Professional Documents
Culture Documents
Lexicon TJ&As
Lexicon TJ&As
Inez Beukeleers
Prof. Myriam Vermeerbergen
1. Introductie: lexicon
Mentaal lexicon
Woorden/gebaren van een taal, morfemen + betekenis en andere kenmerken van de items
Mentaal zit in het hoofd van de taalgebruiker
Core lexicon
Geconventionaliseerde vorm-betekenisparen
= ‘bevroren lexicon’ (Vermeerbergen 1996, 2006)
Non-core lexicon
Gebaren(constructies) die slechts gedeeltelijk gespecifieerd zijn
= depicting signs & wijsgebaren
DS = opgebouwd uit handvorm (en oriëntatie), gebaarder combineert dit zelf met
andere parameters om de betekenis te creeëren
Betekenis is contextafhankelijk
= productief lexicon
2.1. Core native lexicon
Productief lexicon
Gebarenconstructies die het resultaat zijn van een creatief proces
Cf. ook Brennan (1990): mix ‘n match signs
= depicting signs (Liddell 2003)
Entiteitsclassifers
Weergave van een (deel van een) referent
Handvorm weerspiegelt vormelijke eigenschappen van de referent
Tonen van locatie en/of beweging van een referent
Subtypes
Whole entity: weergave van een volledige referent
Collective handshape: beweging en/of locatie van groep mensen/dieren
Body part classifiers: handvorm verwijst naar een lichaamsdeel van de referent,
bv B-handen
Extent handshape: weergave van hoeveelheden of volumes, bv. verandering van
volume in glas water
2.2. Non-core native lexicon
Manipuleerclassifiers
Toont hoe handen van de referent met een object interageren
Subtypes
Holding handshape: toont handvorm van persoon/dier in interactie met een object,
handvorm verwijst naar object, bv. vasthouden van boek, tas
Touching handshape: toont hoe een object aangeraakt wordt, handvorm = hand,
bv. aanbellen, typen op computer
Instrumental handshape: handvorm weerspiegelt vorm van een voorwerp, bv.
haardroger, schaar, …
2.2. Non-core native lexicon