You are on page 1of 40

CKV Studie Mode

1
2
Inhoudsopgave
Let op!!!!! Door het bewerken van het document, wanneer je de
antwoorden invult, zullen de bladzijden verschuiven.

Leerdoelen blz 4
Introductie blz 5
Het ontstaan van mode blz 6
Functie en vormgeving blz 12
Ontwerpen blz 15
Modeontwerpers blz 20
Wat is jouw smaak? blz 28
Praktische Opdrachten blz 29
CKV PO Inleverdocument blz 39

3
Leerdoelen:

Kennismaking met de termen:

- Toegepaste kunst
- Vormgeving
- Functie
- Wegwerpmode
- Modeontwerpers
- Trendsetters
-

Onderzoek doen naar:


- hoe geef je iets vorm?
- hoe versterken vorm en functie elkaar?
- jouw smaak op het gebied van mode

4
Introductie
1. Waar denk je aan bij het woord mode? Maak een woordweb hieronder.

2. Wat is mode volgens jou?

Mode wordt vaak gebruikt om iets aan te geven met een kledingstijl, maar het kan ook
worden gebruikt om aan te geven wat nu populair is of aantrekkelijk wordt gevonden.

5
Het ontstaan van mode
Lees op de website: https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/mode/93726-geschiedenis-van-
mode.html

3. Waarom droegen mensen andere kleding dan nu?

Vroeger werd mode bepaalt door de mode huizen. Nu is dat meer andersom nu laten de
mode huizen zich vooral lijden door de trends op straat. En trends veranderen over de
jaren heen, maar soms komen dingen die vroeger in de mode waren terug.

4. Wie bepaalde de mode voor de jaren 50/60?

De modehuizen bepaalde de trends in de jaren 50/60.

Voor WOII kleedden jongeren zich


net als volwassenen. Jongens kregen
op hun 17de verjaardag hun eerste
lange broek. De plusfours uit deze
advertentie van C&A was bedoeld als
opstapje naar de lange broek.

5. Hoe werden plusfours ook wel


genoemd?

Drollenvanger

Jongeren hadden in de jaren dertig en veertig weinig vrijheid en geen enkele


maatschappelijke invloed. Ze moesten 6 dagen per week naar school en hadden geen
bijbaantjes (= geen geld).

Bekijk het fragment ‘jeugdculturen’ https://www.youtube.com/watch?v=oMEp6SJu4OA

6
6. Geef 2 oorzaken waardoor er jeugdculturen ontstonden:
1 Nederland werd een verzorgingsstaat en nu hoefden de jeugd niet meer hun geld geven
aan het gezin. Hun overige geld ging naar muziek en mode enz.

2 veel modetrends werden overgenomen van uit Amerika.

7. Zoek de definitie van jeugdcultuur op en schrijf die op:

Jeugdcultuur is het geheel van culturele uitingen en belevingen dat specifiek leeft in
jongerengroepen. Een jeugdcultuur is niet zomaar een jongerengroep, maar zij heeft als
extra kenmerk dat er sprake is van normen en waarden, die vorm krijgen in taal, kleding,
lichaamsversiering en muziek.

Elvis Presley
De grootste rock ‘n’ roller en de eerste echte (mode)
superster was Elvis Presley. Via films en
televisieoptredens werd zijn uiterlijk voor tieners in de
hele westerse wereld een ideaalbeeld.

Bekijk
https://www.youtube.com/watch?v=MfrC8PAQtlg

8. Benoem 3 uiterlijke kenmerken van rock ’n roller;


1 haarstijl (wart haar)

2 de kleding (donkere kleding)

3 de dansstijl

Het verspreide van mode of trends ontstaat door de jeugd(cultuur). Het is


ook vaak zo, dat op het moment zelf niet goed duidelijk is wat het huidige
modebeeld is. Dit wordt vaak pas achteraf herkend, zoals de mode uit de
jaren 50.

In Nederland had je de eerste jeugdcultuur de nozems. Dit waren


vetkuivers, meisjes in mini-rokjes en jongens met stoere jacks. Ze waren
afkomstig uit de arbeiders-klasse, reden op brommers van het merk
Zundapp of Kreidler, en luisterden naar rock ‘n’ roll. Hun tegenhangers
waren de Pleiners, die vooral naar jazz luisterden en op Puch brommers
reden.

7
Ook in andere Europese landen waren verschillende groepen
te onderscheiden.

In de vroege jaren zestig stonden in Engeland de Mods


tegenover de Rockers.

In Amerika kwam de flowerpower beweging. In de loop van


de jaren zestig waren het vooral de mods en de
artistiekelingen die zich zouden ontwikkelen tot de hippie
beweging. Lang haar, extravagante kleding, een vrije seksuele moraal en het gebruik van
drugs waren kenmerkend voor jongeren tussen 1967 en 1975.

De invloed van popmuziek op de mode was groter dan ooit.

Bekijk https://www.volkskrant.nl/video/kanalen/de-gids~c477/series/zien-en-gezien-worden-
mode-en-stijl~s1223/geel-leert-ons-hoe-mode-tot-stand-komt~p49888
9. Wie bepaald nu de mode? Geef 2 voorbeelden.
1.
Grote influencers of insta modelen, als Kylie Jenner of bijvb in Nederland Monica Geuze

2. wij de mensen die op straat lopen zetten de trend vandaag.

Bekijk het fragment van schooltv: https://schooltv.nl/video/hoe-ontstaan-modetrends-van-de-


catwalk-tot-de-kledingwinkel/#q=mode

10. Hoe ontstaan modetrends?


Die ontstaan op fashion week, en de mode warenhuizen maken van die trends iets
draagbaars.

Lees jeugdculturen van vroeger naar nu: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jeugdcultuur


11. Zoek afbeeldingen op internet en plak minimaal 3 kledingstukken op die bij de
jeugdcultuur horen.

Nozem: jaren ‘50 Provo’s; jaren ‘50 Emo’s: zero’s


Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

8
Hippies: jaren ‘60 Punkers/skinheads: Jaren Gotics: jaren ‘80
Kledingstijl kenmerken: ‘70 Kledingstijl kenmerken:
Kledingstijl kenmerken:

9
Hiphoppers: jaren ‘80 Hard Rockers: jaren ‘70 Gabbers: jaren ‘90
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

Urban: zero’s Disco: jaren ‘60 New wave: jaren ‘70


Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

10
Rasta’s: jaren ‘70 Skaters: jaren ‘90 Metalheads: jaren ‘70
Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken: Kledingstijl kenmerken:

11
12. Welke jeugdsubculturen spreken jou het meeste aan: nozem, provo, hippie,
skinhead, rasta, metalhead, lolita, urban, hard rocker, disco, punker, new wave,
hiphopper, gothic, skater, gabber, alto of emo? Of ken je nog andere die hier niet
tussen staan? Voeg deze dan zelf toe. Maak een top 3:
13.
1
Hippie
2
Disco
3
Skaters

14. Leg uit waarom je deze top 3 hebt samengesteld aan de hand van een aantal
argumenten.
Wij hebben deze 3 verschillende jeugdsubculturen gekozen, omdat we bij de hippies de kleding
heel erg leuk vinden. En dat je dat nu nog steeds op veel plekken tegenkomt. Wij hebben de disco
en de skaters gekozen, omdat we hun style leuk vinden. En bij Disco is de vibe goed.

Mode vorm en functie


Lees tekst 1

Wat is vormgeving?

Het is maandagochtend, kwart over zeven. Je slaat de wekker uit, kleed je aan, wassen, ontbijten,
fiets op slot, school, bel, les. Ogenschijnlijk een gewone schooldag. Die dag ziet er opeens bijzonder uit
als je bedenkt dat je in nog geen anderhalf uur tijd – van opstaan tot schoolbel – tientallen keren in
aanraking bent geweest met vormgeving. Het begint bij de wekker, gevolgd door de spijkerbroek en
sneakers die je aantrekt, je tandenborstel, je fiets, de verkeersborden, de school, eindigend bij de stoel
die zo ontworpen is dat je zonder rugpijn de dag kunt uitzitten. Het zijn maar een paar voorbeelden
van de duizenden spullen waarmee je omringd wordt. Ze zijn bedacht door grafisch ontwerpers (van

12
magazines tot posters en van logo tot flyer), productontwerpers (van mobieltje tot bushok en van
scooter tot kaasschaaf), modeontwerpers (van shirt tot sneakers), ruimtelijk ontwerpers (van café
interieur tot expositie) en architecten (van het huis waarin je woont tot het schoolgebouw waar je
elke dag zit). Alles is vormgegeven.

Functie en vorm

Vormgeving kan voor een fabrikant iets extra’s bieden aan producten. Mensen willen vaak meer geld
betalen voor goed ontworpen producten, want die zijn extra aantrekkelijk of kunnen bijdragen aan je
eigen stijl. Maar er zijn ook voorbeelden te noemen waarbij vormgeving op een andere manier iets
toevoegt. Zo verleiden afficheontwerpers ons tot theater- of filmbezoek en is er ontwerper die een
mooi en duurzaam alternatief voor de koelkast heeft uitgevonden. Duurzaamheid en recycling
worden de laatste jaren steeds belangrijker. Zo zijn er ook architecten die met afgekeurde
windmolenwieken een speeltuin hebben ontworpen.

Het beroep

Elke ontwerper - van modeontwerper via verpakkingsontwerper tot binnenhuisarchitect - houdt zich
bezig met functie en vorm. Als een jurk niet lekker zit (functie), verkoopt hij niet. Als een spijkerbroek
er niet trendy uitziet (vorm), verkoopt hij ook niet. Logisch dus dat een ontwerper op school – of dat
nou de Design Academy in Eindhoven is, de modeacademie in Arnhem of de Technische Universiteit in
Delft – leert hoe vorm en functie elkaar kunnen versterken. Weet daarom: als je een, zoals dat heet,
‘toegepast’ ontwerper wilt worden, dan moet je creatief en praktisch ingesteld zijn.

Bron: Spacesoup.nl

15. Wat verstaan we onder vormgeving? Geef een definitie in jouw woorden.

Vormgeving is het ontwerpen op allerlei gebieden en vormen. Zoals architectuur of


mode.

16. Plak hieronder een voorbeeld van ‘vormgeving’ in de mode, zoek op internet.

13
17. Waarom moeten vorm en functie elkaar versterken? Leg uit in jouw woorden.
Hoe stijlvoller of aantrekkelijker een product is hoe sneller de fabrikant zijn product verkoopt.

18. Zoek op internet een voorbeeld van ‘vorm en functie’ in de mode en plak hieronder
op.

19. Wat is toegepast kunst? Geef een definitie in jouw woorden.

Toegepaste kunst is de vormgeving van functionele voorwerpen.

14
20. Zoek op internet een voorbeeld van ‘toegepast kunst’ in de mode en plak hieronder
op.

Ontwerpen
Het ontstaan van een ontwerp is een heel proces. Om ideeën te kweken moet je eerst je hersens
voeden. Door beter om je heen te kijken en je te verdiepen in het werk van anderen doe je inspiratie
op. Ideeën zijn eigenlijk de belangrijkste voedingsbodem voor inspiratie. Het is handig je ideeën gelijk
vast te leggen. Je kunt bijvoorbeeld schetsen. Dat kan helpen je gedachten te richten en later kun je
een van die schetsen uitwerken om tot een ontwerp te komen. Als alles af is, presenteer je het
eindresultaat. Als het ontwerp goed gekeurd is, wordt het in productie genomen. Dan start het
productieproces.

15
21. Wat is belangrijk bij het maken van een ontwerp? Noem verschillende stappen in het
proces van ontwerpen (in mode).

• Je moet eerst gaan brainstormen zo krijg je meer ideeën.


• Daarna kan je gaan schetsen om het duidelijker te maken.
• Je kan daarna je ontwerp gaan uitwerken (dus met welke stof je het wilt doen en
de afmetingen van je ontwerp)
• Als je uiteindelijk een eindproduct hebt kan je die gaan verkopen, dus je product
op de markt brengen.

Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/mode-aico-dinkla/#q=mode

22. Wat zijn de stappen die Aico Dinkla neemt om zijn mode te ontwerpen?

1 hij koopt kleding bij een tweedehandswinkel


2 hij maakt geen ontwerp maak bedenkt ter pleke een ontwerp voor zijn kledingstuk.

Kijk naar het fragment: https://schooltv.nl/video/de-slag-om-de-klerewereld-in-de-klas-mode-als-


wegwerpartikel/

23. Wat vind jij van mode als wegwerpartikel? Schrijf naar aanleiding van de
documentaire jouw mening over mode als wegwerpartikel. Ben je voor of juist
tegen? Beargumenteer jou mening met inhoudelijke argumenten
Ik ben tegen om mode als wegwerpartikel. Maar zelf gebruik ik mode wel als wegwerp artikel. Ik
vind dat het ook niet kan dat er mensen in slechte omstandigheden werken voor mijn kleding. Als
mensen kleding kopen hebben ze dit besef moment niet, en ik denk als we daar met zn allen wat
meer stil bij staan dan kan mode als artikel bijvoorbeeld duurzamer worden.

Bij deze opdracht werk je met z’n tweeën of met z’n vieren, je vormt 2 groepjes. Het ene groepje is
de opdrachtgever, het andere groepje de vormgever of modeontwerper. En je wisselt om, je speelt
dus beide rollen.

16
24. Wat voor kledingstuk moet er ontworpen worden?
Opdrachtgevers:
1. Beschrijf de opdracht in eigen woorden. Denk aan: kledingstuk, functie, doelgroep
en budget.
De opdrachtgever wil graag een winterjas die waterdicht is. Hij moet voor de doelgroep
van de jongeren zijn dus van de leeftijd 15-25. De opdrachtgever houdt wel van wat geks
en van een kleurtje. Het budget van de winterjas mag tussen de 75 en 100 euro zijn.

2. Op basis van het bovenstaande gaat de ander een voorstel doen dat voldoet aan
de vraag van de opdrachtgever. Denk aan de wensen en stem vorm, materiaal en
kleur daarop af. Zorg er wel voor dat de opdrachtgever blij verrast is door jullie
voorstel, dus kom niet met een heel saai ontwerp op de kroppen.
Wij hebben gekozen voor de kleur paars, omdat de opdrachtgever van iets geks houdt. Wij
hebben er ook voor gekozen om er een printje aan toe te voegen, omdat de jas voor een
jongen doelgroep is en die houden daar altijd wel van.

Ontwerpers:
Maak hieronder een schets en schrijf eventueel uitleg erbij.
Schets

Uitleg
Wij hebben als opdracht gekregen om een water dichte winterjas te maken.
Wij hebben gekozen voor het model: Bomber jacket. Dit hebben wij gedaan, omdat dit model nu
heel erg in de mode is en vooral voor de doelgroep 15-25 jaar. Wij hebben ervoor gekozen om de
jas een paarse kleur te geven met panterprint, omdat ze opdrachtgever wel van iets geks hield.
Onze jas die we hebben ontworpen is 85 euro, dus die valt binnen het budget van de
opdrachtgever. De jas is van de stof polyester. We hebben voor deze stof gekozen, omdat
polyester water en wind dicht is.

17
3. Pitch (op een originele manier jouw product promoten) jullie voorstel aan de
opdrachtgever. Wat kunnen jullie nog meer vertellen over het idee? (steekwoorden)

Wij gaan een moodboard maken en een prezi waardoor we ons idee goed kunnen laten
zien aan de opdrachtgever.

• Wind dicht

4. De opdrachtgever geeft aan wat goed is en wat minder goed is.

Goed is , omdat de jas een goede prijs heeft wat precies tussen de 75 en de 100 euro ligt.
Ook vinden wij het heel leuk dat ze nog een printje hebben toegevoegd hierdoor is de jas
wel helemaal af.

Minder goed is , omdat ze voor de stof polyester hebben gekozen. In deze stof ga je heel
erg snel zweten en het is dus niet handig als je bijvoorbeeld een lang stuk moet fietsen,
want dan krijg je het heel erg warm. Dit komt ook doordat polyester wind dicht is.

Als je het er mee eens bent dat er nog iets veranderd zou kunnen worden, maak je een
aanpassing aan je voorstel waardoor de opdrachtgever wel tevreden is.

5.a) Mijn aanpassing wordt:


Wij houden wel dezelfde stof alleen maken we wel een aanpassing aan de jas. Wij maken
aan de zijkant van de jas en onder je oksel een luchtvak. Dat betekent dat je met een rits
het vakje kan openmaken waardoor het kan luchten. Hierdoor krijg je het veel minder
warm.

18
5.b) En maak een nieuwe tekening:
Als je het er niet mee eens, onderhandel met je opdrachtgever. Maar bedenk, een beetje
eigenwijs mag je best zijn, maar het blijft een opdrachtgever, dus probeer je in je rol in te
leven.

19
Modeontwerpers
Lees op de website het artikel: https://www.alletop10lijstjes.nl/top-10-wereldberoemde-
modeontwerpers/
25. Een lijst van beroemde modeontwerpers vind je hieronder. Zoek op internet naar
afbeeldingen van kleding van deze ontwerpers. Plak bij elke modeontwerper een
typerend afbeelding van zijn/haar ‘stijl’.
A. Alexander McQueen

B. Domenico Dolce en Stefano Gabbana

C. Valentino Garavani

20
D. Yves Saint Laurent

21
E. Christian Dior

22
23
F. Ralph Lauren

24
G. Donatella Versace

H. Calvin Klein

I. Coco Chanel

25
26
J. Giorgio Armani

26. Welke modeontwerpers mis je? Zoek op internet en plak hier 4 voorbeelden van zo’n
ontwerper/merk/kledingstuk.
Louis Vuitton
Jean paul Gautier

Guccio Gucci
Hugo boss

27
27. Wat is jouw smaak?
Maak hieronder een collage van jouw smaak op het gebied van mode. Geef met korte
kreten/woorden/afbeeldingen aan wat je er mooi aan vindt.

28
Opdrachten horende bij kunstdiscipline

MODE

29
CKV – PO - MODE
Opdracht A: waaier of spel
Je gaat een waaier of spel maken met daarin minimaal 15
verschillende modeontwerpers en een van hun ontwerpen. Of
vragen over mode en modeontwerpers.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het
inleverdocument vind je helemaal onderin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. welke modeontwerpers ken je al? Welke ontwerpen/designs
vind je interessant? Maak van jouw brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb.
Je moodboard/woordweb laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 3: Verzamel nu (van je moodboard) minimaal 15 vragen over mode of 15 verschillende
mode-ontwerpers. In je presentatie vertel je over de keuzes die je hier hebt gemaakt.

Stap 4: Verzamel het materiaal dat je nodig hebt om je spel te maken en ga aan de
slag. Denk na over de kleuren van het spel, waar komen de afbeeldingen en waar de
tekst? Maak schetsen en of moodboards om je idee vorm te geven. Fotografeer het proces.
Eerst alleen het materiaal, dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto van het
eindresultaat. Het proces laat je zien in je presentatie.

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. Hoe ga jij dit
product aan de klas presenteren? Gaan ze het ook
daadwerkelijk spelen? Of laat je het zien als een
product dat je gaat verkopen? Denk hier goed over na.
Maak de presentatie en bereid het voor

30
Beoordeling pdracht A

zonder eigen inbreng = max cijfer een 7


Beoordeling PO * Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 20 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 30 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie in het inleverdocument. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan
ook een extra punt opleveren.

31
CKV – PO - MODE

Opdracht B: modeshow
Bij deze opdracht ga zelf een modeshow maken. Dit kan met
echte modellen, maar ook helemaal uitgetekend of op de
computer.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie). Bedenk een goede startformulering (zie ‘startfase’ in het
hoofdstuk ‘vormgeven’)

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Waar denk je aan bij deze
opdracht maak een moodboard of woordweb. Zoek
informatie op over modeshows, d.m.v. jouw studiebundel
en op internet. Zoek bijvoorbeeld op, welke beroemde
modeshows er zijn. Maak van jouw brainstorm/zoektocht
een moodboard of woordweb. Je moodboard laat je in
je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 3: Verzamel nu (van je moodboard) alle informatie
die je nodig hebt om een modeshow te maken.

Stap 4: Aan de slag! Verzamel het materiaal dat je nodig hebt om je modeshow te maken en
ga aan de slag. Bedenk een locatie, decor, aantal kledingstukken, etc. Maak schetsen en
of moodboards om je idee vorm te geven. Fotografeer het proces. Eerst alleen het materiaal,
dan de eerste opzet etc. Tot aan een mooie foto van het eindresultaat. Het proces laat je
zien in je presentatie.

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 6: De presentatie van de modeshow. Hoe gaan jullie de modeshow aan de klas
presenteren? Gebeurt dit live, of is het van tevoren opgenomen of heb je een digitale
presentatie of….? Maak de presentatie en bereid het voor.

32
Beoordeling opdracht B
zonder eigen inbreng = max cijfer een 8
Beoordeling PO ** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 30 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 20 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

33
CKV – PO – MODE
Opdracht C: eigen modecreatie
Bij deze opdracht ga je zelf een kledingstuk of accessoire ontwerpen.

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op het inleverdocument (het
inleverdocument vind je helemaal achterin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen. Wat voor kledingstuk of accessoire zou je
willen ontwerpen? Moet het praktisch zijn, lekker zitten, mooi zijn, of….?
Maak van jouw brainstorm/zoektocht een moodboard of woordweb. Je
moodboard/woorweb laat je in je presentatie zien.

Convergerende fase
Stap 3: Kies vanaf jouw moodboard één item dat je verder zou willen ontwerpen.
Stap 4: Aan de slag! Verzamel al het materiaal dat je nodig hebt en ga
aan de slag. Maak minimaal 5 schetsen voordat je een eindproduct
gaat uitwerken.
Stap 5: Ga nu aan de slag met het eindproduct. Werk dit helemaal uit
totdat je tevreden bent. (3-d, digitaal, getekend,…..)
Stap 6: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 7: De presentatie. Denk na over hoe je jouw modecreatie in de markt gaat zetten.
Probeer je product zo goed mogelijk aan jouw klasgenoten te verkopen. Doe je dit met een
pitch, een filmpje, een ppt presentatie? Maak de presentatie en bereid het voor.

34
Beoordeling opdracht C
Beoordeling: (zonder eigen inbreng = max cijfer een 9)
Beoordeling PO *** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 40 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng Max. 10 pt
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

35
CKV – PO - MODE
Opdracht D: Eigen idee!
Bij deze opdracht heb je de ruimte voor jouw eigen
creatieve ideeën. Wat voor PO wil jij maken bij dit
thema?

Start fase
Stap 1: Vul de motivatie vragen in op
het inleverdocument (het inleverdocument vind je
helemaal achterin deze Studie).

Divergerende fase
Stap 2: Ga eerst brainstormen en maak een moodboard of woordweb. Presenteer je
moodboard/woordweb in je presentatie.

Convergerende fase
Stap 3: Beschrijf waarom je hiervoor gekozen hebt. Laat dit terug komen in je presentatie.

Stap 4: Verzamel het materiaal wat je nodig hebt en ga aan de slag tot aan het eindresultaat.
Het proces laat je zien in je presentatie.

Stap 5: Vul het Logboek in op het inleverdocument.

Slot fase
Stap 6: De presentatie van jouw creatie. D.m.v. een powerpoint of anders…? Denk ook aan
het proces en wat jij wilt vertellen aan de klas.

36
Beoordeling opdracht D

zonder eigen inbreng = max cijfer een 10


Beoordeling PO **** Naam: punten score
Culturele activiteit (ingevuld objectief/subjectief schema) Max. 10 pt.
Ingevulde studie Max. 20 pt
Ingevuld inleverdocument Max. 10 pt
Kwaliteit praktische opdracht Max. 50 pt
Presentatie praktische opdracht Max. 10 pt
Eigen inbreng n.v.t.
Totaal Max. 100 pt
Kwaliteit = Goed materiaal/ techniek gebruik, verzorging, begrijpelijk voor de toeschouwer, klopt het
eindproduct met de doelstelling? Voldoet de uitvoering aan alle gevraagde punten uit de opdracht?
Presentatie = Uitleg van motivatie, proces en eindresultaat in minimaal 3 min.
Eigen inbreng = Extra onderdelen toegevoegd die niet beschreven staan in de opdracht. Beschrijf
deze dan ook in je motivatie. Een extra mooie gedetailleerde uitvoering kan ook een extra punt
opleveren.

37
Notities/Brainstorm

38
Inleverdocument
Naam leerling(en):

Klas:

Kunstdiscipline:

Opdrachtkeuze: A/B/C/D (omcirkel welke opdracht je hebt gekozen)

Thema: (vul hier in met welk thema we bezig zijn)

Motivatie: (5 vragen)

1) Waarom hebben wij voor deze opdracht gekozen?

2) Wat is ons doel van deze opdracht?

3) Hoe koppelen wij deze praktische opdracht aan het thema waar we nu mee bezig
zijn?

4) Wat hebben wij in de studie geleerd en hoe passen wij dit toe in onze PO?

5) Hoe verwachten wij dat ons eindproduct er uit komt te zien?

Logboek
Benodigdheden om de opdracht te maken:

Hoeveel tijd hebben wij nodig gehad voor het maken van de opdracht (alles bij elkaar opgeteld):

Wat zijn de stappen die wij moeten doen om de opdracht te maken:

Waarom ziet ons eindproduct er zo uit, zoals het er nu uitziet? Vertel hier over de keuzes die
jullie gemaakt hebben bij het vormgeven van dit werk:

Vul in onderstaand schema de taakverdeling in:


Wie: Taken: Tijdsduur van de taak:

39
40

You might also like