You are on page 1of 7

Conjunctions

VMBO 4
What are conjunctions?
You use conjunctions to connect
sentences together.

Conjunctions are similar to Dutch


voegwoorden:

omdat, zodat, maar, tenzij, want, en & of

Met voegwoorden verbind je zinnen en


geef je een verband tussen de zinnen aan.
because, as, for, since (want, omdat)

Met because, as, for en since geef je een reden of oorzaak aan.

- She left him, because/as/for/since she didn't love him.

- Ze ging bij hem weg, want ze hield niet van hem.

- Since he is happy, he has a smile on his face.

- Omdat hij blij is, heeft hij een lach op zijn gezicht.
And and or
Met and (en) geef je een opsomming aan.

- In my opinion, Andre Agassi and Roger Federer are the best tennis players ever.

Naar mijn mening zijn Andre Agassi en Roger Federer de beste tennissers ooit

Met or (of) geef je een keuze aan.

- Do you like to have coffee or tea?

- Wil je koffie of thee?


so, so that (zodat)

Met so en so that geef je een gevolg aan.

- I go to the gym three times a week, so (that) I stay


healthy and fit!

- Ik ga drie keer per week naar de sportschool, zodat ik


gezond en fit blijf!
but

Met but (maar) geef je een tegenstelling aan.

- They are strong, but we are smart.

- Zijn zijn sterk, maar wij zijn slim.


Key rules

Met because, as, for en since geef je een reden of oorzaak aan.

Met and geef je een opsomming aan.

Met or geef je een keuze aan.

Met so en so that geef je een gevolg aan.

Met but geef je een tegenstelling aan.

You might also like