Professional Documents
Culture Documents
1
Introductie Forensisch Onderzoek
- Noem de verschillende onderdelen van de forensische keten (in de juiste
volgorde
Misdrijf - Plaats Delict - PD optreden - Analyse - interpretatie - rapportage
- Leg het doel uit van de criminalistiek met de bijbehorende waarde indeling
Spoor kan een bepaalde criminalistische waarde hebben
Reconstructie waarde= spoor zegt iets op de wijze waarop en wanneer
Identificatie waarde= spoor herleid naar een bron/oorzaak
Coördinatie waarde= spoor is teruggevonden op meerdere PD’s en koppelt
- Leg de juiste handelingen en juiste keuze uit voor het maken van een
forensisch correcte foto
Laag mogelijke ISO (100,200,400), manueel sluitertijd en diafragma instellen.
Werktuigsporen
- Benoem het onderscheid tussen de verschillende soorten werktuigen die er
op de markt zijn en vaak voor het plegen van een strafbar feit gebruikt worden
Breekijzer (2 kanten, een met een splitsing en 1 platte kant) en
schroevendraaier. Schroevendraaier veel kleinere kop en maar 2 kanten die
gebruikt kunnen worden. Bij een breekijzer zijn er 4 kanten die gebruikt
kunnen worden.
- Benoem de criminalistische waarde van werktuigsporen
Reconstructie waarde = sporen kunnen iets zeggen over hoe iets is gebeurd
Identificatie waarde = Sporen kunnen herleid worden naar de bron (werktuig)
Coördinatiewaarde = het werktuig kan op meerdere PD’s gebruikt zijn
- Beschrijf het gehele proces hoe men een werktuigspoor correct dient veilig te
stellen en onderzoekt aan de hand van casuïstiek.
Voor veiligstellen zie antwoord hierboven. Tijdens het vergelijkend onderzoek
wordt op het werktuig gekeken naar slijpsporen (karakteristiek) of naar
frees/perssporen (niet karakteristiek). Tussen de vergelijking tussen de
proefsporen en het spoor van het PD wordt gekeken naar
kraslijnenaansluiting (over de gehele breedte sluit alles aan), aansluitende
kraslijnen (paar lijnen sluiten aan), aansluitende kraslijnenbeeld (kleine
groepjes kraslijnen die aansluiten)
Bloedsporenonderzoek en BPA
- Geef aan welke vragen worden gesteld wanneer er onderzoek wordt gedaan
naar humane biologische sporen
1. Zijn er biologische sporen aanwezig op het stuk van overtuiging?
2. Wat is de aard van het biologische spoor?
3. Van wie is het biologische spoor?
4. Wat is de relatie van het biologische materiaal en het strafbare feit?
- Geef aan hoe de kwaliteit van het onderzoek aan biologische sporen wordt
gewaarborgd
Contaminatiepreventie (op DNA niveau, scheiden van SVO’s, eliminatie
databank), testen van producten bij ontvangst, testen van presumptieve testen
voor dagelijks gebruik, testen van de competentie van de
sporenonderzoekers, second opinion, audits
- Beschrijf het gehele proces hoe men een bebloed SVO veilig stelt en
onderzoekt
Goed verpakken om introductie van nieuwe sporen, vernietiging aanwezige
sporen en groei van bacteriën/ schimmels voorkomen. Aard van vlek
onderzoeken met TB test. Bij positieve reactie vlek veiligstellen met swab.
- Beschrijf het gehele proces hoe men een schoen‐ en voetspoor correct dient
veilig te stellen en hoe men dit onderzoekt aan de hand van casuïstiek.
Zoeken = Latente schoensporen zoeken met scheerlicht
Afschermen = Schoenspoor zeer fragiel, weerbaar maken tegen het weer
met een doos of bordjes.
Veiligstellen = (fotograferen, zichtbaar maken, afnemen, verpakken)
Fotograferen = overzichtsfoto, detailfoto
Zichtbaar maken = ligt aan der soort materie. Bij stof gelatine folie of
elektrostatisch liften. Bij vet zichtbaar maken met magnetisch poeder en
gelatine folie. Bij droog zand gelatine folie gebruiken. Bij nat zand alleen een
foto maken. Bij opgedroogd zand poederen en gelatine folie gebruiken.
Verpakken = Of met schutblad of in een doos waarin de afdruk zich niet kan
verplaatsen.
Daarna voor vergelijkend onderzoek gebruiken samen met referentie schoen.
Vingersporen
- Geef de definities van de begrippen: dactyloscopie, vingerspoor, vingerafdruk
Dactyloscopie = De wetenschap die zich bezighoud met het bestuderen van
de lijnen van de vingers (ook handpalmen en voeten) en de afdrukken/
indrukken hiervan.
Vingerspoor = Afdruk van een vinger, gevonden en zichtbaar gemaakt ter
plaatse van, of naar aanleiding van, een misdrijf waarvan de donor nog
onbekend is.
Vingerafdruk = Afdruk van een vinger, die verkregen wordt door het
afdrukken van een met inkt behandelde vinger op een dactyloscopisch
signalement. De donor is hiervan al bekend.
- Leg het doel van dactyloscopie uit en hoe het unieke papillairlijnenbeeld
hiervoor wordt gebruikt.
Het doel van dactyloscopie is het identificeren van de bron van het gevonden
vingerspoor. De unieke papillairlijnenbeeld is bij elke persoon anders en dus
daarbij erg persoonsgebonden. Deze blijven ook het hele leven het zelfde bij
elke persoon waardoor de persoon identificeerbaar is met een
papillairlijnenbeeld .
- Beschrijf het gehele proces hoe men glasdeeltjes correct dient veilig te stellen
en onderzoekt aan de hand van casuïstiek.
Buitenste laag kleding van de verdachte veiligstellen. Deze uitkloppen boven
een bak. Verzamel zo veel mogelijke verschillende soorten glasscherven
waarvan de herkomst bekend is. Onderzoek met glasmiscroscoop wat glas is
en wat niet (glas fluoresceert). Verzamel de glasdeeltjes op dactyfolie en
onderzoek met de LA ICPMS de samenstelling van de glasdeeljtes.
- Leg uit wat verschil in benadering is van glasonderzoek tussen bron ‐ en
activiteitenniveau.
Bronniveau = Geeft aan of de glasdeeltjes wel of niet afkomstig zijn van ruit x
Activiteit niveau = Geeft aan of persoon x wel of niet de ruit heeft gebroken.