You are on page 1of 2

Leerdoelen Forensisch onderzoek

NLT 4 havo en 4 vwo


Binas is toegestaan!

Handboek 1 Vingersporenonderzoek
• beschrijven wanneer een vingerafdruk wordt achtergelaten
• beschrijven hoe een vingerafdruk zichtbaar gemaakt kan worden
• een vingerafdruk zichtbaar maken
• een vingerafdrukken classificeren met behulp van hoofdpatronen
• vingerdrukken interpreteren door het beschrijven van typica (dactyloscopische
punten)
• identificatie van vingerafdrukken uitvoeren door een patroon van dactyloscopische
punten te maken.

Handboek 3 Voetsporen
• vier grondeigenschappen noemen op grond waarvan grond geïdentificeerd kan
worden
• geleidbaarheid en soortelijke geleidbaarheid definiëren en hun eenheid noemen.
• rekenen met geleidbaarheid en soortelijke geleidbaarheid
• factoren noemen die de soortelijke geleidbaarheid van de grond bepalen
• twee oorzaken noemen die de pH van de grond bepalen
• voorbeeld noemen van waterabsorberende grond
• voorbeeld noemen van gekleurde grond.
• de relatie tussen voetstapafstand en snelheid van lopen aangeven en toepassen.

Handboek 4 Stofeigenschappen
• onderscheid maken tussen zuivere stof en mengsel
• scheidingsmethoden noemen en toepassen
• uitleggen wat een H-brug is en een voorbeeld noemen
• uitleggen waarom water zo’n hoog kookpunt heeft
• uitleggen waarom bepaalde vloeistoffen zoals methanol goed in water oplossen en
andere, zoals ether, niet
• het oplossen van zouten met behulp van het begrip hydratatie beschrijven
• voor eenvoudige gevallen stoffen op grond van hun eigenschappen identificeren
• een onderzoek opzetten.

Handboek 5 Chromatografie
• uitleggen hoe de inkt uit een stift zich aan het papier hecht
• uitleggen hoe papierchromatografie werkt
• aangeven welke stappen je moet doen om de inkt op een stukje papier te vergelijken
met de inkt uit een stift
• mobiele fase en stationaire fase omschrijven en voorbeelden hiervan geven
• begrip loopvloeistof omschrijven en een voorbeeld hiervan geven
• uitleggen wat wordt verstaan onder relatieve verplaatsing (rate of flow) of Rf-waarde
• aangeven welke factoren de Rf-waarde bepalen.
Handboek 6 Ballistiek
• beschrijven hoe een patroon tot ontsteking komt
• aangeven op grond waarvan een kogel met het vuurwapen gematcht kan worden
• idem voor een huls
1 2
• formule voor de kinetische energie Ekin = mv noemen en toepassen
2
• verbrandingswaarde (voor buskruit) toepassen.
• inzien dat de netto-arbeid verricht op een voorwerp gelijk is aan de toename van zijn
kinetische energie
• de volgende formules voor arbeid noemen en toepassen:
W = Fres s en W = Ekin
• de formule voor de wrijvingskracht van lucht op een kogel toepassen:
1
Flw = cw A v 2
2
• de relatie tussen de vervorming (van een kogel) en de inslagdiepte) toepassen
• de initiële vervormingenergie E0 en de vervormingconstante cv definiëren
• de uitdrukking voor de kinetische energie van de kogel vlak voor de inslag toepassen:
Ekin − E0 = cv s
• de schietafstand van een kogel afleiden uit bovenstaande formules.

Handboek 7 Bloedonderzoek
• de reactie van luminol met waterstofperoxide beschrijven
• uitleggen waarom deze reactie geschikt is voor het aantonen van bloed
• stoffen noemen die dezelfde werking als bloed hebben bij de reactie van luminol met
waterstofperoxide en dus storend werken
• aangeven hoe sommige storende werkingen te voorkomen zijn
• een bloedtest met luminol en waterstofperoxide uitvoeren.

Handboek 8 Forensisch DNA-onderzoek


• uitleggen welke sporen voor DNA-onderzoek gebruikt kunnen worden
• een aantal soorten sporen noemen die geschikt zijn voor DNA-onderzoek
• noemen dat het DNA van alle mensen voor tenminste 99,5% identiek is
• uitleggen waarom bij forensisch DNA-onderzoek niet naar de genen van het individu
gekeken wordt
• uitleggen wat een hypervariabele regio en een Short Tandem Repeat is
• de begrippen DNA-kenmerk en DNA-profiel uitleggen
• de relatie leggen tussen DNA-kenmerk en chromosomen
• uitleggen waarom slechts een zeer kleine hoeveelheid DNA genoeg is voor een DNA-
onderzoek
• aangeven hoe, door middel van chromatografie, DNA-fragmenten van verschillende
lengte gescheiden en gedetecteerd kunnen worden
• frequentietabellen gebruiken om de kans op een gelijk DNA-profiel te berekenen
• uitleggen waarom een DNA-profiel geen informatie geeft over erfelijke eigenschappen
van een persoon
• de begrippen volledig profiel, onvolledig profiel en mengprofiel kunnen uitleggen
• een mengprofiel kunnen scheiden in een hoofd- en nevenprofiel
• beargumenteren wat de waarde en beperkingen zijn van vergelijkend DNA-onderzoek
in het strafrecht
• een mening kunnen formuleren over toekomstige kansen en dilemma’s met
betrekking tot privacy en bepalen van persoonskenmerken met behulp van forensisch
DNA-onderzoek.

You might also like