You are on page 1of 6

Positioneren van een CVA-cliënt

Lesdoelen

Na deze les

• Kent de student het belang van correct positioneren.


• Positioneert de student een cliënt correct.
• Verwoordt de student waarom hij een cliënt op een bepaalde manier positioneert.
• Gebruikt de student zowel een passieve als een actieve tillift op een correcte manier.

Invulling van de les

Tijdens de les leren we jullie hoe je moet positioneren, wat de juiste uitgangshouding en
ondersteuning is en welke aandachtspunten je moet volgen tijdens het positioneren.
Verder leren we jullie het gebruik van een passief/actief tiltoestel aan.

Inleiding

De groep van CVA- cliënten is verscheiden en groot. Een echte handleiding rond positioneren is moeilijk te
veralgemenen. Wat volgt zijn dan eerder algemene richtlijnen. Deze zijn echter zelden ideaal. Het uitgangspunt
is STEEDS de cliënt. Het streefdoel is de richtlijnen zo goed mogelijk volgen. Het is van vitaal belang dat
positioneren wordt bekeken per cliënt, en dat er naar de beste positie wordt gezocht voor die cliënt, waarbij er
gestreefd wordt de richtlijnen zo goed mogelijk te volgen.

Belang van positioneren

• Het voorkomen van contracturen en deformiteiten.


• Het voorkomen van decubitus.
• Het verbeteren van de circulatie.
• Het behoud van de mobiliteit van de wervelkolom.
• Het verminderen van een teveel aan spanning.
• Het voorkomen van perifeer zenuwletsel.
Aandachtspunten

• Vertrek steeds vanuit een vlak bed. Dit is belangrijk omdat een flexie in de romp aanleiding geeft tot
toename van extensie in de onderste ledematen door een verlies van selectiviteit en ontremming van
reflexactiviteit. Daarom is het hoofdeinde best vlak gepositioneerd.

• Positioneer de cliënt parallel met het bed en positioneer het bed parallel met de muur. Dit faciliteert
alignement. Door het wegvallen van een groot deel van de sensorische feedback heeft de cliënt nood aan
correcte prikkels.

• Zorg er voor dat de bal van de voet vrij is van druk. (positieve steunreflex)

• Leg de aangedane schouder steeds in protractie. Zorg hierbij voor een correct alignement met de scapula!

• Liggen op de aangedane zijde is de meest aangewezen manier om inhiberend te positioneren. Enerzijds


wordt de romp actief verlengd tijdens het liggen op de aangedane zijde wat een positief effect heeft.
Anderzijds wordt de cliënt zich meer bewust van de aangedane zijde door de hoeveelheid prikkels die hij
vanuit deze zijde terug krijgt.

Positioneren in ruglig

Inleiding

Het is belangrijk om te weten dat ruglig zoveel mogelijk moet vermeden worden. Ruglig lokt te gemakkelijk
hyperextensie in nek en wervelkolom uit waardoor er meer kans is op terugkerende reflexen (tonische labyrint
reflex, symmetrische tonische nekreflex). Het risico op slikpneumonie wordt in ruglig groter. In ruglig neemt
ook het risico op decubitus toe.

Positioneren in ruglig

1. De hals is in lichte flexie, het hoofd wordt ondersteund door 3 kussens. Eventueel kan er een rolletje aan
weerszijden onder het kussen worden geplaatst, om het hoofd in een neutrale stand te houden.

2. De schouders /schouderbladen worden


ondersteund door de hoeken van de kussens en in protractie
3. De armen worden ondersteund door kussens vanaf
de oksels met de schouder neutraal of eventueel in
lichte exorotatie, de elleboog in extensie, de pols
neutraal of in lichte extensie, en de vingers en
duim in ontspannen houding (idealiter wordt de
arm gepositioneerd in een R.I.P. houding maar dit
is niet per se ontspannend want dit voelt niet
natuurlijk).

4. Onder de heup komt de hoek van het onderste


kussen dat het bovenste lidmaat ondersteund en
het been wordt in lichte exorotatie gelegd.

5. Om de lage rug te ontlasten worden de onderste


ledematen ondersteund op kussen zodat zowel de knieën als de heupen in flexie zijn gepositioneerd.

6. De hielen moeten zoveel mogelijk drukvrij worden gepositioneerd. De voetzool wordt zoveel mogelijk vrij
gehouden. De cliënt kan de neiging hebben om tegen positioneringmateriaal te gaan drukken, wat
spasticiteit bevordert. De mogelijke ontwikkeling van een hemiplegische spitsvoet moet echter steeds
goed worden opgevolgd – er zal per cliënt moeten worden bekeken wat de beste oplossing is.

Het positioneren in zijlig

Het bed wordt horizontaal gehouden.

Liggen op de niet-aangedane zijde

De cliënt eerst in zijlig op de niet-aangedane zijde positioneren is een belangrijk hulpmiddel om het pushen te
bestrijden/verminderen zodat transfers en positioneren nadien gemakkelijker verlopen.

1. Het hoofd wordt ondersteund in het


verlengde van de romp op een kussen en in een neutrale houding.
2. De romp is licht voorwaarts gekanteld.
opgepast: doorrollen naar buiklig moet
voorkomen worden.

3. De schouders: de niet-aangedane
schouder ligt in protractie; de
aangedane/bovenste schouder in lichte
endorotatie.

4. De armen: de onderste arm ligt weg van de romp en in een comfortabele houding voor de cliënt; de
aangedane/bovenste arm op wordt op kussens gelegd met de schouder in protractie, anteflexie en
eventueel lichte abductie.
5. De aangedane/bovenste elleboog ligt in extensie en de onderarm in een neutrale houding tussen pro- en
supinatie in.

6. De pols van de aangedane hand wordt in een neutrale houding/lichte extensie gepositioneerd, de vingers
worden in extensie en abductie gebracht.

7. De heupen worden in lichte flexie gepositioneerd, dit geeft meer stabiliteit aan de romp en ontspant
tegelijkertijd de lage rug wat.

8. Het onderste been is in flexie; het bovenste been is in flexie gebracht en ligt ofwel op het onderste been,
ofwel een klein beetje ervoor.

9. Het bovenste/aangedane been en de aangedane voet zijn ondersteund door kussens om inversie te
voorkomen.

Liggen op de aangedane zijde

Er wordt gesteld dat liggen op de aangedane zijde de belangrijkste houding is. Het liggen op de aangedane zijde
verlengt deze zijde waardoor eventuele hypertonie in de romp wordt verminderd.
Verder bied je op die manier de cliënt de kans om zich bewuster te worden van zijn aangedane zijde, omdat hij
er op ligt, en geef je hem de kans de niet-aangedane hand te gebruiken omdat deze nog vrij ligt. Die hand kan
dan bijvoorbeeld het kussen goed trekken, worden gebruikt om het dekbed naar zich toe te trekken en om
eventueel het belletje te gebruiken als hij iets nodig heeft.
1. Het hoofd wordt ondersteund in het verlengde van de
romp en wervelkolom (in een goed alignment) op een
kussen en in een neutrale houding.

2. De romp is licht achterwaarts gekanteld – opgepast:


doorrollen naar ruglig moet voorkomen worden - er
wordt een kussen achter de romp gelegd.

3. De schouders: de aangedane schouder ligt in


protractie; de niet-aangedane/bovenste
schouder ligt in een voor de cliënt
comfortabele houding.

4. De armen: de aangedane/onderste arm ligt weg van de romp in een hoek van 90°, de bovenste arm ligt in
een comfortabele houding voor de cliënt.

5. De elleboog van de aangedane arm wordt in extensie met de onderarm in een neutrale houding tussen
pro- en supinatie gepositioneerd. De arm en hand worden eventueel iets verhoogd door deze op een
kussen te leggen (nooit laten afhangen).

6. De pols van de aangedane hand wordt in een neutrale houding gepositioneerd, de vingers worden in
extensie en abductie gebracht.

7. De heupen liggen in lichte flexie om meer stabiliteit te geven.

8. Het aangedane/onderste been is in lichte flexie.

9. Het niet-aangedane /bovenste been is in flexie gebracht en ligt ofwel op het onderste been, ofwel wordt
het gepositioneerd op kussens in een schredestand.

Het positioneren in zit in de rolstoel

Het belang van zitten

1. Het normaliseren van de spiertonus.


2. Het verminderen van abnormale reflexen.
3. Het bevorderen en handhaven van een goede houding.
4. Stabiliteit verhogen door bekken en romp goed te ondersteunen, zodat de cliënt meer met de armen zou
kunnen doen. Hierdoor verhoogt de functionaliteit.
5. Ook de hoofdpositie kan hierdoor verbeteren.
6. Het is een voorbereiding op het staan en actief zitten.
7. De cliënt wordt mobiel, en kan zo andere prikkels verkrijgen - meer variëteit in de omgeving.
8. De zithouding stimuleert de ontplooiing van de longen.

Uitgangshouding in zit

1. Het bekken moeten achteraan in de zit gepositioneerd worden.


2. Opgelet! Het gewicht moet verdeeld worden over de beide zitknobbels.
Als het moeilijk is de cliënt tot achterin de zit te krijgen, kan je de stoel eventueel kantelen om zo tot een goede
starthouding te komen.
3. Dan wordt de romp in het verlengde van het bekken gepositioneerd.
4. Het hoofd en de hals worden in neutrale stand gepositioneerd, met de hals in flexie. Dit kan eventueel
bekomen worden door het plaatsen van een kussen achter het hoofd en hals.
5. De ellebogen worden op de armsteunen en/of het tafelblad gepositioneerd. Dit mag niet leiden tot
elevatie van de schouders.
6. De polsen en handen worden gepositioneerd op armleuning of tafel met de pols in extensie en de vingers
in extensie
7. De benen en voeten worden met de knieën in lichte abductie op de voetsteunen of op de grond gezet.

You might also like