You are on page 1of 4

Geschiedenis

H3 de vroege middeleeuwen

Kenmerkende aspecten

 De verspreiding van het christendom in geheel Europa (500)


> kerstening
 Het ontstaan en de verspreiding van de Islam (622)
 De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarische-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hof stelsel en horigheid (500)
 Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur (500-1000)

3.1 Hofstelsel en horigheid

Verschillende standen:

1. Adel
2. Geestelijkheid > heren , bestuurders ,krijgsheren + rechters
3. Boeren
- Vrije boeren : eigen land , eigen baas -> militaire plicht + zelf zorgen voor harnas , paard
en wapens
- Horige : geen militaire dienst -> land niet verlaten / trouwen zonder toestemming +
moesten herendiensten verrichten
- Lijfeigenen : zonder bezit , knechten vd heer -> bezit vd heer

De heer = van adel + eigenaar van een stuk grond [het domein]

het domein = stond in de economie centraal -> het economisch systeem => domaniale stelsel / hof
stelsel [NW vh West Romeinse Rijk] -> het domein bestond uit losse stukken grond-> er was een
driedeling van de grond =>

- Vroonhof , gebruikt door de heer [huis van de heer = hoofdhoeve] & gebouwen
- Akkergrond + boerderijen => boeren
- Woeste grond => schaapherders , varkenshoeders -> hout , bessen , kruiden

Agrarische samenleving = dit ontstond in de vroege middeleeuwen , mensen leefden alleen nog maar
van de landbouw + alle boeren woonde op het domein [en niet meer in de stad]

 Hiervoor [agrarische samenleving] had je de agrarische urbane … mensen handelden toen


ook en een groot deel woonde in de stad

Oorzaken en gevolgen van het hofstelsel

Hofstelsel = het economisch systeem in de vroege middeleeuwen , waarin het domein centraal stond

De volksverhuizing => uiteenvallen van het WRR => de handel verdween en de nijverheid nam af ->
autarkie

Uiteenvallen vh WRR -> geen soldaten om de grenzen en wegen te bewaken -> onveiligheid -> handel
kromp + handelsroutes verdwenen -> geld verdween => ruilhandel

-> Romeinse elite verdwijnt -> vraag naar specialistische ambachtelijke kennis en vaardigheden nam
af [+ grondstoffen waren moeilijk te krijgen , door de handelswegen]

=> het hof stelsel ontstaat


Autarkie = zelfvoorzienend , binnen de dorpen bestond nog wel specialisatie + er was ruilhandel

De maatschappij

 Wordt steeds militairder en op oorlog gericht

De koningen + vertrouwelingen = macht > ipv macht bij het volk.


De koning zag het als zijn taak om het volk te beschermen en leiding te geven aan gebiedsuitbreiding

Hij werd daarin bijgestaan door een groep van aristocraten wie sterk gericht waren op oorlog voeren
wie dan ook opgeleid waren in het hanteren van wapens. Ook boeren kregen op een gegeven
moment militaire verplichtingen.

Geestelijken = enige geletterden , de rest is analfabetisch => de geestelijken maken dan ook de
wetten (administratieve taak binnen de maatschappij)

3.2 Europa wordt Christelijk

Eind 4e eeuw = Romeinen maakte Christendom tot staatsgodsdienst

Kerstening = steeds meer mensen bekeerde zich tot het Christendom, dit ging hand in hand met de
uitbreiding van de Franken -> ontwikkelde zich tot het machtigste volk in Nw Eu

Voorbeeld: Clovis (Frankische koning, barbaar): bekeert zich tot het Christendom, het Christendom is
een middel om eenheid te creëren en om onderlinge conflicten te verminderen.

Eind 7e eeuw = kersteningproces komt op gang in NL => Willibrord [690] -> Friezen waren koppig

Missionaris = geestelijke die mensen tot het Christendom probeert te bekeren

Bonifatius = opvolger Willibrord -> vermoord 754 , door Friezen

‘het Kerstening proces verliep moeizaam’

Reguliere en seculiere geestelijkheid

Reguliere geestelijken = kloosters , nonnen + monniken

Kloosters = abt [leven in armoede en geen seks > hier moest men zich aan houden] , kloosterregels ,
zelfvoorzienend , ziekenverzorgers , onderwijs -> moesten het geloof verspreiden -> het
kloosterleven had een grote aantrekkingskracht op mensen uit de bovenlaag

Domeinen = mensen schonken grond aan de kloosters -> ze werden grootgrondbezitters =>
domeinen + ontginning

Seculiere geestelijken = werelds , tussen de mensen => priesters [moesten rein zijn]

1. Paus
2. Bisschop -> stonden in contact met de Frankische heersers => vestiging bisdommen ,
stichting van nieuwe kerken
3. Pastoors -> zorgde voor de gemeente (parochie)

3.3 Het bestuur wordt feodaal

Het leenstelsel = manier van besturen -> leenheren lenen gebieden aan leenmannen
=> geld en diensten in ruil voor land en bescherming
Leenman [grafen / hertogen] = legde eed v trouw af aan de leenheer -> mochten opbrengsten vh
land houden , maar had wel militaire plicht [met zijn soldaten] -> regelde zelf het bestuur van zijn
geleende gebied [geld en diensten -> land en bescherming

Achterleenmannen = leende grond van de leenman

Leenheer = verleende bescherming + zijn grond -> meestal een koning

-> verraad en rebellie tegen de eigen heer kwam vaak voor

1. De koning -> zijn land is verdeeld in gouwen => bestuurd door grafen + hertogen [bij een
grotere stuk land : gouwen]
2. Achterleenmannen

Het ontstaan en de nadelen van het feodale stelsel

700 = ontstaan + verbreid over Europa

Waarom = Koning Karel Martel wilde een ruiterleger -> was duur -> hij had geen geld => feodale
stelsel -> militaire steun + trouw -> levensonderhoud (militaire oorsprong)
-> Karel de Grote => koppelde het leenstelsel aan het bestuur
Vazal = leenman

MAAR = de leenheer kreeg zijn grond niet terug -> leenmannen zagen de grond als hun eigendom +
als erfelijk & leenmannen hadden vaak meerdere leenheren => vazallen waren trouw aan de heren
die het meeste boden , voor hun trouw [in tijden van oorlog]

Feodaliteit was dus wel een oplossing voor geldgebrek en machtsverlies, maar veroorzaakte ook
nieuwe problemen

3.4 De verbreiding van de Islam

7e tot 9e eeuw = Arabieren stichten islamitisch rijk -> MO + N-Afrika


Mekka = centrale plaats , handelswegen kruisten -> invloed
Mohammed = stichter van de Islam [profeet] -> + 632”

Islam = vijf zuilen ; 5x per dag bidden , help de armen , ramadan , pelgrimstocht naar Mekka ,
belijden dat God de enige en waren God is

Religieuze inspiratie + militaire strijd + diplomatie + eenheid creëren = basis vh Islamitische rijk
[Mohammed als leider]

Kalief = opvolger vd profeet


Kalifaat: een regering door een opvolger van de profeet

Eerste fase vd expansie = heel Arabië -> Syrië , Palestina , land vd Eufraat en de Tigris -> Perzische rijk
+ Egypte
661 [nieuwe fase v veroveringen] = dynastie vd Omajjaden -> Europa en Spanje [720]
732 = Moslims worden verslagen -> in Europa , Karel Martel

Ommajjaden = Damascus wordt het nieuwe regeringscentrum

Hoe is deze omvangrijke en snelle gebiedsuitbreiding te verklaren : religie zorgde voor eenheid + Jihad
=> plicht om nieuwe gebieden te veroveren vd Islam
De definitieve vestiging vd Islam

 Versterkte kampen olv gouverneurs


 Tolerant op religieus gebied [wel 2e rang burgers => geen bestuur en extra belasting]
 Vanaf 700 invoering Arabisch als bestuurstaal + wetenschapstaal
 Vanaf 700 een islamitische munt
 Invoering sharia = islamitische rechtsregels
 Bouwen van enorme Islamitische bouwwerken

661 = scheuring Islam = sjiieten [10] + soennieten [90]

Vanaf 900 = breekt het islamitische rijk uit elkaar -> gouverneurs besturen een deel vh rijk , ze zijn
geen eenheid meer

Belang vd Arabische wetenschap = ze hebben alles opgeschreven , 1100 -> kruistochten => we komen
in contact met de Arabieren

In de renaissance [1350] worden de Arabische schriften terugvertaald naar de oorspronkelijke tekst

You might also like