Professional Documents
Culture Documents
II. Progressies
1. GROND
2.1.1 ROL VOORWAARTS
a. Progressies
2. Rollen van hoog naar laag: Per 2: leerling 1 neemt pomphouding aan, leerling 2
neemt ter hoogte van de dijen. Leerling 1 plaatst hals en schouderbladen, om
vervolgens te rollen tot buigzit of buigstand. Leerling 2 begeleidt de oefening.
• Schuine bank steunend op een staande bank met een gymmatje voor: Kruip
het sportraam op, ga op de buik liggen en glijd naar beneden. Plaats de
handen op de grond en maak een rol.
b. Aandachtspunten
c. Helpen
corrigerend helpen:
In één kniestand naast handen van de uitvoerder:
• dichtste hand onder de nek: veiligheid, hoofd in juiste positie houden,
draaisnelheid verhogen
• andere hand onder dijen: groeperen en draaisnelheid geven
veiligheidsgericht helpen:
In knieënzit t.h.v handensteun, de nek begeleiden met verste hand, ev het komen
tot buigstand ondersteunen met dichtste hand
d. Foutenremediëring
• Synchroon rollen
• Serierollen
• Rollen met opsprong (ook hurk, - spreidsprong, ..)
• Rollen uit waagstand
• Rollen met benen gespreid = de spreidrol
a. Progressies
1. Hobbelpaard:
• uit buigzit: Met handen rond knieën, kin op borst, handen van bij knieën
tot naast hoofd brengen.
• uit buigstand, met armen voorwaarts gestrekt, rugwaarts schommelen tot
neksteun met handenplaatsing
Veerplank:
• Rol uit buigstand voor hoge kant van de veerplank: van hoog naar laag rollen
• Rol uit buigstand op hoge kant van de veerplank: van hoog naar laag rollen
2. Globale rol tot spreidstand, dit is makkelijker, de voeten komen vlugger in contact
met de grond, zodat de armen minder lang belast worden.
c. Helpen
Positie helper: ter hoogte van handensteun in halve kniezit. (zie voorw rol)
1 hand onder de bovenarm of schouder = nek ontlasten
Één hand tegen het bekken = draaisnelheid en groeperen bevorderen
Klemgreep rond het bekken = nek ontlasten door drukwerk van de
uitvoerder te verlichten.
d. Foutenremediëring
Bij oudere lln kan remediërend gewerkt worden door vanuit “kruiwagen” tot
neklig tussen de handen te komen en terug op te drukken tot de
uitgangspositie, …
Vereisten: partner werkt mee, uitvoerder beschikt over voldoende
steunkracht
e. Extra stof
Serierollen
Rollen met opsprong (hurksprong, spreidsprong, halve draai rond
lengteas)
Rollen tot zijwaartse spreidstand
Gehoekt rollen met gestrekte benen
2.1.3 HANDENSTAND
a. Progressies
5. Uit verhoogde stand (op bank of plintsegment) voor bok (of balk); via buiklig kantelen
naar handenstand, gevolgd door gestrekt rugwaarts vallen tot lig op valmat.
b. Aandachtspunten
c. Helpers
Omdat de helper bij eventueel doorzakken niet kan doorrollen, zal de nek zwaar belast
worden! Qua vertrouwen voor de uitvoerder is dit de meest aangewezen manier om te
helpen, maar misschien niet de gemakkelijkste, bij de initiatie van de handenstand.
Een andere manier om te helpen, is ter hoogte van het bekken, waardoor we de uivoerder
weliswaar kunnen heffen. Het is wel zo dat de uitvoerder hiervoor alleen moet kunnen
starten aan de oefening. De helpers mogen geen schrik hebben om onder de uitvoerder te
gaan.
d. Extra stof
De kans op nekkwetsuren bij foute uitvoering is hier groot, dus werken we tijdens de initiatie
met verhoogd landingsvlak, valmat of hoge zijde van de veerplank onder de mat.
4. Combinaties en series
Uit vorige oefenstof kan een reeks samengesteld worden (opgelegd of vrije keuze)
Opmerking:
Om het zwaaibeen actief te leren inzetten laat men soms de handen verhoogd op bank of
plintsegment plaatsen, nu wordt het nog moeilijker om bekken boven de schouders te
brengen (lordose in rug). Leerlingen durven meestal niet opzwaaien uit schrik om over te
vallen! Het creëren van een vertrouwde situatie, d.w.z, helper aan schouder en valmat zal
het aanleren van de steunfase veel vergemakkelijken.
Tijdens de initiatie laten we de uitvoerder meestal niet doorrollen na handenstand maar
terugkeren naar uitgangshouding. Door gebrekkige lichaamsperceptie zou bij het
doorrollen de nek te zwaar belast kunnen worden.
e. Foutenremediëring
a. Progressies
2. Indien de lln de opzwaai tot handenstand nog niet beheersen, voeren de lln rad
in ruwvorm uit:
3.1 Handenstand met ¼ handendraai uivoeren uit zijwaartse stand naast een
snoer
Betere lln zullen met voorgaande opdracht tot een goede uitvoering komen (bekken boven
steun) en kunnen rad verder inoefenen. Minder goede lln krijgen volgende opdrachten:
Grote uitvalsstap
An. in verlenge Rp. houd.
Hn. op einde schuinvlak plaats.
“Groot rad maken”
b. Aandachtspunten
c. Helpen
De helper staat:
OF
d. Hulpmiddelen
Snoeren:
Veroorzaken geen psychische remming
Laten de uitvoerder toe om de juiste lichaamspositie in het verticale vlak aan
te voelen
Kunnen parallel boven elkaar gespannen worden “muur” maken
Kunnen naast elkaar gespannen worden “gang” maken
Veerplank:
Kan als schuine helling, de draaisnelheid bevorderen
Kan extra afstootkracht geven aan handen of afstootbeen
moet veiligheidshalve onder de (val)mat gelegd worden
e. Extra stof
• serie
• rad uit kniestand
• rad op plint (segment)
• rad op 1 hand
a. Progressies
1. Rek
- Uit steun (duimgreep), buikdraai voorwaarts (traag en beheerst uitvoeren)
- In hang, rugwaarts draaien, tussen de greep
2. Touwen
Rugwaarts draaien door met beide voeten op te klimmen tot bekken tegen legger
komt
Rugwaarts draaien door met 1 voet hoog op het sportraam af te stoten
4. Rek
hoge plint: met voeten opklimmen via smalle plintzijde tot bekken tegen rekstok
komt (cfr brug)
schuine helling: rugwaarts draaien na afstoot op de helling (bank, plint of veerplank).
Zwaaibeen moet ingezet kunnen worden = vrije ruimte om te zwaaien!
Twee helpers. De uitvoerder kan de beweging inzetten:
-uit voorwaartse spreidstand
-na aanstappen met één pas
Opm.: hulptoestellen moeten op juiste afstand van rekstok (en touwen) opgesteld worden
- te dichtbij: uitvoerder is beperkt in zijn afstoot
-te ver: bekken gaat te ver van de rekstok
Remediëring:
Lln die bij de vorige opdrachten het bekken niet bij de rekstok krijgen (zwakke coördinatie of
buikspieren), kunnen volgende deelbewegingen uitvoeren.
- Rugwaarts draaien uit zit onder rekstok op gezichtshoogte (hoogte in zit bepalen! – nadeel:
ietwat tijdrovende opstelling)
• Gebogen afstootbeen op grond duwt bekken opwaarts tegen rek
• Zwaaibeen actie is beperkt
• Rugwaarts draaien uit voorlingse spreidstand voor heuphoog rek
b. Aandachtspunten
c. Helpen
d. Extra stof
a. Progressies
1. Voorbereidende oef
Lendenslag uit standhang of buigzit aan sportraam (of rek) tot strekstand
Lendenslag uit hang aan sportraam (op reikhoogte!) tot stand. Lordose bij landing
vermijden.
- op onderste legger van ongelijke brug (gezicht naar en handen aan hoogste legger). Doel:
- Uitgangshouding waarin buikspieren minder belast worden
- trekbeweging aan hoogste legger is identiek aan rekstok
3. Verhoogde stand op dwarse plint of bank voor touwen, afstoot met 1 voet en landen, over
laag snoer, op: afstootbeen, zwaaibeen of beide voeten
Opm: rugwaartse afstootbeweging bij zwaaiinzet!
6. Ondersprong uit verhoogde stand voor rekstok (veerplank), Doel = afstoot versterken
7. Ondersprong uit zijwaartse spreidstand op twee parallelle plinten. De hoogte van het rek
geleidelijk van borst- naar buikhoogte brengen door plint te verhogen.
b. Aandachtspunten
Twee helpers, aan overzijde van rekstok, helpen de uitvoerder bij schouders en bekken.
d. Extra stof
e. Hulpmiddelen en veiligheid
Bij aanleren en inoefenen van ondersprong moet gebruik gemaakt worden van een elastisch
snoer
Veiligheid:
a. Progressies
1. Voorbereidende oefeningen
- Uit stand op veerplank, of na korte aanloop, met steunspreidsprong komen tot spreidstand
op parallelle plint
Opmerking: bij initiatie van boksprong, niet laten springen tot spreidzit = remmende
beweging automatiseren bij lln die reeds schrikreacties hebben. Progressieve opbouw en
differentiatie moeten, ook bij probleemlln (zwaarlijvig) tot resultaat leiden.
b. Aandachtspunten
c. Helpen
d. Extra stof
Veiligheid
a. Progressies
1. Voorbereidende oefeningen
STEUNOEF
hazesprongen ter plaatse, doel = bekken hoog en explosieve steun
hazesprongen met verplaatsing (op lange mat): - knieën gebogen
- benen gestrekt
Met krijtlijnen als visueel hulpmiddel voor handen en voeten
Met laag snoer als visueel en voelbaar hulpmiddel, ook motiverend om bekken
hoog te heffen.
AFSTOOTOEF
3. Hazesprong
4. Duiksprong
Met verhoogde afstoot op dwarse plint (2 segmenten) voor de hoge, dwarse plint
met beperkte aanloop
betere springers stoten vooraan op het plintsegment af, aanloop aanpassen
• hoofd in verlengde romp. LLn met schrik neigen het hoofd rugwaarts, met als
gevolg - blokkeren van 1ste vluchtfase ipv omzetten naar 2e
vluchtfase
-holle rug en laag bekken
• armen in verlengde van romp bij het verlaten van de veerplank
• gestrekte benen blijven zo lang mogelijk samen
• explosieve handensteun achteraan op de plint: noodzakelijk voor 2e
vluchtfase
c. Helpen
d. Extra stof
a. Progressie
1. Voorbereidende oef;
met snoer op de voorrand van de plinten (laten doorhangen voor minder goeie
springers
met snoeren op voor- en achterrand van de plinten
4. Globale sprong over lage plint met beperkte aanloop (veerplankafstand aanpassen)
b. Aandachtspunten
c. Helpen
In dwarse spreidstand achter parallelle plint:
-bovenarm grijpen met beide handen
-sprong begeleiden door bijtrekpas
d. Extra stof
a. Progressie
1. Voorbereidende oefeningen
1.1 zie: plint parallel
1.2 tussen de steunsprong over parallelle plint met vergroten van de afstootafstand
(veerplank verder van de plint). Plint niet te hoog!
4. Globale uitvoering van ruwvorm (Benen gebogen) naar afgewerkte sprong (benen
gestrekt). Als de lln ervaring hebben met minitrampoline, kan deze gebruikt worden om
hoge plint te overschrijden.
b. Aandachtspunten
zie Steunspreidsprong
c. Helpen
d. Extra stof
2.3.6 MINITRAMPOLINE
a. Progressies
b. Aandachtspunten
c. Helpen
- Bij standsprongen:
Het vasthouden van de handen verhindert het gebruik van de armen en mag dus niet te lang
gebeuren, beter de broeksband vasthouden thv heup, helper staat schuin achter de
uitvoerder
d. Veiligheid
e. Extra stof
2. Steunsprongen
Boksprongen, duiksprongen
Overslag op parallelle of dwarse plint, ook afflanken, rondat op parallelle of dwarse plint