You are on page 1of 140

KERNTAAK 1: REALISEREN VAN

SPORTPROGAMMA’S
VO STAGE SEMESTER 2

Naam: Oene Douwe Koopmans, 354693


Osiris Code: HLVP6K1ML2
Kans: 1e kans
Klas: 1A
Docent: Roos Dreijer & Marcel Mràz
Datum: 6-6-2018

1
VOORWOORD

Voor u ligt het stageverslag van Oene Douwe Koopmans. De student heeft stagegelopen op
het voorgezet onderwijs op het Lauwers College Buitenpost. In dit verslag zal worden
aangetoond hoe deze stage is verlopen aan de hand van lessen en evaluaties. De lessen zijn
aangeboden aan Havo, vwo en gymnasium leerlingen. Deze lessen zijn vervolgens uitgewerkt
en met een kritisch oog aangepast voor de volgende les.

De stagiair wil de stagecoaches bedanken voor een fijne samenwerking en een gevoel van
ontwikkeling.

2
INHOUD
Voorwoord................................................................................................................................................................2
Beginsituatie..............................................................................................................................................................4
Het Lauwers College.................................................................................................................................................6
Materiaallijst.............................................................................................................................................................7
Lesgeefontwikkelingsplan (LOP).............................................................................................................................8
Stage inhoud............................................................................................................................................................10
Wie ben ik?.........................................................................................................................................................10
Doelgroep analyse per klas.....................................................................................................................................11
Lesvoorbereidingen.............................................................................................................................................14
Lesvoorbereiding 1..........................................................................................................................................14
Lesvoorbereiding 2..........................................................................................................................................23
Lesvoorbereiding 3..........................................................................................................................................29
Lesvoorbereiding 4..........................................................................................................................................38
lesvoorbereiding 5...........................................................................................................................................45
lesvoorbereiding 6...........................................................................................................................................56
Lesvoorbereiding 7..........................................................................................................................................63
Lesvoorbereiding 8..........................................................................................................................................69
Lesvoorbereiding 9..........................................................................................................................................79
lesvoorbereiding 10.........................................................................................................................................87
lesvoorbereiding 11.........................................................................................................................................94
Lesvoorbereiding 12......................................................................................................................................101
lesvoorbereiding 13.......................................................................................................................................108
Logboek.................................................................................................................................................................126
ALO PROPEDEUSE - Coachrapport VO stage .................................................... Semester 2 - 2017 / 2018
129
Kulturalink van het lesgeven & reflectie..............................................................................................................132
Video VO stage Lauwers College.....................................................................................................................132
Reflectie............................................................................................................................................................132
Literatuurlijst.........................................................................................................................................................134

3
BEGINSITUATIE

Doelgroep analyse
 
Motorisch
Er is weinig verschil in motoriek als er wordt vergeleken met leerlingen uit klas 2 en 3. Het
grote verschil ligt hem in de deelname aan sport. De sportdeelnemers hebben vaak een veel
betere motoriek dan de niet sporters. Dit verschil komt over het algemeen het meest zichtbaar
naar voren bij balsporten. Over het algemeen is er tussen jongens en meisjes ook een groot
verschil in lengte. Volgens Feldman (2016) zijn meisjes rond het begin van de puberteit
gemiddeld langer dan jongens. Gezien een groot gedeelte van de doelgroep binnen die leeftijd
valt is duidelijk te zien dat meisjes inderdaad eerder hun groeispurt krijgen.
 
De grove motoriek van de leerlingen ligt zoals hiervoor vermeld voor het grootste gedeelte
aan of de leerling wel of geen sport beoefend. Zichtbaar is dat leerlingen die meerdere keren
per week intensief sporten de oefeningen tijdens sport op school beter uitvoeren. Door dat
fysieke competentie als belangrijk wordt gezien in deze leeftijdsgroep doet bijna iedereen zo
goed mogelijk mee om zich te matchen aan het niveau van de klas. Belangrijk om aan te
sluiten bij de verschillende niveaus die er binnen de oefeningen zijn is het belangrijk om
differentiatie toe te passen binnen de lessen om voor ieder succesbeleving en uitdaging te
creëren. Een voorbeeld hiervan is basketbal, iedere leerling mocht zelf kiezen waar hij of zij
mee bezig wilde gaan. Hierdoor het creëren van uitdaging en succesbeleving lag voor de
leerling in eigen hand, materialen en methoden werden namelijk voldoende aangeboden.
Natuurlijk is deze werkvorm niet voor alle middelbare schoolklassen weggelegd gezien een
aantal cognitieve factoren.  

Cognitief
 Volgens de literatuur van Piaget die in het boek van Feldman (2016) wordt behandeld zitten
al de leerlingen in de doelgroep in het formeel operationeel stadium. Dit stadium wordt
gekenmerkt door de ontwikkeling van het vermogen abstract te denken.
Een ander kenmerk van dit stadium is dat de leerlingen kritischer zijn tegenover
autoriteitsfiguren zoals ouders en docenten. Dit is merkbaar doordat de leerlingen niet meer
zo makkelijk aannemen waarom er bijvoorbeeld een oefening uitgevoerd moet worden. De
leerlingen vragen waarom ze beter moeten worden in de lay-up bij basketbal. Dit gedrag kan
ook een vorm zijn van tijd rekken zodat de leerling de oefening zelf minder lang uit hoeft te
voeren.
Op cognitief gebied is er wel een duidelijker verschil te zien in de niveaus van de leerlingen.
Waar je de gymnasium- en havoklassen een korte uitleg kan geven waarna ze de oefeningen
snappen en deze de hele les wel draaiende zouden kunnen houden, moet er bij de lagere
niveaus een langere uitleg gegeven worden met meer plaatjes en tijdens de oefening meer
aanwijzingen gegeven worden wil de oefening lopen. Ook hebben de leerlingen van de hogere
niveaus over het algemeen meer inzicht in een spel dat wordt uitgelegd, dit uit zich in dat de
leerlingen uit zichzelf actief klaar gaan staan om bijvoorbeeld een bal te vangen en ook achter

4
een bal aan gaan. Bij vmbo-klassen is dit inzicht minder en dienen de leerlingen meer
gestructureerd worden aangestuurd. Het verschil tussen vmbo-klassen en Havo-Gymnasium
klassen ligt ook in de type uitdaging die de leerling zoekt. Vmbo-leerlingen willen vaak fysiek
iets meer uitgedaagd worden en Havo-Gymnasium wil vaak ook een beetje cognitief worden
uitgedaagd.
 
 
Sociaal –emotioneel
Het niveau wat de leerling doet is ook bij sociaal-emotioneel grotendeels het verschil in
betrekking tot samenwerking en hoe de leerlingen met elkaar omgaan.
Bij basketbal is duidelijk terug te zien wat hiermee bedoeld word. Gymnasium leerlingen
proberen zoveel mogelijk punten te maken door over te spelen en een ander vrij te zetten.
Waarin havoleerlingen meer laten zien dat ze zichzelf doormiddel van een dribbelactie zelf tot
een scoringspoging proberen te komen staan. Bij de lagere niveaus is er dus meer individueel
succes zichtbaar en bij de hogere niveaus zijn meer teamverband successen zichtbaar.
Volgens Piaget denken leerlingen in deze leeftijdscategorie ook egocentrisch. Een duidelijk
voorkomend ‘probleem’ bij het beoefenen van voetbal op deze leeftijd is ook vaak dat de
voetballers vaak naar elkaar over spelen om zo te winnen en dan dus ook de niet-voetballers
overslaan. Hierdoor gaat de succesbeleving van de niet-voetballers vaak ook omlaag, wat
weer leidt tot een vermindering van de actieve participatie van deze leerling. Het
inlevingsvermogen in dit gevoel van de voetballers is niet aanwezig en de leerlingen zijn dan
ook alleen gefocust op winnen. De niet-voetballers zullen daardoor relatief weinig tot niet in
scoringspositie komen en dus ook weinig tot vrijwel geen doelpunten zullen maken. De niet-
voetballers hebben al meer kansen nodig tot scoren en zullen dus nog minder kansen krijgen
en deze ook minder vaak benutten. Hierdoor krijgen de niet-voetballers ook minder kans om
zich te verbeteren in de sport. Belangrijk dus om deze situaties te vermijden of te voorkomen
door het stellen van regels.
Over het algemeen kunnen de leerlingen het goed met elkaar vinden. Er zijn altijd leerlingen
die minder goed bij elkaar passen. Door de stagebegeleiders is meegekregen dat er niet sprake
is van ruzies of extreme pesterijen. Ook heeft vrijwel elke leerling een (kleine) vriendenkring
binnen de klas opgebouwd. Gemengde vriendschappen zijn er niet echt, en is vrij bijzonder.
De sfeer binnen de groepen is dus over het algemeen ook goed. Dit ligt vooral aan het niveau
van de leerlingen.
  

HET LAUWERS COLLEGE

5
Het Lauwers College is een christelijke scholengemeenschap met 3 locaties. Zo heeft elke
locatie ook weer zijn eigen niveaus. Op de locatie in Buitenpost kun je de richtingen VMBO-
TL, havo, vwo en Gymnasium volgen. Op de locatie Grijpskerk kun je alle richtingen van
vmbo, havo en vwo volgen. In Kollum kun je alle richtingen van vmbo volgen, dit zijn vmbo-
BB, vmbo-KB en vmbo-GL.

De missie van het Lauwers College


Op het Lauwers College is elke leerling welkom die van de basisschool komt. De school helpt
de leerlingen in het uitblinken van zijn of haar kwaliteiten. De school fungeert vanuit het
geloof in god en de bijbel helpt daarbij.

Het Lauwers College wil vertrouwen uitstralen en verwacht dit ook terug. Dit doen zij door
met elkaar te blijven praten en dat de vertrouwensband van 2 kanten wordt opgebouwd.

Verder wil het Lauwers College het beste resultaat bereiken wat een leerling kan halen. Het
maakt niet uit welke richting de leerling kiest, de school helpt om de leerling zo goed
mogelijk te ontwikkelen.

Locaties
Buitenpost
De Hoefslag 40
9285 RV

Grijpskerk
Reitsema Burchtstraat 4
9843 BG

Kollum
Johannes Bogermanstraat 25
9291 HA

MATERIAALLIJST

Het Lauwers College beschikt over 2 gymzalen met ieder haar materialenhok. Elk
materialenhok bevat dezelfde materialen.

6
Zaal 1 Zaal 2
2 kasten 2 kasten
1 tafeltennistafel 1 tafeltennistafel
2 kleine doeltjes 2 kleine doeltjes
10 Turnmatjes 10 Turnmatjes
6 Baskets 6 Baskets
Ballenrek basketbal/voetbal Ballenrek basketbal/voetbal
1 Bok 1 Bok
2 Valmatten 2 Valmatten
5 Banken 5 Banken
2 Korven, 2 korfbalpalen 2 Korven, 2 korfbalpalen
12 Hoepels 12 Hoepels
Groot volleybalnet/ 3 kleine netten Groot volleybalnet/ 3 kleine netten
2 Rekstokken 2 Rekstokken
5 Ringenstellen 5 Ringenstellen
2 badmintonpalen 2 badmintonpalen
1 Smartboard 1 Smartboard
1 Telefoon opberger 1 Telefoon opberger
1 Parachute 1 Parachute
1 Brug 1 Brug
2 Lange matten 2 Lange matten

Daarbij heeft het Lauwers College Buitenpost nog 2 grote rekken voor op het buitenveld.
In deze rekken zitten onder meer:
- 4 knuppels
- 4 maskers
- 4 bodyprotectors
- 16 softbalballen
- 2 velden voor softbal
- 16 honkbalballen
- 24 softbal/honkbal handschoenen

7
LESGEEFONTWIKKELINGSPLAN (LOP)

Waar sta ik als lesgever


Voor mijn beginsituatie als lesgeven heb ik gekeken naar het beroepsprofiel van de KVLO. In
dit beroepsprofiel staan verschillende bekwaamheden. Deze bekwaamheden ben ik bij langs
gegaan om zo een beeld te schetsen over mijn beginsituatie als lesgever.

Het doel van lichamelijke opvoeding


Het KVLO beschrijft onder meer dat lichamelijke opvoeding als doel heeft om leerlingen
beter te laten bewegen vanuit pedagogisch perspectief. Ook moet de vakleerkracht bekwaam
zijn om leerlingen enthousiast te maken om later deel te nemen aan de beweeg- en
sportcultuur.

Wat beheers ik al Wat wil ik nog ontwikkelen


Goeie stem Zelfvertrouwen uitstralen bij onbekende
sport
Zelfvertrouwen binnen veilige sport (eigen Vakkennis & opdoen nieuwe methodieken
sport)
Betrouwbaarheid Duidelijk en vloeiend uitleggen

Omdat ik al een jaar op de ALO heb gezeten en dus al een aantal keer voor de klas heb
gestaan is mijn zelfvertrouwen toegenomen en heb ik hier minder moeite mee (vind het
minder spannend). Wel vind ik het nog spannend als ik voor een nieuwe onbekende groep
moet staan binnen een sport die niet in mijn comfortzone ligt. Om dit te trainen heb ik
stagelopen bij een dansschool, om dit te ontwikkelen. Mijn uitleg zou ik ook nog wel wat
duidelijker kunnen geven, straight to the point wat er moet gebeuren. Vaak heb ik het al wel
in mijn hoofd maar komt het er nog niet helemaal zo uit in woorden.

Ontwikkelingsdoelen
Doel 1:
Effectiever omgaan met evaluaties ontvangen van een coach.

Planning:
Om het doel te behalen is er door de student gekozen om na elke les een tip die ontvangen is
door de stagecoach te verbeteren in de volgende les en deze vervolgens weer te bespreken met
de stagecoach.

8
Resultaat:
Dit doel is in de stageperiode naar eigen zeggen, zeggen van de stagecoach & stagebuddy
behaald. Na elke les is er een verbeterpunt ontvangen bij de stagecoach waar deze afspraak
lag. Door deze afspraak te maken met de stagecoach ontstond er een verplichting om dit ook
daadwerkelijk te doen of in ieder geval te proberen/verbeteren. Een voorbeeld hiervan is dat
de student afsloot met iets waar hij niet tevreden over was. De leerlingen kregen hierdoor niet
de kans om zichzelf die les nog te verbeteren. De les daarop heeft de student tijdens de les
alles stil gelegd over iets waar hij niet tevreden over was. De leerlingen kregen daardoor een
kans zichzelf daarin te verbeteren. Door dit tijdens de les te doen kon de leraar na de les
evalueren hoe dit opgepikt was door de leerlingen en kon hier dan complimenten over
uitdelen of misschien af en toe nog eens aanscherpen wat er in de volgende lessen dan wel
wordt verwacht. Door dit doel te stellen kun je tips effectiever gebruiken om ze in de les
daarop wel goed te doen en hierdoor herhaling inbouwen zodat deze lesgeefkwaliteiten beter
in de student zijn systeem komen.

Doel 2:
Duidelijke instructie geven in het lesgeven. Duidelijker vertellen wat er moet
gebeuren en wat er van de leerling wordt verwacht.

Planning:
Vooraf bedenken wat er precies verteld moet worden en eventueel handvaten opschrijven op
het bord.

Resultaat:
Volgens stagecoach is deze doelstelling behaald maar was deze niet nodig geweest. Mijn
uitleg ging namelijk volgens de stagecoach ontzettend goed. Echter waren er wel een aantal
verbeterpunten. Met name het aan de gang krijgen van sommige ‘moeilijke’ leerlingen. Door
deze leerling een taak te geven zou dit moeten worden verbeterd. Hier is de student mee bezig
geweest. Echter ging dit met ups en downs. Vooral binnen in de gymzaal ging dit erg goed.
Maar zodra er buiten softbal moest worden gespeeld zakte dit een klein beetje in door de soms
grote afstand die tussen de leraar en de leerling was. Door op 2 velden softbal te spelen was
het niet altijd haalbaar om constant contact te houden met de leerling die niet uit zichzelf het
materiaal ging klaar leggen. Vaak was hier namelijk nog een extra aanwijzing voor nodig. Dit
leverde in sommige situaties een vertraging in het klaarzetten op. Dit gaat dan helaas van de
bewegingstijd van de leerling af. Hier lag dus wel een aandachtspuntje voor de student.
Naarmate de student steeds vaker buiten les had gegeven ging het steeds beter en was er een
stijgende lijn zichtbaar in de uitleg van de student en het gedrag van deze leerlingen.
Uiteindelijk leidde het zelfs tot eigen initiatief nemen van 1 van de leerlingen bij binnenkomst
van de les. De uitspraak van deze leerling; ‘meneer zal ik het veld alvast klaarleggen dan kan

9
ik weer een homerun slaan!’. Dit was een erg mooi voorbeeld van deze stijgende lijn. En dus
kan worden gesteld dat het doel van het aan de gang krijgen is behaald, echter wel op een
andere manier dan verwacht maar wel met dezelfde uitkomst.

STAGE INHOUD

Voor de start van het geven van lessen is door de stagecoach gevraagd even een klein stukje
over onszelf uit te lichten zodat alle collega’s helder hadden wat wij kwamen doen op het
Lauwers College. Wij (stagebuddy Danny Drent en Oene Douwe) moesten een stukje
schrijven voor de schoolkrant die hieronder zichtbaar is.

WIE BEN IK?

Mijn naam is Oene Douwe, ik ben 20 jaar en ik ben 1e jaar ALO Student. Het komende half
jaar gaan Danny en ik stagelopen hier op het Lauwers College in Buitenpost. Wij gaan
stagelopen bij de lessen van Anne-Gosse Damstra & Rynette Leenstra. Dit zal zijn op de
woensdagen de rest van dit schooljaar. Ik heb hier zelf ook op school gezeten van 2010 tot
2016. Ik heb eerst mijn vmbo-diploma hier gehaald en vervolgens nog mijn Havodiploma hier
gehaald.

In mijn vrije tijd ben ik bezig met voetballen op een recreatief niveau.

Ik vind het erg leuk om weer terug te komen op het Lauwers College, en heb erg veel zin in
de stage. Ik denk hier dan ook veel te kunnen leren!

DOELGROEP ANALYSE PER KLAS

Klas 2

10
Deze klas is een HAVO/vwo-klas met 25 leerlingen. Hiervan zijn 11 jongens en 14 meisjes.
Deze les is een blokuur van 90 minuten

Algemeen

Deze klas is een wat drukkere klas. Er zijn wel wat groepjes met meisjes. De jongens kunnen
over het algemeen allemaal met elkaar overweg. In deze groep wordt er juist veel op elkaar
gereageerd.

Motorisch

Het niveauverschil op motorisch vlak is hier veel groter. Er is een duidelijke groep die beter
kan bewegen en meer controle heeft over zijn of haar lichaam. Bij de jongens is er een groep
van 4 leerlingen die duidelijk gevoel voor sport hebben. Dan heb je nog een groep van 3 die
een beetje in het midden zitten en nog zoekende zijn. De laatste groep van 4 is een groep die
een beetje slungelig is en niet veel gevoel hebben voor sport. Bij de meisjes is dit anders. Van
de 14 meisjes zijn er denk ik maar 3 meisjes die buiten de groep vallen en minder kunnen
bewegen dan de rest. In dit geval met een bal overgooien en vangen vallen deze 3 op. Zij
gooien nog op een hele kinderlijke manier en vangen met de ogen dicht.

Sociaal

In deze groep heerst er wel een bepaald rangorde. Onder de jongens valt dit mee, maar onder
de meisjes zie je een populaire groep, een minder populaire groep en een groep die alleen
maar met elkaar zijn. Er is dan ook weinig contact tussen de groepjes. Ook wordt er vaak op
elkaar gereageerd als iemand iets niet kan. Dit is jammer en haalt de sfeer af en toe flink
onderuit.

Wat wel opvalt is dat alle leerlingen de docent respecteren en goed luisteren. De docent
probeert in dit geval ook de sfeer positief te bepalen. Echter lukt dit niet echt

Cognitief

Qua cognitief aspect is de klas wel aardig bij. Een aanwijzing wordt opgenomen en kunnen zij
ook wel toepassen. In dit geval met acro is te zien dat de aanwijzingen direct worden
toegepast. Verder zie je wel dat er veel nagedacht wordt over een bepaalde oefening om het
nog beter te maken.

Individuele leerlingen:

11
Lisa doet niet mee in deze les, omdat zij een rugblessure heeft. Dit zal vaker voor komen.

Vigau is de grappenmaker van de klas en kan de sfeer bepalen. In één les is hij van heel
vrolijk naar heel chagrijnig gegaan en dat heeft invloed op de groep.

Klas 3

Deze klas is een vwo-klas met 22 leerlingen. Waarvan 9 meisjes en 13 jongens. Deze les is
een blokuur van 90 minuten.

Algemeen

Deze klas is een prettige klas. De sfeer is goed en je ziet niemand op elkaar reageren. Er zijn
wel bepaalde groepjes, maar dat heb je altijd wel een beetje. Wat mooi is om te zien is dat
iedereen elkaar een beetje aan het helpen is. Deze hulp wordt ook gewaardeerd en niet als
aanval gezien

Motorisch

Over het algemeen ligt het niveau vrij hoog. Toch zijn er een paar bij waarbij je ziet dat zij
niet sport ‘minded’ zijn. Tussen de jongens is wel wat verschil. De jongens die een sportieve
bouw hebben kunnen in deze klas ook goed sporten. De jongens met een wat minder sportieve
bouw hebben dit veel minder. Tussen de meisjes is er weinig verschil qua motoriek. Er
springen 2 à 3 meisjes uit die net iets meer kunnen dan de rest, maar hele grote verschillen zie
je niet echt.

Sociaal

Zoals in het algemeen al een beetje beschreven staat is er weinig spanning tussen de
leerlingen en kunnen de leerlingen goed met elkaar opschieten. Er wordt weinig op elkaar
gereageerd en gefit. Het is mooi om te zien dat de sportieve leerlingen ook de minder
sportieve leerlingen motiveren om het beter te doen. De band tussen de docent en de
leerlingen is ook goed en er worden grapjes gemaakt. Er heerst een ontspannen sfeer tussen de
leerlingen en de docent. De docent hoeft ook weinig moeite te doen om de aandacht van de
klas te trekken.

12
Cognitief

Je ziet dat het cognitieve aspect van de leerlingen vrij hoog ligt. De docent hoeft het vrijwel
maar één keer uit te leggen en de leerlingen gaan aan de slag. Op een enkeling na snappen zij
het dan ook nog eens gelijk. De leerlingen pakken aanwijzingen ook snel op en weten het dan
ook toe te passen.

Individuele leerlingen:

Jasper is meer gezet dan de rest van de klas. Echt dik is hij niet en het vormt ook geen
problemen.

Fabian is de meest drukke uit de klas en heeft zijn mondje wel vooraan staan. Echter is dit niet
irritant en vormt het niet een stoorzender voor de rest van de groep.

Jelle heeft een hartafwijking, hierdoor kan hij af en toe even uit de groep stappen en zijn rust
nemen.

13
LESVOORBEREIDINGEN

LESVOORBEREIDING 1

School: Lauwers college Buitenpost

Klas: 2G

Aantal leerlingen: 20

Les BO/VO

Datum: 7-03-2018

Tijd:90min

Naam lesgever: Oene Douwe & Danny

Naam en paraaf coach: Rynette Leenstra

Welk materiaal ga ik gebruiken:

-matjes

-Volleybalpalen incl. net.

-volleyballen

14
Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Wij willen de leerlingen verder laten komen met het acro dansje en de techniek verbeteren van volleybal. Wij willen dat alle groepjes op de helft zijn van het geheel maken
van de acro dansjes. Met volleybal willen we dat iedereen een bal zowel onderhands als bovenhands kan spelen.

Persoonlijk (leer)doel:

Danny: duidelijke uitleg, maar niet te veel mijn stem gebruiken. Spelen met mijn stem

Oene: Aangeven van mijn grenzen als lesgever, duidelijke maar korte/simpele instructies.

Tijd:

Activiteiten leerkracht en leerlingen:

Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

Organisatie (tekening en accenten):

15
16
VOLLEYBAL:

overgang van acro naar volleybal:

Hallo, we gaan nu bezig met volleyball. We gaan vandaag bezig met het vervolg op de service, het passen en de set-up. Ook gaan we aan het eind van de les nog 4 tegen 4
spelen. We gaan nu eerst het speelveld klaar maken. (leeraar wijst 4-tal leerlingen aan die als ‘chef’ worden benoemd om vervolgens te regelen dat de organisatie van het
speelveld snel en goed verloopt.) Als dat klaar is gaan jullie weer zitten op de bank.

Inspelen:

Ik heb gezien dat het klaarzetten goed/slecht snel/langzaam ging. (aanvulling voor volgende keer hoe en wat.)

We gaan nu bezig met inspelen, jullie mogen nu een twee-tal maken een bal pakken en onderhands/bovenhands gaan inspelen over het net.

17
Serve, pass & set-up oefening:

We gaan nu bezig met een nieuwe oefening die we net zo lang gaan aanpassen tot deze op jullie niveau gespeeld kan worden. In deze oefening komen serveren, passen & set-
up samen in één oefening.

Aan de hand van een Organisatie tekening ga ik jullie uitleggen hoe dit precies in zijn werk gaat, kijk maar mee op het bord waar ik de Organisatie-tekening heb gemaakt met
de bijbehoorende pass en loop lijnen. Je loopt altijd achter je bal aan.

18
19
4tegen4 spelen:

Ik heb gezien dat jullie bij de serve,pass, set-up … zien doen ik vond dit…

We gaan nu 4 tegen 4 spelen. Ik ga zometeen de teams maken. Het accent van het 4 tegen 4 spelen bij deze les ligt op de tactiek en het doordraaien tijdens het spelen. Jullie
mogen nu eventjes nadenken over wanneer er doorgedraaid gaat worden tijdens het spelen ik ga zometeen iemand van jullie vragen wat het antwoord is dus je hoeft geen
vingers op te steken.

Het juiste antwoord is: bij het opnieuw verkrijgen van de service (of na 3 keer een servicepunt te hebben gemaakt)

In de eerste ronde gaan jullie zelf nadenken over wat voor jullie als team de beste tactiek is die jullie gaan toepassen. In de 2e en 3e ronde ga ik jullie hier aanvullingen op
geven vanuit mijn eigen ervaring.

20
Jullie krijgen nu van mij een nummer van 1 t/m 4 (afhankelijk van het Aantal aanwezige lln.)

Als je een nummer hebt gerkregen ga je in het bijbehorende veld klaar staan en wacht je tot ik je een bal geef om vervolgens te kunnen starten.

De les zit er alweer bijna op, ik wil graag dat alles zo snel mogelijk opgeruimd gaat worden en terug word geplaatst naar waar het vandaag komt. Als dat is gebeurt ga je zitten
op de bank en dan gaan we de les afsluiten.

Bij de introductie komen de lln. Bij het bord, dit is elke les het startpunt van de les. De leerlingen leerlingen gaan zitten zodat iedereen het bord kan zien.

21
Leerkracht kijkt of leerlingen allemaal een twee-tal hebben en maakt eventueel één 3-tal. Ook wordt er opgelet of iedereen een bruikbare volleyball heeft (juiste lucht-inhoud
etc.)

22
Service:

Onderhandse techniek:

Gestrekte armen voor je houden(schouders naar je oren duwen en polsen voor overklappen). Gebogen benen en op moment van spelen strek je deze uit. Pass je naar rechts
dan staat je rechter been voor, pass je naar links dan staat je linker been voor. Niet zwaaien met je armen, vanuit je benen en klein beetje je armen gebruiken.

Set-up techniek:

Een kommetje maken van je handen, je speelt de bal boven je voorhoofd met je vingers (bovenste vingerkootjes). Gebogen knieën en armen, op moment van raken strek je
benen en armen uit.

23
Moeilijker/makkelijker:

-bal eerst vangen alvorens doorspelen.

-De bal over het net gooien ipv serveren.

-De bal bovenhands opslaan:

24
25
Alle nummers 1 spelen in de eerste wedstrijd tegen de nummers 2, en 3 tegen 4. De 2e ronde draait ieder team en plaats met de klok mee. De laatste ronde wisselen de teams
die aan de kant van de losse want met elkaar om. (ronde 1: 1vs2, 3vs4. Ronde 2: 1vs4, 2vs3. Ronde 3: 2vs4, 1vs3)

26
27
Evaluatie coach:

Spelen vanuit het midden is goed.

PPD = goed.

Aandachtspunten volgende les:

- Inspelen nooit over het net heen.

- Gooien en eerst vangen.

- Fluit gebruiken in plaats van roepen.

28
Evaluatie lesgever:

Voelde erg fijn om vooraf de les even gebruik te maken van het whiteboard om hier alvast het doordraaisysteem te noteren.

Hierdoor ook duidelijker voor de leerlingen.

Over het net inspelen was niet een goed idee. Veel ballen gingen in het net en hierdoor weinig balcontact voor de leerlingen.

Leerlingen doen niet moeilijk dat ik als stageloper de lessen kom overnemen van Mvr. Leenstra. Leerlingen zijn nieuwschierig naar mijn grenzen.

Aandachtspunten volgende les:

Volgende keer niet inspelen over het net. Overspelen vanuit de lengte van de zaal zodat het volleybalnet alvast opgehangen kan worden.

Fluitje meenenemen en gebruiken om luidruchtige spelsituaties te kunnen stil leggen. Ruimte in de zaal is vrij groot en platfond is erg hoog hierdoor weinig stemoverheersing
en moet ik veel schreeuwen, kost veel energie om over de situatie heen te moeten brullen.

29
LESVOORBEREIDING 2

School: Lauwers College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: 2G Datum: 14-3-2018 Naam en paraaf coach: Rynette Leenstra

Aantal leerlingen: 20 Tijd: 50 Min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Verbeteren van het spel, er moeten meer ballen raak


geslagen worden en het spel moet beter op gang
-Volleyballen komen.

-palen

-net

30
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

2 Min Opening:

Uitleg wat gaan we doen & becijfering. Wil mvr. Leenstra nog iets kwijt over hoe er zal worden
becijferd?

Veld klaar zetten:

3 min

Zelf laten regelen krijgen hier 3 min de


tijd voor.

Inspelen:

- 2tallen
5 min - Niet over het net
- Bovenhands afwisselen met onderhands
- Genoeg ruimte tussen elkaar zodat je elkaar niet in
de weg staat.

- teams van 4/5 (speel met 4 in het team)

31
- extra speler is doordraaien.
- Nieuwe speler komt het veld in bij de opslag.
- Na 6 minuten wisselen van tegenstander
Partij (4tegen4) becijfering:

12-15:

- UItleg van Leenstra aan lln. over hoe de cijfers


zijn beoordeeld/hoe de lln. de cijfers kunnen zien.
- Opruimen met zijn allen
- Aanwijzen wie doet wat.
- Als je klaar bent ga je zitten op de bank en dan
gaat meneer Danny verder met Acro.

Afsluiting/opruiming:

32
33
Evaluatie coach:

Goed gecorrigeerd.

Iets sneller bezig gaan.

Aandachtspunten volgende les:

34
Evaluatie lesgever:

Opstarten van de les duurde iets te lang. Dit komt doordat een aantal leerlingen wat traag is met omkleden. Volgende keer niet wachten om de laatste 3 leerlingen. Mevr.
Leenstra heeft hen hierover gesproken. 4 tegen 4 spel ging al veel beter door de didactisch gegeven aanwijzingen. Valt nog meer winst uit te halen om hier nog meer de focus
op te leggen.

Aandachtspunten volgende les:

Dit was de laatste les volleybal. Een vervolgstap had kunnen zijn om nog iets meer didactische aanwijzingen te geven. Leerlingen bewust deze aanwijzingen om te pakken en
te laten zien in het spel. (3x overspelen en afronden met een smash is bijvoorbeeld in plaats van 1 punt 50 punten waard.)

35
LESVOORBEREIDING 3

School: Lauwers College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: 2G Datum: 4- 4-2018 Naam en paraaf coach: Rynette Leenstra

Aantal leerlingen: 20 Tijd: 50 Min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

70 % van de leerlingen weet hoe hij/zij een bal moet


passen en kan een andere leerling voordoen/helpen hoe
Motorisch: -banken dit moet.

Een bal gericht overpassen is voor de meeste leerlingen -pylonnen


nog lastig.
-voetballen

-Doelen

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):


aandachtspunten of accenten:

36
5 Min Lesoverloop ->

2 Min Opening

We gaan vandaag weer verder met het Opening bij het bord (tenzij als tweede
voetbal. lesgeven en de leerlingen zitten ergens
anders).

Inspelen:

Overpassen in 4 groepen.

5-7 Min

Aannemen->Passen ->bal achterna lopen en


achteraan sluiten.

- Standbeen (het been waarmee je de


bal NIET schiet) zet je altijd naast
de bal. De punt van de schoen wijst
de kant op waar je de bal heen wilt
spelen.
- Trapbeen (het been waarmee je de
bal speelt.): Je speelt de bal met de
binnenkant van de voet tussen de
enkel en de tenen.
- Lichaam achter de bal.
- Hang je achterover: dan gaat de bal

37
omhoog.
- Hang je voorover: dan blijft de bal
op de grond.

2 situaties

-Dribbelen aandachtspunten: 

1. Zorg dat je standbeen schuin achter de bal


staat. 

2. Tenen wijzen naar de grond. 

3. Knie boven de bal. 

4. Lichaam iets gebogen. 

5. Elke pas de bal raken.

Let bij het schieten op de volgende


15-20 Min Dribbelen & Scoren: aandachtspunten: 1. Schieten doe je met je
hele lichaam (dus ook je armen). 

2. Zet je standbeen iets verder van de bal af


2 situaties
dan gebruikelijk bij een pass. 

3. Laatste 2 passen van je aanloop groot


maken zodat je genoeg ruimte creëert voor

38
het schot

Extra inbreng:

Estafette vorm, situatie vs. situatie.

Moeilijker maken:

Goal naar rechts of naar links verplaatsen


(scoren vanuit een andere hoek).

Niveau verschil:

Voetballers scoren vanuit een andere hoek,


niet-voetballers doen dit niet. (dus per situatie
een extra doel plaatsen. )

39
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

TIjd EINDSPEL:
volmaken

Bankenvoetbal: Banken worden gekanteld:

40
-achter elke bank staat een team

- alle leerlingen krijgen binnen het team een nummer (1 t/m


4)

- De leerkracht noemt een nummer en gooit de voetbal in de


zaal.

-De kinderen waarvan het nummer wordt genoemd gaan de


zaal in en spelen voetbal tegen elkaar.

-Als de bal tegen een bank wordt geschoten is er een punt


gemaakt en gaan de 4 kinderen weer achter de bank staan.

-De leerkracht noemt een ander nummer en het spel begint


opnieuw.

Variaties/tips/opmerkingen

 Noem 2 nummers tegelijk.


 Noem niet een nummer maar een som waarvan de
oplossing een nummer is.
 Zet 1 of twee kasten in de zaal als hindernis.
 Als de bal tegen een bank wordt geschoten gaat de
speler van die bank achter de bank staan. Wie blijft
er als laatste over?

- Bal naar de leraar


- Elk team ruimt zijn/haar bank op.

41
2 Min

Opruimen

Evaluatie coach:

Oene Douwe Koopmans, woensdag 4 april 2018

Door: Rynette Leenstra

Klas 2G: voetbal les 1

Voetbal:

Ik ga ervan uit dat je nu tijdig de lesvoorbereidingen gaat aanleveren. Was dus een misverstand.

DELEGEREN!

* Dus de leerlingen de ballen in de kast laten leggen.

42
* Leerlingen de overige bank(en) in de berging laten zetten

Oefen- en spelvormen zijn leuk, uitdagend en worden goed uitgevoerd.

T.o.v. vorige week ben je veel meer betrokken bij het lesproces!

Bankenvoetbal:

* Ik zou er voor kiezen dat er gescoord kan worden vanaf de helft waar het doel zich bevindt.

* Het aantal spelers moet niet te groot zijn. Eem maximum van 8-10 voor een zaal als deze.

* Waarom gebruik je geen linten? Je hebt sowieso twee kleuren linten. (rood en geel) Er zijn dan maximaal twee groepen wit. Je zou dan ook nog gebruik kunnen maken van
overeenkomstige kledingkleuren van leerlingen.

* Zo nu en dan moet je even langer wachten tot een ieder stil is. Je begint nu een aantal keren te praten terwijl er nog gesmoesd wordt.

Let op de 6 W’s. Doe ook de controle in de berging of alles weer op zijn plaats ligt en netjes.

Aandachtspunten volgende les:

Evaluatie lesgever:

Les voelde erg moeizaam en stroef. Ondanks dat dit mijn eigen sport is verliep het niet hoe ik normal gesproken een voetbaltraining zou geven.

Ligt waarschijnlijk ook aan het niveauverschil van de wel en niet voetballers.

Ook meer letten op het opruimen van de materialen. Mevr. Leenstra laat merken dat ze het klaarzetten en opruimen erg belangrijk vind en tijdens de les de leerlingen iets meer
hun gang laat gaan. Maar klaarzetten en opruimen wil ze graag delegerend.

43
Aandachtspunten volgende les:

Volgende les op papier zetten hoe er moet worden klaargezet en 6 w’s weer toepassen voor het opruimen van de materialen. Zelf bij de berging gaan staan om oog te houden
op wat er in de zaal gebeurt maar ook wat er in de berging gebeurt. Zo blijft de berging netter en wordt er waarschijnlijk sneller opgeruimd.

LESVOORBEREIDING 4

School: Lauwers college Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: 2G Datum: 11-4-2018 Naam en paraaf coach: Rynette Leenstra

Aantal leerlingen: 20 Tijd: 50 min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

44
Voetballen

Motorisch: Pylonnen Verbeteren van de balcontrole door het oefenen van


verschillende soorten spel echte situaties. 85% van de
De leerlingen hebben matige tot redelijke controle Tsjoek deelnemers heeft hierin progressie geboekt.
over de bal. Passen gaat redelijk bij het geven van
directe aanwijzingen (standbeen naast de bal met de Banken
tenen wijzend naar het geen waar de bal naartoe
Doelen
gespeeld moet worden).

Persoonlijk (leer)doel:

Zoveel mogelijk namen leren kennen, dit ging voorheen


nog niet heel erg goed en te weinig op gefocust.

Tijd Activiteiten leerkracht Didactische aanwijzingen, aandachtspunten Organisatie (tekening en accenten):


: en leerlingen: of accenten:

45
5 Kom allemaal bij het
min bord zitten.
- Lln. Zitten met gezicht naar het bord.
Ik maak straks 4 groepen
en dan gaan we bezig
met een paar pass en kop
oefeningen, hierna gaan
we over op
partijvormen.

 Ronde 1 t/m 4: Mid hoge bal,


Reageren op binnenkant voet terugspelen in de
15- handen van de aangooier.
20 aangegooide ballen met
 Ronde 4 t/m 8: bal terug koppen met
min een specifieke het hoofd in de handen van de
opdracht: aangooier.
 Ronde 8 t/m 12: aannemen op het
1 van de lln. Krijgt de bovenbeen, laten vallen op de grond,
bal. Deze leerling is de binnen kant voet terugspelen.
aangooier. De overige - Afstand tussen de aangooier en speler
leerlingen in de groep is 4 meter.
zijn de actieve spelers in
de oefenening. De
rolverdeling verandert
na elke 2 minuten en
start een nieuwe ronde.

46
- Lesgever gooit de bal in de tsjoek.
(eventueel geblesseerden).
10 - Team met de meeste punten als
Min iedereen is geweest wint.
- Aannemen mag overal mee behalve
handen en armen.(Hands)
Reageren op - Er wordt een punt toegekend wanneer
onvoorspelbare ballen er als eerste is gescoord.
vanuit een tsjoek:

Er zal een bal worden


gegooid in de tsjoek
deze moet worden
aangenomen en met als
vervolg een afwerking
op een klein doeltje.

Na een aantal rondes


oefenen en wennen wat
er gebeurt bij het kaatsen
van een bal in de tsjoek
komt er een
wedstrijdvorm bij,
tegelijker tijd wordt er
een bal gegooid in beide
tsjoeks, de gene die het

47
eerste scoort krijgt een
punt. Er wordt gespeeld
met 2 teams. Na elke
ronde komt de bal terug
en wordt er opnieuw
begonnen met een bal in
de tsjoek, die vervolgens
moet worden gescoord
in het doel.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):


aandachtspunten of
accenten:

Afsluiten Partij 2 tegen 2 (2 velden king of the


court) :

48
Partij 2 tegen 2, winnende team blijft - Niet spelende
staan (3x winnen is ook het uit het veld, leerlingen zitten op
bij 3x winst gaan beide teams eruit ook de bank in het
midden van de
het verliezende team.)
zaal, geblesseerde
leerlingen
fungeren als
scheidsrechter.
- Geen lichamelijk
contact (duwen en
schouderduw mag
niet)
- Niet met de
handen
- Muur is niet uit
- Eerste bal in het
midden van het
veld starten vanaf
eigen doel
(sprintduel om
balbezit).

49
Evaluatie coach:

Door: Rynette Leenstra

Klas 2G: voetbal les 1

Voetbal:

Als dingen (privé) niet goed lopen dan graag ons (Danny, DA en LS) er meer in betrekken.

Je hebt het absoluut in je om een goed L.O.-docent en docent te worden maar daar moet wel iets voor gebeuren. Zet ém op, jochie! :D

Persoonlijk doel: meer delegeren. Jij mag van mij niet meer met materiaal gaan slepen om klaar te zetten. Vanaf nu laat je dat volledig door leerlingen doen.

50
Op deze manier verlies je namelijk het contact met de klas en het leerproces.

Er worden nu ballen teruggeschopt naar onze kant (waar wij zitten) terwijl dit niet de bedoeling is en ook niet veilig is.

Oefen- en spelvormen zijn leuk, uitdagend en worden goed uitgevoerd.

Let op: materiaal (ballen) dat niet meer gebruikt wordt: direct laten opruimen.

Eerst opruimen, leerlingen aan de kant, checken of alles goed is opgeruimd, afsluiten en gezamenlijk laten vertrekken.

Evaluatie lesgever:

Opruimen ging beter dan vorige les. Klaarzetten ging goed omdat ik dit zelf heb gedaan. Dit mag vanaf nu niet meer met oog op de toekomst (rugklachten etc. voorkomen).
Spel/belevingsniveau gaan per les steeds meer omhoog. Dit komt door meer spelvormen te geven. Wedstrijdvormen reageren de leerlingen positief op. Leerlingen zijn opzoek
naar uitdagingen. Een aantal leerlingen heeft nog erg veel moeite met balcontrole. Wordt veel omgelachen met elkaar maar niemand lacht elkaar uit. Sfeer in de groep is erg
fijn. Organisatie ging niet zo goed als vorige les. Mevrouw Leenstra geeft weer aan dat zij dit ontzettend belangrijk vind. Zelf ben ik hier nog wat chaotisch in.

Aandachtspunten volgende les:

Volgende les meer op de materialen letten. Ballen die niet gebruikt worden gelijk aan de kant leggen zodat ze niet in de weg liggen.

51
LESVOORBEREIDING 5

School: Lauwers College Les VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: H4A Datum:7-3-2018 Naam en paraaf coach: Anne-Gosse Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 Min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

De leerlingen zijn zelf al een Aantal keren bezig -basketballen Een les waarin 70% van de klas een stap maakt in de
geweest met het verbeteren van hun eigen beheersing van het spel basketball. Door motiverend te
vaardigheden en de zaken waar zij nog iets kunnen -baskets coachen en aan te sporen tot het gebruiken van de
verbeteren. Hiertoe zijn ze cognitief zelf ook in staat aangereikte literatuur.
-literatuur uit boeken, tablet en kijkwijzers die door de
om te bedenken dat wanneer zij hun best doen met
stageplaats worden aangereikt.
oefenen dit resultaat heeft op hun basketball
kwaliteiten

52
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):
aandachtspunten of accenten:

5-7 Min: Opening:

Leerlingen komen de les binnen en


pakken zelf allemaal een basketball en
beginnen alvast wat bezig te gaan met het
balgevoel. Als alle leerlingen aanwezig
zijn in de gymzaal gaat de les van start.

‘vandaag gaan we weer verder met


basketball ik begin straks met een
klasikale warming-up, en daarna gaan
jullie zelf weer bezig met de vaardigheid
waarin je nog wilt verbeteren. We zullen
de les weer afsluiten met het partijspel 3 Leerlingen zitten met de neus
tegen 3 waarin de Winnaar in het veld richting het bord.
blijft staan. Ik wil graag dat jullie nu drie
rijen gaan maken achter de dopjes die ik
heb klaar gezet.

Warming-up:

Er worden 3 rijen gemaakt en de


oefenening word uitgevoerd vanuit de
Organisatie tekening die ik heb gemaakt
op het bord en het Plaatje wat ik nu ga
laten zien. De volgende 3 mogen starten

53
wanneer het eerste groepje over de helft
van het speelveld is (midden van de zaal).

5 Min

Passen mag doormiddel van


een chest pass of een bounce
pass:

Chest pass:
Wordt vaak gebruikt om kleine
afstanden mee te gooien. Hoe
gebruik je een chestpass:
1 Plaats je handen aan de
zijkant van de bal, je vingers
wijzen hierbij omhoog. Je

54
draagt 
de bal op borst hoogte.
2 Stap in de richting waarin je
wilt spelen, laat je achterste
voet staan.
3 Duw dan de bal van je weg en
klap je polsen na in de richting
van je medespeler
4 De bal moet uit je handen zijn
voordat de achterste voet van
de grond komt (anders is het
lopen).
Bounce-pass:
Deze techniek kun je gebruiken
wanneer er een tegenspeler
tussen staat, om hem om te
spelen. Hoe gebruik je een
Bounce-pass:
1 Volg de stappen 1 en 2 van de
chest-pass
2 Duw de bal weg en klap je
polsen op het laatste moment
naar beneden om. De bal gaat
naar de grond.

55
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):
aandachtspunten of accenten:

20 Min Verbeteren van eigen vaardigheden: De geblesseerde leerlingen krijgen


de taak om met de literatuur bij
Jullie krijgen nu 20 minuten de tijd om een onderdeel te gaan staan om
jullie eigen vaardigheden te gaan vanuit de literatuur feedback te
verbetern. Zoek weer een onderdeel uit geven aan de deelnemers. Het
waar jij denkt de meeste winst te kunnen accent van deze 20 minuten ligt op
boeken en die voor jou het belangrijkste het verbeteren van de eigen
zijn om een betere partij te kunnen spelen. vaardigheid en hier zelf een eigen
De spullen liggen klaar om gebruikt en invulling aan te geven.
bekeken te worden. Ik verwacht dat jullie
hier naar gaan kijken en het gaan
gebruiken. Jullie mogen nu een bal
pakken en gaan starten bij jullie Kijkwijzer lay-up Zie bijlage 1
oefenening ik zal rondlopen om hier en
daar wat extra tips te geven.
Aanvullingen set-shot zie bijlage
2:
Partijvorm 3v3:

Er word net als vorige week gespeeld op 2


velden 3 tegen 3. De regels blijven
hetzelfde als vorige les. Ook de wijze van
doordraaien blijft gelijk. Het team wat
nieuw in het veld komt krijgt balbezit.
Scoren is gelijk winnen en de verliezer
sluit achteraan in de rij op de bank.

56
10-15 MIN

Geblesseerden krijgen de taak om


als scheidsrechter te fungeren.

Evaluatie coach:

57
Leuk en duidelijke begin van de les…. Vervolgens veranderd je rol doordat je meer begeleider bent dan docent… Leerlingen moeten zelf iniatief nemen voor het aanleren /
verbeteren van zelf gekozen vaardigheid…

Tussendoor veel individuele aandacht! Mooi! Je geeft aanwijzingen en loopt bij de verschillende groepjes langs… De kunst is data ls je bij een groepje wegloopt dat ze nog
wel doorgaan met de manier van oefenen..

Tip: banken alvast op de middellijn: meer ruimte onder de baskets (vooral voor het uitvoeren van lay-up)..

Tip: geef tussendoor aan hoelang het zelf lerende gedeelte nog duurt… of gebruik de klok op het scherm… Boeken / I-pads / scherm (nog steeds) weinig gebruik van
gemaakt… hoe dit te bevorderen?

Peter maakt gebruik van I-pad: Gezien? Dit uit vergroten? Aandacht geven aan dat wat goed gaat, wat de bedoeling is!!

Mooi het voorbeeld bij het bord met de ‘lay-up-leerlingen’! Mooi….

Tip: les op de spanningsboog…. Wordt het minder, aanpassen of door naar vervolg….

Klaarzetten: kan ook door leerlingen…. Teken het evt. op het bord…

Mooi en duidelijk uitleg tussendoor, je hebt geod de aandacht.. ook wel weer spannend!

Probeer ook tijdens de partijtjes nog van waarde te zijn door aandacht te hebben voor de leerlingen… nu wat meer op de achtergrond. Later meer!

Je invloed als docent is groot… groter dan je wellicht denkt…

58
Mooie oplossing tijdens het einde!

Algemeen: goede 1e les… hebt contact met de groep. Lerende gedeelte kan iets korter, hierdoor meer tijd over voor het toepassingsgedeelte…

Tot slot… de banken 

59
Evaluatie van Danny voor Oene Douwe

Openen kon iets efficiënter qua uitleg. Probeer het kort te houden.
Zelf regels bepalen is mooi. Zij gaan er dan meer over nadenken.
Verdedigen wat meer naar voren laten komen.

Zie je ook dat hij op de kast zit? Bernt, laat je dat toe of niet?

Wat doe je met de meiden die als eerst langs te kant zitten. Grote groep ‘mannen’. Jij bent daar de
wel van invloed.

Hessel is bezig met een bal, meerdere ballen bezig terwijl ze moeten overleggen.
Je zegt wat van de bal en corrigeert. Probeer dit eerder op te merken.

Meer dwingend zijn met wat je wilt. Heeft het tussendoor effect.

Mooi dat je het stil zet en inhaakt op wat er gebeurd (bernt vrij spelen)

Persoonlijk op het eind, wat vond je mooi en complimenten.

Evaluatie lesgever:

Opening duurde iets te lang. Erg wennen aan deze manier van lesgeven. Leerlingen moesten namelijk zelf bijna alles organiseren en eigen keus voor de leerlingen om zich te
vergeteren met aangereikte literatuur. Minder aanwezig dus als lesgever en meer als coach, dit is wel even wennen omdat leerlingen zoveel verantwoordelijkheid krijgen. Wel
ontzettend leerzaam om in deze setting lesgever/coach te zijn. Leerlingen luisteren naar mijn aanwijzingen. Een aantal leerlingen uit deze klas zijn bekenden uit eigen dorp
(voetbaltraining gegeven).

60
Aandachtspunten volgende les:

Opletten om de bekende leerlingen niet constant aan te spreken maar het contact met de leerlingen die nog niet bekend zijn ook genoeg aan te spreken. Meer in oog houden
dat ik hier moet fungeren als coach en minder als lesgever. Volgende les de organisatie nog iets optimaler maken. + volgende les eigen bijlage’s uitprinten zodat meer
leerlingen ze tegelijkerteid kunnen bekijken.

61
BIJLAGE 1:

Links is onjuist!!! Rechts is juist!!!

Bijlage 2:

 Voeten op schouder breedte waarbij de neus van de schoen richting de basket wijst. (dominante voet lichtelijk naarvoren (hooguit 5 cm)
 Zakken door de knieën.

62
 Bal naar de heup brengen. (richting de zelfde kant als de voorkeurshand. (rechter hand onder de bal, dan bal naar de rechter heup. En visa versa.
 voorkeurshand onder de bal (5 vingers onder de bal, waarbij de pols richting de basket wijst).
 andere hand aan de zijkant van de bal. (Deze hand zal worden gebruikt om de bal de in de juiste richting te kunnen sturen.
 Elleboog hoog (arm maakt een hoek van 90 graden)
Tijdens het omhoog komen word er geschoten. Zorg ervoor dat de bal goed(veel ‘spin’) gaat roteren. Dit lukt door een polsklap beweging te maken, ook wel sterfende zwaam
genoemd.

Extra tips bij bellemering:

- Probeer te richten in het midden van het vierkantje welke op het bord staat.
- Probeer ‘ringless’ (zonder het aanraken van de ring te scoren.
- Probeer een ruimere boog in het schot te creëren waardoor de kans dat de bal in de basket terecht zal komen word vergroot.
- Probeer nog meer spin in de bal te krijgen door extra op te letten of de sterfende zwaan goed word uitgevoerd ( juiste plaatsing van handen, elleboog wijst richting de
basket in een 90 graden hoek, bal licht niet op de handpalm maar meer op de vingers.
- Bal word nagewezen.

63
LESVOORBEREIDING 6

School: Lauwer College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: H4A Datum: 21-3-18 Naam en paraaf coach: Anne-Gosse Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

De leerlingen zijn zelf al een Aantal keren bezig - Basketballen Het verbeteren van de teamtacktiek. Aanvallend en
geweest met het verbeteren van hun eigen - Baskets verdedigend.
vaardigheden en de zaken waar zij nog iets kunnen
verbeteren. Hiertoe zijn ze cognitief zelf ook in staat
om te bedenken dat wanneer zij hun best doen met
oefenen dit resultaat heeft op hun basketball
kwaliteiten.

64
Tijd Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

5-7 Min Opening:

Leerlingen komen de les binnen en


pakken zelf allemaal een basketball en
beginnen alvast wat bezig te gaan met het
balgevoel. Als alle leerlingen aanwezig
zijn in de gymzaal gaat de les van start.

‘goedemorgen allemaal,

Vandaag gaan we weer verder met


basketballen, ik heb van meneer damstra Leerlingen zitten met gezicht naar het bord.
meegekregen dat jullie vorige week alvast
een start hebben gemaakt met het spelen
van 5 tegen 5 klopt he?

We gaan nu eerst de regels op het bord


schrijven. Dit zullen de regels zijn die we
gaan hanteren tijdens de wedstrijden.

Ik ga jullie zo indelen in teams en dan


gaan we straks weer starten met spelen.

65
De wedstrijden duren 5 minuten’

3 min (second dribble?, wat is in wat is uit? Wat gebeurt era ls er


is gescoord?)

Spelen. (Als alle teams geweest zijn


stopleggen.)

Teams hebben een gelijk Aantal deelnemers.


(waarschijnlijk teams van 5-6) Minimaal 5 spelers per team.

Kom staan bij het bord.

Ik wil graag dat jullie nu met je team op


3x 5 internet gaat opzoeken naar tactieken voor
minuten basketball en dat jullie deze zometeen
spelen gaan toepassen in jullie spel.

Spelen.

5-7 min

Les evalueren met de klas welke

66
tactieken? Onthoud je groepje waar je nu
mee zit voor volgende week en dan zie ik
Overige jullie dan!
tijd:

67
Evaluatie coach: ag damstra

Enquete kost toch vaak nog wel weer even de nodige tijd… aansluitend starten met het begin van de les..

Lesvoorbereiding: hoeft niet letterlijk eigen tekst in te benoemen.. Misschien 1e kolom wat meer kernachtig benoemen wat je gaat doen.

Ondanks veel rumoer bij in de berging toch veel rust in het lokaal bij de groep tijdens je uitleg…

Mooi dat de leerlingen jou beanderen: ‘Meneer, Meneer”…

Goed dat je tussendoor ingrijpt… ‘bal in het veld’..

Tussendoor opdracht: groep bijelkaar, overleggen en gebruik internet. Wat doe je met de ballen? Doe je later wel….

Evt. Elke groep een bank toewijzen (overzichtelijker?). Evt. Gebruik laten maken van scherm (controleerbaar)…

Komt er uit wat je vooraf had bedacht? Zo niet, hoe stel je bij? Meer durven aangeven…. Nu een beetje gevoel van: opdracht om de opdracht? Meerwaarde?? Individueel
spreek je bijvoorbeeld later Siegriet wel aan…

Mooie ingreep bij het groepje voor ons… je bent niet tevreden, nu stuur je bij (je bent dwingend). 3 secondenregel Bernd… ?

68
Aandachtspunten volgende les:

Evaluatie lesgever:

Leerlingen verdelen in groepjes gaat wel goed. Echter wat de leerlingen daarna moeten doen is nog onduidelijk. Hierdoor blijft het nog een beetje onduidelijk wie bij wier
hoord. Kost iets teveel extra tijd. Contact met de ‘onbekende leerlingen’ verloopt ook al erg goed. Namenkennis word ook al steeds beter. De leerlingen die mij al kenden
spreken mij soms nog wel aan met mijn eigen naam. Hier maak ik niet een probleem van, di took overlegt met de stagecoach hij geeft aan hier ook geen probleem van te
maken.

69
Aandachtspunten volgende les:

Iedere groep een bank toewijzen zodat alle teams duidelijker worden verdeelt. Vervolgens de banken meenemen om gelijk klaar te zetten voor de organisatie = win-win
situatie. HIerdoor tijd winnen inplaats van tijd verliezen. Bespreken met de bekende leerlingen dat ik ze mij eigenlijk met meneer moeten aanspreken maar omdat ik ze ken dit
niet erg is als ze mij perongelijk nog eens met mijn voornaam aanspreken.

70
LESVOORBEREIDING 7
School: Lauwer College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: Anne-gosse Datum: 28-3-18 Naam en paraaf coach: A.G. Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

De leerlingen zijn zelf al een Aantal keren bezig - Basketballen Het verbeteren van de teamtacktiek en positionering
geweest met het verbeteren van hun eigen - Baskets van aanval naar verdedigen.
vaardigheden en de zaken waar zij nog iets kunnen
verbeteren. Hiertoe zijn ze cognitief zelf ook in staat
om te bedenken dat wanneer zij hun best doen met
oefenen dit resultaat heeft op hun basketball
kwaliteiten.

Persoonlijk leerdoel vanuit vorige les:

Bij overleg voor lln. Elke groep een bank toewijzen


(overzichtelijker). Evt. Gebruik laten maken van
scherm (controleerbaar)…

71
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

5-7 Min Opening:

Leerlingen komen de les binnen en


pakken zelf allemaal een basketball en
beginnen alvast wat bezig te gaan met het
balgevoel. Als alle leerlingen aanwezig
zijn in de gymzaal gaat de les van start.

‘goedemorgen allemaal’

Verder met 5 tegen 5:

Starten met spelen (team 1 vs team 2,


team 3 vs team 4)

10 MIn

Teams blijven hetzelfde als vorige week.

2x Scoren is doordraaien nieuw team.

Nieuwe regel:

72
Recht van aanval:

Stil leggen: Voorbij de gele lijn voordat je opnieuw mag gaan


aanvallen.
Bespreek hoe je gaat staan als je aanvalt
en hoe je gaat staan als je verdedigt. (zone
3 Min verdedigen).

- Op welke positie ga je staan als de tegenstander de


bal krijgt?

Door draaien van teams (team 1 vs team


4, Team 2 vs team 3)

Spelen
1 min
Team 1 en team 3 wisselen met elkaar.

Door draaien van teams (team 1 vs team


10 Min
3, team 2 vs team 4)

1 min
Spelen
Team 1 en team 2 wisselen van veld.

Opruimen:

73
Afsluiten en tot volgende week.

10 min Maak gebruik van de 6 w’s geef ieder een taak.

- Banken terug naar de zijkant van het veld.

- Wat ging er goed?

- Wat was moeilijk?

74
Evaluatie coach: ag damstra

Korte broek? Lente? Volgende keer beter om weer een lange broek aan te doen… Heb het verhaal van Danny inmiddels meegekregen 

Begin is een beetje rommelig… duurt wat lang voordat er gespeeld wordt… Bank, wordt later weggehaald! Top!

Mooi dat je juist Bernd even aanspreekt! Goede invloed op de rest van zijn groepje.. Mooi dat je switch van over de breedte spelen naar recht van aanval met de bucket!

Mooi voorbeeld qua uitleg hoe je dit klassikaal uitlegt.. dit is echter een ‘screen’. Dit gaat uit van het aanvallende team.

Nu vooral aanvalsteam coachen op beter vrijlopen, kruisen, in-uit bewegingen, afvangen…

Klassikaal: lay-up / set-shot… Sommige teams krijg je nu wel echt tot overleg over beter aanvallend of verdedigend spel. Mooi!!!

Mooi en goed ingegrepen bij Mark (lopen..).. Top..

Aandachtspunten volgende les:

75
Evaluatie lesgever:

Lesgeven als coach gaat al steeds beter. Deze manier van lesgeven ervaar ik als zeer leerzaam. Ik ben meer op de achtergrond maar deze groep leerlingen durft bij mij te
komen om vragen te stellen als iets niet lukt. Het contact verloopt erg soepel en dit is erg positief. Leerlingen blijven nog wel redelijk gemotiveerd bezig. Een aantal leerlingen
heeft soms een klein steuntje in de rug nodig om bezig te gaan. Leerlingen volgen mijn aanwijzingen op en reageren niet koppig.

Aandachtspunten volgende les:

Iets meer aandacht besteden aan het opstarten van de les. Kleding van mij was vandaag niet op orde omdat ik deze vergeten was. Ik stond nu in een kort sportbroek voor de
klas. Zelf ben ik van mening dat dit niet kan echter was het deze keer niet anders mogelijk. Volgende week niet weer laten gebeuren.

LESVOORBEREIDING 8

76
School: Lauwer College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: Anne-gosse Datum: 18-4-18 Naam en paraaf coach: A.G. Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

De leerlingen zijn zelf al een Aantal keren bezig - Basketballen Het verbeteren van de teamtacktiek en positionering
geweest met het verbeteren van hun eigen - Baskets van aanval naar verdedigen.
vaardigheden en de zaken waar zij nog iets kunnen
verbeteren. Hiertoe zijn ze cognitief zelf ook in staat
om te bedenken dat wanneer zij hun best doen met
oefenen dit resultaat heeft op hun basketball
kwaliteiten.

Persoonlijk leerdoel vanuit vorige les:

Leerlingen laten klaarzetten aan de hand van de 6 w’s.

77
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):
aandachtspunten of accenten:

78
- Dit gaat door tot alle
5 Min Leerlingen komen de les binnen en
leerlingen omgekleed in
pakken een bal. de zaal zijn.

Opening

Goedemorgen vandaag gaan we bezig met - Leerlingen komen zitten


de spel echte vorm van basketball. voor het bord.

We gaan zometeen starten met een


omschakelingsvorm van verdedigen naar
aanvallen, hierbij staat het zone
20 Min verdedigen en en het doorbreken van
zone-verdidiging centraal.
- Niet spelende teams zitten
aan de zijkant op de
banken te wachten tot zij
het veld kunnen betreden
Uitleg:
als verdedigend team.
- Bij meer dan 5 spelers
wordt er na elke ronde
gewisseld binnen het
Er wordt gestart met 2 teams van 5 op
team.
groot veld. Er is een aanvallend team dat - Docent fungeert als
start met de bal en een verdedigend team scheidsrechter
dat klaar staat in zone verdediging. - 3 seconden regel in de
Wanneer het aanvallende team scoort of bucket
de bal verliest of een aanvallende fout - Second dribbel
maakt krijgt het verdedigende team
balbezit, waarna het aanvallende team uit
het veld gaat en achteraan in de rij
aansluit. Het verdedigende team wordt het
aanvallende team en er komt een nieuw

79
verdedigend team het veld in. enzovoorts.

Toernooivorm 5vs5:

6 Rondes - Elke ronde duurt 3


Minuten (timer op het
Ronde 1: 1-2 (team 3 scheids, team 4 bord)
puntentelling) - Meeste punten wint
- 2 punter/3punter
Ronde 2: 3-4 (team 1 scheids, team 2 - Starten met een sprongbal
puntentelling) - Punten telling op
volleybal scorebord.
Ronde 3: 1-3(team 2 scheids, team 4 - Als er wordt gescoord bal
uitnemen onder de basket
puntentelling)
- Zijlijn is uit
- Team dat scheidsrechters
Ronde 4: 2-4 (team 1 puntentelling, team
regelt zorgt voor 1
3 scheids) hoofdscheidsrechter.
Ronde 5: 1-4 (team 3 puntentelling, team
20 Min 2 scheids)

Ronde 6: 2-3 (team 4 scheids, team 1


puntentelling)

80
Afsluiten:

Bal in het rek, scorebord opruimen en


lintjes terug aan het rek.

Tot volgende week.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

81
82
Evaluatie coach: ag damstra

Mooi begin van de les.. je hebt duidelijk de leiding en de aandacht van de leerlingen is goed! Onderscheid tussen de teams (lintjes / hesjes?)

Wisselen is nu net wat te snel… hierdoor geen tijd om verdediging op tijd klaar te zetten… afhankelijk van de kant waar je in moet stappen…

Komt de oefening eruit zoals je bedoeld had? Zo niet… aanpassen… Kwam nu wat minder uit de verf…

Uitleg volgorde spelen evt. Bij het bord.. doe je later wel… is makkelijker en hierdoor bereik je de leerlingen ook beter…

83
Regel gele lijn is wel heel beperkend… liever in deze kleine zaal kiezen voor de muur is uit.. Uit de hand slaan spelen we niet mee op school.

Spelregels door 1 team laten doen: evt. Regels verdelen.. ieder lid 1 regel… is makkelijker en hierdoor betrek je ook de leerlingen e rook meer bij.

Loopregel door springen en landen met de bal in je handen  goed alleen niet helemaal goed uitgelegd.

Ilse gaat tussendoor naar toilet, heb je dit door?

Veel korte wedstrijden, prettig

Aandachtspunten volgende les: nog een keer spelen in dezelfde teamsamenstelling…

Evaluatie Danny voor Oene Douwe

Wat ging er goed:

- Situaties die je ziet leg je stil en leg je uit.


- Je laat je meer horen, goed om te zien.
- Met het eindspel doen de meiden wel goed mee.
- Enkele leerlingen nemen het team op sleeptouw (peter)
- Beleving is er heel erg, heel mooi.

84
Evaluatie lesgever:

Wat kan er beter:

- Veel meisjes op het linker veld zitten nog veel op de bank, hoe krijg je dit beter? Antwoord OD: verplicht 1 dame in het veld. (als er 2 dames in het team zitten)

Aandachtspunten volgende les:

1 hoofdscheidsrechter

Andere leerlingen letten ieder op 1 regel.

85
Duidelijk aangeven wat ik wil terug zien in het spel van de afgelopen tijd van de bezigheden.

LESVOORBEREIDING 9
School: Lauwers College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: 1 Gymnasium Datum: Naam en paraaf coach: Rynette Leenstra

Aantal leerlingen: Tijd:

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Leerlingen spelen voor het eerst softball (wordt Opstarten met softball 1e les.
namelijk in de meeste gevallen niet aangeboden op de
basisschool). - Softballen
- Handschoenen
- Pylonnen
- Lintjes

86
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

Opening:

Goedemorgen allemaal,
we gaan vandaag een start
maken met softball, we
gaan bezig met werpen en
vangen en sluiten af met
een eindspel.

Statisch
overgooien/Fielden in 4-6
groepen: Belangrijke regels:

In groepen verdelen, - Alleen werpen als er oogcontact is

87
met de vanger.
vervolgens per groep
handschoenen en een bal - Als er een bal in het andere vak
pakken en naar terecht komt wordt deze niet
bijbehorend vak. opgehaald maar terug gegooid naar
het vak waar deze hoort ivm
veiligheid.

Werpen:

- Bal houd je vast met 3 vingers


(duim, wijsvinger, middelvinger)
- Rechtshandige werper: voeten op
tien over twee, hand met bal valt
naar achteren , uitstappen met
linker voet, werpen, nabeweging.
(“stoer werpen”.) Een linkshandige
werper start met de voeten op tien
voor tien.
Vangen:
- Basishouding: ontspannen
spreidstand, handschoen klaar
houden op borsthoogte.
- Tegen de flap aankijken. De vrije
hand liefst achter de rug (als men
sterk de neiging heeft met twee
handen te vangen.) of achter de
flap als men die neiging niet meer
heeft.
- De bal niet blokkeren maar mee
vanuit de beweging begeleiden.
(“Een rauw ei uit de lucht

88
vangen.”)

Bal vangen -> bal werpen -> Achteraan


sluiten enzovoort.

- Om een bal slag te zijn moet deze


over de pitch plaat gaan, en tussen
de schouders en de knieën van de
slagman gaan.

- Aangooien onderhands
- Uitstappen-> arm langs het
lichaam bewegen -> bal nawijzen.

89
Pitchen:

Wat is slag en wat is spelvorm met dezelfde spelregels als


wijd? ultimate frisbee.

1 scheidsrechter op slag Leerlingen worden in twee teams verdeeld


en wijd en moeten de Football overgooien. Er mag
niet gelopen worden met de bal. Al gooiend
1 pitcher moet het aanvallende team proberen een
medespeler te vinden die de bal vangt in het
1 catcher
vak van de tegenstander. Lukt dit dan
1 Nep slagman (voor slag scoren ze een TOUCHDOWN en krijgen ze
en wijd) een punt. Valt de bal op de grond dan krijgt
de tegenstander vanaf die plek de bal en
probeert hetzelfde te doen. Maak de teams
niet te groot zodat iedereen veel aan de bal
5 ballen werpen en dan kan komen. Er wordt 6 tegen 6 gespeeld.
doodraaien van rol.

(aangezien we dit keer in de zaal spelen kan


het aangepast worden tot 5 tegen 5 of
eventueel nog 4 tegen 4, dit zal gedurende
het spel bepaald worden.)

90
Ultimate Softbal
(frisbee) :

91
LESVOORBEREIDING 10

School: Lauwer College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: Anne-gosse Datum: 28-3-18 Naam en paraaf coach: A.G. Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 min

Wat kunnen/weten de Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):
leerlingen al (beginsit.):

- Basketballen Het verbeteren van de teamtacktiek en positionering


De leerlingen zijn zelf al - Baskets van aanval naar verdedigen.
een Aantal keren bezig
geweest met het
verbeteren van hun eigen
vaardigheden en de zaken
waar zij nog iets kunnen
verbeteren. Hiertoe zijn ze
cognitief zelf ook in staat
om te bedenken dat

92
wanneer zij hun best doen
met oefenen dit resultaat
heeft op hun basketball
kwaliteiten.

Persoonlijk leerdoel
vanuit vorige les:

Leerlingen laten
klaarzetten aan de hand
van de 6 w’s.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, Organisatie (tekening en accenten):


aandachtspunten of accenten:

- Dit gaat door tot alle leerlingen


5 Min Leerlingen komen de les binnen en
omgekleed in de zaal zijn.
pakken een bal.

Opening
- Leerlingen komen zitten voor het
Goedemorgen vandaag gaan we bezig met bord.
de spel echte vorm van basketball.

We gaan zometeen starten met een


omschakelingsvorm van verdedigen naar
aanvallen, hierbij staat het zone
20 Min verdedigen en en het doorbreken van

93
- Niet spelende teams zitten aan de
zone-verdidiging centraal.
zijkant op de banken te wachten tot
zij het veld kunnen betreden als
verdedigend team.
- Bij meer dan 5 spelers wordt er na
Uitleg:
elke ronde gewisseld binnen het
team.
- Docent fungeert als scheidsrechter
- 3 seconden regel in de bucket
Er wordt gestart met 2 teams van 5 op
- Second dribbel
groot veld. Er is een aanvallend team dat
start met de bal en een verdedigend team
dat klaar staat in zone verdediging.
Wanneer het aanvallende team scoort of
de bal verliest of een aanvallende fout
maakt krijgt het verdedigende team
balbezit, waarna het aanvallende team uit
het veld gaat en achteraan in de rij
aansluit. Het verdedigende team wordt het
aanvallende team en er komt een nieuw
verdedigend team het veld in. enzovoorts.

- Elke ronde duurt 3 Minuten (timer


Toernooivorm 5vs5: op het bord)
- Meeste punten wint
- 2 punter/3punter
- Starten met een sprongbal
6 Rondes - Punten telling op volleybal
scorebord.
Ronde 1: 1-2 (team 3 scheids, team 4 - Als er wordt gescoord bal uitnemen
puntentelling) onder de basket
- Zijlijn is uit
Ronde 2: 3-4 (team 1 scheids, team 2 - Team dat scheidsrechters regelt
puntentelling) zorgt voor 1 hoofdscheidsrechter.

Ronde 3: 1-3(team 2 scheids, team 4

94
puntentelling)

Ronde 4: 2-4 (team 1 puntentelling, team


3 scheids)

Ronde 5: 1-4 (team 3 puntentelling, team


20 Min 2 scheids)

Ronde 6: 2-3 (team 4 scheids, team 1


puntentelling)

Afsluiten:

Bal in het rek, scorebord opruimen en


lintjes terug aan het rek.

Tot volgende week.

95
96
Evaluatie coach: ag damstra

Mooi om te zien hoe groot je controle over de groep is… Ze luisteren prima en je krijgt alle ruimte om ‘ding’ te doen…

1e oefening loopt goed.. Mooie en goede aanvallen…

Als je weer speelt over het hele veld, dan het liefst in dezelfde teams als vorige week… is makkelijker qua beoordeling voor mij 

Plaats scheidsrechters: misschien is op de bank aan de overkant nog niet handiger, staan ze iets minder in het veld… Klep scherm dicht…

Tussen de wedstrijden door iets vlotter doorwisselen, kost nu veel tijd soms… loopt de tijd door… (stimulans op snel op te schieten..)

Wedstrijden zijn redelijk op het scherps van de snede… Evt. “overall scheids”?

Beleving is erg hoog! Mooi om te zien..!

Evaluatie lesgever:

97
Aandachtspunten volgende les:

LESVOORBEREIDING 11

98
School: Lauwers College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: H4A Datum: Naam en paraaf coach: Anne-Gosse Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd:

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Opstarten met softball 1e les.

- Softballen
- Handschoenen
- Pylonnen
- Lintjes

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

Opening:

Goedemorgen allemaal,
we gaan vandaag een start
maken met softball, we
gaan bezig met werpen en
vangen en sluiten af met

99
een eindspel.

Statisch
overgooien/Fielden in 4-
6 groepen: Belangrijke regels:

In groepen verdelen, - Alleen werpen als er oogcontact is


vervolgens per groep met de vanger.
handschoenen en een bal - Als er een bal in het andere vak
pakken en naar terecht komt wordt deze niet
bijbehorend vak. opgehaald maar terug gegooid naar
het vak waar deze hoort ivm
veiligheid.

Werpen:

- Bal houd je vast met 3 vingers


(duim, wijsvinger, middelvinger)
- Rechtshandige werper: voeten op
tien over twee, hand met bal valt
naar achteren , uitstappen met
linker voet, werpen, nabeweging.
(“stoer werpen”.) Een linkshandige
werper start met de voeten op tien
voor tien.
Vangen:
- Basishouding: ontspannen
spreidstand, handschoen klaar
houden op borsthoogte.

100
- Tegen de flap aankijken. De vrije
hand liefst achter de rug (als men
sterk de neiging heeft met twee
handen te vangen.) of achter de
flap als men die neiging niet meer
heeft.
- De bal niet blokkeren maar mee
vanuit de beweging begeleiden.
(“Een rauw ei uit de lucht
vangen.”)

Bal vangen -> bal werpen -> Achteraan


sluiten enzovoort.

- Om een bal slag te zijn moet deze


over de pitch plaat gaan, en tussen
de schouders en de knieën van de
slagman gaan.

101
- Aangooien onderhands
- Uitstappen-> arm langs het
lichaam bewegen -> bal nawijzen.

Pitchen:

Wat is slag en wat is


wijd?

1 scheidsrechter op slag
en wijd
spelvorm met dezelfde spelregels als
1 pitcher
ultimate frisbee.
1 catcher

1 Nep slagman (voor slag


en wijd)

5 ballen werpen en dan

102
doodraaien van rol.

Ultimate Softbal
(frisbee) :

Leerlingen worden in twee teams verdeeld


en moeten de Softball overgooien. Er mag
niet gelopen worden met de bal. Al gooiend
moet het aanvallende team proberen een
medespeler te vinden die de bal vangt in het
vak van de tegenstander. Lukt dit dan
scoren ze een TOUCHDOWN en krijgen ze
een punt. Valt de bal op de grond dan krijgt
de tegenstander vanaf die plek de bal en
probeert hetzelfde te doen. Maak de teams
niet te groot zodat iedereen veel aan de bal
kan komen. Er wordt 6 tegen 6 gespeeld.

(aangezien we dit keer in de zaal spelen kan


het aangepast worden tot 5 tegen 5 of
eventueel nog 4 tegen 4, dit zal gedurende
het spel bepaald worden.)

Evaluatie coach:

103
Mooie overstap dat je het slaan weglaat.. 1e veld ligt te dicht bij de bosjes, misschien de velden achter elkaar de volgende keer..
Foutslag wordt mooi en goed toegepast… Misschien, gezien het aantal, op 4 honken spelen? Wordt mooi gespeeld, veel initiatief
+ verantwoordelijkheid bij de leerling mooi! Goede afsluiting… Honk 4 andersom? Coach bij positieve acties: slaan,
scheidsrechter, veld-actie

Aandachtspunten volgende les:

104
Evaluatie lesgever:

Les ging niet helemaal zoals gepland. Omschakelen door omstandigheden ging wel erg goed.

Aandachtspunten volgende les:

Volgende week rekening houden met zaken die niet te voorkomen zijn. Nadenken over wat er moet gebeuren als een aantal zaken niet als gepland lopen.

105
LESVOORBEREIDING 12
School: Lauwers college Buitenpost Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: Datum: 25-04-2018 Naam en paraaf coach: Anne-Gosse Damstra

Aantal leerlingen: Tijd: 50min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

Motorisch: De lln weten hoe ze een softbal moeten - Softbal ballen Ik wil dat alle leerlingen aan het eind van de les de
gooien. - Handschoenen spelregel gedwongen loop door hebben en het
- Honken uittikken ook onder de knie hebben en deze ook zelf
Cognitief: De lln nemen nog niet alles super snel over. Persoonlijk (leer)doel: kunnen toepassen.

Sociaal-emotioneel: De kinderen kunnen goed met


elkaar opschieten, maar klieren elkaar nog wel.
Zorgen voor controle over de groep, nieuwe uitdaging
omdat we gelijk beginnen op het veld met deze nieuwe
groep.

Tijd: Activiteiten leerkracht en Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):
leerlingen:

106
- De lln zitten met de gezichten naar mij toe.
5 min Introductie

We gaan vandaag bezig met


softbal. Ik ga jullie zo weer
verdelen in 5 groepen net als
vorige week. De groepjes worden
weer verdeeld over de
klaargezette dopjes.

Overgooien
- Samen naar de aanwijzingen kijken
5 min Je gaat de softbal naar elkaar
over gooien en loopt je eigen bal
achterna. Dit doe je op je eigen
manier, zorg dat de bal bij de
ander aankomt. Wat was ook
alweer belangrijk? Lln zelf laten
invullen.

Aanwijzingen:

Vangen - Oog contact maken


- Voeten op 10 over 2
Wat is belangrijk bij het vangen? - 1 been uitstappen
Nu gaat de een gooien en de - Langs je oor
5 min - Richten op de handschoen van de vanger
ander vangen. Waar moet
diegene op letten. Probeer elkaar
te coachen hierop. Waar moeten
we op letten? Aanwijzingen:

- Actieve houding.

107
Fielden

Wie weet wat belangrijk is bij het


fielden? Benadrukken houding
van de handschoen.

5 min

Aanwijzingen?

- Knie naar binnen


- Handschoentop in de grond
- 2e hand bij de bal.

Klaarzetten voor eindspel

Jullie 5 zorgen ervoor dat er 3


honken worden klaargezet.

Gedwongen loop en uittikken


3 min
Wie kan vertellen wat eigenlijk
een gedwongen loop is? Wanneer
mag je de tegenstander uittikken?
- Pitchplaat op 9 meter van het thuishonk
- 15 meter tussen de honken
- Catcher heeft voldoende afstand met het thuishonk
5 min zodat deze niet word geraakt door de slagman/vrouw.
Eindspel gooien ipv vangen

We doen hetzelfde, maar dan


met 3 teams. 1 veldpartij 1
slagpartij en 1
scheidsrechterpartij. Zij beslissen

108
of het uit is ja of de nee. Bij 3 uit
is het wisselen.

25 min Aanwijzingen

- De leerlingen laten, zelf er uit stappen en allen


kijken.

109
Evaluatie coach: A.G. Damstra

6 teams op 2 velden, binnen 3 minuten spelen…. 1 veld haalt dit prima, andere (veld 2) gaat dit veel moeilijker…. Tussenafstand is wel mooi… Jij alleen nog wel veel aan het
werk… (knuppel / masker / protector halen..). Mooi dat je instapt en in de situatie uitleg geeft! Situatief coachen)… Vlot en duidelijk! Klasse… Je loopt goed bij beide velden
langs en coacht (vragenderwijs… mooi!) Niveau van spelen ligt mooi hoog! Er worden vrij makkelijk 3 keer uit gemaakt. Evt. aanvalsteam (slagteam) helpen met tactiek kan
helpen om het niveau weer wat te verhogen! Vervolgens kun je dan het veldteam weer helpen d.m.v. tips.. Goed dat je ook Anne aanspreekt als catcher op het feit dat hij zijn
masker op moet doen! Top! Misschien soms nog wat meer invloed hebben als je op afstand staat. Geef een compliment of een duimpje bij een goede actie.. Pas op het
doorwisselen, geeft ook weer een nieuwe start, na goed begin kakt het nu een beetje in… Afronding (evaluatie) is wat minder: nu geen kans op herstel voor de tweede groep.
Dan beter eerder benoemen!

110
Aandachtspunten volgende les:

Evaluatie lesgever:

Opstarten ging vrij moeizaam doordat een aantal materialen nog moet worden opgehaald. Dit voorkomen door leerlingen die als eerste op het veld komen gelijk alle
materialen mee te laten nemen. Deze leerlingen daarna belonen dat ze nog even mogen spelen met een voetbal voordat de les daadwerkelijk gaat beginnen.

Opletten dat ik als ik bij veld 2 sta ook auditief aanwezig ben op veld 1 zodat op beide velden een hoger rendament wordt behaald.

111
LESVOORBEREIDING 13
School: Lauwers College Les BO/VO Naam lesgever: Oene Douwe Koopmans

Klas: H4A Datum: 30-5-2018 Naam en paraaf coach: Anne-Gosse Damstra

Aantal leerlingen: 25 Tijd: 50 Min

Wat kunnen/weten de leerlingen al (beginsit.): Welk materiaal ga ik gebruiken: Wat wil ik de leerlingen leren (doelstellingen):

- Softballen Het doel van de les is om het spel softball te laten


- Handschoenen lopen aan de hand van de aangereikte spelregels.
- Honken De leerlingen zoveel mogelijk regelkennis meegeven
waardoor het spel uit eindelijk leuker en ‘echter’
moet worden.

Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten: Organisatie (tekening en accenten):

Opening:

112
Goedemorgen allemaal, het is alweer even
geleden dat ik jullie hebben gezien, maar
zoals jullie waarschijnlijk nog wel weten
gaan we weer verder met softball.

113
Tijd: Activiteiten leerkracht en leerlingen: Didactische aanwijzingen, aandachtspunten of accenten:

3-5 MIN

3-5 MIN

40 MIN

114
115
Klaarmaken

We gaan zometeen de groep in 2en splitsen waarna de ene helft met Danny en de andere helft met mij (Oene Douwe) mee gaan. De groep die met Danny mee gaan gaan
‘daar’ staan en de groep die met mij mee gaat komt ‘hier’ staan. Als iedereen is verdeeld krijg je van mij een taak wat je mee moet nemen waarna we het veld gaan klaar
zetten en vervolgens teams gaan maken.

Klaarzetten -> Klaar gaan staan.

SPELEN 3 honken softball in 3 teams.

116
- De verdeling jongens/meisjes is gelijk bij elke leraar.

- 2 teams veld partij


- 1 team aan slag.
- Doordraaien bij 3 uit (gebruik pylonnen)

117
SPELREGELS:

http://www.joeydenbeer.com/Softbal.doc

(UITPRINTEN EN uit het hoofd kennen.)

Een paar punten die ik hier uit pak en ga aanscherpen in de les tijdens het spelen zijn:

- Op honk 1 mag je doorschieten en even loslaten. Dit mag dus niet als je duidelijk wilt doorlopen naar honk2.
- Op honk 2 & 3 moet je een voet op het honk hebben. Anders kan je afgetikt worden.
- Je moet alle honken aangeraakt hebben voor je binnenkomt.
- Je mag geen andere honklopers inhalen.

OVERIGE REGELS:

Softbal
De spelregels:
Softbal is een slag- & loopspel waarbij de bal wordt aangegooid door de pitcher. De slagman moet de bal dan zo tactisch mogelijk het veld in
slaan zodat hij op 1 van de honken beland. Via de honken 1,2 en 3 kan hij terugkeren naar het thuishonk. Als dat lukt heeft hij 1 punt. De
veldpartij probeert hem of andere honkloper uit te tikken of te branden. Bij 3 uitjes wisselen we.

Softbal wordt in principe gespeeld met 9 spelers aan beide zijden. Hierbij heb je een slagpartij en een veldpartij. Een normale wedstrijd duurt 7
innings. In 1 inning komen beide partijen 1x aan slag. Op school wisselen we door om de 3 uitjes of een aantal minuten.

118
Scoringsformulier
Een officiële softbal wedstrijd wordt gespeeld in innings. In 1 Inning komen beide teams 1x aan slag zodat ze allebei punten kunnen scoren. De
veldpartij kan namelijk geen punten scoren. Ook niet door vangballen en uitjes te maken. Een slagpartij blijft net zolang aan slag totdat de
veldpartij 3 uitjes maakt. Na de 7e inning worden alle punten opgeteld en is de winnaar bekend.

Innings: 1 2 3 4 5 6 7 Totaal:
Team 1
Team 2
Team 3

Slagpartij
De partij die aan slag is, is de partij die punten kan scoren. Dit doe je door de bal het veld in te slaan en zo snel mogelijk langs alle honken te
lopen. Als dat je lukt, heb je 1 punt verdiend. Voor een homerun hanteren we een speciale regel die je vindt onder het kopje ‘extra schoolregels’.
Verder zijn er nog een paar belangrijke regels voor de slagpartij:

 De bal moet op de juiste manier het veld in worden geslagen (zie uitleg slag goed / fout).
 Op honk 1 mag je doorschieten en even loslaten. Dit mag dus niet als je duidelijk wilt doorlopen naar honk2.
 Op honk 2 & 3 moet je een voet op het honk hebben. Anders kan je afgetikt worden.
 Je moet alle honken aangeraakt hebben voor je binnenkomt.
 Er mag maar 1 honkloper op een honk staan.
 Je mag geen andere honklopers inhalen.
 Je mag maximaal 1 meter uitwijken om getikt te worden. Wijk je meer uit, ben je af.
 Je mag je honk loslaten als de pitcher de bal heeft losgelaten.

119
Veldpartij
De veldpartij moet proberen zo snel mogelijk aan slag te komen door 3 uitjes (nullen) te maken. Hier krijg je dus geen punten voor. Uitjes
maken doen we dmv:

 Een vangbal.
 Een honkloper uittikken.
 Een honkloper uitbranden.

Bij 3 uitjes / nullen wisselen we dus om en kan de veldpartij dus slagpartij worden en beginnen met het binnenhalen van punten. Als veldpartij is
het belangrijk dat je voorkomt dat de slagpartij punten scoort en dat je zelf zo snel mogelijk aan 3 uitjes komt, zodat je zelf punten kan scoren.
Hier onder nog de belangrijkste regels voor de veldpartij:

 Sta niet in de weg voor de honklopers. Anders krijgen zij een vrije loop. Leer de veldposities dus goed uit je hoofd! (zie volgende blz).
 Uittikken doe je met de hand waar de bal zich in bevindt.
 Een honk uitbranden doe je snel en dus met je voet. Als je slim bent, heb je je voet al op het honk nog voordat de bal in je handschoen
landt.
 Als de bal bij de pitcher is en deze op de pitchplaat staat, mag er niet meer gelopen worden. Als een honkloper dan niet op zijn honk staat
moet hij terug naar het vorige honk. Staat hij over de helft of is hij bijna bij het volgende honk, dan mag hij doorlopen naar dat honk.

Extra Schoolregels:
Op school hebben we het spel een klein beetje aangepast zodat het leuker, maar ook veiliger is. Hieronder kan je die regels zien.
 Je mag de knuppel niet weggooien na je slagbeurt. Anders ben je meteen uit.
 Als een honkloper een sliding maakt, ben je ook af.
 Als je een homerun maakt, krijg je maar 1 punt. Je mag alleen nu wel doorlopen naar het eerste honk om eventueel nog 1 punt door nog
een keer binnen te komen.
 De catcher en de scheidsrechter hebben altijd een masker op.

120
Slaan vanaf de Tee, Toss up & Aangooien.

1e klas: Slaan vanaf de tee.

121
In de brugklas werken we nog niet met aangooi omdat het moeilijk is om
de bal goed in de slagzone te gooien. Daarom leggen we de bal op de Tee neer
en slaan we die op die manier het veld in. Je mag 3x slaan. Als je de derde keer
misslaat, moet je lopen.

2e klas: Toss up
In de tweede klas werken we met een toss up. Dat wilt zeggen dat de bal met een
boogje wordt aangegooid door iemand van de slagpartij. Deze persoon staat
2 meter naast de slagplaat en gooit de bal zo dat hij op de thuisplaat zou
landen. Als je de derde keer misslaat, moet je lopen.

3e klas & hoger: Aangooi door pitcher


In de derde klas wordt de bal echt aangegooid door de pitcher. Deze gooit de bal
aan in de slagzone van de slagman. Deze bal wordt gevangen door de catcher
die achter de thuisplaat zit. Dit betekent dat de bal over de thuisplaat moet gaan
en tussen kniehoogte en schouderhoogte moet zijn. Als de bal in de slagzone
komt, spreken we van een ‘slag’. Ook als de slagman niet slaat! Komt de bal niet in de slagzone, spreken we van een ‘wijd’. Als de slagman op
een wijd slaat, is het een slag. Je mag als slagman maar 3x slaan. Daarna kunnen er een aantal dingen gebeuren:

Bij 4 wijd, krijgt de slagman een vrije loop naar honk 1.


Bij 3 slag en een vangbal door de catcher, is de slagman direct uit.
Bij 3 slag en geen vangbal door de catcher, mag de slagman nog proberen op honk 1 te komen.

122
Foutslag-regel:
Als de bal fout wordt geslagen spreken we nog steeds van een slag bij slagbeurt 1 & 2. Als het de 3e slagbeurt is, mag de slagman nog een keer
slaan totdat hij uit is of de bal goed het veld inslaat.

123
Het speelveld

De posities:
1. De Pitcher 4. 2e Honkman 7. Links velder
2. Catcher 5. 3e Honkman 8. Mid velder
3. 1e Honkman 6. Korte Stop 9. Rechts velder

Positie scheidsrechter:

124
Deze staat achter de Catcher en heeft altijd een masker op!

Waarom daar?
- Op deze manier kan hij het beste beoordelen wanneer de pitcher een bal wijd of slag gooit.
- Hij heeft vanaf deze positie een compleet veld overzicht.

* de scheidsrechter draagt altijd een masker omdat hij heel dichtbij het spel staat!
Het uitzetten van het veld.
Als je het veld uit moet zetten, begin je eerst met de honken. Volg daarbij de volgende stappen:
1. Leg eerst het thuishonk neer.
2. Loop daarna 20 passen rechts om het 1e honk nee rte leggen.
3. Draai vanaf het 1e honk 90 graden naar links en leg na 20 passen het 2e honk neer.
4. Draai weer 90 graden naar links en als het goed is, zie je nu de thuisplaat liggen.
5. Loop nu richting de thuisplaat. Als het goed is, moet je hier 20 passen over doen.

Pitchplaat:
Nu je de honken hebt neergelegd en hebt gecontroleerd, kan je de pitchplaat neer leggen. Doe
dat op de volgende manier:
1. Loop vanaf de thuisplaat 14 passen richting honk2.
2. Na 14 passen kan je de pitchplaat neerleggen.

* Afhankelijk van het niveau van de klas mag je de plaat neerleggen na 14-16 passen.

Korte stop & Linkshandige slagman / vrouw


In de veldopstelling is rekening gehouden met het feit dat de meeste spelers rechthandig zijn.
Deze spelers slaan de bal heel vaak tussen honk 2 & 3. Om deze reden staat de korte stop altijd
daar om die bal ‘snel te verwerken’.

Deze tacktiek gaat dus niet op als er een linkshandige slagman /vrouw aan slag is. Deze slaat,
omdat hij/zij links is, de bal heel vaak tussen honk 1 & 2. De korte stop moet zich dan dus

125
verplaatsen. Dat gaat op de volgende manier:

1. Zodra de catcher ziet dat de slagman aan de rechterkant van de thuisplaat gaat staan,
roept hij heel hard: lefty !!!
2. Op dat moment schuift de korte stop door naar honk 2.
3. De 2e honkman schuift door naar de korte stop positie tussen honk 1 & 2.
4. De pitcher moet natuurlijk controleren of het veld achter hem goed staat, want als hij al
gaat gooien voordat er is doorgewisseld is er geen voordeel te behalen.

Zie ook de tekening hieronder:

Dubbelspel situatie:
Heel vaak komt het voor dat de veldpartij in 1 slagbeurt makkelijk 2 of zelfs 3 uitjes kan
maken. Dit noemen we een dubbelspel: Het maken van meerdere uitjes in 1 slagbeurt. Zoals je
weet is het bij 3 uitjes wisselen en aangezien de veldpartij geen punten in het veld kan scoren,
is juist dat het belangrijkste om zo snel mogelijk voor elkaar te krijgen!

Voor we daarop verder gaan is het belangrijk dat je de volgende twee regels nog even goed
doorneemt te samen met de :
 Gedwongen loop regel
 Vangbal regel
 “Als de bal bij mij komt dan….”– tactiek.

De gedwongen loop regel.


Voor we verder gaan met het creëren van een dubbelspel, moet je eerst goed weten wat een
gedwongen loop situatie is. Bij een gedwongen loop situatie moet de honkloper verplicht
doorlopen naar het volgende honk. Als veldpartij mag je dan dat “volgende honk” uitbranden
en is de honkloper uit. Doordat te doen, kan je nog snel kijken of de bal ergens anders heen kan

126
worden gegooid om nog een tweede uitje te maken. Zie ook de volgende situatie:

Spelsituatie “gedwongen loop”:


In de bovenstaande situatie is de 2e slagman van team rood aan slag. Op dat moment staat er 1
honkloper op honk 1. Deze honkloper moet dus doorlopen naar honk 2 omdat hij anders de
slagman in de weg zit zodra deze heeft geslagen. Je mag immers maar met 1 speler tegelijk op
een honk staan.

De situatie is dus:
- gedwongen loop tussen thuisplaat & honk 1.
- gedwongen loop tussen honk 1 & honk 2.

De bal wordt door de 2e slagman geslagen en landt op de grond bij honk 2. De 2e honkman
brandt meteen het tweede honk uit waardoor de 1e slagman meteen uit is. Daarna gooit hij de
bal meteen door naar honk 1. De 1e honkman vangt de bal terwijl hij met 1 voet op het 1e honk
staat en brandt daardoor de 2e honkloper (slagman) uit. Er zijn nu dus 2 uitjes gemaakt binnen 1
slagbeurt.

127
De vangbal regel
Als de slagman een vangbal slaat is hij meteen uit en moet hij terug naar de bank. Het spel
loopt echter gewoon door en dus kan het zo zijn dat je nog een tweede honkloper uit kan
maken, want wat is de regel?

“Bij een vangbal moet de honkloper op zijn honk blijven staan of als hij al onderweg was naar
het volgende honk, eerst terug naar het honk waar hij gestart was voor hij verder mag gaan
naar een volgende honk.”

Kijk voor verduidelijking hiervan naar het volgende voorbeeld:

Spelsituatie “vangbal regel”:


In de bovenstaande situatie is de 2e slagman van team rood aan slag. Op dat moment staat er 1
honkloper op honk 3. Deze honkloper heeft geen last van een gedwongen loop situatie omdat er
niemand op honk 1 & 2 staat. In principe hoeft hij dus niet te lopen, maar omdat hij op honk 3

128
staat, wilt hij graag binnen komen om het punt binnen te halen.

De situatie is dus:
- honkloper op honk 3 (uittikken of bij vangbal honk 3 uitbranden).
- gedwongen loop tussen thuisplaat & honk 1.

De bal wordt niet lekker geraakt en met een kleine boog belandt hij in de handschoen van de
pitcher. Het eerste uitje is dus gemaakt. De honkloper die op honk 3 stond was hard op weg
naar de thuisplaat om het punt te maken en miste de gevangen bal. De pitcher die dus de bal al
ving, gooide de bal direct door naar honk 3 waar de honkloper vandaan kwam. Deze stond
netjes klaar met 1 voet op het honk en brandde de honkloper uit.

De honkloper was namelijk niet terug gelopen na de vangbal om zijn honk aan te raken. ( zie
ook de regel hierboven. Doordat hij dit niet had gedaan, kon de veldpartij hem makkelijk
uitbranden. Als hij dat wel had gedaan, was hij niet uitgeweest. “Als de bal bij mij komt”-
tactiek.
Deze tactiek moet iedere veldspeler in het veld bij elke slagbeurt toepassen. Doe je dat niet, dan
zal je nooit weten wat je moet doen als je de bal in je handschoen hebt. Van te voren
doornemen wat je moet doen, om een uitje te maken helpt enorm!

Het werkt als volgt:

1. Waar staan nu op dit moment de honklopers?


2. Waar is het nu een gedwongen loop situatie & kunnen we een honk branden?

129
Evaluatie coach:

A.G. Damstra Eerst velden neergezet en aansluitend uitleg…. Ook een mooie volgorde. Slag, honk en veld… is ook een mooie duidelijk indeling.. Mooie interventie: honken
stelen Joran! Mooi! Goed uitgelegd! Mooi hoe je individueel ook coacht… Je verdeelt je aandacht over 2 velden, mooi om te zien… Mooi dat je weer instapt bij de situatie
met Bernd…. Goede uitleg…. Mooi spel… goede begeleiding… Netjes!

Aandachtspunten volgende les:

Evaluatie lesgever:

Opstarten van de les en het spelen zelf gaat zoals ik graag zou willen. Alles loopt nu precies zoals vooraf bedacht. Hierdoor sta ik ontzettend relaxt voor de groep en dit voelt
dan ook ontzettend fijn. Lesgeven op deze manier gaat ook precies hoe ik het wil hebben en deze les is weer een enorme boost.

130
Aandachtspunten volgende les:

Deze lijn doorzetten tot aan het eind van het jaar. Enorm trots hoe softball is verlopen met deze groep. Niveau van de groep ligt erg hoog en leerlingen volgen mijn
aanwijzingen op. Er worden veel honken gesteeld.

131
LOGBOEK

Datum Uren Paraaf Opmerkingen

21-02-2018 08.10-15.40 DA: Alleen


geobserveerd

LR:

07-03-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

14-03-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

21-03-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

28-03-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

04-04-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

11-04-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

18-04-2018 08.10-15.40 DA:

132
LR:

25-04-2018 08.10-15.40 DA: Les ging niet door


ivm uitval.

LR:

02-05-2018 DA: Mei vakantie

LR:

09-05-2018 DA: Mei vakantie

LR:

16-05-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

23-05-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

30-05-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

06-06-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

13-06-2018 08.10-15.40 DA:

LR:

133
08.10-15.40 DA:

LR:

08.10-15.40 DA:

LR:

134
ALO PROPEDEUSE - COACHRAPPORT VO STAGE SEMESTER 2 - 2017 / 2018

Oene Douwe Koopmans Lauwers College -Buitenpost


Naam student: Stageschool:

Anne Gosse Damstra (28-05-2018)


Naam stagecoach: Anne Gosse Damstra, Rynette Leenstra-Schmaal Handtekening stagecoach & datum:
Rynette Leenstra-Schmaal (29-05-2018)

Algemene indruk student (leergierigheid, betrokkenheid, lesgeefniveau)

Student is betrokken bij de lessen en kent het systeem van werken (oud-leerling). Af en toe nog moeite om de lesvoorbereiding op tijd en volledig in te leveren.
Is voor de klas duidelijk en leerlingen accepteren hem als ‘docent’. Is kritisch op zijn functioneren tijdens het lesgeven en stelt goede vragen om zich te verbeteren.

135
(zelden/nooit)
Onvoldoende

(regelmatig)
Voldoende

(altijd)
(soms)
Matig

Goed
Beroepstaak: De student: Opmerking / toelichting:
Benoemt in de lesvoorbereiding een concrete doelstelling, uitgedrukt in x Soms nog wel wat te makkelijk met het inleveren en maken
zichtbaar (beweeg)gedrag. van de lesvoorbereiding.
Ontwerpt lesinhoud en werkvormen die zijn afgestemd op de doelen en die x
Ontwerpen
aansluiten bij de mogelijkheden van de leerlingen.
Ontwerpt lesvoorbereidingen waarin beschreven staat hoe activiteiten worden x
georganiseerd en hoe de veiligheid wordt gewaarborgd.

Maakt op positieve wijze contact met de leerlingen. x x

Kiest een positie zodat hij overzicht heeft over de situatie / leerlingen. x
Maakt zichzelf verstaanbaar, is zichtbaar en houdt de aandacht van de leerlingen
x
Uitvoeren vast.
Past principes van methodisch-didactisch handelen zichtbaar in zijn lessen toe x
(PPD, Loopt-lukt-leeft/leert ’t, 6W’s)
Grijpt in wanneer de (fysieke) veiligheid in het geding komt of wanneer de
x
organisatie niet loopt.

Z.O.Z.

Geeft aanwijzingen en begeleiding, zodat de leerlingen de opdracht kunnen x


uitvoeren en daardoor positieve leerervaringen kunnen opdoen.
Begeleiden x Gedurende de periode steeds meer..
Motiveert, stimuleert en enthousiasmeert de leerlingen.

Neemt maatregelen bij verstoring van orde en onsportief gedrag van leerlingen. x Durft in te grijpen waarnodig.

Staat open voor feedback. x

Evalueren Vraagt gerichte feedback aan anderen. x

Past feedback toe in de volgende les(sen). x

136
Komt afspraken na (en communiceert adequaat wanneer hij zich hier niet aan x
kan houden).
Vertoont voorbeeldgedrag: is voorbereid, komt op tijd, draagt juiste kleding, x
Professionaliseren gedraagt zich representatief.
van zichzelf
Stelt zich professioneel op naar toekomstige collega's en leerlingen. x

Toont groei en ontwikkelt zich als lesgever. x

Belangrijkste leer(aandachts)punten voor in de toekomst

Oene Douwe is een leuke en vriendelijke kerel die wel wil. Voorbereiding en verwerking (op papier) kunnen nog verder worden ontwikkeld. Hierdoor nog meer groei
mogelijk in het lesgeven. Plezierig in de omgang en sluit makkelijk aan bij de vaksectie.
Soms iets te makkelijk… heeft genoeg capaciteiten om dit ter plekke op te lossen of om te compenseren.

Waardering in woorden en /of een cijfer (een score 1 t/m 10 op):

7,5

137
138
KULTURALINK VAN HET LESGEVEN & REFLECTIE

VIDEO VO STAGE LAUWERS COLLEGE

Sinds 25 mei is de privacywet omtrent het filmen van anderen gewijzigd. Door deze wijziging is het niet meer toegestaan om
zonder toestemming leerlingen te filmen in hun gezicht. Hierdoor zal er in de video op een andere wijze gefilmd worden waardoor
het soms lijkt dat er erg slecht is gefilmd. In deze situatie is het daardoor voorgekomen dat een aantal zaken niet duidelijk naar
voren kon worden gehaald.

https://video.hanze.nl/media/VO+stage+video/1_0a5qpqmg

REFLECTIE

De video is opgedeeld in 3 delen elk deel begint bij een nieuw shot en er is duidelijk te zien dat het nieuwe deel zicht bevind op
een nieuwe locatie op het sportveld.

Deel 1 de lesopening:

Zoals hierboven aangegeven is het niet meer mogelijk leerlingen in hun gezicht te filmen, in deze situatie heeft dat er toe geleid
dat door de slechte microfoon niet alles duidelijk te verstaan was, mede oorzaak hiervan was namelijk dat 1 van de omliggende
buren zijn/haar heg aan het snoeien was. Hierdoor is er een onjuist beeld geschets van de verstaanbaarheid van de leerkracht, deze
is namelijk niet relevant met wat de leerlingen konden verstaan.

Zaken die vanuit de ervaring wel duidelijk naar voren konden worden gebracht was het opstarten van de les. Na de uitleg van de
leraar verliep het klaarzetten van de softbalvelden een klein beetje stroef. Dit kwam onder andere doordat een andere klas op het
veld midden in het klaargelegde softbalveld haar voetbalveld had uitgezet. Hierdoor moest er een nieuwe veilige locatie worden
gemaakt voor 1 van de softbalvelden. Dit maakte dat de 6 w’s die door de leraar waren verteld niet relevant meer waren.

Wat had de leerkracht beter kunnen doen:

Achteraf bleek dat de instructies die waren gegeven door de leerkracht niet duidelijk genoeg waren, dit had kunnen worden
voorkomen door nog meer gebruik te maken van de 6 w’s. Iedere leerling een directe taak geven in plaats van groepen een taak te
geven. Slagpartij werd namelijk verteld dat zij de knuppel en een bal moesten meenemen. Hierna volgde dat geen enkele leerling
deze had meegenomen omdat er niet was overlegd wie deze taak op zich zou nemen. Het zelfde gelde voor het neerleggen van
honk 1 en 2, het thuishonk en de pitchplaat waren al klaargelegd door de leraar maar er was niet herhaald door de leraar door wie
en waar honk 1 en 2 moesten komen te liggen. Hierdoor duurde dit langer omdat de leraar een extra aanwijzing moest geven
omdat het klaarzetten niet opgang kwam.

Wat ging er wel goed:

Het verdelen van de teams en wie met welke speltaak moest starten was wel goed. Iedereeen wist namelijk waar hij of zij moest
gaan staan in het veld zodra het veld dan uiteindelijk speelbaar klaar lag. Het ophalen van de voorkennis was ook duidelijk alle
leerlingen wisten namelijk nog wanneer je nou precies een honk mocht stelen en wanneer niet. Bij deze groep was het verder ook
niet nodig om te vertellen wanneer een bal slag of wijd is. Dit komt door het congnitieve niveau van deze HAVO 4 groep.

Deel 2 extra begeleiding van groepen en individuen:

De volgende situatie diende zich voor:

In deze les werd er gespeeld met 3 honken (incl. thuishonk). Leerling 1 had geslagen en was beland op honk 1, waarna
Patrick(zoals hoorbaar in de video) als 2e slagman aan de beurt was. Op dit moment was het verstandig voor Patrick om een honk
te gaan stelen om zo de kans van het behalen van een punt te vergroten. Echter na 2 maal aangooien van de pitcher (1x slagbal, 1x
139
een wijdbal), had leerling 1 nog steeds niet geprobeerd een honk te stelen waarna de leerkracht hem probeerde te helpen om het
voor hemzelf makkelijker te maken om een punt te scoren. Ook komt in de uitleg naar voren hoe de veldpartij dit eventueel zou
kunnen voorkomen.

Na deze uitleg liet Patrick inderdaad de bal gaan en deze werd slag gegooid, waarna leerling 1 een honk ging stelen. Hierdoor
creërde hij bij de volgende beurt een vrije loop voor zichzelf, waarna patrick de bal bij de 3e poging wegsloeg en leerling 1 zelfs
een punt kon maken door binnen te komen op het thuishonk. Hierdoor creërde hij ook weer ruimte voor Patrick om eventueel door
te lopen naar honk 2 omdat deze nu vrij was omdat Leerling 1 dit honk ook had verlaten. Dus door de keuze te maken 1x niet de
bal te slaan en leerling 1 een honk te laten stelen kwam het team bij elkaar opgeteld 4 honken verder in plaats van 2. Helaas door
de privacywet kon dit niet gefilmd worden.

Om de effectiviteit van deze aanwijzing nog hoger te krijgen had de leraar ook het andere veld er bij kunnen roepen zodat ook zij
gebruik konden maken van deze situatie en deze ook proberen toe te passen op het andere veld. Echter gebeurde dit nu op een
andere situatie die zich voor diende op het andere veld.

Deel 3 afsluiting en opruimen:

Nadat de leraar had aangegeven dat de les er bijna op zat en de leerlingen ieder het materiaal moest meenemen waar zij het dichste
bij stonden en deze mee moesten nemen richting het verzamelpunt werd de les gezamenlijk afgerond. Het opruimen verliep erg
vlot en dit kwam door de duidelijke en simpele instructie gegeven door de leraar. Toepassen van de 6 w’s.

Bij het afsluiten van de les blikte de leraar terug op wat hij had gezien tijdens de les en gaf hier zijn mening over. Het gevaar bij
negatieve feedback is dat de leerlingen op dat moment geen kans meer hebben omdat te verbeteren. Deze feedback van de
voorgaande les heeft de leerkracht meegenomen in het aflsuiten van deze les. Tijdens de les heeft de leerkracht namelijk
aangegeven wat er beter kon en dit pikten de leerlingen goed op, zoals ook benoemd door de leerkacht bij de afsluiting. Met
edinen kleine aanvulling van de stagecoach over het beoordelen van de cijfers en het vervolg hiervan nam de stage leerkracht het
weer over om de laatste spullen die nog even moest worden opgeruimd op te laten ruimen. Hierin had wel iets beters gekund
namelijk in plaats van aanwijzen het benoemen van de naam van de leerling. Echter had dit geen negatieve gevolgen voor het
opruimen van de materialen.

LITERATUURLIJST

- Feldman, R (2016). Ontwikkelingspsychologie. Amsterdam, Nederland.


- KVLO beroepsprofiel (z.j.). Geraadpleegd op 25 mei 2018, van www.kvloberoepsprofiel.nl

140

You might also like