You are on page 1of 5

Vak: Duits

Klas: Havo 3

Week Datum Weekplanning Leerdoelen / Toetsonderwerpen Leermaterialen Diversen


30-3 t/m 3-4 Schritt 47 Aufgabe 2 (ook ontleden), Aufgabe 4 (lezen - je kunt zinsdelen in zinnen Zugspitze Teil 5 Leren: naamvallen 1, 3 en
en vragen beantwoorden), Aufgabe 6 (ook ontleden), benoemen en weet welke zinsdelen www.trevi-deutsch.de 4:
Aufgabe 8 (lezen en vragen beantwoorden). bij welke naamval horen; Magister leermiddelen - der- en ein-Gruppe;
Schritt 50 Aufgabe 3 (leren voorzetsels 3e naamval, - je kent de uitgangen van de 1e, 3e uitleg voorzetsels 3e naamval: - zinsdelen onderwerp,
juiste uitgang invullen), Aufgabe 5 (luisteren met qr- en 4e naamval in de der- en ein- naamwoordelijk deel,
reader en vragen beantwoorden), Aufgabe 6 Gruppe en kunt deze in zinnen https://www.youtube.com/watch?v tijdsbepaling, lijdend
(voorzetsels 3e naamval, juiste uitgang invullen), invullen; =x1v4_rxrdkw voorwerp, meewerkend
Aufgabe 9 (lezen en vragen beantwoorden). - je weet welke voorzetsels er bij de voorwerp;
Schritt 52 Aufgabe 3 (juiste uitgang invullen, ook 4e naamval horen; - voorzetsels 4e naamval
ontleden), Aufgabe 7 (luisteren met qr-reader en - je weet welke voorzetsels er bij de (durch/ohne/für/gegen/u
juiste antwoorden aankruisen). 3e naamval horen en kunt deze m/bis)
correct in een zin gebruiken met de - voorzetsels 3e naamval
juiste uitgangen. (mit/nach/bei/
- je kunt eenvoudige teksten lezen en seit/von/aus/
de vragen erbij beantwoorden. außer/entgegen/
- je kunt eenvoudige gegenüber/zu)
luisteroefeningen begrijpen en de
juiste antwoorden aankruisen of
formuleren.

14
6-4 t/m 10-4 TEIL 6! - Je kunt de woorden uit de Leren: woorden Schritt 1
Schritt 1 Aufgabe 2 (Woorden luisteren met qr- woordenlijst in de juiste Duitse zin + naamvallen (incl.
reader, opdracht maken), Aufgabe 4 (ontleden en invullen; voorzetsels 3e en 4e
juiste uitgang invullen), Aufgabe 5 (lezen en vragen - je herhaalt de naamvallen met naamval + schema's en
beantwoorden), Aufgabe 6 (luisteren met qr-reader betrekking tot de zinsdelen ontleedregels)
en vragen beantwoorden), Aufgabe 8 (woorden uit onderwerp, naamwoordelijk deel,
woordenlijst (Aufgabe 2) invullen). tijdsbepaling en lijdend voorwerp;
-> leren naamvallen en woordenlijst Schritt 1 - je begrijpt een leestekst en een
Schritt 2 Aufgabe 3 (voorzetsels 3e en 4e naamval luistertekst en kunt de vragen
invullen en juiste uitgang kiezen), Aufgabe 6 beantwoorden;
(luisteren met qr-reader, juiste antwoorden invullen), - je kunt de voorzetsels met de 3e en
Aufgabe 7 (lezen en vragen beantwoorden) 4e naamval in zinnen invullen en
-> leren naamvallen (zie laatste kolom) + woordenlijst daarbij de juiste uitgang gebruiken;
Schritt 1)

15
13-4 t/m 17-4 Schritt 3 Aufgabe 2 (Woorden luisteren met qr- - Je kunt Nederlandse woorden in https://www.youtube.com/watch?v=6 Leren: woorden Schritt 1
reader, opdracht b maken), Aufgabe 4 (uitleg een Duitse mail vertalen en invullen; OXdwVkSlnU + 3 + wisselvoorzetsels +
grammatica lezen, youtube-filmpje kijken, opdracht - Je kent de wisselvoorzetsels (met toepasregels +
maken), Aufgabe 4 (luisteren met qr-reader en een 3e of een 4e naamval) en kent naamvallen (incl.
vragen beantwoorden), Aufgabe 5 (tekst lezen, hun betekenis; voorzetsels 3e en 4e
vragen beantwoorden, antwoorden markeren in de - Je hebt de uitleg gelezen en gezien naamval + schema's en
tekst!), Aufgabe 6 (uitleg Aufgabe 4 nog eens lezen of in het youtube-filmpje en kunt de ontleedregels)
filmpje nog eens bekijken, uitleg blauwe kader bij juiste uitgang uitleggen en invullen;
Aufgabe 6 lezen en opdracht maken), Aufgabe 8 - je kunt vragen beantwoorden bij
(luisteren met qr-reader en vragen beantwoorden), eenvoudige luisteroefeningen en
Aufgabe 9 (zinnen vertalen). eindexamenteksten vmbo;
-> leren: Woorden Schritt 1 und 3 + wisselvoorzetsels
Schritt 3 inclusief regels.
Zwischenstufe Aufgaben 1, 2, 4 und 5 maken.
16
4-5 t/m 8-5 Schritt 4 Aufgabe 3 (ott/ovt/volt t) Aufgabe 4 (lezen - je herhaalt de tegenwoordige, leerwerk: Woorden
en vragen beantwoorden), Aufgabe 8 (luisteren met verleden en voltooide tijd van Schritte 1, 3 en 5 +
qr-reader en vragen beantwoorden). regelmatige werkwoorden. naamvallen.
-> leren: Woorden Schritt 1 und 3 + naamvallen - je kunt Duitse woorden in een tekst
(inclusief wisselvoorzetsels). invullen;
Schritt 5 Aufgabe 2 (woorden doorlezen, inclusief de - je kunt eenvoudige (luister)teksten
voorbeeldzinnen, opdracht b maken), Aufgabe 10 begrijpen en de bijbehorende vragen
(lezen, vragen beantwoorden en antwoorden beantwoorden.
markeren in de tekst).
-> leren: Woorden Schritte 1, 3 en 5 + naamvallen
(inclusief wisselvoorzetsels).
Schritt 6 Aufgabe 3 (werkwoorden tegenwoordige
tijd invullen, werkwoordkaart erbij pakken!), Aufgabe
4 (woorden invullen), Aufgabe 9 (lezen en vragen
beantwoorden. Markeer de antwoorden in de tekst)
-> leren: Woorden Schritte 1, 3 en 5 + naamvallen
(incl. wisselvoorzetsels).

19
11-5 t/m 15-5 Schritt 7 Aufgaben 2 (woorden doorlezen (en -> je leert nieuwe woorden en kunt
luisteren met de qr-reader) en opdrachten maken. deze in verschillende zinnen correct
Aufgabe 3 (uitleg in kader lezen en opdracht maken) invullen met behulp van de
Aufgabe 5 (luisteren met qr-reader en vragen woordenlijst;
beantwoorden), Aufgabe 7 (woorden invullen aaan -> je begrijpt een luister- en leestekst
de hand van de woordenlijst) en kunt de vragen beantwoorden;
Schritt 8 Aufgabe 3 (persoonlijk voornaamwoord en -> je begrijpt de betekenisverschillen
naamvallen 1 en 4), Aufgabe 4 (lezen), Aufgabe 6 van verschillende voorzetsels en kunt
(luisteren), Aufgabe 7 (persoonlijk voornaamwoord) deze correct en in de juiste naamval
invullen in een oefening;
-> je leert de persoonlijke
voornaamwoorden van de 1e en 4e
naamval;
-> in een onlinetoets kun je met
behulp van je aantekeningen en boek
binnen bepaalde tijd de juiste
naamval invullen.

20
18-5 t/m 22-5 Schritt 9 Aufgabe 3 (woorden en oefening), Aufgabe -> je leert nieuwe woorden en kunt
4 (herhaling vraagwoorden), Aufgabe 5 (luisteren), deze in verschillende zinnen correct
Aufgabe 9 (zinnen vertalen aan de hand van nieuwe invullen met behulp van de
woorden) woordenlijst;
Schritt 10 Aufgabe 3 (bijvoeglijke naamwoorden), -> je begrijpt een luister- en leestekst
Aufgabe 4 (luisteren), Aufgabe 9 (woordenpuzzel), en kunt de vragen beantwoorden;
Aufgabe 10 (bijvoeglijke naamwoorden) -> je leert de uitgangen van de
Schritt 11 Aufgabe 3 (persoonlijke bijvoeglijke naamwoorden en kunt
voornaamwoorden), Aufgabe 4 (luisteren en kijken), deze in de correcte vorm invullen;
Aufgabe 6 (luisteren en kijken), Aufgabe 9 (lezen). -> je herhaalt de persoonlijke
voornaamwoorden.E17

21
25-5 t/m 29-5 Wiederholungsgrammatik -> d-Prüfung online oder
22 ab Seite 134 im Buch.
23 1-6 t/m 5-6 Proefwerk Duits -> naamvallen (grammaticatoets)
24 8-6 t/m 12-6 luistertoets
25 15-6 t/m 19-6 tussentoets lezen
26 22-6 t/m 26-6
27 29-7 t/m 3-7 PWW/PTA leestoets

You might also like