You are on page 1of 35

CKV Studie Mode

Inhoudsopgave 
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven. 

Klik hier om tekst in te voeren.


Leerdoelen Blz. 3
Introductie Blz. 4
Het ontstaan van mode Blz. 5-10
Functie en vormgeving Blz. 11-12
Ontwerpen Blz. 13-16
Modeontwerpers Blz. 17-18
Wat is jouw smaak? Blz. 19
PO’s Blz. 20-33

Leerdoelen:
Kennismaking met de termen:

- Toegepaste kunst
- Vormgeving
- Functie
- Wegwerpmode
- Modeontwerpers
- Trendsetters
-

Onderzoek doen naar:


- hoe geef je iets vorm?
- hoe versterken vorm en functie elkaar?
- jouw smaak op het gebied van mode

Introductie
1. Waar denk je aan bij het woord mode? Maak een woordweb hieronder.

Klik hier om tekst in te voeren.


Kleding
Modeshows
Stoffen
Designers
Louis Vuitton
Tassen
Schoenen
Chanel
Zonnebrillen
Kledingstijl
Trends

MODE

2. Wat is mode volgens jou?


Mode is wat er op dit moment qua kleding en accessoires populair is. Wat er in de mode is
en de mode zelf verandert ook vaak.

Het ontstaan van mode


Lees op de website: Geschiedenis van mode | Mens en Gezondheid: Mode

Klik hier om tekst in te voeren.


3. Waarom droegen mensen andere kleding dan nu?

De mode verander met de tijd mee. In de middeleeuwen kon je van iemands kleding
afleiden tot welke stand iemand behoorde. Toen standen minder belangrijk werden kreeg
mode weer een andere betekenis. In de twintigste eeuw werd er vooral door de
modehuizen bepaald wat er in de mode was, maar nu gebruiken de modehuizen juist de
mensen op straat als inspiratie voor hun nieuwe collectie.

4. Wie bepaalde de mode voor de jaren 50/60?

Modehuizen.

Voor WOII kleedden jongeren zich


net als volwassenen. Jongens kregen
op hun 17de verjaardag hun eerste
lange broek. De plusfours uit deze
advertentie van C&A was bedoeld als
opstapje naar de lange broek.

5. Hoe werden plusfours ook wel


genoemd?

Drollenvanger

Jongeren hadden in de jaren dertig en veertig weinig vrijheid en geen enkele


maatschappelijke invloed. Ze moesten 6 dagen per week naar school en hadden geen
bijbaantjes (= geen geld).

Bekijk het fragment ‘jeugdculturen’ https://www.youtube.com/watch?v=oMEp6SJu4OA

Klik hier om tekst in te voeren.


6. Geef 2 oorzaken waardoor er jeugdculturen ontstonden:
1 Groeiende economie, waardoor jongeren konden studeren en bijbaantjes nemen.

2 Films, muziek en kleding uit andere landen.

7. Zoek de definitie van jeugdcultuur op en schrijf die op:


Jeugdcultuur is het geheel van culturele uitingen en belevingen dat specifiek leeft in
jongerengroepen.

Elvis Presley
De grootste rock ‘n’ roller en de eerste echte (mode)
superster was Elvis Presley. Via films en
televisieoptredens werd zijn uiterlijk voor tieners in de
hele westerse wereld een ideaalbeeld.

Bekijk https://www.youtube.com/watch?
v=MfrC8PAQtlg
8. Benoem 3 uiterlijke kenmerken van rock ’n roller;
1. Een kuif met veel gel

2. Bakkebaarden

3. Leren jasje

Het verspreiden van mode of trends ontstaat door de jeugd(cultuur). Het is


ook vaak zo, dat op het moment zelf niet goed duidelijk is wat het huidige
modebeeld is. Dit wordt vaak pas achteraf herkend, zoals de mode uit de
jaren 50.

Klik hier om tekst in te voeren.


In Nederland had je de eerste jeugdcultuur de nozems. Dit waren vetkuivers, meisjes in
minirokjes en jongens met stoere jacks. Ze waren afkomstig uit de arbeidersklasse, reden op
brommers van het merk Zundapp of Kreidler, en luisterden naar rock ‘n’ roll. Hun
tegenhangers waren de Pleiners, die vooral naar jazz luisterden en op Puch brommers reden.

Ook in andere Europese landen waren verschillende groepen te onderscheiden.

In de vroege jaren zestig stonden in Engeland de Mods


tegenover de Rockers..
In Amerika kwam de flowerpower beweging. In de loop
van de jaren zestig waren het vooral de mods en de
artistiekelingen die zich zouden ontwikkelen tot de
hippie beweging. Lang haar, extravagante kleding, een
vrije seksuele moraal en het gebruik van drugs waren
kenmerkend voor jongeren tussen 1967 en 1975.

De invloed van popmuziek op de mode was groter dan


ooit.

Bekijk https://www.volkskrant.nl/video/kanalen/de-gids~c477/series/zien-en-gezien-worden-
mode-en-stijl~s1223/geel-leert-ons-hoe-mode-tot-stand-komt~p49888
9. Wie bepaald nu de mode? Geef 2 voorbeelden.
1. Influencers

2. Mensen op straat

Bekijk het fragment van schooltv: https://schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-modetrends-van-de-


catwalk-tot-de-kledingwinkel/#q=mode

10. Hoe ontstaan modetrends?


Van bijzondere ontwerpen op de catwalk worden kleine aspecten gepakt (zoals een
patroon) en die worden verwerkt tot draagbare kleding voor kledingwinkels.

Klik hier om tekst in te voeren.


Lees jeugdculturen van vroeger naar nu: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeugdcultuur
11. Zoek afbeeldingen op internet en plak minimaal 3 kledingstukken op die bij de
jeugdcultuur horen.

Nozem: jaren ‘50 Provo’s; jaren ‘50 Emo’s: zero’s


Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

Hippies: jaren ‘60 Punkers/skinheads: Jaren Gotics: jaren ‘80


Kledingstijl kenmerken: ‘70 Kledingstijl kenmerken:
Kledingstijl kenmerken:

Klik hier om tekst in te voeren.


Hiphoppers: jaren ‘80 Hard Rockers: jaren ‘70 Gabbers: jaren ‘90
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

Klik hier om tekst in te voeren.


Urban: zero’s Disco: jaren ‘60 New wave: jaren ‘70
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

Klik hier om tekst in te voeren.


Rasta’s: jaren ‘70 Skaters: jaren ‘90 Metalheads: jaren ‘70
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

10

Klik hier om tekst in te voeren.


12. Welke jeugdsubculturen spreken jou het meeste aan: nozem, provo, hippie,
skinhead, rasta, metalhead, lolita, urban, hard rocker, disco, punker, new wave,
hiphopper, gothic, skater, gabber, alto of emo? Of ken je nog andere die hier niet
tussen staan? Voeg deze dan zelf toe. Maak een top 3:

1. Disco

2. Hippie

3. Hiphop

13. Leg uit waarom je deze top 3 hebt samengesteld aan de hand van een aantal
argumenten.
Ik vind disco de leukste jeugdcultuur door de de leuke kledingstijl en muziek. Ook spreekt
de cultuur van de hippies mij aan door hoe hun manier van leven. Tot slot staat hiphop in
mijn top 3, doordat ik deze dansstijl erg cool vind.

11

Klik hier om tekst in te voeren.


Mode vorm en functie
Lees tekst 1

Wat is vormgeving?

Het is maandagochtend, kwart over zeven. Je slaat de wekker uit, kleed je aan, wassen, ontbijten,
fiets op slot, school, bel, les. Ogenschijnlijk een gewone schooldag. Die dag ziet er opeens bijzonder
uit als je bedenkt dat je in nog geen anderhalf uur tijd – van opstaan tot schoolbel – tientallen keren
in aanraking bent geweest met vormgeving. Het begint bij de wekker, gevolgd door de spijkerbroek
en sneakers die je aantrekt, je tandenborstel, je fiets, de verkeersborden, de school, eindigend bij de
stoel die zo ontworpen is dat je zonder rugpijn de dag kunt uitzitten. Het zijn maar een paar
voorbeelden van de duizenden spullen waarmee je omringd wordt. Ze zijn bedacht door grafisch
ontwerpers (van magazines tot posters en van logo tot flyer), productontwerpers (van mobieltje tot
bushok en van scooter tot kaasschaaf), modeontwerpers (van shirt tot sneakers), ruimtelijk
ontwerpers (van café interieur tot expositie) en architecten (van het huis waarin je woont tot het
schoolgebouw waar je elke dag zit). Alles is vormgegeven.

Functie en vorm

Vormgeving kan voor een fabrikant iets extra’s bieden aan producten. Mensen willen vaak meer geld
betalen voor goed ontworpen producten, want die zijn extra aantrekkelijk of kunnen bijdragen aan je
eigen stijl. Maar er zijn ook voorbeelden te noemen waarbij vormgeving op een andere manier iets
toevoegt. Zo verleiden afficheontwerpers ons tot theater- of filmbezoek en is er ontwerper die een
mooi en duurzaam alternatief voor de koelkast heeft uitgevonden. Duurzaamheid en recycling
worden de laatste jaren steeds belangrijker. Zo zijn er ook architecten die met afgekeurde
windmolenwieken een speeltuin hebben ontworpen.

Het beroep

Elke ontwerper - van modeontwerper via verpakkingsontwerper tot binnenhuisarchitect - houdt zich
bezig met functie en vorm. Als een jurk niet lekker zit (functie), verkoopt hij niet. Als een spijkerbroek
er niet trendy uitziet (vorm), verkoopt hij ook niet. Logisch dus dat een ontwerper op school – of dat
nou de Design Academy in Eindhoven is, de modeacademie in Arnhem of de Technische Universiteit in
Delft – leert hoe vorm en functie elkaar kunnen versterken. Weet daarom: als je een, zoals dat heet,
‘toegepast’ ontwerper wilt worden, dan moet je creatief en praktisch ingesteld zijn.

Bron: Spacesoup.nl

14. Wat verstaan we onder vormgeving? Geef een definitie in jouw woorden.

Vormgeving is het verzamelbegrip voor allerlei vormen van (iets) ontwerpen.


Voorbeelden van Vormgeving zijn architectuur, grafische vormgeving, industriële
vormgeving, interieurontwerpen, modeontwerpen en beeldhouwen. Vormgeving
betekent ook het brengen in of tot een bepaalde vorm, compositie.

12

Klik hier om tekst in te voeren.


15. Plak hieronder een voorbeeld van ‘vormgeving’ in de mode, zoek op internet.

16. Waarom moeten vorm en functie elkaar versterken? Leg uit in jouw woorden.

Als iets een bepaalde vorm heeft is het handig als de functie erbij past en andersom. Bijvoorbeeld
met een beker, de functie is dat je eruit kunt drinken en daarbij is de vorm van een beker ook
handig. Als een beker de vorm van een vork had kon je er niet uit drinken. Daarom is het handig
als vorm en functie elkaar versterken.

17. Zoek op internet een voorbeeld van ‘vorm en functie’ in de mode en plak hieronder
op.

13

Klik hier om tekst in te voeren.


De kleding in het
leger is een
voorbeeld van
vorm en functie in
de mode. Het
patroon van de
kleding zorgt
ervoor dat de
mannen in het
leger zich snel
kunnen
verstoppen omdat
de kleuren en het
patroon van de
kleding niet heel
erg opvalt in de
natuur.

18. Wat is toegepaste kunst? Geef een definitie in jouw woorden.


Toegepaste kunst is een vorm van kunst die niet alleen voor de vormgeving ergens staat of hangt,
maar het heeft ook een functie.

19. Zoek op internet een voorbeeld van ‘toegepaste kunst’ in de mode en plak de
afbeelding(en) hieronder op.

Ontwerpen
Het ontstaan van een ontwerp is een heel proces. Om ideeën te kweken moet je eerst je hersenen
voeden. Door beter om je heen te kijken en je te verdiepen in het werk van anderen doe je inspiratie
op. Ideeën zijn eigenlijk de belangrijkste voedingsbodem voor inspiratie. Het is handig je ideeën gelijk

14

Klik hier om tekst in te voeren.


vast te leggen. Je kunt bijvoorbeeld schetsen. Dat kan helpen je gedachten te richten en later kun je
een van die schetsen uitwerken om tot een ontwerp te komen. Als alles af is, presenteer je het
eindresultaat. Als het ontwerp goedgekeurd is, wordt het in productie genomen. Dan start het
productieproces.

20. Wat is belangrijk bij het maken van een ontwerp? Noem verschillende stappen in het
proces van ontwerpen (in mode).
1. Het ontwikkelen van je vaardigheden.

2. Het maken van een soort woordweb met idee

3. Het schetsen van een ontwerp.

4. het maken van een definitief ontwerp.

Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/mode-aico-dinkla/#q=mode

21. Wat zijn de stappen die Aico Dinkla neemt om zijn mode te ontwerpen?
1. Impulsief zijn
2. Hij pakt wat latex en gaat aan de slag.
3. Ondertussen scheurt hij nog wat en past hij nog wat aan.
4. En zo ontstaat er weer iets nieuws.

Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/de-slag-om-de-klerewereld-in-de-klas-mode-als-


wegwerpartikel/

22. Wat vind jij van mode als wegwerpartikel? Schrijf naar aanleiding van de
documentaire jouw mening over mode als wegwerpartikel. Ben je voor of juist
tegen? Beargumenteer jou mening met inhoudelijke argumenten
Ik ben het er wel mee eens dat mode een wegwerpartikel is. Je koopt het, je draagt het een paar
keer en dan gooi je het weg of verkoop je het weer aan een ander. Ik vind dit op zichzelf best een
handig concept, de kleding is niet van heel goed materiaal en daardoor ook niet te duur. Zo kan je
het een aantal keer dragen en daarna weer nieuwe kleding kopen zodat je mee blijft met de trend.
Aan de andere kant is het ook slecht voor het milieu en zou het beter zijn als meer kleding wordt

15

Klik hier om tekst in te voeren.


gerecycled, of opnieuw wordt verkocht zodat iemand anders het kan dragen.

Bij deze opdracht werk je met z’n tweeën of met z’n vieren, je vormt 2 groepjes. Het ene groepje is
de opdrachtgever, het andere groepje de vormgever of modeontwerper. En je wisselt om, je speelt
dus beide rollen.

23. Wat voor kledingstuk moet er ontworpen worden?


Opdrachtgevers:
1. Beschrijf de opdracht in eigen woorden. Denk aan: kledingstuk, functie, doelgroep
en budget.

Een duurzame broek voor jonge kinderen. Ze groeien snel en spelen wild en ouders
moeten continu nieuwe broeken kopen. Dus maak een broek die niet snel kapot
gaat, geen vlekken en het liefst meegroeit.

2. Op basis van het bovenstaande gaat de ander een voorstel doen dat voldoet aan
de vraag van de opdrachtgever. Denk aan de wensen en stem vorm, materiaal en
kleur daarop af. Zorg er wel voor dat de opdrachtgever blij verrast is door jullie
voorstel, dus kom niet met een heel saai ontwerp op de kroppen.

Ontwerpers:
Maak hieronder een schets en schrijf eventueel uitleg erbij.
Schets
Een duurzame broek gemaakt van spijkerstof en een soort stretchende stof die wat
meerekt zodat wanneer je groeit, je de broek kunt blijven dragen. Ook is de stretch handig
voor het vele bewegen van jonge kinderen, daarbij is de spijkerstof dan weer handig voor
de stevigheid van de broek zodat het niet snel scheurd als kinderen vallen of op de grond
spelen. De kleur van de broek is dan zwart zodat je niet zo snel vlekken kunt zien in de
16

Klik hier om tekst in te voeren.


broek en het is ook makkelijk te wassen.

3. Pitch (op een originele manier jouw product promoten) jullie voorstel aan de
opdrachtgever. Wat kunnen jullie nog meer vertellen over het idee? (steekwoorden)
Stevige maar stretchende broek, een zwarte kleur die niet snel vies wordt. En de broek
bevat stretch dus kan tijdens de groei lang gedragen worden.

4. De opdrachtgever geeft aan wat goed is en wat minder goed is.

Goed is, omdat de kleur van de broek niet snel vies wordt, en de stretch zorgt ervoor dat
kinderen de broek tijdens de groei kunnen dragen.

Minder goed is, omdat de materialen spijker en stretchstof niet makkelijk te combineren
zijn tot 1 materiaal.

Als je het er mee eens bent dat er nog iets veranderd zou kunnen worden, maak je een
aanpassing aan je voorstel waardoor de opdrachtgever wel tevreden is.

5. Mijn aanpassing wordt: een nieuwe stof bedenken die stretch bevat maar ook nog
steeds erg stevig is.

17

Klik hier om tekst in te voeren.


Modeontwerpers
Lees op de website het artikel: De 10 beroemdste modeontwerpers aller tijden - GABZ-FASHION

24. Een lijst van beroemde modeontwerpers vind je hieronder. Zoek op internet naar
afbeeldingen van kleding van deze ontwerpers. Plak bij elke modeontwerper een
typerend afbeelding van zijn/haar ‘stijl’.

A. Alexander McQueen

B. Domenico Dolce en Stefano Gabbana

C. Valentino Garavani

D. Yves Saint Laurent

18

Klik hier om tekst in te voeren.


E. Christian Dior

F. Ralph Lauren

G. Donatella Versace

H. Calvin Klein

I. Coco Chanel

19

Klik hier om tekst in te voeren.


J. Giorgio Armani

25. Welke modeontwerpers mis je? Denk ook eens aan Nederlandse ontwerpers.
Zoek op internet en plak hier 4 voorbeelden van zo’n ontwerper/merk/kledingstuk.

Harry styles / Gucci dress

20

Klik hier om tekst in te voeren.


Timothée Chalamet / Louis Vuitton

Cara Delevingne / Yves Saint Laurent

Lili Reinhart / Christian Siriano dress

26. Wat is jouw smaak?

21

Klik hier om tekst in te voeren.


Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van mode. Geef met korte
kreten/woorden/afbeeldingen aan wat je er mooi aan vindt.

Opdrachten horende bij kunstdiscipline

22

Klik hier om tekst in te voeren.


MODE

23

Klik hier om tekst in te voeren.


CKV - PO – MODE

Opdracht A: waaier of spel


Je gaat een waaier of spel maken met daarin minimaal 15
verschillende modeontwerpers en een van hun ontwerpen. Of
vragen over mode en modeontwerpers.

Startfase 
Stap 1: Vul deze vragen in: 
Naam leerling(en): 
Klas: 
Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn) 
Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen) 
Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen) 
Motivatievragen: 
1. Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?  
2. Wat is ons doel van deze opdracht?  
3. Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze
opdracht? 
4. Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie
uit de Studie passen wij dit toe in onze PO? 
5. Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien? 
Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase. 
Divergerende fase 
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent.
Denk aan de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze
ontwerpers in hun werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers
tegengekomen die je in het thema zou kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat
waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of een woordweb. Deze laat je in je
presentatie zien.
 
Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase 
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

24

Klik hier om tekst in te voeren.


Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je uiteindelijk in je spel/waaier
gaat gebruiken. Laat dit in je presentatie terugkomen.
 
Stap 7: Kies nu met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je
bij stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien. 
 
Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met het maken van jouw spel/waaier.
Fotografeer het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto
van het eindresultaat. Het proces laat je zien in je presentatie. 
 
Stap 9: Vul onderstaande vragen in: 
1. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken? 
2. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
3. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
4. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

wie taken Duur van de taak

 
Slot fase 
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase.  Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm.  Inleveren in ELO opdrachten. Zie datum pta CKV.  
 
Beoordelingsschema bij opdracht A:
zonder eigen inbreng = max cijfer een 7 

Beoordeling PO  *                 Naam:  punten  score 

Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 15 pt.   

Ingevuld studie Max. 20 pt   

Kwaliteit praktische opdracht Max. 20 pt   

Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt

Eigen inbreng  Max. 30 pt   

Totaal   Max. 100 pt   

Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht? 
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.

25

Klik hier om tekst in te voeren.


Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze onderdelen bij de motivatievragen in stap 1. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook
een extra punt opleveren.

CKV - PO – MODE

Opdracht B: modeshow
Bij deze opdracht ga je zelf een modeshow maken.
Dit kan met echte modellen, maar ook helemaal
uitgetekend of op de computer. Misschien kun je
hier een app voor gebruiken om bijv. filmpjes mee
te maken (tiktok o.i.d.).

Startfase
Stap 1: Vul deze vragen in:
Naam leerling(en):

Klas:

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)

Motivatievragen:

1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?


2) Wat is ons doel van deze opdracht?
3) Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
4) Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?

Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.


26

Klik hier om tekst in te voeren.


Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het
thema waar je mee bezig bent. Denk aan de voorbeelden uit de
themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze
ontwerpers in hun werk terug? Ben je in je studie voorbeelden
van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou kunnen
plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën.
Maak hierover een mindmap of een woordweb. Deze laat je in
je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je uiteindelijk in je modeshow gaat
gebruiken. Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het
spel/waaier op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal,
dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat
je zien in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


1. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
2. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
3. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
4. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

wie taken Duur van de taak

27

Klik hier om tekst in te voeren.


28

Klik hier om tekst in te voeren.


Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum pta CKV.

Beoordeling opdracht B:
zonder eigen inbreng = max cijfer een 8 

Beoordeling PO *                 Naam:  punten  score 

Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 15 pt.   

Ingevulde studie Max. 20 pt   

Kwaliteit praktische opdracht Max. 30 pt   

Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt

Eigen inbreng  Max. 20 pt   

Totaal   Max. 100 pt   

Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht? 
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.  

29

Klik hier om tekst in te voeren.


CKV - PO – MODE

Opdracht C: eigen modecreatie


Bij deze opdracht ga je zelf een kledingstuk of accessoire
ontwerpen. Hoe je dit gaat doen is aan jullie, dat kan
digitaal of juist niet.

Startfase

Naam leerling(en):

Klas:

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)

Motivatievragen:

6) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?


7) Wat is ons doel van deze opdracht?
8) Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
9) Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
10) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?

Stap 1: Vul deze vragen in:


Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.

Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent. Denk aan
de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze ontwerpers in hun
werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou
kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of
een woordweb. Deze laat je in je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

30

Klik hier om tekst in te voeren.


Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.
Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je geïnspireerd heeft of hebben.
Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het
spel/waaier op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal,
dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat
je zien in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


5. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
6. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
7. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
8. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking

wie taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum pta CKV.

Beoordeling opdracht C:
zonder eigen inbreng = max cijfer een 9 

Beoordeling PO *                 Naam:  punten  score 

Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 15 pt.   

31

Klik hier om tekst in te voeren.


Ingevulde studie Max. 20 pt   

Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt   

Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt

Eigen inbreng  Max. 10 pt   

Totaal   Max. 100 pt   

Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min. 
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.  

32

Klik hier om tekst in te voeren.


CKV - PO - MODE

Opdracht D: Eigen idee!


Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw eigen
creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij doen bij dit
thema?

Startfase

Naam leerling(en):

Klas:

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Studie: (vul hier in welke kunstdiscipline jullie hebben gekozen)

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht jullie hebben gekozen)

Motivatievragen:

1. Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?


2. Wat is ons doel van deze opdracht?
3. Hoe laten wij het thema waar we nu mee bezig zijn terug komen in deze opdracht?
4. Welke beeldende middelen, kunststroming, stijl van een kunstenaar of inspiratie uit de
Studie passen wij dit toe in onze PO?
5. Hoe verwachten wij dat ons eindproduct eruit komt te zien?

Stap 1: Vul deze vragen in:

Deze vragen en antwoorden verwerk je in de presentatie uit de slotfase.

Divergerende fase
Stap 2: Bedenk wat je allemaal zou kunnen doen met het thema waar je mee bezig bent. Denk aan
de voorbeelden uit de themalessen. Op welke manier zag jij het thema bij deze ontwerpers in hun
werk terug? Ben je in je studie voorbeelden van ontwerpers tegengekomen die je in het thema zou
kunnen plaatsen? Wat wilde zij ‘vertellen’ of wat waren hun ideeën. Maak hierover een mindmap of
een woordweb. Deze laat je in je presentatie zien.

Stap 3: Ga dan brainstormen op welke ontwerpers je kent. Denk aan de thema lessen en de studie
die je gemaakt hebt. Zoek daarmee verder op internet. Verzamel werken van deze ontwerpers of
stijliconen en maak van jouw zoektocht een moodboard. Je moodboard laat je in je presentatie zien.

33

Klik hier om tekst in te voeren.


Stap 4: Onderzoek wat je allemaal zou kunnen/moeten gebruiken om deze PO te maken. Maak een
woordweb of lijst van materialen en bedenk waar je deze spullen kunt vinden/ vandaan kan halen.
Dit woordweb of lijstje laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 5: Kies uit je mindmap of woordweb uit stap 2 wat jij wilt laten zien in je PO, schrijf in 1 zin de
link tussen het behandelde thema en de voorstelling van jouw kunstwerk. Laat dit in je presentatie
terugkomen.

Stap 6: Kies van de ontwerpers/stijliconen uit stap 2 degene die je geïnspireerd heeft of hebben.
Laat dit in je presentatie terugkomen.

Stap 7: Kies met welk materiaal en gereedschap je je PO gaat maken uit de mogelijkheden die je bij
stap 4 hebt onderzocht. Laat dit in je presentatie zien.

Stap 8: Ga met je verzamelde materiaal aan de slag. Je begint met schetsen en bouwt zo het eigen
idee op tot een mooi eindresultaat. Fotografeer/film het proces. Eerst alleen het materiaal, dan de
eerste opzet etc. Tot aan een mooie fotoreeks/filmpje van het eindresultaat. Het proces laat je zien
in je presentatie.

Stap 9: Vul onderstaande vragen in:


9. Hoeveel tijd heb je nodig gehad om deze PO te maken?
10. Welke stappen heb je moeten zetten om deze PO te maken?
11. Waarom ziet het eindproduct er zo uit zoals het er nu uit ziet?
12. Vul onderstaand schema in bij een samenwerking
wie taken Duur van de taak

Slot fase
Stap 10: Dit is de presentatie van jouw creatie inclusief het proces uit de start fase, de
divergerende fase en de convergerende fase. Voor deze presentatie kies je voor een PowerPoint of
een andere presentatievorm. Inleveren in ELO-opdrachten. Zie datum pta CKV.

Beoordeling opdracht D:

Beoordeling PO *                 Naam:  punten  score 

Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema)  Max. 15 pt.   

Ingevulde studie Max. 20 pt   


34

Klik hier om tekst in te voeren.


Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt   

Presentatie praktische opdracht Max. 15 pt

Eigen inbreng  N.V.T  

Totaal   Max. 100 pt   

Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?

Presentatie = Uiteenzetting van start-, divergerende- en convergerende fase + een fotoreportage


’the making of’ van het product; van begin tot eindresultaat. In PowerPoint, Prezi of andere
presentatievorm.

35

Klik hier om tekst in te voeren.

You might also like