You are on page 1of 6

Leerlijn BIOLOGIE 5 vwo 2020/2021 trimester 2

Naam: Klas:

Docent: Mentoren:

Let op! Bij een schoolexamen biologie mag je gebruik maken van de volgende hulpmiddelen:
BINAS, Nederlands woordenboek en een gewone rekenmachine (dus geen grafisch).

Leerdoelen Leerstof
1. Je kunt uitleggen hoe hormonen lichaamsprocessen kunnen 12.1
beïnvloeden.
Groei en ontwikkeling zijn voorbeelden van processen waarbij hormonen
betrokken zijn. Dit ziin signaalstoffen die je lichaam via het bloed naar je
cellen vervoert.
Hormonen komen overal in je lichaam en sturen processen aan in de cellen
van meerderen organen en weefsels. Alleen cellen met passende
receptoren voor een hormoon reageren. Deze doelwitcellen bevinden zich
in de doelwitorganen en – weefsels. Door hun reactie veranderen
lichaamsprocessen. Ook stimuleren hormonen uit de geslachtsklieren de
celdeling in verschillende delen van het lichaam.
2. Je kunt uitleggen wat een hormoonklier is, uitleggen hoe ze werken en 12.1
uitleggen wat de hormonen doen die ze maken. B4.2.2
Hoormoonklieren zijn endocriene klieren. Zij geven hun producten af aan
het inwendige milieu, het bloed en (via het bloed) aan weefselvloeistoffen,
cellen en lymfe.
Aansturing van alle processen in je lichaam gebeurt vooral via de centrale
hormoonklier, de hypofyse. Vanuit de hypothalamus ontvangt de hypofyse
andere hormoonklieren aan tot actie. Ook regelt de hypofyse de groei en
rijping van geslachtscellen.
De hypofyse bestaat uit twee delen: de neurohypofyse (deze bevat
zenuwweefsel met daarin de uitlopers van neuronen uit de hypothalamus)
en de adenohypofyse (deze bestaat uit klierweefsel).

De hypothalamus en
neurohypofyse werken
nauw samen, als er
bijvoorbeeld een lage
bloeddruk is maken
neutronen in de
hypothalamus het
neurohormoon ADH. Via
de uitlopers van de
neutronen komt ADH in de
neurohypofyse waar het
wordt afgegeven aan het
bloed. Hierdoor trekken
bloedvaten samen en de
uitscheiding van water via
de nieren vermindert.

Een tweede neurohormoon genaamd oxytocine beïnvloed de contractie van


de gladde spieren in de baarmoederwand bij de bevalling en is betrokken
bij sociaal gedrag.

Andere neurohormonen uit de hypothalamus stimuleren de adenohypofyse.


Synapsen in de hypothalamus geven de releasing-hormonen (RH’s) af aan
het bloed, waarna ze rechtstreeks terechtkomen in de adenohypofyse. Zo
stimuleert het FSH- releasing- hormoon de adenohypofyse tot afgifte van
FSH.
Weer andere neuronen van de hypothalamus heven inhibiting-hormonen
(IH’s) af, die de productie van bijvoorbeeld prolactine en FSH door de
hypofyse remmen.

3. Je kunt uitleggen dat er verschillende type hormonen zijn en uitleggen 12.2


hoe deze verschillende type hormonen invloed hebben op vervoer B4.2.2
door het bloed en beïnvloeden van de doelwitcellen. Hydrofobe
steroïdhormonen, gemaakt uit cholesterol, zoals testosteron (Binas
67K2), gaan eerst door het celmembraan en hechten dan an receptoren
in het grondplasma van de cel (Binas 89B). Daar vormt het hormoon
met en eiwitreceptor een hormoon-receptor-complex (bron 6). Dit
complex activeert het DNA. Via RNA (H2) ontstaat in het
grondplasma en bepaald eiwit dat in de cel bijvoorbeeld werkt als
enzym (bron 6).
- Tyrosinehormonen zijn ok hydrofoob. Deze hormonen, gemaakt van
het aminozuur tyrosine (Binas 67K1), bereiken hun doelwitcellen op
twee manieren. Het schildklierhor- moon bijvoorbeeld, bindt net als
steroïdhormonen aan receptoren in het grondplasma. Adrenaline bindt
aan receptoren in het celmembraan (bron 6).
- Peptidehormonen binden, net als adrenaline, aan eigen
receptoren in het celmembraan (bron 6, Binas 89B). Peptidehormonen
bestaan uit (tientallen) gekoppelde aminozuren. Een voorbeeld is
insuline (Binas 67K4).

4. Je kunt de werking van regelkringen in het hormoonstelsel 12.3, 12.4, 12.5


voorspellen en kunt het begrip negatieve terugkoppeling daarbij B4.2.1
gebruiken.
Negatieve terugkoppeling is een proces waarbij een toename van het
resultaat een remming van het proces veroorzaakt.
Bij een regelkring is de negatieve terugkoppeling van groot belang, als er
van een hormoon te veel in het bloed zit reageert je lichaam hierop door het
proces te remmen. Vervolgens zal de concentratie hormonen weer
toenemen en opnieuw zal er negatieve terugkoppeling plaats vinden. Dit is
een regelkring.
5. Je kunt uitleggen hoe je lichaam de glucoseconcentratie in het bloed 12.4
regelt. B4.2
na een maaltijd neemt de lever grote hoeveelheden glucose op uit de
poortader. Ook spieren kunnen glucose opnemen. Zowel lever als spieren
slaan de glucose op als glycogeen. De opslag en afgifte van glucose
luistert nauw. Te veel opslag en de hersencellen zitten zonder energie, te
weinig opslag en de nieren scheiden glucose uit.
Eilandjes van Langerhans produceren het hormoon insuline, wat de
opname van glucose in de cellen bevordert. Dat gebeurt nadat
insulinemoleculen binden aan receptoren in het celmembraan.
Naast ß cellen bevatten de eilandjes van Langerhans ook a cellen. Deze
cellen maken glucagon wat in de levercellen de omzetting van glycogeen in
glucose en de afgifte van glucose aan het bloed bevorderd.
6. Je kunt uitleggen wat de oorzaak en mogelijke behandelingen zijn bij 12.4
suikerziekte.
7. Je kunt het belang van het hormoonstelsel voor de homeostase Herhaling + 12.5
beschrijven. B4.2.3
8. Je weet dat er een relatie is tussen het hormoonstelsel, zintuigen, spieren Eigen redenatie
en het zenuwstelsel. B4.2.4
9. Je kunt in begrijpelijke woorden een definitie voor de volgende begrippen H12
geven en kunt deze woorden in een context gebruiken: hormoonklieren, Alleen uitwerken als
hypofyse, hypothalamus, schildklier, nieren, bijnieren, ovaria, testes, je lijst definities doet
eilandjes van Langerhans, exocrien, endocrien, doelwitorganen, receptor, Wel altijd doornemen
hormoonconcentratie, insuline, glucagon, adrenaline, schildklierhormoon, B4.2
spijsverteringshormonen, EPO
10. Je kunt de bouw van het zenuwstelsel beschrijven en daarbij de functie van 13.1
de verschillende delen benoemen (ruggenmerg, hersenen) B4.3
11. Je kunt uitleggen wat een reflex is en de functie van reflexen beschrijven 13.1
voor houding, beweging en bescherming B4.3
12. Je kunt de bouw van de verschillende zenuwcellen onderscheiden en de 13.2
verschillende onderdelen van een zenuwcel benoemen. Van deze B4.3
onderdelen kan je de functie aangeven.
13. Je kunt het ontstaan van een membraanpotentiaal in een neuron 13.3
beschrijven B4.3
14. Je kunt uitleggen hoe een impuls ontstaat en hoe deze zich verplaatst door 13.3
een zenuwcel B4.3
15. Je kunt de impulsoverdracht beschrijven, waarbij je een verschil maakt 13.4
tussen exiberende en inhiberende neurotransmitters. Daarbij leg je uit B4.3
waardoor er in het zenuwstelsel sprake is van eenrichtingsverkeer
16. Je kunt uitleggen waarop de verschillende indelingen van het zenuwstelsel 13.5
zijn gebaseerd. Je legt daarbij uit wat de ligging en functie van de B4.3
verschillende onderdelen van het zenuwstelsel is. Hierbij behandel je de
volgende begrippen: centraal-perifeer, animaal-autonoom motorische-
sensorisch en ortho- en parasympatisch
17. Je kunt informatie over drugs toepassen op je kennis van het zenuwstelsel Toepassen
en daarmee de werking van de drugs verklaren
18. Je kunt in begrijpelijke woorden een definitie voor de volgende begrippen 13 Zenuwstelsel
geven en deze woorden in een context gebruiken: centraal zenuwstelsel, Alleen uitwerken als je lijst
perifeer zenuwstelsel, grote en kleine hersenen, centra in de hersenschors, definities doet. Wel altijd
doornemen.
witte stof, grijze stof, hersenstam, ruggenmerg, autonoom (vegetatief) B4.3
zenuwstelsel, animaal zenuwstelsel, ortho- en parasympatisch,
sensorische, schakelen motorische neuronen, cellen van Schwann,
myelineschede, synaps, Na/K-pomp, impulsgeleiding, saltatoire geleiding,
reflexboog, neurotransmitter, rustpotentiaal, actiepotentiaal, refractaire
periode, exciterend, inhiberend en prikkels

Resultaten cijfer zonder dossier cijfer met dossier weging


SE3 - PO 4%
SE4 - H12 Hormonen & H13 Zenuwstelsel +
15%
herhaling H9, H10, H11 (110 minuten)
Dossier 10 % toets cijfer
Periodecijfer

I-keuze voorbereiding SE’s


Verplicht in dossier
● Je planning (2p)
● Je contract
I-keuze
Samen met de docent stelt de leerling een contract op waarin wordt vastgelegd hoe deze leerling zich gaat
voorbereiden op het SE
Keuzes die gemaakt kunnen worden:
● Worden de doelen uitgewerkt
● Worden de opdrachten uit het boek gemaakt (of een selectie daarvan), worden deze ook nagekeken en
verbeterd
● Worden er samenvattingen gemaakt van de tekst in het boek
● Wordt er een mindmap gemaakt van de toetsstof
● Worden de diagnostische toetsen gemaakt (nagekeken, verbeterd en gereflecteerd)
● Worden de examentraining gemaakt (nagekeken, verbeterd en gereflecteerd)
● Wordt in de BINAS opgezocht welke tabellen aansluiten bij het onderwerp
● Wordt er met examenvragen geoefend en gereflecteerd
● Worden er aantekeningen van de uitleg gemaakt
● Wordt er een lijst van definities gemaakt
● Wordt de oefentoets gemaakt en nagekeken en hierop gereflecteerd
Het proces van voorbereiding op het SE (zoals vastgelegd in het contract) moet zichtbaar zijn in het dossier, wat
wordt ingeleverd bij aanvang van het SE of daarvoor.

Leerlingen maken na elk SE een nieuw contract nadat er op de resultaten van het vorige SE is gereflecteerd.
Het dossier is niet herkansbaar
Planning
Eigen planning
Wk Datu Klassikaal In de les Buiten de les (DA-uur, thuis)
m
Toets bespreken

Hormonen en
1
homeostase (1, 2)

Hormonen (3)

Uitleg PO Verkort lesrooster

2 Regelkring (4)

Homeostase glucose
conc. + suikerziekte (5, 6)
Homeostase + begrippen
(7, 8, 9)

3 PO werktijd Verkort lesrooster

Afronden H12

Start zenuwstelsel (10)

4 PO werktijd

Reflexen (11)

5 Daltonweek
Kerstvakantie

Zenuwcellen (12)

PO eerste versie
6 Membraanpotentiaal (13)
inleveren

Impulsgeleiding (14)

Impulsoverdracht (15)

7 PO werktijd Feedback verwerken

Indeling zenuwstelsel (16)


Drugs (17)

8 Afronden H13 (18)

PO werktijd

Herhaling H9+H10+H11 roosterwissel

9 PO les 1 (groep 1+2)

PO les 2 (groep 3+4)

Herhaling / Oefenen

10 PO les 3 (groep 5+6)

PO les 4 (groep 7+8)

Herhaling / Oefenen

11 PO les 5 (groep 9+10)

Laatste les voor de toets /


dossier aftekenen

Voorjaarsvakantie

SE-week 2 (vanaf dinsdag)


12
H12 Hormonen, H13 Zenuwstelsel (+ herhaling H9, H10, H11) weging: 15%

You might also like