Professional Documents
Culture Documents
2.2 Literatuurstudie
In de literatuurstudie wordt aandacht besteed aan de uitwerking van de theoretische
deelvragen. De theoretische deelvragen zijn verwerkt in verschillende paragrafen.
Voorraadbeheer is het geheel aan activiteiten dat gericht is op het op peil houden of brengen
van de hoeveelheid giederen en het behouden van de kwaliteit van de goederen. Het beheren
van de voorraad betekent ervoor zorgdragen dat de voorraad de juiste kwaliteit en kwantiteit
heeft. Hoe nauwkeurig het voorraadbeheer, hoe hoger de voorraadbetrouwbaarheid.
Voorraadbetrouwbaarheid is de mate waarin verschillen tussen de werkelijke en administratieve
voorraad voorkomen. (EduHint Educatieve, 2020)
Onder een proces wordt verstaan, een keten van activiteiten gericht op een output /resultaat.
Een proces kan over verschillende afdelingen lopen. Om de activiteiten uit te voeren is er
informatie en communicatie nodig. Elk proces heeft een begin- en eindpunt. (Leijnse, 2019)
Onder Interne beheersing wordt verstaan, het totaal aan interne richtlijnen, procedures en
maatregelen om ervoor te zorgen dat een onderneming ‘in control’ is. Met ‘in control’ wordt
bedoeld dat de onderming met haar huidige Interne beheersingsmaatregelen, in staat is haar
risico’s af te dekken. (Van den Hoeven & Hendriks-Lensink , 2021)
Onder risico’s wordt verstaan, gebeurtenissen die kunnen leiden tot het niet behalen van de
organisatie doelstellingen. (Van den Hoeven & Hendriks-Lensink , 2021)
Voorbeelden van Preventieve beheersingsmaatregelen zijn (Paur & van Boxel, 2019) :
Controletechnische functiescheidingen
Procedures of richtlijnen, voorschriften en instructies
Primaire registraties o.a. inkoopregistraties en voorraadregistraties
General en application controls (Automatisering)
Voorbeelden van Repressieve beheersingsmaatregelen zijn (Paur & van Boxel, 2019) :
Inventarisaties
Cijferanalyses
Verschillenanalyse en verbandscontroles op de voorraadstromen.
De 3 principes / modellen die besproken zullen worden zijn: het COSO-ERM model, Deming’s
PDCA-cyclus voor processen en het Typologiemodel van Starreveld binnen de
handelsbedrijven. Verder wordt de theorie van Starreveld over de AO binnen de
handelsbedrijven besproken.
De PDCA cirkel van Deming is een kwaliteitsmanagementmodel. Volgens Deming wordt dit
model gebruikt bij organisatieprocessen. Dit model leidt tot verbeterde procesbeheersing.
Volgens Deming zal door procesmatig te werken, binnen een organisatie altijd worden
aangestuurd op de resultaten. (Leijnse, 2019)
Een kenmerk van het model is dat processen continu worden gemeten, worden geanalyseerd
en verbeterd. Volgens Deming leidt deze doorloop tot een succesvolle operatie, mits de
uitvoering correct gebeurt. Omdat processen elkaar opvolgen binnen een organisatie, zijn de
kleinste afwijkingen ongewenst. (Leijnse, 2019)
Uniforme werkwijze
Waarborgen van kwaliteitszaken en continue verbetering te realiseren.
Continue verbeteracties uitvoeren (DO) en vervolgens controleren (CHECK) indien de
resultaten hiermee zijn verbeterd.
COSO-ERM model
Het typologiemodel van Starreveld is bedoeld als raamwerk voor de interne beheersing. Het
geeft ten eerste richting aan het soort organisatie en de mogelijke aanknopingspunten voor de
interne beheersing. De opbouw van het typologiemodel is gebaseerd op het verband tussen
geld en goederen.
Binnen het typologiemodel van Starreveld wordt slechts gekeken naar handelsbedrijven. De
primaire processen binnen de handelsbedrijven, volgens Starreveld zijn de inkoop processen,
magazijnprocessen, processen binnen de operatie en de Financieel-administratieve processen.
(Paur & van Boxel, 2019)
Starreveld beschrijft bij de primaire processen welke risico’s kunnen optreden bij de geld- en
goederenbewegingen. Starreveld legt de nadruk bij de primaire processen op mogelijke
attentiepunten. Deze attentiepunten kunnen risico’s vormen voor de organisatie. Daarnaast
somt Starreveld diverse Interne beheersingsmaatregelen op om de risico’s te beheersen. (Paur
& van Boxel, 2019)
Het framework van Starreveld bestaat uit 4 elementen namelijk (Paur & van Boxel, 2019) :
Randvoorwaarden: Automatisering d.m.v. een voorraadadministratiepakket, de general controls
en de application controls.
Informatie op strategisch, tactisch en operationeel niveau.
Processen en Verbandscontroles rond de voorraadstromen en geldstromen.
In het typologiemodel van Starreveld staan de registraties van goederen centraal. Hij beschrijft
dat de voorraadadministratie apart van de afdeling Logistiek, ook als taak moet zijn van de
financiële afdeling. Starreveld beschrijft dat de voorraadcontrole ligt bij de controlerende functie.
(Bast & Nijland , 2020)
In het boek (Grondslagen AO-Deel A Algemene beginselen), benoemt Starreveld taken voor de
financiële afdeling o.a. het registreren van de aanwezige- en verkochte voorraden, signaleren
van de incourante producten en grote voorraden. De controle van de voorraden vindt dus plaats
door de vastgestelde kantoorvoorraadadministratie te vergelijken met de werkelijke voorraad bij
de inventarisatie. Starreveld stelt een ERP-pakket of voorraadsysteem voor diverse gescheiden
voorraadadministraties. (Bast & Nijland , 2020)
Interne beheersing bestaat uit maatregelen die getroffen worden om de organisatie als geheel
aan te sturen. De beoordeling van interne beheersing richt zich op: de taken en bevoegdheden,
structuren binnen een organisatie, de informatiestructuur en relaties tussen onderlinge
processen. Daarnaast moeten richtlijnen en procedures in werking treden, zodat risico’s te
beheersen zijn. (Bast & Nijland , 2020) Een procedure biedt een wijze van handelen aan. Een
procedure kan bijv. door het management of de directie worden voorgeschreven. Procedures
leiden tot een uniforme werkwijze van medewerkers. Het bieden van functieomschrijvingen aan
medewerkers leidt ook tot een duidelijke vastlegging van taken. De omschrijving omvat o.a. een
lijst met taken, de details over de uitvoering en de vereiste kennis om de functie uit te voeren.
WMS-Pakket
Een WMS is een voorraadbeheersysteem dat een real-time beeld van binnenkomende, huidige
en uitgaande voorraad weergeeft. Hierdoor wordt gezien wat ligt in het magazijn en de winkels.
Hiermee kan vanaf 1 plek verschillende logistieke processen worden aangestuurd.
Met een WMS kunnen minimale en maximale voorraden worden vastgelegd. Het geeft de
eindgebruiker handvaten om voorraadkosten te verlagen, het magazijn sneller en efficienter in
te richten en de klanttevredenheid te vergroten. (Redactie TQL, 2020)
De voordelen in relatie met het voorraadbeheer zijn (Redactie TQL, 2020) :
Juiste bestelmomenten
Bedrijfprocessen beter aansluiten bij de rest van de keten
Verminderen van voorraadverschillen
Efficiëntie bereikt in bestelhoeveelheden, beheersing van de levertijden en inkoopprijzen
4. Fysieke controle bij inslag van goederen die worden geleverd en vergelijking met de pakbon.
Daarnaast is de doorvoering in het WMS pakket belangrijk op juistheid en volledigheid.
6. Richtlijnen vanuit het management en Directie m.b.t. aan te houden voorraden in de retail
winkels & magazijnen, analyse van voorraadverschillen en interne rapportages.
Er zijn aantal richtlijnen m.b.t. voorraadbeheer, te weten:
Voorraadverschillen kunnen zowel positief als negatief optreden binnen handelsbedrijven. Als
de herkomst van het verschil niet verklaard kan worden, dan wordt het verschil verwerkt op de
rekening voorraadverschillen. Dit is een post in de winst-en verliesrekening. Bij een verhoging
van de voorraad op de balans, wordt gelijk een correctie geboekt in de winst-en verliesrekening
om de eerder geboekte kosten ongedaan te maken. Dit komt in de winst-en verliesrekening
terecht als een negatieve uitgave kostensoort “Inkoopwaarde Verkopen”. (Dr. Peter Epe RA,
2017)
Enkele van de factoren die leiden tot verschillen tussen de theoretische en de fysieke voorraden
kunnen zijn :
1. Diefstal van goederen. Hieronder wordt verstaan het toe-eigenen van handelsgoederen
door medewerkers. Dit staat dus niet geregistreerd.
2. Afgevoerde Artikelen naar de retail winkels die niet staan geregistreerd in WMS.
3. Foutieve vestiging van handelsgoederen in de magazijnen of verkeerde groepering van
handelsgoederen. Dit kan ook plaatsvinden wanneer producten of productbenamingen veel
op elkaar lijken.
4. Telfouten, Administratiefouten en Pickfouten op dagbasis. Pickfouten hebben invloed op
voorraadverschillen, doordat een ander aantal producten of zelf een ander product wordt
gepickt dan dat geregistreerd wordt in het systeem. Telfouten kunnen voorkomen uit
foutieve tellingen en onbekende opslaglocaties. Doordat in het systeem geen opslaglocaties
aangegeven worden, weet het personeel dat de tellingen uitvoert niet precies waar de
producten opgeslagen staan.
5. Automatiseringsproblemen, waardoor de voorraden niet worden bijgeboekt d.m.v. een
pakbon of niet worden afgeboekt na de verkopen. Een ander automatiseringsprobleem kan
zijn, dat de barcode van het product niet wordt herkend.
6. Het niet registreren van de voorraden voor eigen gebruik.
7. In de retailwinkels kunnen schappen die niet staan genummerd of onvoldoende schappen
om alles geordend op te slaan, ook factor zijn van voorraadverschillen.