You are on page 1of 2

Retorische figuren

Eenvoudigste vorm van herhaling :


 Epanalepsis : (...xx...)

Onderscheid volgens de plaats van de herhaling:


De eerste positie van het woord heeft een semantisch een informatieve functie (indicat); een
tweede plaatsing van hetzelfde woord heeft een versterkte emotionele functie (affirmat) boven
de informatieve. De tweede plaatsing van het woord is dus semantisch verschillend van de
eerste door de overheersende emotionele functie.

i. Anadiplosis : (....x/x....)
ii. Epanadiplosis : (x.......x)
iii. Anaphora : (x..../x....)
iv. Epiphora : (....x/....x)
v. Simploche of complexio : (x....y/x....y)
vi. Gradatio (of climax) komt voor in twee vormen:
1. x.../x...y/y...z/z...
2. xyz...
In beide gevallen hebben we een verbetering van de semantische kracht van elke term
in de ketting (x<y<z). De eerste vorm is eigenlijk een verdere uitwerking van een
anadiplosis.

Variatie in het herhaalde woord:


De retoriek bekijkt variatie als een zijtak van herhaling, volgens onderstaand schema:

herhaling
met equivalente leden met verschillende leden
met contact met afstand variërende vorm invariante vorm
epanalepsis epanadiplosis polyptoton distinctio
anadiplosis anaphora synonym (diaphora)
gradatio epiphora ..... ........

Als de variatie de morpho-syntactische functie van het herhaalde woord beïnvloedt hebben we
een polyptoton. Voorbeeld: with eager feeding food doth choke the feeder.

Als de variatie de betekenis van een bijna identieke term beïnvloedt spreken we over een
distinctio (of diaphora). Voorbeeld: votre raison n’est pas raison pour moi.
Er is dus een dubbelzinnigheid wanneer een herhaling verschillen doet vermoeden maar
tegelijkertijd ook gelijkheden.

Retoriek in de muziek
De vergelijking van woordstructuren met muziekstructuren is zeer complex:
 Er is geen duidelijke overeenkomst tussen de verschillende soorten variaties die taal
beïnvloeden en deze die muziek beïnvloeden.

Retorische figuren Pag 1/2


 Een geschreven tekst kan enkel zinspelen op de acties en emoties die hij teweeg brengt
(tenzij we een theatertekst beschouwen).
 Een muziekpartituur bevat een aanzienlijk deel van tekens om de expressie in de
muzikale uitvoering te ondersteunen. Deze tekens kunnen niet zo maar gereduceerd
worden want zelfs de duur speelt een rol.

Onderstaande tabel geeft een samenvatting van de factoren die muzikale variaties
veroorzaken. Ze zijn onderverdeeld in drie takken.

accent; arsis/thesis; opmaat/neermaat


ritme
duur
1
agogiek (ritmisch minuscule veranderingen)
dynamiek
articulatie, timbre, instrumentatie
pitch-richting (opwaarts/neerwaarts)
2 octaaf-transpositie
interval-amplitude
melodische functie
3 (wijziging van de harmonisatie van hetzelde melodisch segment)
harmonische functie (wijziging van de functie van hetzelfde akkoord)

Andere relevante figuren

 Anastrophe: twee naburige elementen die elkaars plaats innemen : ab  ba;


(ab)c  (ba)c
 Hyperbaton: scheiding van twee woorden die bij elkaar horen door de insertie van een
zinsdeel (van één of twee woorden) die er niet rechtstreeks bij behoort. Kan worden
onderverdeeld in twee variëteiten volgens de aard van de splitsing:
1) (ab)c  c(ab)
2) (ab)c  b)a(c
 Ellipsis: weglaten van een of meer woorden die door de lezer of luisteraar moeten
ingevuld worden.
 Hyperbole: een overdrijving met als doel het versterken van het retorisch effect
(voorbeeld bij muziek: het verbreden van de pich-ruimte).
 Chiasmus: twee overeenstemmende paren waarvan de volgorde wordt omgekeerd:
(abab)  (abba)
 Antithesis: oppositie of contrast in een evenwichtige of parallelle constructie.
 Interruptio: pauze (een stilte beladen met emotie).

Retorische figuren Pag 2/2

You might also like