HOOFDSTUK 1 Wereldeconomie.

Winnaars en verliezers

Leerdoelen 1.1

Ik kan de BRICS landen benoemen.

Ik kan uitleggen wat er wordt bedoeld met: centrumlanden, periferielanden en semiperiferie

landen en van elk land een voorbeeld noemen.

Ik kan twee redenen noemen waarom mno’s hun bedrijf verplaatsen naar BRICS landen.

Ik kan drie redenen noemen waarom de wereldhandel na 1980 door globalisering en global
shift enorm toe is genomen.

Ik kan uitleggen wat de gevolgen zijn van de global shift voor de westerse landen en de
opkomende landen.

Leerdoelen 1.2

Ik kan de verschillende fasen van de wereldeconomie benoemen en de bijbehorende

begrippen en kenmerken verklaren.

Ik kan verklaren wat er wordt bedoeld met de Koude Oorlog en aangeven waar deze oorlog
eigenlijk plaatsvond.

Ik kan uitleggen wat de voor-en nadelen zijn van vrijhandel.

Leerdoelen 1.3

Ik kan twee natuurlijke oorzaken noemen die invloed hebben op de rijkdom van een land en
de mate waarin een land zich ontwikkelt.

Ik kan drie menselijke oorzaken benoemen die invloed hebben op de rijkdom van een land
en de mate waarin een land zich ontwikkelt.

Ik kan uitleggen wat de voor- en nadelen zijn van zowel een jonge als een oude bevolking.

Ik kan uitleggen dat grote sociale ongelijkheid in een land kan leiden tot sociale onrust.

Ik kan twee externe oorzaken benoemen en verklaren waarom die van invloed zijn op de
welvaart van een land.
HOOFDSTUK 5 Migratie

Leerdoelen 5.1

Ik kan de vijf redenen waarom migreren benoemen.

Ik kan uitleggen waarom de meeste migranten uit middeninkomenslanden komen en niet uit
de armste landen.

Ik kan uitleggen waarom eerder gestarte migratie vaak leidt tot kettingmigratie.

Ik kan uitleggen waarom 80% van de migratie in de wereld bestaat uit binnenlandse migratie.

Leerdoelen 5.2

Ik kan drie demografische gevolgen van migratie benoemen voor het herkomstgebied.

Ik kan twee de economische voordelen uitleggen van migratie voor het herkomstgebied.

Ik kan een economisch nadeel benoemen en verklaren van migratie voor het
herkomstgebied.

Ik kan uitleggen hoe arbeidsmigratie kan bijdragen aan culturele veranderingen in

herkomstgebieden.

Ik kan verklaren waarom migratie kan leiden tot braindrain.

Leerdoelen 5.3

Ik kan drie demografische gevolgen van migratie benoemen voor het bestemmingsgebied.

Ik kan uitleggen waarom de meeste migranten in de stad gaan wonen.

Ik kan verklaren waarom migranten moeilijker aan een baan kunnen komen.

Ik kan uitleggen hoe acculturatie tot stand komt.