You are on page 1of 12

Lesschemaformulier bewegingsonderwijs

Groep: 3b Week: 38 Datum: 23-09-2010

Leerlijnen: Bewegingsthema’s:
- Balanceren - Glijden
- Balanceren + diepspringen - Balanceren + vrije sprongen
- Tikspelen - Afgooispelen
Kernactiviteiten:
- Glijden van smalle glijbaan
- Gaan over een schuin balanceervlak + diepspringen met aanloop
- Iemand is’ m niemand is ‘m
Beginsituatie:
31 leerlingen; 18 meisjes / 13 jongens.

Dit is de 3e gymles aan deze groep. Tijdens de eerste twee lessen hebben de
kinderen laten zien goed om te kunnen gaan met de regels zoals we die hebben
afgesproken (fluitsignalen, materialen). Tijdens de tweede les hebben ze in drie
vakken gewerkt en dat verliep voor een eerste keer al heel aardig.

Sensomotorisch:
Buiten op de speelplaats zijn de kinderen wel gewend om van een glijbaan te
gaan. Nieuw voor de kinderen is het om van een bank te glijden. Deze is smaller
dan een glijbaan buiten en heeft bovendien geen steunranden aan de zijkant.

Cognitief:
Op een glijbaan merken de meeste kinderen wel dat je sneller gaat als je je
benen optrekt. Tijdens deze gymles waar de kinderen gaan glijden vanaf een
bank moeten ze dat ook ontdekken / toepassen. Ik benoem dit tijdens de
instructie wel even.
Lesdoelen:
Sensomotorisch:
G: Glijden
I: naar beneden
C: op een theedoek van de bank die in het klauterraam hangt (1x 5e sport /
x 6e sport)
Cr: landen met voeten op de mat

Zorgnivea Gaat niet op de theedoek zitten of laat de zijkanten niet los 0%


u
Niveau 1 Glijdt voorzichtig naar beneden en remt af en toe af 20
%
Niveau 2 Glijdt in één tempo naar beneden 70%
Niveau 3 Glijdt in een hoog tempo naar beneden door de benen 10%
omhoog te doen en landt op voeten op de mat

Cognitief:
Voor de leerlingen is het van belang om te weten hoe ze sneller (voeten optillen)
of juist minder snel (voeten op de bank houden) kunnen glijden. Aan het eind van
de les weten de leerlingen dus hoe ze vaart kunnen maken of juist af kunnen
remmen.

Emotioneel / Volitioneel:
Het is belangrijk dat de kinderen bereid zijn om elkaar te helpen. Daar gaan we
deze les een begin mee maken. Steeds loopt er één leerling naast de bank mee
met de glijder om hulp te verlenen . Dit door een arm uit te steken  sichern; als
het nodig is kan de glijder de hand / arm vastpakken. Dit zal de kinderen een
gevoel van veiligheid geven omdat ze weten dat er altijd een steunpunt is als dat
nodig is.
Reguleringsdoelen:

- Centraal staat vandaag dat de kinderen leren om elkaar hulp te verlenen.


- Daarnaast gelden bij het glijden de volgende specifieke reguleringsdoelen:

Mindere bewegers - om hulp vragen als dat nodig is


- theedoek doorgeven aan de volgende
Gemiddelde - hulp verlenen aan mindere en betere bewegers
bewegers - theedoek doorgeven aan de volgende
Betere bewegers - zoekt zelf uitdaging door de benen (verder) omhoog te
doen
- verhogen van de glijbaan indien nodig (met toestemming
van mij!)
- hulpverlenen aan mindere en gemiddelde bewegers
- theedoek doorgeven aan de volgende

Actiepunten:
- Een bewegingsles samenstellen waarin grote niveaudifferentiatie mogelijk is
(Eis A7)
Warming up: Iemand is ‘m niemand is ‘m
(duur: 5 minuten )
De kinderen tellen hoe vaak ze afgegooid zijn.

Oefenstof Kern: Organisatie Kern: (30 Meth. Did. opm. :


minuten)
Glijden van smalle Glijden van smalle Glijden van smalle
glijbaan: glijbaan: glijbaan:

Materialen: Methodiek:
Leg de theedoek op de - 1 klauterraam Lln die niet op theedoek
glijbaan, ga erop zitten en - 2 banken gaan zitten en / of zijkant
glijd naar beneden. - 2 theedoeken niet loslaten:
Probeer met je voeten op - 2 valmatjes - aanwijzing: voeten op de
de mat te landen. bank
Banken in het zetten en stap voor stap
klauterraam hangen; 1 naar
bank op de 5e sport en 1 beneden gaan.
bank op de 6e sport. - hulpverlenen: handen
vasthouden

Lln die voorzichtig naar


beneden glijden en af en
toe afremmen:
- aanwijzing: voeten op
theedoek zetten om iets
meer
vaart te maken.
- hulpverlenen: eventueel
sichern

Lln die in één tempo naar


beneden glijden:
- aanwijzing: benen goed
omhoog om nog meer
vaart te
krijgen. Let op: wel nog
steeds
met voeten op mat
landen!

Didactische aanwijzingen:
- Klim langzaam in het
klauterraam omhoog.
- Ga rustig op de
theedoek
zitten en glijd naar
beneden.
- Als je geland bent, geef
je de
theedoek door aan de
volgende in het
klauterraam.
- Je helpt degene aan wie
je de
theedoek hebt gegeven
door
naast de glijbaan mee te
lopen
en een arm vlak voor de
buik te
houden.
- Na het helpen sluit je
achteraan in de rij.
- Je mag alvast in het
klauterraam omhoog
klimmen
Oefenstof Kern: Organisatie Kern: (30 Meth. Did. opm. :
minuten)
Gaan over schuin Gaan over schuin Gaan over schuin
balanceervlak + balanceervlak + balanceervlak +
diepspringen: diepspringen: diepspringen:

Materialen: Didactische aanwijzingen:


De kinderen lopen over de - 2 kasten (1 met de 4 - 1 persoon loopt steeds
schuine bank naar boven bovenste met
op de kast. Bovenaan delen en 1 met de 5 een stok mee naast de
stappen ze van de bank bovenste bank
naar de kast. Op de kast delen) om te helpen als dat
maken ze een kleine - 4 valmatjes (achter elke nodig is.
aanloop en springen ze kast 2) - Als het 1e kind omhoog
naar beneden op de mat. - 2 hoepels (beginpunten) loopt,
- 2 stokken gaat de volgende
klaarstaan in
de hoepel.
- Als je wilt mag je gebruik

maken van de stok die


de
persoon naast de bank
vast
heeft. Je probeert het
natuurlijk helemaal zelf
te
doen.
- Als je naar boven loopt:
niet
(teveel) naar beneden
kijken
zorgt voor beter
evenwicht.
Eventueel je armen naar
de
zijkant.
- Ben je bovenaan de
bank dan
Iemand is ‘m niemand stap je op de kast.
is ‘m: - Op de kast maak je een
Iemand is ‘m niemand kleine
is ‘m: aanloop en je springt
Dit spel is tijdens de naar
inleiding ook al gespeeld. Materialen: beneden op de mat.
We starten in de kern met - 1 (eventueel 2) roze - Land met twee voeten
dezelfde spelregels. De foamballen tegelijk
kinderen spelen met 10- - goede op de mat en zak door je
en tegelijk om 1/3 van de gebiedsafbakening.
gymzaal. knieën.
- Kies zelf of je de hogere
of
lagere kast neemt.

Kind voor laten doen


terwijl ik de instructies
geef.

Iemand is ‘m niemand
is ‘m:

De kinderen hebben dit


Overzichtstekening zaal- en materiaalgebruik:

De kasten in vak 2 staan in werkelijkheid natuurlijk een kwartslag gedraaid, maar


dat wilde op de computer niet lukken. Tevens zijn de vakken in werkelijkheid wat
anders van formaat dan op deze tekening. Dit is absoluut niet op schaal!

Afsluiting/Cooling down:
(duur: 10 minuten )
De kinderen zijn nog niet gewend om mee materialen op te ruimen. Volgens het
principe van de 6W’s gaan we hier vandaag wel een begin mee maken. Alle
spullen moeten opgeruimd worden, behalve de banken. Als we na het opruimen
nog tijd over hebben, doen we met de banken een kort afsluitend spel: Elkaar
passeren op een bank:

Elkaar passeren op een bank:


- groep in vier groepen verdelen
- elke groep aan het uiteinde van een bank
- aan beide kanten 1 kind tegelijk op de bank en probeet naar de overkant te
lopen. Hierbij zullen twee kinderen elkaar dus op 1 of andere manier moeten
passeren.
- Als ze aan de overkant zijn, sluiten ze achteraan in de rij en mogen de volgende
kinderen het proberen.

Na het omkleden mogen ze meteen naar de speelplaats, want het is pauze.


Na afloop van de pauze bespreken we in de klas de gymles kort na.
 Enkele foto’s van deze les zijn op de volgende pagina te vinden.

Reactie van de groepsleerkracht, vakleerkracht:

Overige opmerkingen:

Handtekening groepsleerkracht Beoordeling O V G


les; kruis aan.

You might also like