You are on page 1of 3

Context:

Vraag 1: Wat verstaat Bermeo onder ‘democratic backsliding’ en welke varianten


onderscheidt ze?
- Actoren: mensen van de overheid
- Democratic backsliding is een overkoepelende term. Want er zijn veel instituties die
gebruikt kunne worden voor Democratic backsliding. Het is dus een overkoepelende
term voor alle soorten die er besproken kunnen worden
- Van met meest- tot minst dramatische

- VARIANTEN
o Op 2 manieren:
 Oftewel positieve trends: trends die betere uitkomst hebben nu: geen
pure staatsgrepen
 Negatieve trends: vormen van backsliding die slechter worden nu,
zoals na de koude oorlog
Vraag 2: Welke zes trends in democratische terugval (democratic backsliding)
onderscheidt ze precies? Vat de kern van elke trend samen in 1 à 2 zinnen.
- 6 trends:
o POSITIEVE TRENDS (3)
 Decline of classic coup d’état (de klassieke staatsgreep)
 Militair/andere elite die een regime overkoepelen
 Alles veranderd dus onmiddellijk

 Decline of executive coups (staatsgreep van de uitvoerende macht)



 Verschil executive en classic:
 Decline of election-day vote fraude
 De afname van fraude op de verkiezingsdag zelf
 Je ziet nog wel fraude met verkiezingen, maar op de dag zelf
zie je echt veel minder gebeuren dan vroeger
 Wil dus niet zeggen dat er een afname is bij fraude bij
verkiezingen in het geheel
o NEGATIEVE TRENDS (3)
 Promissory coups
 Staatsgreep waarbij iemand beloftes maakt. Stelt binnen 4j een
verkiezing voor, en laat dan (via vriendjespolitiek) de
democratische partijen winnen

 Verschil met classic: bij classic gaat iemand aan het hoofd staan
en staat die aan de macht voor onbepaalde duur. Bij
promissery coupe neemt iemand de macht: ik ga binnen 3 jaar
een verkiezing organiseren en zorgen dat de democratie zal
heersen  open einde bij klassieke

 Heeft geen positief inzicht op democratie, want het zijn de


mensen die de macht hebben gegrepen op geen
democratische manier. Zo gaan de vrijheden van de mens niet
positief evolueren voor- of na de staatsgreep

 Executive aggrandizement
 Er wordt iemand verkozen die aan de macht staat en stilletjes
aan gaat hij meer macht naar zich toe trekken
o Nieuwe wetten maken
o Nieuwe commissies
o Door de media wat te laten dempen
 Vb: Turkije, Poetin

 Manipulation elections strategically

Vraag 3: Wat zijn de kernargumenten van deze tekst? Hoe weet je dat? Hoe staaft ze of
onderbouwt ze elk kernargument in de tekst?
Vraag 4: In de laatste zin van de eerste paragraaf op pagina 6 zegt auteur Nancy Bermeo:

“Overall, trends in backsliding reflect democracy’s slow progress and not its
demise”. (Bermeo, 2016, p. 6).

Hoe begrijp je deze zin? Hoe link je dit met de definitie van democratie? Vind je dit
een geldig argument? Waarom wel/niet?

- Democratic backsliding: de pure staatsgrepen zijn achteruit aant gaan en het volk
heeft meestal nu instemming aan de leiders die aan het hoofd gaan staan. Dus de
meeste leiders staan nu heel legitiem (want ze zijn verkozen geweest). Je hebt nu dus
democratische waarden die ingeburgerd staan in het land de leiders kunnen dus niet
meer echt doen wat ze willen democratische waarden zijn dus sterken dan een
staatsgreep

- Vraag 5: Nancy Bermeo zegt op pagina 15 (Rational responses) dat:

“Opponents of backsliding are more likely to be successful if they recognize that


current trends are not random events but rational responses to local and
international incentives” (Bermeo, 2016, p. 15).

Wat begrijp je bij de term “local and international incentives”? Zie je voorbeelden
van “incentives” in je dagelijkse leven?

- Insentive = een aansporing


- Vb: corona = sterke prikkel / aansporing
- Iemand kan tijdens de pandemie gaan stemmen met in gedachten iemand te
verkiezen die deze corona zal overstijgen
- Lokale prikkels: dingen die in je land gebeuren (vb: economische toestand)
- Internationale: prikkels die gepusht worden dr de internationale gemeenschap (vb:
EU)

You might also like