You are on page 1of 5

NRC, 17 januari 2017

Nepnieuws: wat valt eraan te doen?

Factchecken Nepnieuws is een veelbesproken onderwerp, maar het begrip


afbakenen is lastig. Hoe kun je jezelf wapenen tegen nepnieuws?

 Peter Zantingh

De autocorrect-functie van de smartphone wil er nog steeds wel eens ‘neonieuws’


van maken. Of erger: ‘neonazi’s’. Veelzeggend, dat de term ‘nepnieuws’ zo snel
gemeengoed is geworden dat zelfs apparaten het niet kunnen bijbenen. Onder niet-
robots is ‘nepnieuws’ namelijk in hoog tempo een gangbare term geworden. Media
berichten erover en Facebook en Google beginnen het fenomeen serieus te nemen.
Er wordt sinds de verkiezing van Donald Trump in de VS ook in Nederland veel vaker
op gegoogled. Obama noemt het een gevaar voor de democratie.

Ondertussen is de definitie heel breed geworden. Wat ís nepnieuws? In elk geval


alles wat volledig en aantoonbaar verzonnen is, maar wel als echt gepresenteerd
wordt. Dit soort nepberichten worden op grote schaal verspreid om het denken over
maatschappelijke kwesties te beïnvloeden, per ongeluk omdat sites er zelf ook in
trappen, of simpelweg omdat het lekker klikt en er dus advertenties bij kunnen
worden verkocht.

Soms is het minder duidelijk. Is het nepnieuws als websites melden dat de NPO het
woord ‘Kerst’ uit een promo heeft gehaald ‘om de bevolkingsgroepen die geen Kerst
vieren tegemoet te komen’? De promo was echt, het woord ‘Kerst’ viel inderdaad
niet. Alleen die argumentatie – niet toevallig het meest gevoelige onderdeel voor veel
mensen – werd verzonnen.

Is het nepnieuws als Geert Wilders een filmpje van een vechtpartij in een azc twittert
en zegt dat het van drie dagen geleden is, terwijl het in werkelijkheid een jaar oud is?
Het filmpje was immers echt, en een politicus is geen nieuwsorganisatie. Is selectief
‘shoppen’ tussen alle beschikbare informatie totdat je kunt concluderen wat je wil
concluderen nepnieuws? Of een kop waarin een citaat subtiel wordt verdraaid tot iets
wat nooit is gezegd? Nepnieuws is het misschien niet. Maar het effect is hetzelfde:
valse, misleidende informatie die verspreid wordt om geld te verdienen of de publieke
opinie te beïnvloeden.

Nog ingewikkelder wordt het als het woord ‘nepnieuws’ zelf gepolitiseerd wordt, zoals
Trump afgelopen week deed tijdens zijn persconferentie. „You are fake news”, zei hij
tegen een verslaggever van CNN na de publicatie van een gelekt document. ‘Fake
news CNN’ is al langer een onderdeel van Trumps vocabulaire.

Volgens De Hoax-Wijzer zijn er vijftig tot zeventig Nederlandstalige ‘valse’


nieuwssites. De site krijgt per maand 150 tot 300 meldingen binnen op hun oproep
om ‘hoaxes’ te melden.

Wat voor soort nepnieuws de ronde doet, stelt een woordvoerder, is „afhankelijk van
welke website op dat moment het beste weet in te spelen op de gemoederen van de
doelgroep”. De actualiteit, zoals „de vluchtelingenstroom of een verkiezingsperiode”,
telt mee. Zo speelden Nederlandse nepnieuwsmakers de afgelopen maanden veel in
op de Zwarte Piet-discussie en het vermeende onder druk staan van Nederlandse
tradities.

Iedereen is verantwoordelijk
NRC blijft de komende tijd nepnieuws onderzoeken. Welke rol spelen nepberichten
tijdens de verkiezingscampagne? Hoe groot is het probleem in Nederland? Om die
vragen te beantwoorden roept de redactie de hulp in van haar lezers. Ziet u
nepnieuws voorbij komen, of vermoedt u dat een bericht is verzonnen? Mail naar
nepnieuws@nrc.nl

Volgens een vorige maand uitgevoerd onderzoek van het Amerikaanse Pew
Research Centre zegt een op de vier Amerikanen wel eens nepnieuws te hebben
gedeeld op sociale media; 14 procent zei dat te hebben gedaan wetende dat het nep
was. Verantwoordelijk voor het oplossen van het probleem, aldus de ruim duizend
ondervraagden, is zo’n beetje iedereen: zowel burgers, de overheid, als de sociale
netwerken waarop de berichten zich zo gemakkelijk verspreiden.

Facebook heeft half november een lijst maatregelen opgesteld, waarvan sommige
inmiddels voor een klein percentage Amerikaanse gebruikers in werking zijn
getreden. Zo wordt het advertentie-netwerk niet meer beschikbaar gesteld aan sites
waarvan bekend is dat ze nepnieuws verspreiden, om commerciële drijfveren weg te
nemen. Domeinnamen die zich bewust voordoen als een gerenommeerde
nieuwsbron (zoals abcnews.com.co) worden geweerd.

Sinds half december richt een team professionele factcheckers zich in opdracht van
Facebook nu op nepnieuws in de categorie ‘het ergste van het ergste’: van begin tot
eind verzonnen artikelen die een groot publiek bereiken en veel reacties ontlokken. Is
iets aantoonbaar nep, dan krijgt de Facebook-post een sigarettenpakje-achtige
waarschuwing. Als je het nieuws alsnog probeert te delen met anderen, volgt een
extra melding.

Ook overheden roeren zich. In Duitsland gingen in december de eerste stemmen op


om nepnieuws strafbaar te maken. Een wetsvoorstel wil sociale netwerken
verplichten nepnieuws binnen 24 uur offline te halen. Dit weekend werd bekend dat
Facebook in Duitsland gaat samenwerken met een kleine website voor
onderzoeksjournalistiek, Correctiv, om nepnieuws op te sporen.

En in Nederland? Het is aannemelijk dat Facebook ook hier zo’n partner zoekt, maar
het kan daar desgevraagd niets concreets over zeggen. In Den Haag houdt men zich
vooralsnog stil. Het zal vooralsnog dus van onszelf moeten komen.

Dus wat kún je eraan doen?

1. Let op kapitalen en uitroeptekens

Een kop met uitroeptekens en hele woorden in kapitalen is natuurlijk niet per definitie
onbetrouwbaar, misleidend of subjectief. Maar het omgekeerde geldt wel: een
objectieve, gerenommeerde nieuwsbron maakt er zelden tot nooit gebruik van.
Nattigheid voelen is dus op z’n plaats bij een kop als „SHOCKING! Look What This
Reporter Just STOLE From Trump While No One Was Looking!”. Zoals het
Amerikaanse radioprogramma On The Media zegt: als een verhaal je meteen boos
maakt, is dat waarschijnlijk ook de bedoeling.

2. Lees het hele artikel

Het is soms verleidelijk al een sterke mening te hebben op basis van alleen een kop
of een intro – dat wat automatisch mee komt naar Facebook en primair bedoeld is
om aandacht te trekken. Lees het hele artikel en oordeel pas daarna. Wordt de kop
waargemaakt, of was die misleidend? Of blijkt het satire te zijn? Heel veel mensen
dachten dat Oranje daadwerkelijk de strafschoppen tegen Argentinië opnieuw mocht
nemen in 2014. Dat stond in de kop van satirisch blog Er mag gezongen worden. De
eerste zin na klikken was: „‘Toen ik gisteravond foto’s van teakhouten tuinmeubelen
aan het liken was op Facebook, stuitte ik op een filmpje van de gestuite penalty van
Ron Vlaar’, zegt FIFA-leider Sepp Blatter vanuit een bordeel in zijn verblijfplaats Rio
de Janeiro.”

3. Zoek de pagina ‘over ons’ op

Nepnieuws is iets anders dan satire. Het Amerikaanse The Onion en het
Nederlandse De Speld zijn inmiddels bekend genoeg; lezers weten wat ze kunnen
verwachten. Bij andere, kleinere sites is dat misschien niet direct duidelijk, maar dan
zou een pagina als ‘over ons’ of een ‘disclaimer’ (meestal in het menu bovenaan of
juist helemaal onderaan) moeten helpen. Bij De Speld staat bijvoorbeeld in de
disclaimer dat de artikelen „persiflerend, satirisch of parodiërend van aard” zijn.

4. Klik door naar de originele context

Volg links die in het artikel staan, naar bijvoorbeeld de bron van het nieuws, iemand
die aan het woord komt of een onderzoek waaruit geciteerd wordt. Kijk waar je
uitkomt en of dat betrouwbaar en objectief overkomt. Let ook op de nieuwe context:
blijkt de bron in tegenstelling tot waar je binnenkwam wél duidelijk satire, of is er iets
anders waardoor dezelfde tekst, video of foto plotseling iets anders betekent? Staan
er helemaal geen links naar bronnen en is het daarnaast onwaarschijnlijk dat de site
de informatie zelf verkregen heeft, dan is dat ook geen goed teken.

5. Blijf skeptisch (maar word niet cynisch)

Zoals het niet goed is om alles te geloven, is het niet goed om alles te wantrouwen.
Gezond verstand dus, bij wat je op internet tegenkomt. „Wat we nodig hebben is
scepsis, niet cynisme”, zei Tessa Jolls, hoofd van het Amerikaanse Centrum voor
Mediawijsheid, vrijdag tegen The Guardian. „Cynisme is wanneer je helemaal niets
gelooft. Scepsis is als je onderscheidingsvermogen hebt, een oordeel waarop je kunt
vertrouwen.”

You might also like