Professional Documents
Culture Documents
2.2.2. Veranderingsprocessen
Affigering
Toevoeging van een suffix of prefix aan een basiswoord
-> aan woordbegin of woordeinde
-> verandert niet altijd woordklasse (fiets-fietsje)
-> bv. kat – kattig, diep – ondiep
Stamverandering
Klinker- en medeklinkerverandering in verleden tijd of verandering van ww naar nomina
-> bv. denk – dacht, spreken – spraak
-> w/ niet meer gebruikt bij nieuwe woorden
Affixextractie
Minder geleed woord ontstaat op basis van meer geleed woord door affix weg te nemen
-> bv. vegetarisch – ?vegetaar, kleptomanie – kleptomaan, filosofie – filosoof
Affixsubstitutie
Het ene affix vervangen door het andere
-> bv. veroveren – heroveren, verstoppen – ontstoppen, reiziger – reizigster, vakbeweging - vakbewegers
-> vrouwelijke persoonsnaam af te leiden uit ww of corresponderende persoonsnaam
(bv. zwemster < zwem(men) of zwemmer
-> semantische overwegingen; ontstoppen < “van een verstopping ontdoen”
=> vorm van nomina is te weinig voorspelbaar om van morfologische productiviteit te spreken
Impliciete transpositie = nulafleiding = conversie
Overgang van de ene woordklasse naar de andere zonder vormverschil
-> 2 gelijkvormige woorden die zich onderscheiden naar betekenis en syntactische functie staan
tot elkaar in afleidingsrelatie
-> ≠ expliciete transpositie: woorden die ≠ zijn in categorie en vorm (lees-lezer-lezing-leesbaar)
-> verschillen semantisch, syntactisch en morfologisch
-> nulafleiding: sprake van affigering (hoorbaar of niet)
bv. douche – douche, fiets – fiets (impl.), man – beman (expl.)
-> handeling waar N betrokken is
-> schema: [[X]Ni ]V
Grammaticalisatie
Het (diachrone) proces waarbij inhoudswoorden functiewoorden worden.
-> bv. richting -> richting onze klanten, richting Amsterdam
-> combinatie v lexicale woorden tot 1 functiewoord w/ => lexicalisatie & grammaticalisatie
=> bv. vanwege, tijdens
=> sommige zijn gn geheel geworden maar fungeren in hun geheel als vz (ter wille van)
-> gedurende; functiewoord oorspronkelijk van deelwoord met subject-predikaatverbinding
-> woorden met on- tonen dat ww adjectief-status gehad hebben, want on- hecht zich aan adj
-> verbleking: betekenis v. woordgroep wordt abstracter. De concrete betekenis raakt verloren.
bv. met het oog op (geen sprake van letterlijk oog)
-> inferentie: betekenissen van woorden veranderen
bv. terwijl (spreker kan beslissen dat tegenstelling bestaat tss gelijktijdige toestanden)