinnen als bijschrift bij de afbeeldingen.
 
Évaluation – Controle 5 min. 
□ Kijk je werk met de grille na en vraag je af of er dingen beter kunnen.  
□ Verbeter je werk daar waar nodig.

Finalisation – Afronding 5 min.
□ Lever je affiche in bij je docent.  
 
 

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 25


29
Grille Finale-opdracht 1

Une affiche de tes activités

Beoordeling van: Voor:

 Tip +  Top 
  Het affiche / de tijdlijn ziet er  
aantrekkelijk uit. 

  Het is duidelijk wat deze persoon  


doet in de vrije tijd: wat die leuk vindt
en wat die niet leuk vindt.

De dagen van de week zijn in het


affiche/de tijdlijn verwerkt.

  De Franse tekst is begrijpelijk: er  


staan tien goede zinnen die
klasgenoten helemaal begrijpen. 

  De afbeeldingen zijn goed gekozen:  


ze passen bij de tekst of vullen die
aan. 

Dit maakt het affiche extra bijzonder:

26
30 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Finale-opdracht 2

Un Roman-photo de ton jour de chance

90 minuten 
 
Wat ga je doen?
Met een groepje van twee of drie leerlingen maak je een roman-photo (fotostrip) van een leuke dag of iets wat jullie
leuk vinden om te doen in je vrije tijd of op school. 
 
Préparation – Voorbereiding 15 min. 
□ Lees de hele opdracht door, zodat je weet wat je gaat doen.
□ Stel je groepje van twee of drie leerlingen samen. 
□ Bekijk de voorbeelden van foto’s met tekstballonnen uit de Fiche X nog eens en google
ook eens op: fotostrip maken in Google afbeeldingen. Bespreek waar een goede strip aan
moet voldoen.

Goede fotostrip:

□ Kijk nog eens terug naar de tips in de Fiche X hoe je goede foto’s maakt (bladzijde 151
van je boek).
□ Ga na op welke datum jullie de fotostrip moeten inleveren. 
□ Spreek af wanneer jullie de foto’s gaan maken.
□ Spreek af wanneer jullie de strip gaan afmaken met tekstballonnen.
□ Bestudeer de grille voor deze opdracht zodat je weet wat erin moet zitten. 
□ Spreek af of je met een programma gaat werken en zo ja met welk. Tips: Istrips (iPpone),
Comic Life (try-versie) of gewoon in Word op een groot vel.

Choses à faire - Uitvoering 60 min. 


□ Bedenk samen welke dag of activiteit je met een fotostrip in beeld wil brengen.
□ Bedenk welke ‘grap’ je erin wil verwerken en noteer wie de personages/rollen in de
fotostrip hebben.

Rolverdeling:

Grap:

□ Vul het Werkblad Storyboard in van de scènes die jullie willen gaan fotograferen: teken in
elk vakje schematisch de scène, of noteer belangrijke woorden.
□ Noteer op de achterzijde van het storyboard de teksten voor het gesprekje. Gebruik de
Pages Panorama.
□ Kijk elkaars zinnen na en verbeter de fouten. 
□ Schrijf de dialoog bij het storyboard.

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 27


31
□ Bedenk welke emotie en mimiek (gezichtsuitdrukkingen) je in de scènes wilt stoppen.

Emoties:

Mimiek:

□ Ga aan de slag met fotograferen. Maak meerdere foto’s van elke scène zodat je
uiteindelijk de beste kunt kiezen.
□ Verwerk de foto’s in het programma dat jullie gebruiken of print ze en plak ze op.
□ Maak de tekstballonnen in het programma, of schrijf ze en plak ze op.
 
Évaluation – Controle 5 min.  
□ Bekijk samen het resultaat met de grille.  
□ Kijk kritisch en bedenk wat er beter kan. 
□ Bewaar de grille. 

Finalisation – Afronding 5 min. 
□ Pas eventueel nog foto’s en tekstballonnen aan.
□ Lever jullie fotostrip en het werkblad in bij de docent. 

28
32 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Finale-opdracht 2

STORYBOARD Roman-photo

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 29


33
Grille Finale-opdracht 2

Roman-photo

Beoordeling van: Voor:

 Tip +  Top 
  De fotostrip vertelt over een hobby of  
leuke activiteit en er is een passend
decor gekozen.

  Het verhaal is grappig/interessant/  


origineel.

Emoties en gezichtsuitdrukkingen
zijn goed in beeld gebracht en ze
passen bij de tekst in het gesprekje.

  De Franse tekst is begrijpelijk voor  


klasgenoten. 

  De Franse tekst is in correct Frans  


geschreven.

Dit maakt de roman-photo extra bijzonder:

30
34 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Finale-opdracht 3

Un vlog sur un hobby

120 minuten 
 
Wat ga je doen?
Je maakt met een groepje van twee of drie leerlingen een vlog over een hobby/jullie hobby’s. De vlog duurt ongeveer 3
minuten. In jullie vlog komen verschillende aspecten van de hobby(’s) aan bod.
 
Préparation - Voorbereiding 15 min. 
□ Lees de hele opdracht door, zodat je weet wat je gaat doen.
□ Kijk ter inspiratie nog eens terug naar de filmpjes uit dit thema (Départ, Studio, Culture,
Fiche X) en bekijk deze voorbeelden:
https://www.youtube.com/watch?v=PnlaqKzFipk (commentaire de vidéos Parkour)
https://www.youtube.com/watch?v=4zQkIB9f0_Y (techniques de foot)

□ Stel jullie groep van drie of vier leerlingen samen.


□ Bestudeer de grille voor deze opdracht zodat je weet wat er in de vlog moet zitten. 
□ Ga na op welke datum jullie de vlog moeten inleveren. 
□ Spreek een datum af waarop alles gefilmd moet zijn om te kunnen monteren. 
□ Spreek af met welk programma jullie gaan werken. Bijvoorbeeld Vlognow, MS Video
editor, Windows Movie Maker, Magisto of iMovie.
□ Spreek af wie de montage doet/doen. 
□ Spreek af wanneer je de vlog inlevert bij je docent. 
 
Choses à faire – Uitvoering 60-75 min. (exclusief filmen)
□ Bepaal met je groepje over welke hobby(’s) jullie een vlog gaan maken en bedenk de
insteek: ga je een défi (uitdaging), een tuto (tutorial) of een battle filmen?

Hobby’s:

Insteek:

□ Bedenk hoe je allemaal een rol kunt krijgen: verdeel de rollen.

Rollen en rolverdeling:

□ Bedenk het script, het verhaal in grote lijnen.

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 31


35
□ Maak het storyboard: welke shots ga je nemen en welke tekst hoort daarbij? Ieder
groepslid moet ongeveer evenveel tekst hebben. Gebruik eventueel het werkblad
‘Storyboard’.
□ Bedenk dialogen of tekst voor een voice over. Gebruik de Pages Panorama.

Tekst voice over:

□ Kijk elkaars werk na en verbeter waar nodig. Wissel evt. uit met een ander groepje.
□ Check aan de hand van de grille of alles aan bod is gekomen. 
□ Lees voordat je gaat filmen alle tekst een aantal keren hardop voor aan elkaar en
verbeter elkaars uitspraak. Vraag eventueel advies aan je docent.
□ Spreek af wanneer jullie gaan filmen en wat iedereen dan eventueel moet meebrengen
aan attributen en verkleedspullen. 
□ Ga aan de slag met het filmen. 
□ Monteer de losse shots aan elkaar. 

Évaluation – Controle 20 min. 


□ Bekijk samen het resultaat aan de hand van de grille. 
□ Stel dingen bij. 
□ Bewaar de grille. 

Finalisation – Afronding 5 min. 
□ Lever jullie vlog en de werkbladen in bij je docent. 

32
36 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Werkblad Finale-opdracht 3

STORYBOARD Vlog

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 33


37
Grille Finale-opdracht 3

Un vlog sur un hobby

Beoordeling van: Voor:

 Tip +  Top 
  De vlog is leuk om naar te kijken.  In  
de vlog komen verschillende
aspecten van een hobby aan bod.

  De vlog is mooi afgewerkt.  

Ieder groepslid heeft ongeveer


evenveel tekst.

  De tekst is in goed Frans.  


Klasgenoten kunnen begrijpen wat
er gezegd wordt.

  Iedereen spreekt zijn tekst goed uit,  


de werkwoordsvormen en het geheel
klinken Frans.

Dit maakt de vlog extra bijzonder:

34
38 BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE !
Aantekeningen

BRAVOURE / THÈME 3 C’EST MON jOUR DE CHANCE ! 35


39

You might also like