Professional Documents
Culture Documents
Inleiding
De discipline van het anticiperen, herkennen, evalueren & controleren van gezondheidsgevaren in de
werkomgeving met als doel de gezondheid en het welzijn van de WN te beschermen en de
gemeenschap in het algemeen.
1
Geschiedenis van de arbeidshygiëne
400 vC Hippocrates (oud Griekenland) wees als eerste een ziekte toe aan kwiksulfide
blootstelling.
1700 nC Ramazzini vader vd AG: boek ‘De Morbis Artificum Diatriba’: 1 e formele studie nr
ziekten door arbeid. Toevoeging vraag a patiëntenvragenlijst v Hippocrates: ‘Wat is
uw beroep?’
John Haldane:
-OZ toxiciteit CO door muizen, ratten & zichzelf bloot te stellen a ≠ concentraties ie
blootstellingskamer => Concentratie/tijd curves voor ernst v gezondheidseffecten
-Gebruik kanaries voor 1e monitoring aanwezigheid toxische gassen
Haldane effect: beschrijft de toegenomen bindingscapaciteit van zuurstofarm bloed
voor CO2
Groei arbeidshygiëne in VS, VK, Australië en NL met wetgeving mbt chem & fys
gevaren
2
KB 1998 1 vd 5 soorten preventieadviseurs
2005 1e opleiding
Deel I – Risico-identificatie
Opsporen v potentiële gevaren die een chemisch, fysisch of biologisch agens kan vormen vr de
gezondheid van de WN & vergaren v info vr R-evaluatie
3
REACH Registration, Evaluation, Authorisation & restriction of Chemicals
Europese markt
Introductie
Toepassingsgebied
Alle stoffen met uitz van stoffen onderworpen aan andere wetgeving:
-stoffen onderworpen aan douanetoezicht
-vervoer van gevaarlijke stoffen
-RA stoffen
-niet-geïsoleerde intermediairen
-afval
-defensie
Soorten stoffen
Elk chem element en zijn verbindingen in de natuurlijke status of door productieprocessen, alsook elk
additief om de stabiliteit te behouden en elke onzuiverheid ontstaan uit het productieproces
NIET: elk solvent dat kan afgescheiden worden zonder de stabiliteit of de samenstelling te wijzigen
4
Wie?
Elk product dat in een kwantiteit van meer dan 1 ton per jaar wordt geproduceerd/gebruikt dient
geregistreerd te worden. Indien de stof op een lijst staat van zeer gevaarlijke stoffen (annex 14) en
meer dan 0,1% van de substantie uitmaakt dient ze ook geregistreerd te worden, ongeacht de
hoeveelheid.
Wie?
Verplicht voor alle spelers tegen betaling: M,I,DU (niet geïdentifieerd gebruik)
ECHA: volledigheidscontrole
Wat?
5
Registranten moeten updaten
Sommige stoffen (deels) vrijgesteld:
o (dier)medicatie
o voeding/voer
o plant beschermingsmiddelen/ biociden
o on-site geïsoleerde intermediairen ( stof enkel gemaakt/gebruikt in 1 fabriek, komt
niet vrij daarbuiten ) - verminderde registratie
o stoffen in PPORD (product & process orientated research & development):
gedeeltelijk vrijgesteld – enkel notificatie
o geregistreerde stoffen (recycled, reimported)
o polymeren (mr niet de monomeren)
Niet Wel
DU verplichtingen SDS
Evaluatie Restrictie
Data sharing
Belangrijk concept binnen REACH aangezien dit onnodig werk vermijdt. Er worden zo ook minder
dierproeven gedaan.
Er zijn verschillende types van data sharing. Zo bestaat er een forum voor uitwisselen van informatie
rond stoffen tussen bedrijven (SIEF, Substance Information Exchange Forum). Wanneer een bedrijf
een stof registreert, zal er eerst nagevraagd worden wat er al gekend is hierover.
Dit is geen makkelijk proces aangezien het hier vaak over ‘bedrijfsgeheimen’ gaat. Delen van info is
nieuw voor veel bedrijven. Financiële compensaties worden vaak voorzien om gebruik te mogen
maken van de informatie van andere bedrijven.
Deadlines
Hoog risico en grote hoeveelheid werd eerst verplicht om te registreren. Lager risico en kleinere
productie werd als laatste verplicht (EINECS stoffen > 1 tpa: 6/2018). Ondertussen zou alles moeten
geregistreerd moeten zijn.
6
Evaluatie (ECHA & MS member state)
Stoffen >10 tpa en ‘substances of concern’ dienen verdere evaluatie te ondergaan.
Doel:
-gezondheids- en omgevingsrisico’s evalueren.
-onnodige dierproeven voorkomen
7
o Bedrijf maakt voorstel → ECHA formuleert eventuele aanpassing → uiteindelijk
voorstel naar wetenschappelijk comité (MSC Member State Committee): indien
unaniem → OK; indien niet unaniem → naar Europese Commissie.
o Annual report by ECHA on evaluations
o ECHA doet nalevingschecks (>5%, binnen 12 maanden)
8
Authorisatie & restrictie
Scope = toepassingsgebied
Wat?
Wanneer?
o Alleen als risico’s adequaat gecontroleerd zijn en voor stoffen met drempelwaarde
9
o Als risico’s niet gecontroleerd kunnen worden of voor non-threshold substances,
enkel als socio-economische argumenten de risico’s uitwegen (en er geen veilig
alternatief is).
o Beoordeling RMOs Risk Management Options (doeltreffendheid, haalbaarheid,
monitorbaarheid)
o Alle toegestane authorisaties worden herzien.
Wie?
Enforcement: handhaving/inspectie
10
Meer inzicht in eigenschappen & gebruik van stoffen.
Primaire verantwoordelijkheid vd industrie.
Verplichtingen voor alle spelers in de supply chain.
Meer informatie over chemicaliën door terugkoppeling via de supply chain.
Meer alternatieven voor dierproeven.
CLP-GHS
Globally Harmonized System of Classification, Labelling & Packaging of Chemical
Een verordening is rechtstreeks toepasbaar en moet dus niet worden omgezet in nationaal recht. De
bepalingen uit een verordening zijn meteen van kracht in de lidstaten.
Doel CLP
= VN ≠ VN
11
-Zelfde beschermingsniveau -VN: Niet wettelijk bindend, maar moet
worden opgenomen in wetgeving lidstaten
-Keuze sluit aan bij transport indeling vr
fys/chem parameters bv gassen onder druk Building Block approach om implementatie te
vergemakkelijken met 2-jaarlijkse aanpassing
-Term hazardous (gevaarlijk) blijft
=> C&L niet geheel geharmoniseerd
-Niet VN-GHS elementen ondergebracht als
additionele etikettering
→
7 9
12
Overgangstermijn
13
Inhoud verordening
Titels & bijlagen zie dia’s
Toepassingsgebied
Van toepassing op levering & gebruik van chem stoffen & mengsels, NIET op transport.
Iedereen die stoffen & mengsels in de handel brengt: fabrikanten, importeurs, distributeurs,
downstreamgebruikers bv producenten van voorwerpen
14
Identiteit van de stof
Indeling in de gevarenklassen + reden
Concentratiegrenzen
Spec etiketteringselementen met gevarenaanduiding
Meldingsplicht:
15
Deel II – Risico-beoordeling
II.1.1 Grenswaarden
Per land:
BE GW GrensWaarde
VL Valeur Limite
NL GSW Grenswaarden Stoffen op de Werkplek
DE MAK Maximale Arbeitsplatz Konzentration
USA-ACGIH TLV Threshold Limit Value
USA-NIOSH: REL Recommended Exposure Limit
USA-OSHA PEL Permissible Exposure Limit
Oude USA norm MAC Maximum Allowable Concentration
2) Vastleggen norm door overheid en sociale partners (WG & WN) = socio-economisch politiek
proces.
In NL zeer duidelijk te zien:
1) Werkgroep van Deskundigen
2) GSW Commissie
ᴲ plannen om het bedrijfsleven zelf te laten instaan voor eigen
grenswaarden (lasten & kosten)
16
Europees gelijkaardig proces maar veel complexer:
USA:
NIOSH
Beleidsadvies (R&D)
o RTECS Registry of Toxic Effects of Chemical Substances
o Gevalideerde meetmethoden
RELs
OSHA
Regelgeving (kan overruled worden door wetgevende macht congres & uitvoerende
macht; beslissingen niet ondersteund door substantial evidence kunnen voor gerecht
worden aangevochten (bv vakbonden spannen rechtszaak a tg OSHA om GW vr benzeen af
te dwingen)). Inspraak via hearings (verplichting zich te informeren) & public records
(wetenschappelijke studies, praktijkervaringen, compliance data, legale en morele
argumenten).
PELs
o Bij invoege treding: bijna ganse lijst TLV → enforcable federal standards
o Nadien
OSHA ging voorbij aan aanbevelingen v NIOSH
Nieuwe TLVs → nieuwe PELs, teruggefloten door rechtbank wegens
onvoldoende bewijs
Toezicht
ACGIH
17
AIHA
BELGIE:
(103 l = m3)
-Bijkomende indeling:
Asfyxie (stikgas)
Carcinogeen
Dermaal (percutane absorptie)
Fiber
Momentaal (plafondwaarden mogen op geen moment overschreden worden)
(mg/m3 & ppm w dr elkaar gebruikt, ppm eigenlijk vr gassen & dampen, doch soms minder juist ook gebruikt
voor andere stoffen)
(ppm illion = per 106, ppb illon = per 109, ppt rillon = per 1012)
18
1 ppm = 1 gas- of dampdeeltje (molecule) per miljoen luchtmoleculen
= 1 volumedeel gas of damp per miljoen volumedelen lucht (STP standard temperature & pressure)
= een partiële druk van 1 Pa op een totale druk van 1000 kPa
19
TLV-STEL Short Term Exposure Limit. Gemiddelde toelaatbare blootstelling over 15min
zonder dat WNs negatieve gezondheidseffecten
ondervinden zoals irritatie of chron weefselschade,
gesteld dat de dagelijkse TLV-TWA niet w
overschreden.
Blootstellingen boven TLV-STEL moeten korter zijn dan 15min, max 4x/werkdag met
minstens 1u tussen.
In België: kortetijdswaarde.
Als de blootstellingen korter duren, mogen de GW niet naar boven worden aangepast.
Als de blootstellingen langer duren, moeten de GW worden verlaagd.
20
Gevoelige personen
Er w geen rekening gehouden met de meest gevoelige personen (fctie van leeftijd, geslacht, ras,
genetische voorbeschikking, life style, bestaande aandoeningen & medicatie). Deze worden
eventueel beschermd via aanwervingsOZ & POs.
ACGIH: TLVs
Verwijzen naar airborne concentraties v chemicaliën & staan voor condities, waaraan bijna alle
werkers dagelijks gedurende hun werkend leven mogen worden blootgesteld zonder
gezondheidsproblemen te ondervinden. Sommige werkers met verhoogde vatbaarheid kunnen
problemen ondervinden bij blootstelling aan TLV of lager.
Bijzondere bepalingen
21
Onafhankelijk 1+1 = 1
Antagonisme 1+1 = 0
Synergie 1+1 = >2 GW kunnen veiligheid niet meer garanderen.
Vb n-hexaan (in oplosmiddel) & MEK methylethylketon (ontvetter,
weekmaker) → gemeenschappelijke metaboliet 2,5 hexaandion
(neurotoxisch), bij lijmsnuivers, Japanse schoenmakers
22
Carcinogenen
Extrapolatie uit dieronderzoek
Moeilijkheden:
Moeilijkheden:
Causale correlatie?
Dosis-respons relatie?
23
Teratogenen
Fertiliteit ♀♂, mutagene effecten op geslachtscellen
Effecten tijdens zwangerschap
o Spontane abortus
o Embryotoxiciteit, zo zware morfol of funct stoornissen teratogeniteit genoemd
o Foetotoxiciteit, vnl groeistoornissen zoals laag geboortegewicht
o Postnatale sterfte & ziekte
o Mutaties & kanker in volgende generaties
TLVs = bescherming van moeder, niet van ongeboren leven. Nood bijkomende maatregelen.
-ACGIH: TLV lijst biedt geen verdere info mbt zwangerschap
-D (MAK): groepen ABCD ifv risico op schade
-België:KB moederschapsbescherming met evt tijdelijke werkverwijdering
24
II.1.2 Inleiding Risico-inventarisatie & evaluatie RIE
= een methodische aanpak vd risicoanalyse chem agentia
25
LRP Low Risk Property
Toxicol. info over gebruikte stoffen vergaren: REACH (DNELs derived no effect levels), CLP
% samenstelling, GW (inter)nationaal, …
damp/nevel/aërosolvorming, direct
veiligheidsmaatregelen, collectieve
piekblootstellingen, …
R-Evaluatie/blootstellingsOZ in 3 stappen:
+ Initial appraisal of exposure:
Blootstelling J/N
Risico prioritering (R = kans op blootstelling x effect)
26
Kinney, COSHH, INRS, …
↓
+ Basic survey (globaal/ kwalitatief – semi-kwantitatief)
Blootstelling hoog/laag
Metingen in vglbare installaties, processen
Vroegere metingen inclusief groepsgem biomonitoring
Betrouwbare schattingen via tools bv ’Stoffenmanager’,
‘Lasrookassistent’
Met schatting index berekenen: voorspelling/grenswaarde I=C/GW
↓
+ Detailed survey (metingen/ kwantitatief)
-Voorspelling sterk boven of onder GW: screeningsmetingen
-oriënterende meting
-brede solvent screening
-worst-case meting
-meting nabij emissiebron
Blootstelling (on)aanvaardbaar
27
Toxicokinetiek- & dynamiek = basis voor
computerprogramma’s
Empirisch model:
Numerieke representatie van de relatie tussen input en output variabelen gebaseerd op eerdere
metingen. Ahv regressie van meetresultaten. Niet noodzakelijk causaal.
Deterministisch model:
Een bepaalde input levert een vaste output. Volledig gedefinieerd systeem. Beoordeling individuele
blootstelling.
Houdt rekening met een toevalscomponent. Voorspelt de kans van voorkomen van blootstelling in een
populatie.
28
Zeer specifiek, weinig uncertainty. Weinig conservatief, gezien vrij
juiste inschatting.
Compartimenten: bron, nabij veld < 1m, ver veld > 1m, oppervlakken, persoonlijke afscherming, local
control influence region (wat je inademt)
Ontvanger: AHsstelsel WN
Dermaal
Model:
Bron: massa/concentratie
29
Compartimenten: bron, lucht, gecontamineerde oppervlakten, buitenste & binnenste laag kledij
Ontvanger: huid WN
Determinanten:
30
Sobane strategie
Screening (opsporing) OBservatie ANalyse Expertise
Belgisch onderzoeksteam olv Malchaire gefinancierd door FOD Werkgelegenheid, Arbeid & Sociaal
Overleg en Europees Sociaal Fonds
31
-Risico prioritering -RF per RF -Spec opln
AHIA methode
COSHH, INRS
+expert bv labo
(kwaliteitsvolle
resultaten leveren –
juistheidsprobabiliteit)
Gebruikte schalen/tabellen:
-Ernst van de schade (bv. lichte kwetsuur zonder TAO →bedreiging leven 1 of meer personen)
-Blootstelling ae RF, frequentie/duur (zelden → altijd)
-Probabiliteit/waarschijnlijkheid dat schade optreedt tijdens blootstelling (praktisch onmogelijk →
verwacht)
32
Deparis opsporingsmethode DEpistage PArticipatif des RISques
Belgisch onderzoeksteam olv Malchaire
33
Kinney methode
Voor kwantificering meest gebruikte methode.
Schalen/tabellen:
E 1 → 40 (gering → ramp)
34
Voor ernstige & acute gevallen.
AIHA methode
Beter geschikt dan de Kinney methode om de lange termijn risico’s van chemische stoffen in te
schatten.
-3e variabele graad van onzekerheid in de schattingen van gezondheidseffect & blootstelling bepaalt
door de gebruikte info (vb zie oranje kader p24)
=> semi-kwantitatieve score van laag naar hoog voor health risk
(voor het maken vd ratings w alle hulpmiddelen gebruikt van eenvoudige beoordelingen tot
uitgebreide meetcampagnes)
35
Health risk wordt punt op diagram.
Toevoegen onzekerheidsfactor
36
Men kan het risico verkleinen door de onzekerheid te verkleinen = meer info, meer metingen.
Doel voor WG
-RA chemicaliën – welke controles zijn nodig
Structuur
1. Indeling vd stof ie gevarenklasse op basis vd H-zinnen (target concentration range)
groep A →E
37
2. Bepaling vd exposure op basis van gebruikte hoeveelheid & fysische eig & rangschikking in
exposure predictor band v 1 tot 4
4. Uit 2+3 voorspelde blootstellings (predicted concentration) range bepalen in risk assessment
schema
38
Regels voor mengsels
Mengsels met component die sensitisatie kan veroorzaken bij huid contact en
concentratie heeft ≥ 0,1% tot < 0,5% en zonder andere Hazard C of D componenten
►groep C te conservatief
De dampspanning bij de procestemperatuur wordt berekend uit de bekende dampspanning bij een
bepaalde temperatuur.
39
Regels voor risicoreductie
40
Cut-off van 30 minuten
Onder de 30 min daalt de control approach van containment naar engineering control of van
engineering control naar general ventilation.
Een stap in de control approach geeft een 10x hogere protectie tg deeltjes of dampen.
Als in 30 min de 8u OEL 10x overschreden zou worden, zou dat overeenkomen met 300 min <8u.
3 fasen
1. Inventariseren
41
-score voor mogelijke blootstelling
* gebruikshoeveelheid
Qi relatief tov hoeveelheid meest gebruikte agens Qmax
* gebruiksfrequentie
Klasse 0 → 4
Niet gebruikt sinds min 1j → permanent
3. Risico-evaluatie
door inhalatie
door huidcontact
42
Kenmerken inhalatie-productieproces
Collectieve beschermingsmiddelen
43
3.2 Risico door huidcontact
44
II.1.4 Detailed survey in EN689
Inleiding
Europese norm mbt een strategie om representatieve blootstellingsmetingen te doen voor inhalatie van
chemische agentia confirm de occupational exposure limit values (OELVs). Deze norm is niet toepasbaar voor
OELV met referentieperiode < 15 min.
EN 689 bevat bijlagen, niet alle Europese lidstaten willen dat deze worden opgenomen in de
wetgeving, hoewel ze veel nuttige informatie bevatten. België en Finland zijn de enige Europese
landen die ook de bijlagen hebben opgenomen in de wetgeving (KB chemische agentia).
Doel
Gevalideerde en betrouwbare informatie bekomen over de blootstelling wanneer de blootstelling dicht bij de
grenswaarde ligt.
Aanpak
Een meetstrategie die toelaat op de meest efficiënte manier gebruik te maken vd beschikbare
middelen.
45
Selectie van WN indien geen worst case strategie
Of willekeurig uit alle blootgestelden
nadeel: kans om hoogst blootgestelden te missen bij te klein staal
2) Worst-case metingen (worst-case situaties opsporen met oriënterende metingen is niet betrouwbaar)
- Als de episoden met hogere blootstelling duidelijk te onderscheiden zijn
bv. vat dat wekelijks w gevuld & dan veel damp geeft
Het is belangrijk dat je eerst het werkproces analyseert vooraleer je gaat meten. Stel je
meet tijdens spraypainting, echter ervoor worden mengsels gemaakt, erna wordt alles
afgewassen (incl handen!) in white spirit. Ook ervoor en erna is er dus blootstelling aan
potentieel gevaarlijke mengsels.
- Extrapolatie vd gemeten blootstelling nr de volledige werkdag levert een veiligheidsmarge
- Nadeel: moeilijker aan te tonen dat de GW gerespecteerd w
46
dekken. De niet-bemonsterde periode is dan een zwak punt met nood a kritische observatie of er dan ∆
zijn opgetreden.
Meetprocedure
Tijdrovend om deze te bepalen (hulp van ingenieurs ea)
- Technische instructies
- Procedure vd monsterneming
- De agentia
- Welke werkposten/functies bemonsterd moeten worden
- Plaatsen waar de monsters genomen moeten worden
- Tijdschema (tijdstip vd metingen en het interval ertussen)
- Monsternemingsduur (begin- en eindtijd)
- Procedure voor de analyse
- Berekening vd blootstellingsconcentraties (bijlage B)
47
Aandacht geven aan metingen die buiten de vooropgestelde distributie vallen ‘uitschieters’. Wanneer
een kleine subgroep systematisch hogere blootstellingen heeft, mag dit niet zomaar w afgedaan als een
toevallige variatie bv WNs die procedure verkeerd doen.
Aangezien het doel van PM anders is dan van BM (biological monitoring) zal de meetstrategie
verschillen.
Rapportering
EN689 geeft lijst van gegevens die in het verslag moeten staan.
Er w gedurende 25% vd blootstellingsduur bemonsterd. Voor monsters van zeer korte duur is dit niet
haalbaar, doch de voorgestelde aantallen in de tabel zouden voldoende statistische stabiliteit geven.
48
Bijlage C: formele procedure ter beoordeling vd blootstelling
49
Bijlage G.3: Lognormaal waarschijnlijkheids- of cumulatief
frequentie diagram Ex-vr
Om visueel te bepalen of een dataset bij benadering lognormaal verdeeld is.
Heel veel datasets van meetgegevens blijken scheef naar rechts verdeeld te zijn.
Men noemt dergelijke verdelingen lognormaal als de omzettingen vd meetwaarden naar hun logaritme
een normale of Gaussiaanse verdeling oplevert.
frequentie
Het rekenkundig gemiddelde ligt altijd rechts vd top, wat betekent dat het grootste deel vh oppervlak
onder de curve links vh rekenkundig gemiddelde ligt, maw de meeste blootstellingswaarden zijn
kleiner dan het rekenkundig gemiddelde. CAVE oriënterende metingen geven dus meestal een lager
dan gemiddeld resultaat.
De staart van de verdeling gaat veel trager naar zeer kleine probabiliteiten in vgl m de gewone
normale verdeling, dus de kans op meten van occasioneel hoge blootstellingen wordt groter. Hoe meer
metingen, hoe groter de kans dat men een waarde boven de norm vindt.
Als in het waarschijnlijkheidsdiagram een bepaalde meting een probabiliteit heeft van x%, dan is dit
de kans dat dat deze of een nog lagere waarde wordt gemeten (onderschrijdingskans).
(X-as of log as= concentratie, Y-as = onderschrijdingskans)
50
Bijlage D1 tot D3: Waarschijnlijkheidsbenadering om
beroepsblootstellingsconcentraties met GW te vergelijken bij
zich herhalende of stabiele (steady state) situaties
Ex-vr
Hiermee kun je de overschrijdingskans van de GW bepalen met een betrouwbaarheidsinterval.
Stappen:
1. Selectie homogene blootstellingsgroep: WNs met gelijkaardige doch niet noodz simultane
blootstellingscondities
2. Uitvoeren min 6 representatieve metingen binnen de ademzone.
3. Verifiëren distributiemodel (bijlage G3)
4. Berekening overschrijdingskans met betrouwbaarheidsinterval.
51
Drie mogelijke besluiten:
- Groene situatie
Overschrijdingskans is ≤0.1%
De blootstelling ligt ruimschoots onder de GW geen andere metingen nodig, tenzij bij
significante veranderingen
- Oranje situatie
0.1% ≤ overschrijdingskans ≤5%
De blootstelling lijkt onder de GW te liggen maar er zijn PM nodig ter bevestiging.
- Rode situatie
Overschrijdingskans >5%
Overschrijdingskans is te hoog. Maatregelen ASAP, gevolgd door een nieuwe beoordeling
van de beroepsblootstelling.
- N1 = 0.4 x GW
- N2 = 0.7 x GW
- N3 = 1.0 x GW
- N4 = 1.5 x GW
Als de concentratie > N3 moet de reden van overschrijding w geïdentificeerd en ASAP maatregelen w
genomen.
52
Bijlage E Flow-chart instellen periodieke metingen
Bepaalt wanneer er wel of geen PM nodig zijn (afhankelijk van de stabiliteit vd blootstelling).
PM nodig:
-als de blootstelling onder de GW ligt, mr het niet zeker is of dat zo zal blijven & er geen andere
procedures zijn om dit te verzekeren
PM niet nodig:
-als de blootstelling beneden de GW ligt, mr het niet zeker is of dat zo zal blijven & er wel andere
procedures zijn om dit te verzekeren bv bep PBMs
53
II.1.5 Metingen in de werkomgeving
Wettelijk kader
ARAB Algemeen Reglement voor de ArbeidsBescherming
Risicobeoordeling
Info & opleiding vd WNs
Gezondheidstoezicht
Preventieve maatregelen & maatregelen bij incidenten
Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling
54
Benaderingsmethoden in de bedrijfsgezondheidszorg
g/g creatinine
spiro
Luchtmetingen in de praktijk
Keuze van de lokale plaats van de meting
55
Keuze van de meetmethode
Aanzuigen ve voorgeschreven luchtvolume over een buisje levert een verkleuring over een
variabele lengte als maat voor de concentratie.
56
Specifieke meetapparatuur waarbij een elektrisch signaal wordt gegeven, proportioneel met
de concentratie
Adsorptie: met een vaste stof moleculen halen uit een opl, gas door aantrekking
Absorptie: moleculen dringen het materiaal binnen
57
Luchtmonstername van deeltjesvormige verontreiniging Ex-vr
Mist = aerosol
Spray = nevel
Vapor = damp
Fume = rook
Dust = stof
58
(voor examen moeten exacte getallen niet gekend zijn, wel het verschil tussen vloeistoffen en vaste
stoffen en de grote groeperingen (dat mist kleiner is dan spray ed).
59
1. Totaal inhaleerbaar stof
3. Inadembaar stof
60
Simultane bepaling vd 3 fracties (inhaleerbaar, thoracaal, inadembaar)
= sample volume
van pomp
Voorbeeld:
Sample volume= flow rate van pomp x tijd = 2.0 l/min x 333 minuten= 666 liter = 0.666 m³
61
Mass of material on filter = 1.39 mg
Deeltjesgrootte selectieve GW
62
Vb van actieve monstername: actieve koolbuisjes, werkt via een luchtpomp, zowel lage flow als
hoge flow voor piekmetingen mog, sampling time 8u voor TLV-
TWA, 15 min voor TLV-STEL
Vb van passieve monstername: actieve kool monitor (3M badge) , werkt via diffusie
Lange sampling time 2-8u voor TLV-TWA; niet geschikt voor
ruimtemetingen (luchtflow)
Monsternametechniek en -medium
Monsternametechniek Principe Monstername-medium
Voor VOCs geadsorbeerd aan actieve kool, desorptie via CS 2 vooraleer analyse
63
Actieve versus passieve bemonstering
- Controle op capaciteit vh
adsorptiesysteem (doorbraak).
Back-sectie van monstername-
apparaat moet blanco blijven,
anders krijg je mogelijk een
onderschatting (doordat er niet
genoeg actieve kool in
monstername sectie zat om
alles te vangen).
64
VOC (volatile organic compounds) of VOS (vluchtige organische stoffen)
Metingen gebeuren vooral van VOC.
Besluit
Stoffen: altijd actieve aanzuiging
Actieve monstername kan je vergelijken met alle grenswaarden, passieve mag je NOOIT vergelijken
met pieken (TLV-C) en met korte termijn grenswaarden (TLV-STEL).
65
II.1.6 Biomonitoring
Doel van BM
66
Biologische monitoring versus externe monitoring - GW
67
BLV = biological limit value
BEI = biological exposure indices (ACGIH) – meest gebruikt
BAT = Duits
(a) Is het verband tussen externe blootstelling en de interne dosis. Dit verband is moeilijk vast te
stellen, hierdoor heb je ook geen grenswaarden. De meeste BEI zijn gekoppeld aan de
overeenkomstige TLV- waarden, waaraan bijna alle WN dagelijks mogen worden blootgesteld zonder
nadelige gezondheidseffecten te ondervinden.
(b) Als je onder GW van externe blootstelling blijft , heb je geen risico op adverse health effects.
(c) Als je onder GW van interne dosis blijft, heb je ook geen adverse health effects.
- de stof geen hoge toxiciteit bevat (in dat geval moet de concentratie zo laag worden gehouden
dat er geen inwendige blootstelling gemeten kan worden);
- de stof geen erg korte halfwaardetijd heeft (in figuur wordt 5u gebruikt, prof hanteert liever
2,5u als criterium);
- er geen verstoring van de meting is/ confounders voor de gemeten parameter;
- er een goede merker/test bestaat.
68
Toxicokinetiek
Toxicodynamiek = werkingsmechanismes
Toxicokinetiek = opname, distributie, metabolisme, stapeling & excretie
Kennis vd manier van absorptie (longen, huid, …) geeft info over de hoeveelheid
opname
Kennis vd t½ is vereist
-om te weten of de stof stapelt
-om het juiste staalname moment te bepalen
Kennis van het metabolisme (waar? lever, nier, longen, …; hoe? oxidatie, reductie,
…) om de meest geschikte parameter/biomerker te bepalen
69
Belang halfwaarde tijd voor staalname
Het staalname moment wordt bepaald door de halfwaardetijd.
Zeer korte t½ < 2.5u Snel wijzigende levels, niet bruikbaar voor BM
t½ tussen 5u en 10u Staalname aan einde van werkshift & einde van werkweek
Reflecteert blootstelling van de afgelopen werkweek
t½ > 10u Staalname aan einde van werkshift & einde van werkweek
Waarden reflecteren zowel recente als voorgaande
blootstelling (voorbije werkweek & accumulatie over weken
heen)
Accumulatie, geen volledige recup in weekend
70
Overzicht biologische media
Enkel in onderzoek
71
haren)
Voordelen:
Je meet de absorptie via alle opnamewegen (respiratoir, dermaal, oraal)
Persoonsgebonden
-Je meet alle blootstellingsbronnen (professioneel, hobby, voeding, …)
Nadelen:
Relatief gebrek aan meetmethoden/testen
72
Complexe mengsels
Er kan evt gescreend w op 1 of enkele substanties
Als tracer voor het geheel bv. 1-hydroxypyreen in urine bij PAH
Als test voor de efficiëntie van de PBMs
Voor substanties met spec toxiciteit
Confounders
Bv. PAH
Dieet (geroosterd vlees, gerookt vlees/vis, BBQ)
Life style (tabagisme, whiskey)
Klinisch (zalven of shampoos met koolteer)
Home exposure (parket gelijmd met bitumen, houthaard)
Omgeving (luchtvervuiling door verkeer)
Laatste opmerkingen
Geen controle door overheid op labo’s itt tot externe monitoring. Wel mogelijkheid tot
meedoen aan Europese validatie testen.
Studies: historische data tolueen. Na aanpassing TLV is er altijd lag time waarbij er meer
resultaten boven BEI zijn. Altijd periode van aanpassing nodig.
73
Aromatische koolwaterstoffen BTEXNS (benzeen, tolueen,
ethylbenzeen, xyleen, naftaleen en styreen)
Benzeen
Voorkomen
Vroeger: oplosmiddel voor verf, lak, lijm nu verboden!
Actueel nog: petrochemie, cokesfabrieken/steenkooldistillatie, benzinemotoren
Toxische effecten
Carcinogeen!
GW: vroeger 10 ppm, nu 1 ppm, toekomst ? 0,5 ppm
Toxicokinetiek
Opname: respiratoir en dermaal
Biotransformatie en excretie:
80% fenol
4% t,t-muconzuur
0.11% in S-fenylmercaptaanzuur S-PMA
(22% bij blootstelling > 5 ppm)
- Benzeen is vetoplosbaar
Biomonitoring
Benzeen in bloed
-confounding: roken, staalcontaminatie, verlies door vluchtigheid
- t½ 8u
-BEI 0,5 ppm
Fenol in urine
-10-20% van benzeendosis
-vroeger gebruikt als biomerker
74
sinds de verlaging van de TLV van 10 naar 1 ppm niet meer, aangezien fenol
dan te veel vals positieven gaf (dr medicatiegebruik)
- t½ 4u
t,t-muconzuur in urine
-4% van benzeendosis
-confounding: rokers hebben iets hogere achtergrondwaarde, sorbisch zuur in voeding
- t½ 5u
-BEI 0,5 ppm of 0.5 mg/g creatinine
-bruikbaar tot 0,5 ppm benzeen met weinig vals positieven, als de GW verlaagt naar
0,5 ppm dan te veel vals pos en nood bepaling S-PMA
S-fenylmercaptaanzuur in urine
-0.11% van benzeendosis
-confounding: roken
- t½ 9u
-BEI 0,5 ppm of 25 µg/g creatinine
-ook bruikbaar bij 0,1 ppm benzeen maar hoge kostprijs €60
Tolueen of methylbenzeen
Voorkomen
Substituut voor benzeen als solvent in verven, lijm, inkt, benzine
Tolueen is verhoogd op verkeersdrukke plaatsen. Roken in huis en het gebruik van verf of
schoonmaakmiddelen kan het tolueengehalte in de woning verhogen.
Toxische effecten
Tolueen wordt ter vervanging van het kankerverwekkende benzeen gebruikt. Er zijn onvoldoende
gegevens om tolueen als kankerverwekkende stof te beschouwen. Tolueen kan wel bedwelmen en
langdurige blootstelling kan hersenschade veroorzaken (chronisch toxische encefalopathie of OPS).
GW: 20 ppm
(GW verschillende keren verlaagt, laatste keer in 2008, PBMs onvoldoende dus nog veel blootstelling
boven GW)
Toxicokinetiek
Opname: Snelle absorptie (lijmsnuivers)
Biotransformatie en excretie:
75
- Metabolisme
60 – 70% hippuurzuur - kan leiden tot organic psycho syndrome OPS (painter disease)
0,1 – 1% o-cresol (specifiek)
Biomonitoring
Tolueen in bloed
-confounding: andere solventen, alcohol
- t½ u < 5u
-BEI 50 ppm
Hippuurzuur in urine
-confounding: andere solventen, alcohol, voeding (zure voeding, sommige vruchten,
bewaarmiddelen)
- t½ u < 5u tot >40u
-BEI 50 ppm of 1,6 g/g creatinine
o-Cresol in urine
-confounding: andere solventen, alcohol, roken, reinigingsmiddelen & desinfectantia
- t½ u < 5u tot >40u
-BEI 50 ppm of 0,5 mg/l of 0,5 mg/g creatinine
Xyleen of dimethylbenzeen
Voorkomen
Oplosmiddel
Toxische effecten
Xyleen wordt niet ingedeeld als carcinogeen.
Organic psycho syndrome OPS (painter disease) via metaboliet methyl-hippuurzuur.
Toxicokinetiek
Metaboliet:
Methyl-hippuurzuur
Biomonitoring
→ methyl-hippuurzuur
Styreen
76
Voorkomen
In harsen
Toxische effecten
Styreen wordt door IARC als mogelijk carcinogeen beschouwd.
Toxicokinetiek
Opname: respiratoir
glutathione
Biomonitoring
Styreen in uitgeademde lucht
Alifatische koolwaterstoffen
C 1-4: methaan, ethaan, propaan: verdrijving O2 & ontploffing
C 5-14: pentaan & hexaan + afgeleiden: oplosmiddelen
N-hexaan of C6-(normaal)-hexaan
Voorkomen
Wordt veel gebruikt
als oplosmiddel in vernissen, lijmen (voor schoenen & kunstleder), inkten
als oplosmiddel in de rubberindustrie
als extractiemiddel in de farmaceutische & cosmetische industrie
in de chemische industrie
Toxische effecten
77
Via metaboliet gemengde perifere PNP
hoge affiniteit voor ZS → perifere PNP sens & motor (sens stoornissen & gradueel verlies
v kracht (struikelen, dingen laten vallen) tot mogelijks paralysis
in 1e stadium reversibel, na een tijdje irreversibel
simultane blootstelling a MEK & methyl-isobutylketon geeft versterking vd PNP dr de
formatie v dezelfde metaboliet 2,5-hexaandion
eerst beschreven bij Japanse schoenmakers – veranderde samenstelling vd lijm verOR een
outbreak van PNP
lijmsnuivers → ‘zombie children’
Toxicokinetiek
Biotransformatie en excretie:
-wordt in ! mate uitgeademd
-metabolieten:
2-hexanol (aangetroffen in urine) – belangrijkste metaboliet
2,5-hexaandion (aangetroffen in urine) - PNP
Gamma-valerolacton (aangetroffen in urine, ↑ door zure hydrolyse)
2,5-di-methylfuran (aangetroffen in urine
Biomonitoring
2,5-hexaandion in urine (biomerker van effect)
STIJGT in staande urine door zure hydrolyse
o BEI: 0,4 mg/l – te bepalen zonder zure hydrolyse; einde vd shift op einde werkweek
o BAT: 5mg/l – te bepalen in zuur milieu om maximale zure hydrolyse te krijgen; einde
vd shift
Metalen
Over het alg zeer moeilijk voor BM. Voor metalen is het algemeen veel moeilijker om duidelijke
correlaties te vinden tss externe blootstelling & biomonitoring:
-Blootstelling is vaak niet alleen resp maar ook oraal door contaminatie vd handen
-Een belangrijke omgevingscomponent is mogelijk door uptake via drinkwater, voedsel (bv vis)
78
-Niet-professionele blootstelling kan meer interfereren dan bij VOCs gezien de langere t½ v zware
metalen
-Metalen hebben een rel trage uptake & eliminatie (hoge affiniteit voor bot met bijna irreversibele
opslag)
-Het is niet te verwachten dat een biol parameter met een lange blootstellingsgeschiedenis goed
correleert met een punctuele omgevingsmeting
Chroom
Voorkomen
Zilverkleurig overgangsmetaal, vaste aggregatietoestand bij kamertemp
Toxische effecten
Alleen Cr(VI) (chromaten) is geassocieerd met toxiciteit
Toxicokinetiek
Opname:
GI Cr(VI) beperkt, Cr(III) niet; de lage pH reduceert Cr(VI) naar Cr(III) zodat de
GI opname beperkt is
79
Biotransformatie en excretie:
Distributie:
Excretie:
Biomonitoring
Cr in urine CrU
Normaal ca. 0,2 µg/g creat. Zelden > 0,5 µg/g creat bij niet-blootgestelden. Iets hoger bij
rokers. BEI CrU 25µg/l (end of shift end of workweek).
≠ tss oplosbare & weinig oplosbare Cr(VI) verbindingen
Rekening houdend met de t½ vd ≠ lichaamscompartimenten & het meten vd tot blootstelling
dr beroep, milieu & dieet.
Op het einde vd arbeidsdag blootstelling vd dag zelf; door de grote variabiliteit tgv ≠
voorgeschiedenis verschil tss voor & na de shift
Een relevante blootstelling is een toename van 10µg/l (BEI).
Cr in bloed CrB
Lood
80
Voorkomen
Productie in Pb & Zn smelters
Toxische effecten
Neurotoxische sympt, aantasting ♂ infertiliteit, SK, GI, nier, anemie
Toxicokinetiek
Opname: Lage blootstelling id leefomgeving.
Respiratoir 50-80%
damp, rook, stof blootstelling, ifv granulometrie & oplosbaarheid
GI <10%
Vnl kinderen die schilfers loodverf opeten
Inslikken van opgehoest stof
Voedsel contaminatie
Roken (hand-mondhygiëne)
Biotransformatie en excretie:
Distributie:
81
Excretie:
Biomonitoring
PbB (plombemie)
PbU
Correleert met PbB maar varieert meer; PbU 65µg/l ~PbB 40µg/100ml
Ketonen
82
Aceton of dimethylketon
Voorkomen
Het wordt als reagens gebruikt in vele industriële processen die uiteindelijk leiden tot de vervaardiging
van bijvoorbeeld plastics. Het wordt veel gebruikt als oplosmiddel. Veel nagellakremovers bevatten
aceton, soms tot percentages van 50-100%. Daarnaast is aceton veel terug te vinden in verf- en
lakverwijderaars en lijmen.
Toxische effecten
Depressie vh CZS
Biomonitoring
→ aceton
Toxische effecten
Perifere PNP (zelfde metaboliet als n-hexaan, gecombineerd sterk risico op neurol toxiciteit)
Toxicokinetiek
Metaboliet:
2,5-hexaandion
Biomonitoring
2,5-hexaandion
Alcoholen
83
Ethanol
Biomonitoring
→ ethanol
i-Butanol
Biomonitoring
→ butanol
84