You are on page 1of 13

Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Kinematica
Hoofdstuk 7
1 Star lichaam ........................................................................................................ 2
1.1 Translatiebeweging ....................................................................................... 2
1.2 Rotatiebeweging ............................................................................................ 2
2 Klassikale oefening ............................................................................................. 4
3 Oefeningen .......................................................................................................... 6

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.1


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

1 Star lichaam
Een star lichaam is een verzameling van stoffelijke punten, waarvan de onderslinge
afstanden altijd dezelfde blijven.

Je noemt de beweging van zo een lichaam een vlakke beweging als al de punten
van het lichaam evenwijdig blijven met een gegeven vlak. De verschillende punten
van het lichaam doorlopen dan vlakke banen in evenwijdige vlakken. Door de
onvervormbaarheid van het lichaam is de beweging dan volledig bepaald als je de
beweging kent van de punten van een doorsnede van het lichaam evenwijdig aan het
vlak.

1.1 Translatiebeweging

Bij het kruk-drijfstangmechanisme beweegt de zuiger horizontaal, de zuiger maakt


een translatiebeweging.

Bij een translatiebeweging zal elk punt van het lichaam dezelfde snelheidsvector
hebben.

1.2 Rotatiebeweging

Bij het kruk-drijfstangmechanisme maakt de kruk een rotatiebeweging.

Een lichaam heeft een rotatiebeweging als alle polen draaien om hetzelfde
middelpunt O.

De verschillende punten draaien in concentrische cirkels over een zelfde hoek. De


punten hebben dezelfde hoeksnelheid en dezelfde hoekversnelling. De hoeksnelheid

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.2


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

van het lichaam kan je voorstellen door een vector loodrecht op het rotatievlak. De
zin van de hoeksnelheidsvector kan je bepalen met de rechterhandregel.
De omtreksnelheid raakt aan de cirkel waar het punt zich over beweegt. De
omtreksnelheden van de verschillende punten verhouden zich als de stralen van de
cirkels die de punten doorlopen.

De stralen, OA en OB, noem je poolstralen. Een snelheidsvector staat steeds


loodrecht op zijn bijhorende poolstraal.

Bij een rotatiebeweging heeft elk punt van het lichaam, op een willekeurig ogenblik,
dezelfde hoeksnelheid. De poolstralen staan loodrecht op de snelheidsvectoren.

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.3


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

2 Klassikale oefening

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.4


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.5


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

3 Oefeningen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.6


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.7


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.8


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.9


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.10


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.11


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.12


Hoofdstuk 7: Beweging van lichamen

Schelstraete N. Mechanica 5de jaar 7.13

You might also like