You are on page 1of 9

UC Limburg

Educatieve Bachelor Lager onderwijs

Voorbereidingsformulier 1 BaLO

Naam student: Datum:

School: Mentor:

Leerjaar:5de of 6de leerjaar Uur:

Onderwerp: Woordenschat van kledij

Beeldvorming:
Relevante aspecten/kenmerken uit de beeldvorming van de groep?
(Eventueel) Relevante informatie uit voorgaande aanbodmomenten, de school, de omgeving, actualiteit … ?
Taaltaak: Deze les is de eerste in een reeks van 3 over “les vêtements”. Ze worden gespreid over 1 week.
De communicatieve betekenisvolle taaltaak waar ze deze week naartoe werken (en ze dus op het einde van
de week moeten kunnen) is “een klasfoto kunnen beschrijven”

De specifieke inhouden van de 3 lessen zijn:


 les 1: woordenschat van kledij (waarvan de voorbereiding in dit formulier)
 les 2: grammatica (zelf vragen kunnen stellen en antwoorden met de juiste vervoeging van “porter”)
 les 3: communicatieoefeningen die voor hen relevant zijn waarvoor de grammatica en woordenschat
nodig is zodat ze op het einde van de les zelfstandig een (klas-)foto kunnen beschrijven zonder
model. ( variant waarbij de betekenisvolle taaltaak het spelen van het spel “C’est qui? - Wie-is-het?”
of een “Vermist-spel” … is)

Voorkennis:
 De leerkracht heeft op voorhand afgetoetst of hij/zij zelf de leerinhoud voldoende beheerst:
uitspraak, betekenis, spelling, klasinstructies. De uitspraak kan gecontroleerd worden via de website
Reverso.
 De leerlingen hebben al geleerd: de basiskleuren, rouge, vert, jaune, bleu, noir, blanc en een aantal
kledingstukken uit de Franse initiatielessen in het 4de leerjaar

Vragen voor de mentor


 Hebben de leerlingen de basiskleuren al geleerd:, rouge, vert, jaune, bleu, noir,
blanc?
 Hebben de leerlingen in het 5de leerjaar al een les rond kledingstukken gezien?
Indien ja, dan is dit herhaling en kan je bepaalde activiteiten weglaten of inkorten.
 Zijn er tweetalige leerlingen in de klas? Zo ja, welke rol kunnen zij opnemen?
 Is er internet/smartbord in de klas om de video af te spelen?
 Hoeveel tijd krijg je voor deze les? Bespreek met je mentor welke van de 3 laatste
optionele activiteiten je best doet of wat je als huiswerk kan meegeven (lezen of
schrijven).

Algemene doelen:
Situering in het leerplan en de eindtermen
ZILL-doelen:
T0mf2: Beluisterde en/of gelezen teksten in het Frans nazeggen en hardop lezen in betekenisvolle situaties
T0mf3: Met een vorm van ondersteuning informatieve en narratieve teksten in het Frans navertellen in de
vorm van een opsomming.
T0mf4: Met een vorm van ondersteuning een gebeurtenis, verhaal, iets of iemand in het Frans beschrijven in
de vorm van een opsomming.

GO:
5.2 luisteren op beschrijvend niveau: De leerlingen kunnen de elementaire gedachtegang volgen van
prescriptieve teksten en narratieve teksten.
5.4 luisterstrategieën: De leerlingen passen indien nodig de volgende strategieën toe:
 niet te vlug opgeven ondanks het feit dat ze niet alles begrijpen;
 het luisterdoel bepalen;
 gebruik maken van ondersteunend visueel en auditief materiaal;
 de vermoedelijke betekenis van transparante woorden afleiden;
5.10 spreken op kopiërend niveau: De leerlingen kunnen vooraf beluisterde woorden en zinnen nazeggen.
5.13 spreken op beschrijvend niveau: De leerlingen kunnen met een vorm van ondersteuning en in de
vorm van een opsomming een gebeurtenis, een verhaal, iets of iemand beschrijven.
5.23A Om bovenstaande taaltaken uit te voeren kunnen de leerlingen de volgende lexicale elementen
functioneel inzetten: persoonlijke gegevens: kleding

OVSG:

Eindtermen

Concrete lesdoelen:
Wat verwacht je te zien aan het einde van je aanbod?
Doelstellingen (te bereiken na deze les):

 De leerlingen kunnen de volgende 15 nieuwe kledingstukken aanduiden als de


leerkracht deze opsomt: des vêtements, une chemise, un pull, un pantalon, un
jean, un short, une robe, une jupe, un t-shirt, une veste, un pyjama, des
chaussures, des baskets, des bottes, des chausettes,
 De leerlingen verstaan het werkwoord “porter”, dragen en kunnen dit gebruiken in
de infinitief
 De leerlingen kunnen de 15 nieuwe kledingstukken benoemen in het Frans.
 De leerlingen kunnen aan de hand van een kopiërende spreekoefening zeggen wat
ze dragen in een specifieke context

Uitwerking aanbod:

Timing Inhouden Aanpak


… INTRODUCTIE INTRODUCTIE

3 min FASE: VOORBEWERKEN Doceren


Oriëntatie
Instructie
Entrez les enfants. Bonjour à tous.
Asseyez- vous.

Kleren van de leerkracht aan een waslijn De leerkracht wijst hierbij al op de


kleren die gebruikt zullen worden
tijdens de les, neemt er enkele uit en
zegt « j’ai un nouveau t-shirt et un
nouveau jean. Ah …, tu as aussi un
jean!. …., quel beau pull! »

Synthese
Le thème d’aujourd’hui est « les
vêtements »

KERN KERN

10 min FASE: SEMANTISEREN


a.Afleiden van nieuwe woorden uit Klassikale opdracht
authentiek document
https://enseigner.tv5monde.com/fiches- Instructie
pedagogiques-fle/quest-ce-que-tu- ‘Nous allons regarder une vidéo
portes-616  ‘Regardez bien et soyez attentifs.
Essayez de reconnaitre les vêtements
que tu connais déjà.’

Kledingstukken in het filmpje: Uitvoering


1ste luisterbeurt: globaal beluisteren
Un t-shirt – un caleçon – une chemise – 
van de video, in zijn geheel
un pull –  un pantalon – un short –  une
jupe – une robe – des collants – des
chaussettes – des chaussures – des
baskets – des moufles –  une écharpe –  Instructie
une veste –  un bonnet ‘Alors les élèves, qui sait quels
vêtements apparaissent dans le film?
*geen kernwoord Donnez-moi quelques exemples.
Faites attention, n’oubliez pas de
lever le doigt.’

Réfléchissez d’abord à deux avant de


le dire à haute voix.

Bespreking en controle
Leerlingen zeggen mogelijk al enkele
kledingstukken.

Leerkracht herhaalt ze om zo de
juiste uitspraak te benadrukken en
schrijft de reeds gevonden woorden
op bord.
10min b.Woordbeeld aanbrengen Klassikale opdracht

Kledingstukken: Instructie
un t-shirt– une chemise –  un pull –  un ‘Maintenant je vais vous montrer la
pantalon – un short –  une jupe – une vidéo une deuxième fois pour
robe – des chaussettes – des chaussures découvrir encore d’autres mots.
– des baskets –  une veste

Uitvoering
2de luisterbeurt: gericht luisteren met
15 pauze na elk kledingstuk
woordbeeldkaarten,
Lkr toont video nog een keer maar
bv pauzeert na elk kledingstuk. De
leerkracht vraagt telkens
“C’est quel vêtement?” .
1. Een leerling antwoordt, de
leerkracht herhaalt.
2. De leerlingen zeggen na in
koor
Une chemise 3. De leerkracht duidt enkele
individuele leerlingen aan.

Na elk gevonden woord hangt de lkr


een prent aan het bord met de
Franse benaming (en lidwoord)
eronder.

Samen lezen ze het woord om zo


bewust te zijn van het verschil tussen
het geschreven en gesproken woord.

Kledingstukken die niet in het filmpje


aan bod komen brengt de lkr zelf aan
Des vêtements a.d.h.v. de meegebrachte
Des bottes kledingstukken.
Un pyjama
Un jean De lkr vraagt of ze de naam van een
bepaald kledingstuk toevallig
kennen. ‘Qui connait le nom de ce
vêtement?’

Per gevonden woord plaatst de lkr


de prent aan het bord met de Franse
benaming eronder. De leerkracht
betrekt zoveel mogelijk de leerlingen
bij elk gevonden kledingstuk,
Bv. Ah, Axelle, toi aussi, tu portes
une robe.

Afronding

Très bien! Vous avez trouvé tous les


mots!

10 min FASE: CONSOLIDEREN Klassikale opdracht


a.Uitspraak en memoriseren

Instructie
Maintenant, nous allons répéter les
mots.

Uitvoering en controle
De kledingstukken aan de waslijn en
aan het bord worden herhaaldelijk
genomen en benoemd. (NL-FR).
des vêtements, une chemise, un pull, un
De leerkracht zegt voor, de
pantalon, un jean, un short, une robe,
leerlingen zeggen na zodat er aan de
une jupe, un t-shirt, une veste, un
uitspraak gewerkt kan worden.
pyjama, des chaussures, des baskets,
des bottes, des chausettes Répétez après moi ! Een rok, une
jupe … etc

De leerkracht betrekt regelmatig de


leerlingen hun kledij erbij.
Qu’est-ce que Marie porte?

De leerkracht wisselt kooruitspraak


en individuele herhaling af.

b. Luisteroefening: TPR-oefening: Total Klassikale opdracht


Physical Response
Instructie

Levez-vous si vous portez une jupe


(etc) aujourd’hui.
De leerkracht zegt dat wie zelf dit
kledingstuk draagt even mag
rechtstaan.

Uitvoering
De kledingstukken worden nog eens
benoemd door te wijzen naar een
leerling en diens kledingstuk.  

Controle
De controle gebeurt onmiddellijk en
klassikaal door de leerkracht

10 min c.Sorteren a.d.h.v. een spel Groepswerk

Instructie
Un pantalon bleu Une chemise On va travailler en groupes de
quatre. Chaque groupe reçoit 15
Etc. voor elk kledingstuk
cartes avec les nouveaux mots. Je
vais montrer une image d’un
Projectie met beeldkaarten en vêtement et vous allez au plus vite
woordbeeldkaarten: attraper le mot correspondant.
We spelen het spel
“woordengrijper”: Leerlingen krijgen,
in groepjes van vier, kaartjes met
daarop de nieuwe woordenschat
projectie zonder woord
(Franse woorden).

Uitvoering en controle
De woordbeeldkaarten worden
bedekt.
De leerkracht projecteert een
tekening en de leerlingen
met woord ter controle grijpen om het eerst het Franse
woord.

Controle
Na elke afbeelding wordt dezelfde
afbeelding met het woord
geprojecteerd ter controle.

10 min d.Leesvaardigheidsoefening (optioneel) Individuele opdracht gevolgd door


partnerwerk

Instructie
Maintenant vous allez faire un
exercice. Lisez bien les phrases et
coloriez les vêtements dans la bonne
couleur. Quand vous êtes prêts,
comparez votre dessin avec celui de
votre voisin.
Leestekst : Uitvoering
« Maman porte une robe bleue et De lln krijgen een kleurprent met
rouge », « Papa porte un beau t-shirt daarnaast zinnen in het Frans. De
zinnen geven weer om welk
jaune et un short marron », « Ma
kledingstuk het gaat en welke kleur
grande sœur porte un t-shirt blanc, un het kledingstuk moet hebben.
pantalon vert avec des baskets rouges »,
Controle
« Mon petit frère porte un pull bleu et
Leerlingen corrigeren elkaar in duo’s
des chaussures orange. Moi, je porte un
door op het einde hun tekeningen te
t-shirt rose. »
vergelijken

5 min e.Schrijfoefenining (optioneel) Individuele opdracht


FEEDBACK en EVALUATIE
Instructie
Maintenant nous allons faire un
autre exercice. Qui veut distribuer les
feuilles?
Regardez la photo et complétez la
description. N’oubliez pas l’article.

Uitvoering
De leerlingen gaan zelfstandig aan de
slag met hun werkblad

Controle
Leerkracht laat de lln verbeteren met
correctiesleutel maar kijkt deze zelf
ook nog na, ter controle.

Bien travaillé!

SLOT SLOT

5 min Kopiërend spreken (optioneel) Onderwijsleergesprek


VAARDIGHEID   
Algemene vraag
Je préfère le/la/les ………. lkr:
Moi, je préfère les pantalons.
J’aime porter ……. à l’école. - Et vous? Quelle(s) tenue(s) est-ce
que vous préférez ? 
J’aime porter ……. à une fête.
- Anne, qu’est-ce que tu portes pour
aller à une fête ? 

Utilise une des phrases au tableau.


Etc

Modelstructuur voor het antwoord


staat op bord.

Benodigdheden voor dit aanbod (materiaal, visualisaties bordstructuur e.d.):


BORDSCHEMA BIJ HET SLOT:

Qu’est-ce que tu portes?

Je préfère le/la/les .(nom de vêtement)

J’aime porter …(nom de vêtement) à l’école.

J’aime porter …(nom de vêtement) à une fête.


Kledingstukken
Prenten en woordkaarten
Werkblad
Eigen kleding aangepast aan je intro.
Beamer, geluid en internet
Banken per 4 klaarzetten
Kleurtjes op de banken

Controle op krachtige leeromgeving: Is er een invulling gegeven aan de


elementen van het didactisch model en zijn ze op elkaar afgestemd?

You might also like