You are on page 1of 4

H5 aardrijkskunde samenvatting

Paragraaf 1

Grote delen van Rusland zijn erg koud, dat word veroorzaakt door 3 oorzaken.

1. Een groot landmassa, ver van de zee.


2. Ligt erg noordelijk, in de winter staat de zon laag en zijn er korte dagen.
3. In zuiden hoog gebergte, houd warme lucht tegen.

Het klimaat heeft invloed op de bodem, Rusland heeft vooral een podzolbodem (veel uitspoeling, er
valt meer neerslag dan er verdampt, het neemt voedingsstoffen naar beneden en maakt de grond
onvruchtbaar). Verder is er een keiharde oerbank, dat zorgt dat de water minder snel weg kan
waardoor het vaak vochtig is.

Tsjernozem (zwarte aarde, bovenlaag uit humus )= veel vruchtbaarder, je vind het voornamelijk in
löss-gordel het klimaat is hier gunstig want neerslag en verdamping zijn in evenwicht. Ook is het daar
warmer.

Permafrost= ondergrond altijd bevroren, als het permafrost ontdooit kan het niet wegzakken door de
bevroren ondergrond (waardoor het erg moerassig word). Verder zorgt het voor problemen bij het
bouwen van huizen, door de warmte van huizen smelt een deel van de permafrost en zakken de
huizen in. Het kan voor een deel worden verholpen door heipalen.

Er is veel reliëf(hoogteverschillen) en de bodem is bevroren, en zijn vaak de bodems onvruchtbaar.


De gebieden die over blijven is de landbouwdriehoek, Irkutsk, Odesa en St.Petersburg. Er is er
voornamelijk landbouw en intensieve veehouderij.

Bassisboek.

A= tropisch B= woestijn C= loofbomen D=naaldbomen E=Toendra/ eeuwige ijs en sneeuw

Grondsoort=losse materiaal aan de oppervlakte

Zand; vruchtbaar

Klei; vruchtbaar

Veen; planten resten, vruchtbaar

Als een bodem ontstaat speelt het klimaat een grote rol, bij een warm klimaat neemt de
plantengroei, schimmels en bacterie toe wat zorgt voor de snelle afbraak van humus. Ook het
oplossen van stoffen gaat sneller als het warm weer is.

Horizonten= verschillende lagen bodem, het ontstaan ervan noem je bodemvorming.

Bodemprofiel= laat de verschillende lagen in de bodem zien, ze onderscheiden ik kleur, samenstelling


of dichtheid.

Verschillende soorten landbouw

1. Akkerbouw= voedsel, planten (zoals katoen)


2. Tuinbouw= groente, fruit en bloemen
3. Grove tuinbouw= Akker/tuinbouw
4. Veeteelt= Fokken en houden van dieren
5. Bosbouw= kweken van bomen
Paragraaf 2

De natuur zorgt in Rusland voor problemen in de scheepvaart,

1. Kustlijn is erg lang, een groot deel van de zee aan de kust is bevroren.
2. Rivieren door ijs onbruikbaar en in de zomer is er veel water verdampt.
3. Rivieren stromen van het zuiden naar het noorden.
4. Het gesmolten sneeuw komt van het zuiden naar hun opzetten maar omdat een groot deel
van de rivieren bevroren is, is de afwatering slecht. Het kan ook niet de grond in zakken,
omdat een groot gedeelte van de grond bevroren is.

In het voorjaar kan het gesmolten permafrost niet wegzakken dus vormt er zich een dikke blubber
laag. De onverharde wegen zijn modderpoelen geworden (raspoetitza, tijd zonder wegen genoemd).

Er zijn 2 spoorwegen aangelegd, voor het vervoeren van voornamelijk goederen. Door de natuurlijke
omstandigheden was het erg moeilijk om het spoorlijnen te plaatsen.

Basisboek

Isothermen= lijnen die plaatsen met dezelfde tempratuur verbinden, je kan luchtstreken begrenzen
wat thermische begrenzing word genoemd.
Paragraaf 3

Rusland heeft veel gebied vanuit Moskou verovert, de gebieden werden aan de adel gegeven die er
kleine boeren bedrijfjes op zetten. In de 20 ste eeuw had Rusland niks te vertellen, ze werden als een
soort slaaf behandeld. In 1917 kwam er een Russische revolutie, waar de Sovjet-Unie (1 e
communistische land van de wereld) uit ontstond.

De boeren dachten eigenaar te worden van hun kleine bedrijfjes, maar de machthebbers kregen de
macht over het landschap. Er kwamen grote boerderijen, want zo kunnen ze sneller, meer
produceren en waren er minder mensen nodig zodat de anderen in de fabriek konden gaan werken.
Rusland werd een industrie staat, en hield daarbij geen rekening met het milieu.

De sovjet unie had een planeconomie (alle bedrijven zijn van de staat, en bepalen wat ze gaan
produceren). Er werd een plan gemaakt over wat er allemaal bereikt moest zijn binnen 5 jaar, wat
voorrang kreeg op alles.

In 1991 vielen de republieken in de sovjet-unie uiteen, het land had het moeilijk en stapte over na
een vrijemarkteconomie (bedrijven bepalen zelf wat ze maken). Veel bedrijven gingen failliet, en er
raakte veel mensen werkloos en de criminaliteit nam toe. Uiteindelijk verdiende het goed met het
verkoop van aardolie/gas en andere natuurlijke hulpbronnen (wat hun wel afhankelijk aan de
grondstoffen maakte).

Basisboek

Meridianen=tijdzone

Politiek systeem= de manier waarop een staat regeert word

centraal geregeerde staat= dat in de staat overal dezelfde regels gelden

bondstaat= doordat staten zich hebben verenigd, en worden geleid door een regering. Niet altijd
dezelfde wetten gelden in de staat.

Economische systeem= hoe de staat de productie van goederen regelt.

Kapitalistisch land= vrijemarkteconomie

Communistisch land= planeconomie


Paragraaf 4

De Sovjet-Unie wou een zware industrie land worden wat zich bezig houd met grondstoffen, hun
grootste doel was voornamelijk zo veel mogelijk produceren waarbij ze zich niet met het milieu bezig
houden.

In de zomer kan er in Rusland geen olie worden gedelft, doordat er dan op plekken 1 groot moeras is.
Het moet gebeuren in de winter, om de olie boven te krijgen moet er water worden toegevoegd,
waardoor de leidingen roesten. Door het roesten van de buizen komen er olie plassen, wat veel last
veroorzaakt. De olie word meegevoerd met de rivieren de Noordelijke ijszee in.

De taiga bestaat uit veel grondstoffen, waardoor er jarenlang roofbouw (milieu uitputting) is
gepleegd. De voorraden in de grond zijn niet onbeperkt en raken op een gegeven moment op.
Fabrieken stoten hun gassen de lucht in, waardoor zure regen ontstaat, de gassen worden
opgenomen in de waterdamp waaruit regen ontstaat. Zure regen heeft een grote inpakt op het
milieu. Rusland heeft grote bossen, ze verdienen er geld mee door vergunningen te geven waarbij ze
bomen mogen kappen (ontbossing).

Basisboek

Zware industrie= grondstoffen, uitgestrekte terreinen met bebouwing, voornamelijk op oude mijn
gebieden, aan de kust en eind van pijpleidingen.

Lichte industrie= de eindproducten gaan naar de markt, footloose industrie (ongebonden, vrije
industrie), gemakkelijk te vervoeren, weinig vervuiling en overal kan het.

You might also like