08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 1

GOD IS HEER
Β
4ᵉ Modus Vou
Le ge tos

g
3 3

OD is Heer en Hij is ons vēr- sche- nēn;

Δ Β

gē- ze- gēnd Hij Die komt in dē Naam des He- rēn.

vers 1. Belijdt den Heer, want Hij is goed, want Zijn barmhartigheid
duurt tot in eeuwigheid.
vers 2. Alle volkeren omsingelden mij, en in den Naam des Heren
heb ik hen afgeweerd.
vers 3. Vanwege den Heer is dit geschied en het is wonderlijk in onze ogen.

HEENZENDINGSZANG VH FEEST
Uw
3 3

ge- boor- te, o Moe-der Gods ver- kon-dig-de

3

vreug- de aan heel de we- reld, want uit u is op-

3

ge-gaan de Zon der Ge- rech - tig- heid, Chris-tus

3

on-ze God. Hij heeft de vloek op-ge-he-ven en de

3

ze - gen ge- ge - ven; Hij heeft de dood te- niet ge-

3 3 3

daan, en ons het eeu-wi- ge le- ven ge-schon-ken.

 - Uitgaven "De Drie Hiërarchen" te Hasselt 2022 - 2

KONDAKION VH FEEST

Uw
3

ge-
 08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 3

9ᵉ ODE
Β
2ᵉ Modus Vou
Ne a nes
eerste kanon

D
3

IEN Die voor dē zon reeds vēr- lich- tē deed gij

3

op-stra-lēn, Dēn God- lӯ- kēn; Dien Die li- chaam-lӯk

on- dēr ons vēr- blij- vēn wou, heeft hēt vlees on- om-

schrijf-baar aan- gē- no-mēn uit uw maag-dēn-schoot.

3

Gods-baar- stēr, u vēr- hef-fēn wij, Al- rei- nē, die al-

H
2.

leen- gē- ze-gēnd zijt. ij die uit dē

3

steen- rots hēt wa- tēr voor't op- stan- dīg volk deed op-
3

wel- lēn, geeft u, als vrucht der schoot van dē on-

vrucht -ba- rē, aan hēt Hem toe -gē- wij- dē volk der
3

Chris -tēn- ēn ter on- zēr vreugd; U, die hēt toe- komt

prij-zēnwij, Al-rei-nē Moe-dēr Gods en Al-tijd-Maagd.

 - Uitgaven "De Drie Hiërarchen" te Hasselt 2022 - 4

Uw
3
3.

gē -boor- tē uit dē gē- rech- tēn was bē-

3

slo- tēn in dē Gro -tē Raad, dat gij dē woon- tent

wor-dēn kon des Woord van God, om zo, god -lӯ-kēr

3

wij- zē, zelf tē ba-rēn dien hēt Le-vēn is. Wij die door

u gē- red wer-dēn, vie-rēn, o Rei- nē, uw gē-boor-tē-

feest.

G
3
4.

ij, die't on -vēr- bid-dē-lӯk oor-deel uit dē

3

oud -heid on -gē- daan maak -tē, die hēt hēr- stel van

E- va, on- zē moe- dēr, zijt; dē vēr- zoe-ning met God

3

en on- zēr aan- ne- mings Vēr-oor-zaak-stēr, en die

dē brug des Schep-pērs zijt: U, rei-nē Gods-baar- stēr

vēr- hef-fēn wij.

 08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 5

tweede kanon
Ν
3
4ᵉ Plagale Ni
Ne a gi e

D Ē maagd -lӯk - heid

3
is ēēn staat die ēēn

moe- dēr vreemd is, en on - gē - zien hēt ba - rēn

3

voor haar die nog maagd is. Maar in u, o Gods-

baar - stēr, vēr - we -zēn-lӯ-kēn zich toch bei - dēn:

3

daar-om vēr- hef- fēn al- lē vol- kē -rēn u on-op-

N aar waar-dīg - heid

(x2) 3.

houd-lӯk met gē-zang.

3

uw- ēr rein - heid werd dē bē - lof - tē, o

Gods- moe-dēr, vēr-vuld , wan-neer gij werd gē-bo-rēn,

3

als ēēn god-lӯ- kē vrucht haar gē- schon-kēn die nog

3

zon- dēr vrucht was: daar -om vēr- hef- fēn al- lē

vol- kē -rēn u on-op-houd-lӯk met gē-zang.

 - Uitgaven "De Drie Hiërarchen" te Hasselt 2022 - 6

V er- vuld wērd , Maagd,

4.

hēt pro- fe - tisch woord

4

dat ooit luid- dē: dē vēr- val- lēn tent van Da - vid
3

zal ik weer op- rich- tēn. De- zē uit- spraak voor-

af - beeld-dē U, o On- gē- rep- tē Vrou - wē,

3

door wie dē vol- heid van hēt mens- lӯk stof hēr-

scha-pēn wordt tot Gods li-chaam.

D
5.

3
 08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 7

D
6.

ē Gods-bruid deed gij ont-bloei - ēn, god-wij-

3

zē An- na, daar gij vol- gēns bē- lof - tē, te- gēn
3

al- lē hoop in ons gē- baard hebt dē bloe - sēm der

3

maagd-lӯk-heid en rei- nē schoon - heid: daar-om vēr-

hef- fēn wij met haar u die dē wor-tēl van ons le- vēn
Eer aan de Vader...
zijt.

B
7.

Nu en altijd...
 - Uitgaven "De Drie Hiërarchen" te Hasselt 2022 - 8

B
8.

ē- slo - tēn hebt gij dēn Ko - ning, o Maagd en

3

Moe- dēr, Dēn E- nē der Drie- één - heid, in uw

3

schoot, dēn Chris-tus, Diēn dē Schep-ping bē- zingt

3

en dē Tro-nēn in dēn ho- gē vre - zēn: O hoog- gē-

eer- dē Vrou -wē, smeek Uw Zoon en God om on- zēr

zie - lēn heil.

 08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 9

OPSCHRIFTZANG VAN HET FEEST

VOOR DE APOSTELLEZING
Diaken/Priester: Laat ons aandachtig zijn.

Lezer: Opschrift der Apostellezing in de derde modus.

Diaken/Priester: Wijsheid.

Γ
3ᵉ Modus Ga
Na- a- na
De Lezer proclameert eerst het opschrift, of zingt het voor, daarna herhaalt het volk zingend.
Mijn ziel verheft de Heer en gejuicht heeft mijn geest in God, mijn Redder.

M IJN ziel ver-heft de Heer en gē- juicht heeft

mijn geest in God, mijn Red - dēr.

vers 1. Want
Hij heeft neergezien op de nederigheid van Zijn dienstmaagd,
want zie van nu af zullen alle geslachten mij zalig prijzen.

vers 2. Want
de Machtige heeft grote dingen aan mij gedaan, en heilig is
Zijn Naam, en Zijn barmhartigheid gaat van geslacht tot geslacht,
over hen die Hem vrezen.

De derde maal zingt men de melodie met slotcadens.

M ijn ziel ver- heft de Heer

Ν
en gē- juicht
Γ
heeft

mijn geest in God, mijn Red - dēr.

 - Uitgaven "De Drie Hiërarchen" te Hasselt 2022 - 10

I.P.V. HET 'WAARLIJK HET IS WAARDIG'

Ν
3
4ᵉ Plagale Ni
Ne a gi e

D
6
Ē maagd - lӯk - heid is een

staat die een moe - dēr vreemd is,

6

en on - gē- zien tē ba - rēn voor haar die

nog maagd is. Maar in u ,

6

o Gods- baar - stēr, vēr- we - zēn - lӯ - kēn

zich toch bei - dēn: daar-om vēr- hef - fēn

6

al- lē vol - kē - rēn u

on - op-houd-lӯk met gē - zang .

 08sep: D E G E B O O R T E D E R G O D S B A A R S T E R 11

COMMUNIEVERS
Π
1ᵉ Modus Pa
A na nes

D
6

Ē Kelk des heils zal ik ne - mēn,

6

en dē Naam des He - rēn aan - roe -

pēn. Al - le - lou - i - a.