You are on page 1of 21

VGT Taalkunde 2

Het lexicon volgens Johnston & Schembri (2007)

Inez Beukeleers
Prof. Myriam Vermeerbergen
1. Introductie: lexicon

 Mentaal lexicon
 Woorden/gebaren van een taal, morfemen + betekenis en andere kenmerken van de items
 Mentaal  zit in het hoofd van de taalgebruiker

 Indeling o.b.v. ontstaan van gebaren


 Native lexicon: ontstaan binnen de taal, binnen een bepaalde taalgemeenschap, bv.
Vlaamse Dovengemeenschap
 Non-native lexicon: ontstaan door taalcontact
 Bv. Vingerspelling  taalcontact met het NL
 Bv. samenstellingen uit het NL
1. Introductie: lexicon

Johnston & Schembri (2007: 158)


2. Native signs

 Core lexicon
 Geconventionaliseerde vorm-betekenisparen
 = ‘bevroren lexicon’ (Vermeerbergen 1996, 2006)

 Non-core lexicon
 Gebaren(constructies) die slechts gedeeltelijk gespecifieerd zijn
 = depicting signs & wijsgebaren
 DS = opgebouwd uit handvorm (en oriëntatie), gebaarder combineert dit zelf met
andere parameters om de betekenis te creeëren
 Betekenis is contextafhankelijk
 = productief lexicon
2.1. Core native lexicon

 Volledig lexicale gebaren


 Combinatie van 4 parameters (min of meer vaste vorm) die een vaste betekenis
oproept
 = bevroren lexicon
 Vormen de basis voor woordenboeken
2.1. Core native lexicon

 Kenmerken van lexicale gebaren


 Fonologische beperkingen (zie ook BA1, oranje boek)
 Bv. symmetrie en dominantieconditie
 Bv. Beperkte set handvormen, bewegingen en articulatieplaatsen
 Bv. two-type constraint
 Verschillen op vlak van grammatica (zie ook Vermeerbergen 1996 voor VGT)
 Werkwoordgebaren: SVO
 Werkwoordelijke constructies: SOV
 Verschillen op vlak van semantiek
 Vaste gebaren: 4 parameters, apart identificeerbaar, maar betekenis door combinatie
 Productieve gebaren: complexere betekenisconstructie, elke parameter draagt op
zichzelf betekenis
2.1. Core native lexicon

 Subtypes core native signs:


 Gebaren die volledig gespecifieerd zijn in betekenis
 Wijziging in de vorm  fout gebaar of gebaar met andere betekenis

 Samenstellingen: combinatie van meerdere morfemen

 Onvolledig gespecifieerde gebaren: indicating verbs


 = directionele werkwoorden zoals GEVEN en VRAGEN
 Slechts gedeeltelijk gespecifieerd: locatie en beweging zijn variabel hier, i.e.
verwijzen naar de argumenten
2.2. Non-core native lexicon

 Productief lexicon
 Gebarenconstructies die het resultaat zijn van een creatief proces
 Cf. ook Brennan (1990): mix ‘n match signs
 = depicting signs (Liddell 2003)

 Indeling depicting signs op basis van handvormen


 Entiteitsclassifiers
 Manipuleerclassifiers
 Size and shape specifiers
2.2. Non-core native lexicon

 Entiteitsclassifers
 Weergave van een (deel van een) referent
 Handvorm weerspiegelt vormelijke eigenschappen van de referent
 Tonen van locatie en/of beweging van een referent
 Subtypes
 Whole entity: weergave van een volledige referent
 Collective handshape: beweging en/of locatie van groep mensen/dieren
 Body part classifiers: handvorm verwijst naar een lichaamsdeel van de referent,
bv B-handen
 Extent handshape: weergave van hoeveelheden of volumes, bv. verandering van
volume in glas water
2.2. Non-core native lexicon

 Manipuleerclassifiers
 Toont hoe handen van de referent met een object interageren
 Subtypes
 Holding handshape: toont handvorm van persoon/dier in interactie met een object,
handvorm verwijst naar object, bv. vasthouden van boek, tas
 Touching handshape: toont hoe een object aangeraakt wordt, handvorm = hand,
bv. aanbellen, typen op computer
 Instrumental handshape: handvorm weerspiegelt vorm van een voorwerp, bv.
haardroger, schaar, …
2.2. Non-core native lexicon

 Size and shape specifiers (SASS)


 Weergave van de vorm en/of grootte van een referent
 Subtypes
 Surface handshape: geeft een oppervlak weer, bv. B-hand voor het beschrijven van
het wegdek
 Dept and width handshape: bv. tonen van de vorm van een tuinslang d.m.v. C-
handen
 Perimeter handshape: traceert de omtrek van een voorwerp (vaak 1-hand)
Depicting signs
Depicting signs
Depicting signs
Depicting signs
Depicting signs
Depicting signs
2.2. Non-core native lexicon

 Kenmerken depicting signs


 Combinatie van morfemen en gesture (partly-lexical) (Liddell 2003)
 Depicting signs gelijken sterk op gestures gebruikt door sprekers
 Functie van een classifier achterhaald o.b.v. Handvorm én oriëntatie én beweging in
specifieke context

 Perspectiefwissel: observer en character perspective


Gesture
3. Visuele voorstelling van het lexicon

Johnston & Schembri (2007: 158)


3. Visuele voorstelling: enkele opmerkingen

 Voorgestelde categorieën zijn niet strikt van elkaar te scheiden


 Evoluties/veranderingen in het lexicon
 Bv. Gevingerspelde elementen kunnen evolueren tot vaste gebaren, bv. WC
 Bv. Geïnitialiseerde gebaren, bv. maandag, donderdag, geel
 Bv. depicting signs/classifierconstructies
 Lexicaliseringsprocessen: evolutie naar een gebaar bestaande uit 4 vaste parameters die
een vaste betekenis oproepen, bv. ONTMOETEN
 De-lexicaliseringsprocessen: heractiveren van iconiciteit in lexicale gebaren. Bv.
ZWEMMEN, wwc: met-veel-moeite-vooruit-zwemmen

 Onderscheid depicting signs en vaste gebaren is niet eenvoudig te bepalen

You might also like