You are on page 1of 22

18 DECEMBER 2020

DRAAIBOEK
ANNE VAN DER PLAS - 2158509
DANE VAN DEN DUNGEN - 2159527

AVANS 'S-HERTOGENBOSCH
BUSINESS INNOVATION
MAARTJE DAMEN
KLAS 2F
WIE ZIJN WIJ?

Anne van
der Plas
Dane van
den Dungen
INHOUDSOPGAVE

STARTVRAAG
IDOARRT
INTRODUCTIE
DIVERGEREN
CONVERGEREN
AFSLUITING
BIJLAGE
STARTVRAAG
Hoe zorgen we ervoor dat cadeaukaarten meer
gebruikt worden door de doelgroep 30-50
jarigen?
Cadeaukaarten zijn al jaren populair. Maar wordt elke cadeaukaart wel echt gebruikt? Of
belanden deze bij iedereen in de kast?
Voor ons project in de K2 zijn we een concept aan het bedenken voor het beginnende
bedrijf, Onder een Boom. Dit is een bedrijf dat duurzame kerstbomen verkoopt. En voor
elke kerstboom die verkocht wordt planten zij een boom ervoor terug en ook nog vijf
extra bomen elders in de wereld.
De opdracht vanuit het bedrijf die we hebben gekregen is om een concept te bedenken
dat de klanten bij het bezorgen van de kerstboom erbij te krijgen.
Als concept hebben wij(onze projectgroep) de cadeaukaart bedacht. Deze cadeaukaart
wordt universeel, maar zal alleen gebruikt kunnen worden bij duurzame bedrijven.
Maar hoe gaan we ervoor zorgen dat deze cadeau kaart niet in de kast belanden net als
alle anderen kaarten?
Daarnaast zijn de meeste mensen die een boom bestellen bij onder een boom tussen
de 30 en 50 jaar. Dit zijn dus de mensen die de de cadeaukaart gaan ontvangen.
Omdat we ervoor willen zorgen dat de cadeaukaarten niet in de kast belanden hebben
we de volgende startvraag bedacht:

Hoe zorgen we ervoor dat cadeaukaarten meer gebruikt worden door de doelgroep 30-
50 jarigen?
IDOARRT
INTENTION

Deze brainstormsessie is bedoeld om een oplossing voor de probleemstelling te vinden.


Voor onze opdracht voor project zijn we bezig met het bedrijf onder een boom. Onder
een Boom verkoopt online kerstbomen en bezorgen de kerstboom. Ze willen de
mensen die een kerstboom kopen graag in verbinding brengen met andere duurzame
bedrijven, door middel van een cadeaukaart. Onder een Boom wilt er voor zorgen dat
de cadeaukaart echt gebruikt gaat worden. Uit onderzoek is gebleken dat de doelgroep
van Onder een Boom zijn 30 tot 50 jarigen.
Wij willen door de vraag: 'Hoe zorgen we ervoor dat cadeaukaarten meer gebruikt
worden door de doelgroep 30-50 jarigen?'
Antwoord krijgen op het probleem.

DESIRED OUTCOMES

Wat we willen bereiken door middel van deze brainstormsessie is om een concept te
vormen waardoor 30 tot 50 jarigen meer gebruik gaan maken van Cadeaukaarten en in
het specifiek de cadeaukaarten van Onder een Boom. We zijn opzoek naar kwalitatieve
concepten en toekomstgerichte concepten.

AGENDA

We beginnen met een hotstart, om kennis te maken met het onderwerp. Om daarna te
beginnen met de sessie. De brainstorm bestaat uit een divergeer- en convergeerfase. In
de divergentiefase is het de bedoeling om zoveel mogelijk ideeën te creëren. Wat voor
ideeën maakt nog niet uit. Het gaat niet om de kwaliteit maar om de kwantiteit.
Tussendoor doen we een energizer om de concentratie terug te brengen.
Pas in de convergentiefase wordt er gekeken naar de kwaliteit van de ideeën. In deze
fase breng je het aantal ideeën weer terug. Je gaat de ideeën kritisch selecteren. We
doen 1 divergeer fase en 1 convergeerfase en tussendoor een energizer wanneer dit
nodig is.

ROLES

Anne & Dane zijn de facilitatoren. De deelnemers zijn studenten uit het eerste jaar van
onze opleiding en we hebben van te voren al doorgekregen wie dat zijn. De brainstorm
sessie wordt geleid door beide, de eerste helft (25 minuten) wordt gefaciliteerd door
Dane en de tweede helft (25 minuten) door Anne.
Rol van de facilitator:
De facilitator zorgt voor een gestructureerd verloop en zorgt dat het geen chaos wordt.
Dit kan door deelnemers te motiveren door ze te helpen en door middel van een
energizer. Ook zorgt de facilitator voor de sfeer in de groep en zorgt ervoor dat iedereen
op zijn gemak is.

Rol van de deelnemer:


De deelnemer zorgt voor een actieve houding en een goede motivatie. Ook zorgt de
deelnemer voor zoveel mogelijk input en waar nodig is kan hij om hulp vragen aan de
facilitator. Ook denkt de deelnemer kritsch na over zijn eigen, maar ook het concept van
zijn mededeelnemers.

RULES

Online sessie:
- Camera aan.
- Microfoon alleen aan wanneer dit gezegd wordt.
- Niet op je telefoon zitten tussendoor.
- Niets is fout.
- Luisteren naar elkaar, elkaar laten uitspreken.
- Handje opsteken wanneer je iets wil vragen

TIME
Totaal: 50 minuten (2 keer 25 minuten)
Introductie: 8 minuten
Divergeren 10 minuten
Energizer: 7 minuten
Convergeren: 15 minuten
Presenteren en afsluiting: 10 minuten
Globale tijdsplanning

BENODIGDHEDEN

Online sessie:
- Mentimeter (hotstart)
- Stromboard (divergeren en convergeren)
- Microsoft teams
- Stormboard, word, powerpoint of pen en papier (concepten)
INTRODUCTIE
Opstarten
Doordat het de tweede keer is dat wij voor deze groep staan, is een voorstel rondje niet
nodig, de deelnemers zitten ook bij elkaar in de klas, dus gaan we ervanuit dat ze elkaar
al genoeg kennen.
Dit is voor ons voordelig. Op deze manier hebben we meer tijd om het onderwerp in te
leiden en de deelnemers een connectie te maken met het onderwerp. Op deze manier
hebben we ook meer tijd om de opdracht uit te leggen en de startvraag te introduceren.
We zullen als eerste de IDOARRT Introduceren, zodat zij weten wat ze te wachten staat.
Ook vertellen wij enkele regels waar de deelnemers zich aan moeten houden.

Hotstart
Door het gebruik van mentimeter willen we het onderwerp goed introduceren.
Er wordt een kleine quiz gehouden over de verschilllende aspecten het onderwerp. Op
deze manier maken de deelnemers op een andere manier kennis met het onderwerp.

Kerngedeelte
In het kerngedeelte gaan we brainstormen dit doen we twee keer in twee fases,
divergeren en convergeren. De eerste fase wordt door Dane gefaciliteerd, en de tweede
fase door Anne.

Afsluiting
Na dat de presentaties zijn geweest en er een duidelijk concept is gekozen, sluiten we
gezamenlijk af. En bedanken we de deelnemers voor alle leuke concepten. Ook vragen
we de deelnemers om een kleine reflectie achter te laten in de chat.
DIVERGEREN
TECHNIEK 1 – BRAINDRUMP

De deelnemers schrijven alle ideeen op die ze kunnen bedenken omtrent de vraag


'hoe zorgen we ervoor dat cadeaukaarten meer gebruikt worden door de doelgroep
30-50 jarigen?'. Hierbij horen ook gekke ideeën of ideeën die alleen in de toekomst
mogelijk zijn. Hiervoor hebben we ongeveer 4 minuten gerekend. Dit is genoeg tijd om
op een ideeën te komen. Dit is vooral bedoeld om de voor de hand liggende ideeën uit
het hoofd te halen.

TECHNIEK 2 - BRAINDUMP VANUIT PERSONAGE

De deelnemers gaan bij deze techniek opschrijven wat een bepaalde doelgroep zou
kopen met een cadeaukaart. De antwoorden die hier naar voren komen kunnen de
deelnemers gebruiken om nog meer ideeën te bedenken.
Voor deze techniek wordt ongeveer 1 minuut ingedeeld per personage. De personages
zullen kinderen, volwassenen en ouderen zijn. Zodat er veel diversiteit ontstaat en het
niet alleen gaat om de doelgroep maar iedereen daaromheen.

TECHNIEK 3 - TRY TOPPLING

Bij try toppling ga je ketens maken door woorden en dingen te vergelijken met elkaar.
Dit zal individueel worden gedaan, dit wordt ook niet in stormboard gedaan maar door
de deelnemers thuis, op een wit vel of in een word bestandje. Nadat de tijd om is voor
het maken van de keten, gaan de deelnemers met het laatste woord aan de slag om
een idee te bedenken voor op de startvraag. Voor het eerste gedeelte plannen we 2
minuutjes in, dit is niet heel veel maar op deze manier is er meer tijd voor het
bedenken van ideeën.

ENERGIZER

Als energizer hebebn we gekozen voor een variant op de ik ga op reis en in neem mee.
We beginnen met een zin van hooguit 3/4 woorden en hiermoet de volgende
deelnemer mee verder gaan, eerst moet natuurlijk ook de voorgaande zinnen herhaald
te worden. Op deze manier willen we meer interactie tussen de deelnemers creeëren.
We nemen geen concrete tijd hiervoor, we gaan dit afstemmen op hoe we zitten in de
tijd.
CONVERGEREN
TECHNIEK 4 – Dr. Love

Bij deze techniek gaat elke deelnemer terug kijken op alle ideeën die al eerder
zijn bedacht en mag elke deelnemer één idee selecteren, het idee dat ze het
leukste vinden. maar ook een idee dat goed antwoord kan geven op de
startvraag. Hier wordt een kleine 4 minuten voor gerekend, deze tijd hoeft
natuurlijk niet helemaal worden gebruikt. Maar op deze manier heeft elke
deelnemer ruim de tijd.

TECHNIEK 5 - Concept ontwikkelen

De deelnemers worden opgedeeld in tweetallen en gaan samen naar een


aparte ruimte in teams waar de deelnemers samen gaan overleggen over het
concept. De concepten moeten worden samengesteld met de eerder gekozen
ideeën. Het concept zal aan de hand van het samengestelde template ingevuld
en gemaakt worden. Hierdoor is er minder begeleiding nodig door de
facilitator. Die ook minder aanwezig zal kunnen zijn in teams.

AFSLUITING

Ook zullen de deelnemers samen een korte pitch voorbereiden. Die later voor
de andere groep zal worden gepresenteerd.
Hierna mag de groep gaan stemmen op het idee dat zij het beste en leukste
vinden.

Nadat de stemmen zijn geteld en duidelijk een winnaar is. Hierna zal worden
verteld wat er gedaan gaat worden met de concepten. En zal er ook gevraagd
worden of alle deelnemers een reactie achter willen laten over wat ze van de
sessie vinden, deze zullen we ook nog even kort bespreken als hier nog tijd
voor is.
BIJLAGE:
De link naar de opgenomen sessie van 18/12:

Brainstorm sessie Anne & Dane 18/12/2020 -


MyMedia - Avans Hogeschool
BIJLAGE: REFLECTIE
Anne
Inleiding
Voor Faciliteren in de K2 hebben Dane van den Dungen en ik,
Anne een brainstormsessie gefaciliteerd aan studenten van de klas F uit jaar 1.
Dit waren 6 deelnemers. De eerste keer hebben we de sessie gehouden voor 6
studenten op school, en de tweede keer hebben we online op teams een sessie
gehouden voor 5 studenten.
We hebben twee verschillende sessies gehouden en ook twee totaal verschillende
startvragen gebruikt.

1. Hoe zorgen we ervoor dat er minder pakketten retour gestuurd worden in


Nederland?
2. Hoe zorgen we ervoor dat de cadeaukaarten meer gebruikt worden door de
doelgroep 30-50 jarigen?

Ik had van tevoren enkele leerdoelen voor mezelf opgesteld.


Deze doelen heb ik samengesteld na het kijken van de opname van mijn vorige
faciliteersessie.

Weer creatief met de tijd, maar let op dat de sessie niet te lang duurt.
Wees flexibel denk niet alles precies van te voren uit en kijk met het schuiven van
technieken en fases.
Houd rekening met dat de deelnemers de meeste technieken nog niet kennen.
Wees duidelijk en rustig.

Er was een goede sfeer tijdens de sessie, een veilige sfeer. De deelnemers waren niet
bang om raar aangekeken te worden en werden door de andere deelnemers ook niet
voor gek verklaard. Ook was de sfeer verder ook gezellig, de deelnemers kennen
elkaar al langer dus dat lag in ons voordeel.
De aantallen van de ideeën waren enorm, in de eerste sessie waren er duidelijk meer
ideeën dit kwam door de manier van ideeën bedenken en doordat we de eerste keer
tweemaal de fases divergeren en convergeren hebben doorgelopen. De kwaliteit was
de eerste sessie dan ook minder doordat er sneller door de fases heen werd gelopen.
De tweede sessie is er meer gefocust op de kwaliteit van de ideeën en minder op de
aantallen. Hierdoor zijn de eindresultaten van deze ook minder maar wel beter van
kwaliteit.

De foto's van de sessie vind je achteraan in de bijlage.


Draaiboek
Als ik terug kijk op het draaiboek, vind ik de gekozen startvraag zeer specifiek en ook
duidelijk, zo duidelijk dat je het na een keer lezen al helemaal begrijpt. Echter hadden
we de startvraag bij de sessie wat beter moeten inlichting onder de deelnemers zodat
die de achtergrond nog beter begrepen en de omgeving van de vraag beter in beeld
hebben bij het bedenken van ideeën.

De geselecteerde werkvormen waren misschien wel aan de simpele kant. Voor de


deelnemers was het natuurlijk de eerste keer dus we wilde ze eerst rustig kennis laten
maken met hoe een brainstormsessie in elkaar zit en daarna de techniek te
introduceren. Vanwege de 2e landelijke lockdown waren we genoodzaakt om de
brainstormsessie online voort te zetten. Hiervoor hebben we op teams een ‘team’
aangemaakt. In dit teams kanaal hebben we verschillende ruimtes aangemaakt:
Groepsessie, Break-out room 1, Break-out room 2 en Break-out room 3. En daarnaast
is er altijd nog het algemene kanaal. We hebben de deelnemers van te voren
toegevoegd aan dit kanaal en hebben ze hierover gemaild. Met de uitleg erbij. In het
teams kanaal hadden we nog meer uitleg over de sessie gezet, zodat alles duidelijk
zou worden. Ik vind dat Dane en ik dit goed hebben gedaan, door deze ruimte aan te
maken was het ook makkelijker om de deelnemers tijdens de sessie in tweetallen te
kunnen laten werken, waardoor het voor de deelnemers een stukje meer interactief
wordt en de deelnemers ook kunnen overleggen over de ideeën die ze hebben en hoe
ze het eindresultaat willen gaan presenteren. Het meeste uit het draaiboek hebben we
kunnen uitvoeren, echter alleen de try toppling techniek niet helemaal zoals we de
techniek hadden uitgedacht. Door de moeizame start was er veel tijd verloren gegaan
en hebben we ervoor gekozen om de try toppling techniek niet af te maken, door het
laatste deel van de techniek, ideeën bedenken niet meer te doen en meteen door te
gaan naar de Energizer.

Daarnaast was de bedoeling om niet op je eigen concept te


stemmen aan het einde van de sessie, wanneer er een gestemd zou worden op het
beste concept. Echter waren er maar twee groepjes in plaats van 3 waardoor de groep
met het drietal nooit kunnen winnen.

Mijn gedrag als facilitator.


De tweede sessie waarvan dit draaiboek is, is natuurlijk online gehouden, waardoor er
een hele andere omgeving is als wanneer de sessie fysiek op school zou plaats vinden.
Bij de eerste sessie op school hebben we tafels bij elkaar geschoven en andere
onderdelen in het lokaal juist ver weg geschoven, zodat er duidelijk een groep was. En
dat alle gezichten de juiste richting op stonden. De tweede sessie, de online sessie,
daar hebben we de deelnemers naar een andere online ruimte laten gaan in de door
ons aangewezen twee- en drietal. Hierdoor heb ik bepaalde mensen laten
samenwerken. Ik heb hierbij vooral gekeken naar hoe de deelnemers die dag bezig
waren en ook gekeken naar welke deelnemers moeite hadden met ideeën bedenken
en naar degene die nergens moeite mee hadden. Om er toch voor te zorgen dat beide
groepen op het zelfde niveau van een concept uit zouden komen heb ik degene met
minder moeite samen gezet met een deelnemer die iets meer moeite heeft met
ideeën bedenken.
De werkwijze die zijn gebruikt waren niet de moeilijkste technieken, maar ik vind
doordat we alles duidelijk en rustig hebben uitgelegd en om bevestiging gevraagd na
het uitleggen van de opdracht of ze alles hadden begrepen. Ik heb niet het idee gehad
dat de opdracht na het uitleggen niet duidelijk was en heb ook geen vragen gehad
over hoe iets precies zat. We hebben de techniek try toppling dus wel ingekort,
achteraf hadden we deze opdracht beter in zijn geheel kunnen overslaan. Zodat er
ook geen onduidelijkheid ontstond over waarom we de techniek niet hebben
afgemaakt. Dit had ik ook nog even kunnen toelichten, dat dit vanwege de tijd niet
door ging. In het begin hebben we een korte hot start gehouden om het onderwerp
in te leiden en daaruit ook de startvraag te vertellen. Zoals je in het draaiboek kan
lezen zit er een grote achterliggende gedachte bij de startvraag, deze hebben we maar
deels verteld waardoor de uiteindelijke gedachtes van de deelnemers misschien
anders geweest zouden zijn. Ik faciliteerde zelf het convergerende deel van de sessie
en ik vind zelf dat ik de startvraag in deze fase nog een keer extra goed onder de
aandacht heb gebracht door nogmaals te zeggen, denk goed terug aan de startvraag
zou dit idee een goede oplossing zijn? Door dit te zeggen denk ik dat ik er ook voor
gezorgd heb dat de deelnemers nog een keer nadachten voordat ze een idee kozen
om deze verder uit te werken. Op deze manier heb ik er ook voor gezorgd dat de
ideeën goed aansloten als concept op de startvraag maar ook dat de ideeën
kwalitatief goed waren. En dus ook echt zouden kunnen worden uitgevoerd.

Feedback
van alle deelnemers hebben we gezamelijke feedback gekregen. Echter is deze
feedback niet erg gericht op hoe wij het als facilatoren hebben gedaan maar meer
gericht op het verloop van de sessie. De feedback die we kregen waren:
Ondanks online toch erg leuk! ( graag meer pictionary).
Leuk, Ondanks online toch een goede oplossing, genoeg interactie.
Leuk dat we nieuwe technieken hebben gebruikt. Misschien wel leuker om het
eerder al interactief te maken.
Toch goede interactie terwijl het online was.
Goede technieken bedacht die goed online uit te voeren waren.

Dit is natuurlijk wel allemaal fijne feedback om te krijgen. Het is heel fijn om te horen
dat ze vinden dat het ze het interactief vonden ondanks het online was.
Gelukkig was de feedback van de docent nuttiger. Als algemene feedback is er naar
voren gekomen dat interactie heel belangrijk is, en dat is ene puntje dat we in het
eerste deel van de sessie nog erg miste. Deze interactie ontstaat ook wanneer je de
ideeën na dat ze zijn bedacht meteen hard op te bespreken, dit had ik niet helemaal
kunnen doen in de online sessie omdat ik alleen de convergeerfase heb gefaciliteerd
maar in de eerste sessie had ik de ideeën meteen kunnen bespreken met de
deelnemers en bij sommige ideeën wat meer om uitleg hebben gevraagd. Om er ook
voor te zorgen dat de deelnemers actief mee blijven doen kunnen we de deelnemers
in het vervolg een luisteropdracht mee geven voor wanneer de andere deelnemers
aan het presenteren/pitchen zijn. Hierdoor blijven de deelnemers actief en luisteren
goed naar de ander en kunnen ook nadere vragen stellen.
Naast deze algemene punten hebben we ook te horen gekregen dat wij door onze
‘break-out rooms’ voor een goede interactie hebben gezorgd. We hebben ook te
horen gekregen dat we wat transparanter mochten zijn naar de deelnemers toe. Over
waarom we een techniek niet volledig konden afronden. Ook hadden we
transparanter mogen zijn uit waaruit de startvraag naar voren is gekomen. En wat de
preciezere achtergrond is.

Leerdoel
Dit zijn punten die de volgende keer goed toegepast kan worden. En die een groot
verschil gaan maken bij de deelnemers. Uit al deze feedback punten heb ik een
nieuwe leerdoel gemaakt voor de volgende faciliteer sessie.

1. Volgende keer ga ik de deelnemers meer inlichten over het onderwerp en waarom


ik bepaalde keuzes maak/gemaakt heb tijdens de sessie. Dit doe ik door bij alles
wat ik zeg uit te leggen waarom ik het doe. Ik ga dit controleren door aan het einde
aan de deelnemers te vragen.

Conclusie
Ik denk dat ik van deze twee sessies meer geleerd heb dan dat ik zelf wil toegeven of
dat ik zelf doorheb. De eerste keer ging er nog zoveel mis. Waardoor we de tweede
keer een heleboel dingen anders hebben kunnen doen. Maar er is nog steeds veel te
leren.
BIJLAGE: REFLECTIE
DANE
INLEIDING
Op 18 december 2020, de laatste dag school voor de kerstvakantie hebben Anne en ik
een brainstormsessie gehouden voor 5 eerstejaars leerlingen uit klas F. Helaas hadden
we net het ongeluk dat de lockdown drie dagen van te voren aangekondigd werd en we
dus online moesten faciliteren. We waren hier wel goed op voorbereid en dit was dan
ook geen probleem.

We hadden duidelijk van te voren aangegeven dat wanneer iemand aanwezig zou zijn,
we het fijn zouden vinden als diegene afmeld van te voren. Helaas had 1 iemand niet op
tijd afgezegd en moesten we onze plannen een beetje aanpassen, wat zonder moeite
ging.

Met ons project waren we bezig met het onderwerp cadeaukaarten en het leek ons een
leuk idee om hierop in te spelen tijdens de brainstormsessie. We hadden nog een beetje
inspiratie nodig en waren zelf van plan om ook een brainstorm te doen met ons
projectgroepje. We hebben wel de startvraag wat moeten aanpassen natuurlijk, omdat
het niet hetzelfde kan zijn en we zo veel mogelijk ideeën wilden verzamelen. We hebben
aan de mensen in onze omgeving gevraagd of ze wel eens een kadokaart hadden
gebruikt. Hieruit bleek dat de doelgroep 30-50 jarigen vaak een kadokaart had gekregen,
maar niet snel gebruikt. Zo kwamen we op de vraag ‘’Hoe zorgen we ervoor dat
cadeaukaarten meer gebruikt worden door de doelgroep 30-50 jarigen?’’

We wilden graag zelf wat wijzer worden over het onderwerp cadeaukaarten en hebben
zo voor de quiz in de hotstart wat feitjes opgezocht daarover.

Toen we terug keken op de eerste faciliteer sessie, hadden we een hoop dingen die
verbeterd moesten worden. Zo heb ik een aantal leerdoelen opgesteld:
- De startvraag specifieker maken en duidelijk maken naar de deelnemers hoe deze
wordt beantwoord.
- Meer interactie met de deelnemers door ze samen te laten werken, wat ook zorgt voor
een nieuwe kijk op het onderwerp.
- Orde houden en zorgen dat er niet steeds door de uitleg heen wordt gepraat.Duidelijk
uitleg geven, aangezien de deelnemers waarschijnlijk de meeste technieken en online
programma’s nog niet hebben gebruikt.
- Om de orde te houden had ik gezegd dat ze tijdens de uitleg hun microfoon uit
moesten zetten, maar als ze een vraag hadden ze deze aan mochten zetten of een
handje op mochten steken. Dit ging goed en zo ontstond er duidelijkheid tijdens de
uitleg.
We begonnen met ideeën te bedenken, waar veel kwalitatieve ideeën uitkwamen. Ook
tijdens de braindump vanuit personage kwamen veel antwoorden die erg bruikbaar
konden zijn voor de convergeerfase. Helaas was er in de convergeerfase niet genoeg
gebruik gemaakt van deze ideeën en woorden, waardoor er maar naar een idee werd
gekeken en hierop werd gefocust.

De sfeer in de groep was goed. Doordat de deelnemers elkaar al kenden was er geen
ongemakkelijkheid en durfden ze te zeggen en doen wat ze wilden. Ze durfden vragen te
stellen en gaven het aan als ze iets niet begrepen. Dit vond ik heel fijn, omdat ik zelf ook
niet snel een vraag stel als ik iemand niet ken. Er werd ook gelachen en gezellig gepraat
(zie de foto ‘groep aan het werk’).

De technieken die we gebruikten in de divergeerfase gebruikten waren in de vorige


sessie ook al gebruikt, waardoor daar minder uitleg voor nodig was. Er kwamen
kwalitatief goede ideeën uit deze fase en hier konden we goed verder mee (zie het
screenshot van stormboard). Helaas ging het in de convergeerfase niet helemaal zoals ik
het zelf zou gedaan hebben, maar dat was niet aan mij om hier iets over te zeggen
tijdens de sessie, hierna heb ik er wel wat van gezegd. Verder vond ik de resultaten
(allebei) niet heel bijzonder, maar ik zag wel dat de deelnemers hun best hadden gedaan
met de ideeën die zij aangereikt kregen.

DRAAIBOEK
De startvraag die we hebben gekozen is veel specifieker dan in de vorige
brainstormsessie, waardoor het voor de deelnemers makkelijker werd om ideeën te
bedenken. Voor de technieken hadden we express simpel gehouden, het is natuurlijk
moeilijk om iets uit te leggen over teams, maar de technieken die gebruikt werden
waren wel erg nuttig en leerzaam.

De try-toppling techniek was misschien een beetje overbodig, omdat daar niks meer
mee is gedaan voor het eindconcept. De energizer daarentegen was wel heel
interessant er daardoor werd de sfeer weer beter en voelden ze zich op hun gemak.

We hadden een kanaal aangemaakt op teams, zodat de deelnemers in 2 groepen


konden splitsen en hierin overleggen over hun concept. Anne is langs geweest bij de
groepjes om ze te motiveren en eventuele vragen te beantwoorden wat zij zelf heel fijn
vonden.

Gelukkig ging het allemaal goed op teams met het vinden van het kanaal, door de uitleg
die we van te voren hebben meegegeven.Wat wel anders was, was natuurlijk dat we
rekening hadden gehouden met 6 deelnemers en daardoor ook 3 verschillende
groepjes en 3 verschillende concepten. Helaas hebben we last-minute de groepjes
moeten veranderen, maar dit was geen probleem.
Verder hebben wij ons aan de tijdplanning gehouden en de technieken die we zouden
gebruiken, ook al is er in de convergeerfase niet genoeg gebruik gemaakt van alle
uitkomsten uit de divergeertechnieken. We kregen vorige keer als tip terug om de
energizer iets korter te maken en dit hebben we dan ook gedaan. Hierdoor was er nog
genoeg tijd om genoeg ideeën te bedenken en ons aan de tijd te houden, maar werd er
wel weer een goede en gezellige sfeer gecreëerd.

MIJN GEDRAG ALS FACILITATOR


Wat ik vorige keer heb gemerkt, is dat het echt nodig is om de deelnemers veel te
motiveren en erbij te betrekken. Anders gaan ze iets anders doen en focussen ze zich
niet op wat er moet gebeuren. Wat ik deze keer dus heb gedaan is tussendoor zeggen
dat ze goed bezig zijn en eventueel suggesties geven als ik zag dat iemand vast liep, wat
natuurlijk over teams moeilijk is dan in het echt. Ook het duidelijker uitleggen van de
technieken was iets waar ik dit keer extra op heb gelet. De tijd was ook iets waar we
meer rekening mee moesten houden. Zo heb ik bijgehouden hoeveel minuten er voor
elke techniek gebruikt werd zodat dit aan ons tijdschema voldeed. Ik vind dat ik goed
heb herhaald wat de startvraag was en in tegenstelling tot vorige keer was hier geen
onduidelijkheid over.

Wat ik beter had kunnen doen is de interactie. Ik wilde graag goed de orde houden,
waardoor de microfoons uitstonden. Wel vroeg ik de deelnemers als ik iets had
uitgelegd of ze het begrepen door een duim op te steken, dit ging erg goed. Maar
hierdoor werd er niet veel met elkaar overlegd, zoals het uitspreken waar je aan denkt.

FEEDBACK
De feedback die we kregen was vorige keer dat er iets meer uitgelegd moest worden wat
nou precies de bedoeling was, maar deze keer was dat iets minder, namelijk:
- Ondanks online toch erg leuk! ( graag meer pictionary).
- Leuk, Ondanks online toch een goede oplossing, genoeg interactie.Leuk dat we
nieuwe technieken hebben gebruikt. Misschien wel leuker om het eerder al
interactief te maken.
- Toch goede interactie terwijl het online was.
- Goede technieken bedacht die goed online uit te voeren waren.

Dit soort feedback is goed om te horen, maar zegt meer over de technieken etc. dan
over ons als facilitatoren zelf. Hierdoor kan ik er niet goed uit halen hoe wij het
hebben gedaan en we hadden hier meer op door moeten vragen.
Van de docent kregen we terug dat we het erg goed hadden gedaan om groepjes te
maken en hiervoor verschillende break-out rooms. Ook dat ik de deelnemers goed
motiveerde en vroeg of ze het begrepen, kreeg ik als positieve feedback terug. Wel
kregen we terug dat we iets meer uitleg hadden mogen geven over waarom we deze
startvraag hadden gekozen, omdat ze dit niet helemaal duidelijk vond. Hier ben ik het
zeker mee eens, alleen was dit moeilijk, omdat er niet veel uitleg achter zat. Volgende
keer ga ik er dus op letten dat ik meer open ben over het onderwerp van de sessie en
waarom hiervoor gekozen is.

Ik kreeg de observator, Anne, terug dat ik iets meer interactie had moeten laten
gebeuren en dit neem ik dan ook zeker naar volgende keer mee.

NIEUWE LEERDOELEN

Van deze sessie heb ik een hoop geleerd, wat er namelijk goed ging, maar ook zeker wat
er volgende keer beter moet gaan. Zo heb ik een aantal doelen voor mijzelf opgesteld:
- Duidelijk naar voren brengen wat de gedachte is achter het onderwerp en de
startvraag.
- Meer interactie laten ontstaan tussen de deelnemers tijdens de divergeerfase. Als
het online is dus bijvoorbeeld door de microfoon aan te zetten en te zeggen waar je
aan denkt.

CONCLUSIE
De 2e sessie ging een stuk beter dan de eerste, we kregen toen een vreemde groep
eerstejaars voor ons, die gek genoeg allemaal ouder waren dan wij waren, waardoor dit
best spannend was. Maar toen we ze beter leerden kennen was de ongemakkelijkheid
weg en voelden we ons allemaal op ons gemak. Er zijn nog een aantal verbeterpuntjes,
maar overal ging het een stuk beter dan we gehoopt hadden en hebben we veel geleerd
van niet alleen de sessie zelf, maar ook van de deelnemers.
Werkomgeving

Groep aan het werk


Resultaten:

You might also like