Plan van aanpak Horizon verbreden

1. Welk gebied heb je samen met de kinderen en in overleg met je mentor gekozen? Met mijn mentrix heb ik de opdracht horizon verbreden besproken. Ze wilde graag dat ik aan zou sluiten bij n van de onderwerpen die de school nog zal gaan behandelen. Van te voren had ik al wel over verschillende landen nagedacht maar nog niet gericht een keus gemaakt. Ik twijfelde nog tussen Nieuw-Zeeland, Egypte en Itali. Mijn mentrix heeft me de onderwerpen laten zien de ze op school nog moeten behandelen. Daar zat onder andere oceani bij. Hierdoor was mijn keus snel gemaakt en heb ik voor Nieuw-Zeeland gekozen. Ik heb dit niet in overleg gedaan met de leerlingen, omdat de leerlingen allemaal een andere mening hebben en voor een ander land kiezen. Als ik dan uiteindelijk de keuze van het land bekend maak, loop ik de kans dat kinderen weinig/niet gemotiveerd zijn als de keus niet op het land van hun keuze is gevallen. Hoe ga je het gebied introduceren (gericht op betrokkenheid creren, creativiteit)? Ik wil het gebied gaan introduceren met behulp een filmpje. Hierbij krijgen de leerlingen de eerste indrukken van Nieuw-Zeeland. Daarna vraag ik de leerlingen wat ze allemaal gezien hebben in het filmpje of wat ze zelf al weten van Nieuw-Zeeland. Hiervan maken we met de klas 1 groot woordweb. Als het woordweb klaar is vraag ik de leerlingen wat goede onderwerpen zijn om mee aan de slag te gaan. Door het filmpje kan ik de leerlingen sturen richting de onderwerpen, zonder dat zij het idee krijgen dat ik alles voor hun heb vastgelegd. Hoe zorg je ervoor dat je eigen vakkennis, didactische kennis en onderwijskundige/pedagogische kennis toereikend is (hoe ga jij je horizon verbreden? En niet alleen inhoudelijk?) Ik ga me van te voren verdiepen in Nieuw-Zeeland, door in verschillende boeken te kijken en op zoek te gaan op sites. Zo weet ik wat de leerlingen allemaal tegen kunnen komen en kan ik me daar op voorbereiden. Ook wil ik me gaan verdiepen in de kaart, zodat ik de leerlingen ook kan vragen waar verschillende dingen liggen. Ik vind het een uitdaging om met mijn klas bezig te gaan met horizon verbreden, omdat ik een vrij drukke groep heb. Van te voren wil ik met mijn mentrix in gesprek gaan hoe ik dit het beste kan organiseren, zodat ik het meeste uit de leerlingen kan halen. Ik ga dan ook verdiepen in verschillende werkvormen van thinking skills, zodat de leerling uitgedaagd worden om aan het werk te gaan, waardoor ze hopelijk langer bij de les blijven. Hoe ga je samen met de leerlingen de deelonderwerpen in het gebied bepalen (denk bv aan multiperspectivisch kijken bij aardrijkskunde )? De deelonderwerpen ga ik bepalen aan de hand van het filmpje dat ik de leerlingen laat zien. Ik laat de leerlingen voorkeuren opgeven, zodat ik later zelf de groepjes kan maken. Omdat ik denk dat niet alle leerlingen goed samen kunnen werken kies ik ervoor om het op deze manier te doen. Met mijn mentrix wil ik dan overleggen of de groepjes die ik heb gemaakt werkzame groepjes zijn. Hoe ga je, samen met de leerlingen, de onderzoeksvragen formuleren? Hoe ga je dat aanpakken? Ik geef de leerlingen een miniles onderzoeksvragen stellen. Dit wil ik doen door een vorm van thinking skills te gebruiken de inferent square. Hierbij krijgen de leerlingen per groepje een foto van Nieuw-Zeeland. Bij de foto krijgen ze het inferent square en vullen daar verschillende vragen in. Zo weten hoe ze moeten beginnen met onderzoeksvragen op te stellen.

2.

3.

4.

5.

6.

Wat is je planning/tijdspad? Voor de opdracht zelf heb ik n week. Ik wil vragen aan mijn opleidster of ik de inleiding en de miniles onderzoeksvragen de week ervoor al kan doen, zodat ik in de stage week, week 20 ook echt bezig kan zijn met horizon verbreden. Voor de tijd heb ik mezelf al verdiept in Nieuw-Zeeland, zodat ik de leerlingen ook meteen kan helpen als ze vragen hebben. Wat voor lessen ben je van plan te gaan geven? Ik wil een les geven over onderzoeksvragen stellen. Ook wil ik nog een les geven over Glogster. Hier gaan de leerlingen namelijk gebruik van maken tijdens de presentaties. Omdat ik denk dat de meeste leerlingen hier nog nooit mee hebben gewerkt, vind ik het belangrijk ze wegwijs te maken, met deze manier van presenteren. Ook wil ik nog een les met een mysterie doen met de leerlingen. Een mysterie kennen de leerlingen nog niet en het past bij de didactiek thinking skills. Ik kies er bewust voor om geen lessen natuur, aardrijkskunde en geschiedenis te geven. Omdat ik wil dat de leerlingen zelf opzoek gaan naar informatie en niet mijn informatie gebruiken tijdens de presentaties. Als blijkt dat er te meer onderwerpen zijn, dan dat er gepresenteerd kan worden, kies ik ervoor over die onderwerpen wel lessen te geven. Welke middelen, materialen ga je gebruiken? Ik wil gebruik gaan maken van Glogster tijdens de presentaties. Hierdoor maken de leerlingen kennis met een nieuwe manier van presenteren. De leerlingen mogen gebruik maken van boeken en van internet om opzoek te gaan naar informatie over het onderwerp. Voor de leerlingen maak ik een boekje waarin kort informatie staat over Nieuw-Zeeland en de feedback punten. Hoe richt je het klaslokaal in? In de klas wil ik n plaats centraal stellen, waarop de leerlingen alles mogen leggen van Nieuw-Zeeland. Doordat de leerlingen daar zelf materialen op kwijt kunnen, raken de leerlingen meer betrokken. Zelf wil ik van te voren naar de bibliotheek gaan, zodat ik ook zeker weet dat ik in die week boeken heb, die over Nieuw-Zeeland gaan. Welke (digitale) bronnen ga je gebruiken en hoe ga je ICT inzetten? Ik ga de leerlingen kennis laten maken met Glogster, de presentatievorm die ze gaan gebruiken. Zelf maak ik ook gebruik van een Glogster, die ik op het digibord laat zien, om het land Nieuw-Zeeland te introduceren. De leerlingen mogen informatie op het internet zoeken. Welke afspraken voor samenwerkend leren ga je met de leerlingen maken? Voor de leerlingen wil ik een boekje maken waarin alle lessen staan die ze krijgen. Wat er van hen verwacht wordt , hoe ik wil dat ze samenwerken en tips om de samenwerking goed te laten verlopen. Ook zet ik er feedbackpunten in, die betrekking hebben op de samenwerking en de presentatie. Samen met de leerlingen maak ik regels die gelden tijdens horizon verbreden. Welke werkvormen ga je gebruiken? Ik maak gebruik van samenwerkend leren, de leerlingen zijn in een groepje verantwoordelijk voor een deelonderwerp. Ook maak ik gebruik van thinking skills, het inferent square gebruik ik tijdens de les onderzoeksvragen bedenken. Daarnaast maak ik gebruik van een mysterie. Welke klassenregels ga je bepalen specifiek binnen dit traject? Over de klassenregels moet ik nog na gaan denken. Mijn klas heeft veel duidelijkheid nodig, dus ik denk dat het goed is om de regels op papier te zetten, zodat ik ze daar ook weer naar kan verwijzen. Ik wil tegen de tijd van uitvoering gaan kijken hoe de sfeer is in de klas en aan de hand daarvan regels opstellen. Dit wil ik doen in overleg met de leerlingen en ze daarbij wat tips te geven, zodat ze ook op regels komen, die ik graag zal zien tijdens horizon verbreden.

7.

8.

9.

10.

11.

12.

13.

14.

Hoe ga je evalueren en beoordelen, welke beoordelingscriteria ga je gebruiken en hoe informeer je de kinderen daarover (zowel inhoudelijk als productgericht)? Ik maak verschillende feedbackpunten voor de leerlingen, de punten hebben betrekking op de presentatie, de informatie en de samenwerking. De feedbackpunten zet ik in het boekje dat de leerlingen kunnen vinden op de website. Beschrijf kort hoe je je eigen horizon en die van de kinderen denkt te kunnen verbreden door jouw opzet (zowel inhoudelijk als didactisch). Doordat de leerlingen meer te weten komen over Nieuw-Zeeland denk ik hun horizon te kunnen gaan verbreden, ze gaan zich ook echt verdiepen in een bepaald onderwerp. Andere leerlingen leren hier weer van, doordat ze presentaties geven aan elkaar. Ook wordt de horizon van de leerlingen verbreed doordat ze kennis maken met een nieuwe presentatievorm. Mijn horizon wordt verbreed doordat ik me in alle onderwerpen ga verdiepen.

15.