You are on page 1of 5

Hoofdstuk 2: Literatuuronderzoek

2.1. Verantwoording Literatuur


Theoretische deelvragen Literatuur geraadpleegd Verantwoording

1.Welke relevante principes 1. De kern van de 1. Inzicht krijgen in wat de


omtrent het voorraadbeheer, administratieve organisatie principes / theorieën zijn met
de procesverbeteringen en de (Paur & van Boxel, 2019) betrekking tot het
voorraadbeheer, het
interne beheersing bestaan er?
2. Interne beheersing procesmanagement en de interne
(Meuwissen & Vaassen, beheersing.
2. Op welke wijze leggen de 2021)
voorraadverschillen druk op de 2. Inzicht krijgen in de Interne
winstgevendheid van een 3. Grondslagen AO-Deel A: beheersingsmaatregelen zowel
organisatie? Algemene beginselen (Bast & preventief als repressief om
Nijland, 2020) voorraadverschillen te
minimaliseren.
3. Welke Interne
4. Bestuurlijke
beheersingsmaatregelen informatievoorziening 3. Inzicht krijgen in alternatieven
sturen op gerichte acties om (Leijnse, 2019) voor de verbetering van
voorraadverschillen te processen. Uiteraard binnen de
verminderen binnen een typologie van handelsbedrijven.
organisatie? 5. In Control met BIV/AO
(Van den Hoeven & Hendriks- 4. Inzicht hoe de
Lensink , 2021) voorraadverschillen
(voorraadvariantie), druk legt op
de winstgevendheid en de winst
van een organisatie vernietigd.

5. Overeenkomen van de fysieke


voorraden met de voorraden in
het WMS.

2.2. Literatuurstudie
In de literatuurstudie wordt aandacht besteed aan de uitwerking van de theoretische
deelvragen. De theoretische deelvragen zijn verwerkt in verschillende paragrafen.

Onder voorraadbeheer wordt verstaan, het optimaal beheersen van de voorraden/


goederenstromen binnen een onderneming. (Bast & Nijland, 2020)

Onder een proces wordt verstaan, een keten van activiteiten gericht op een output /resultaat.
Een proces kan over verschillende afdelingen lopen. Om de activiteiten uit te voeren is er
informatie en communicatie nodig. Elk proces heeft een begin- en eindpunt. (Leijnse, 2019)

1
In elke organisatie zijn er 3 soorten processen namelijk (Leijnse, 2019) :

1. Primaire processen: Deze zijn de basisactiviteiten en de operationele processen.


2. Ondersteunde processen: Deze vormen de randvoorwaarden om de primaire processen
optimaal te laten verlopen.
3. Besturingsprocessen: Deze processen hebben als doel het aansturen en bijsturen van de
primaire en ondersteunde processen door middel van planningen, rapportages en Audits.

Onder Interne beheersing wordt verstaan, het totaal aan interne richtlijnen, procedures en
maatregelen om ervoor te zorgen dat een onderneming ‘in control’ is. Met ‘in control’ wordt
bedoeld dat de onderming met haar huidige Interne beheersingsmaatregelen, in staat is haar
risico’s af te dekken. (Van den Hoeven & Hendriks-Lensink , 2021)

Onder risico’s wordt verstaan, gebeurtenissen die kunnen leiden tot het niet behalen van de
organisatie doelstellingen. (Van den Hoeven & Hendriks-Lensink , 2021)

Interne beheersingsmaatregelen worden onderverdeeld in (Paur & van Boxel, 2019) :

1. Preventieve beheersingsmaatregelen: Dit zijn maatregelen die gericht zijn om een


ongewenste gang van zaken vooraf voor te komen. De nadruk wordt gelegd op het voorkomen.

Voorbeelden van Preventieve beheersingsmaatregelen zijn (Paur & van Boxel, 2019) :

 Controletechnische functiescheidingen
 Procedures of richtlijnen, voorschriften en instructies
 Primaire registraties o.a. inkoopregistraties en voorraadregistraties
 General en application controls

2. Repressieve beheersingsmaatregelen: Dit zijn maatregelen gericht op interne analyses en


deze worden achteraf ondernomen.

Voorbeelden van Repressieve beheersingsmaatregelen zijn (Paur & van Boxel, 2019) :

 Inventarisaties
 Cijferanalyses
 Verschillenanalyse en verbandscontroles op de voorraden

De 3 principes / modellen die besproken zullen worden zijn: het COSO-ERM model, Deming’s
PDCA-cyclus voor processen en het typologiemodel van Starreveld binnen de
handelsbedrijven. Verder wordt de theorie van Starreveld over de AO binnen handelsbedrijven
besproken.

Deming’s PDCA- cyclus

De PDCA cirkel van Deming is een kwaliteitsmanagementmodel. Volgens Deming wordt dit
model gebruikt bij organisatieprocessen. Dit model leidt tot verbeterde procesbeheersing.
Volgens Deming zal door procesmatig te werken, binnen een organisatie altijd worden
aangestuurd op de resultaten. (Leijnse, 2019)

2
Een kenmerk van het model is dat processen continu worden gemeten, worden geanalyseerd
en verbeterd. Volgens Deming leidt deze doorloop tot een succesvolle operatie, mits de
uitvoering correct gebeurt. Omdat processen elkaar opvolgen binnen een organisatie, zijn de
kleinste afwijkingen ongewenst. (Leijnse, 2019)

Het PDCA- cyclus is onderverdeeld in 4 stappen namelijk (Leijnse, 2019) :

 Plan: Het ontwerpen van de processen.


 Do: Het uitvoeren van de processen.
 Check: Het meten van de output met de beoogde doelstellingen.
 Act: Afwijkingen analyseren en het bijstellen van de processen.

COSO-ERM model

Het COSO-ERM model is een risicomanagementmodel waarmee risico’s geïdentificeerd


worden om te bepalen in hoeverre een organisatie controle heeft over situaties. Bij het COSO-
ERM model staat centraal als het bedrijf met haar huidige risicomangementsysteem in control
is. Bij het COSO-ERM model staan de organisatiedoelstellingen centraal. De risico’s worden in
kaart gebracht die kunnen leiden tot het niet behalen van de doelstellingen. De 4 doelstellingen
in het framework zijn: de strategische doelstellingen (in samenhang met de missie en de visie),
operationele doelstellingen, doelstellingen m.b.t. de interne-en externe informatievoorziening
(reporting) en de compliance doelstellingen. (Meuwissen & Vaassen, 2021)

Werking van het COSO-ERM model

De organisatie moet zowel interne als externe gebeurtenissen identificeren die risico’s vormen
voor de organisatiedoelen. Vervolgens komt de fase van risicobeoordeling aanbod waarbij de
risico’s middels een matrix worden ondergebracht. Het management stuurt op gerichte acties in
lijn met de risicotolerantie en de sterkte binnen een organisatie. (Meuwissen & Vaassen, 2021)

Risico’s kunnen worden geëlimineerd, geaccepteerd, overgedragen en voorkomen. Daarvoor


bestaat de voorwaarde dat Interne beheersingsmaatregelen eerst in werking moeten treden. De
laatste fase is de informatie- en monitoringsvoorziening. Deze fase gaat om het bijstellen van
het managementsysteem o.b.v. de verkregen informatie. (Meuwissen & Vaassen, 2021)

Typologiemodel van Starreveld


Binnen het typologiemodel van Starreveld wordt slechts gekeken naar handelsbedrijven. De
primaire processen binnen de handelsbedrijven volgens Starreveld zijn de inkoop processen,
magazijnprocessen, processen binnen de operatie en de Financieel administratieve processen.
(Paur & van Boxel, 2019)
Starreveld beschrijft bij de primaire processen welke risico’s kunnen optreden bij de geld- en
goederenbewegingen. Starreveld legt de nadruk bij de primaire processen op mogelijke
attentiepunten. Deze attentiepunten kunnen risico’s vormen voor de organisatie. Daarnaast
somt Starreveld diverse Interne beheersingsmaatregelen op om de risico’s te beheersen. (Paur
& van Boxel, 2019)

3
Het framework van Starreveld bestaat uit 4 elementen namelijk (Paur & van Boxel, 2019) :

 Randvoorwaarden: Automatisering d.m.v. een voorraadadministratiepakket, de general


controls en de application controls.
 Informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau.
 Processen en Verbandscontroles rond de voorraadstromen en geldstromen.
In het typologiemodel van Starreveld staan de registraties van goederen centraal. Hij beschrijft
dat de voorraadadministratie apart van de afdeling Logistiek, ook als taak moet zijn van de
financiële afdeling. Starreveld beschrijft dat de voorraadcontrole ligt bij de controlerende functie.
(Bast & Nijland, 2020)
In het boek (Grondslagen AO-Deel A Algemene beginselen), benoemt hij taken voor de
financiële afdeling o.a. het registreren van de aanwezige- en verkochte voorraden, signaleren
van de incourante producten en grote voorraden. De controle van de voorraden vindt dus plaats
door de vastgestelde kantoorvoorraadadministratie te vergelijken met de werkelijke voorraad bij
de inventarisatie. Starreveld stelt een ERP-pakket of voorraadsysteem voor diverse gescheiden
voorraadadministraties. (Bast & Nijland, 2020)

4
Geraadpleegde Bronnen

Bast, J., & Nijland, R. (2020). Grondslagen AO-Deel A Algemene beginselen.


Groningen/Utrecht: Noordhoff Uitgevers bv. Opgeroepen op February 22, 2022
Leijnse, W. (2019). Bestuurlijke informatievoorziening. Groningen/ Utrecht: Noordhoff Uitgevers.
Opgeroepen op February 4, 2022
Meuwissen, R., & Vaassen, E. (2021). Interne beheersing. Groningen/Utrecht: Noordhoff
Uitgevers bv. Opgeroepen op February 19, 2022
Paur, M., & van Boxel, T. (2019). De kern van de administratieve organisatie.
Groningen/Utrecht: Noordhoff Uitgevers bv. Opgeroepen op February 17, 2022
Van den Hoeven, J., & Hendriks-Lensink , M. (2021). In Control met BIV/AO. Convoy Uitgevers
bv. Opgeroepen op February 26, 2022

You might also like