Professional Documents
Culture Documents
1. STUDIEWIJZER ......................................................................................................................................... 3
2. INLEIDING ................................................................................................................................................. 16
3. ORGANISATIES DIE HET WELZIJN BEVORDEREN IN DE BOUWSECTOR............................. 17
4. OVERZICHT VAN DE REGELGEVING ................................................................................................ 19
5. TOEPASSINGSGEBIED VAN DE REGELGEVING ........................................................................... 25
6. TOEZICHT OP DE NALEVING VAN DE REGELGEVING ARBEIDSINSPECTIE EN TOEZICHT OP
HET WELZIJN OP HET WERK ....................................................................................................................... 26
7. PREVENTIE- EN BESCHERMINGSORGANEN – ALGEMEEN ...................................................... 29
8. INTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (IDPB) ............... 30
9. EXTERNE DIENST VOOR PREVENTIE EN BESCHERMING OP HET WERK (EDPB) ............. 32
10. RISICOBEHEER .................................................................................................................................. 33
11. DE GEZONDHEID VAN DE WERKNEMERS ................................................................................. 11
12. ARBEIDSPLAATSEN ......................................................................................................................... 12
13. ARBEIDSMIDDELEN .......................................................................................................................... 18
14. PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN ........................................................................... 23
15. COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN .............................................................................. 27
16. BIJZONDERE CATEGORIEEN VAN WERKNEMERS ................................................................. 31
17. BRANDVEILIGHEID IN GEBOUWEN ............................................................................................. 34
18. VEEL VOORKOMENDE RISICO’S EN PREVENTIE .................................................................... 50
19. BIBLIOGRAFIE .................................................................................................................................... 75
20. BIJLAGEN ............................................................................................................................................ 76
EXAMEN
VOORBEELVRAAG (zie studiewijzer) :
n° Voor veiligheidsbepalingen wordt in Europees verband alleen de richtlijn gebruikt MOGELIJKE
Er bestaan Eropese Sociale Richtlijnen en Europese Economische Richtlijnen. ANTWOORDEN
De bekende Kaderrichtlijn van 12.06.89 gaf aanleiding tot de Belgische Welzijnswet...
Welke hieronderstaande bewering is niet juist ?
1 ofwel
ofwel
De kaderrichtlijn is een economische richtlijn.
Economische richtlijnen moeten door de lidstaten op letterlijk worden toegepast.
a
b
ofwel Sociale Richtlijnen zijn minimum-richtlijnen die door de lidstaten ook strenger mogen worden omgezet worden naar c
eigen recht
ofwel De kaderrichtlijn is een sociale richtlijn d
DE CURSUS- OVERZICHT
INLEIDING
REGELGEVING
ZEKER KENNEN !!!!!!!!!!
Kort gezegd :
Het ARAB is een geheel van technische en organisatorische maatregelen met als doel
arbeidsongevallen en beroepsziekten te voorkomen.
De ‘Codex over het welzijn op het werk’ zal het ARAB geleidelijk vervangen.
De Welzijnswet heeft het algemeen kader gecreëerd om de richtlijn “Tijdelijke of Mobiele
Bouwplaatsen” om te zetten in Belgisch recht.
Niemand anders buiten het bedrijf (de preventieadviseur van het bedrijf kan dat
natuurlijk wel) kan dus het werk (of een werf) stilleggen, behalve het Toezicht Op Het
welzijn op het werk (in de volksmond “de sociale inspectie” genoemd).
Zij speelt daartoe een raadgevende (info), preventieve, maar ook repressieve rol !
De wetgever bepaalt ook dat er externe diensten moeten aangesteld worden voor de
technische controles op de bouwplaats. Het gaat om een algemene term die de bestaande
erkende controleorganismen en laboratoria omvat. Deze spelen een belangrijke rol en
controleren bv:
De elektrische installaties (bv werfaansluitingen)
Hijstoestellen
Analyse van monsters van gevaarlijke preparaten
De kleinste groep is deze van maximum 20 werknemers en dan mag de eigenaar van
het bedrijf zelf de taak van preventieadviseur op zich nemen.
Een preventieadviseur heeft dus een vrij belangrijke taak binnen een (bouw)bedrijf
Externe diensten als EDTB en EDTC moeten door de federale overheid erkend zijn
en ook door de regionale overheid van die regio’s (4 regio’s in Belgie : Vlaanderen,
Wallonie, Brussel en het Duitstalig gebied) waarin ze actief zijn. Meestal hebben ze de
juridische vorm van een VZW.
RISICOBEHEER
De wet van KINNEY : R=WxBxE zie cursus : KENNEN !
Wat zijn naast het adviseren op veiligheidsvlak vlg de welzijnswet de taken van een
IDPB ? om de 5 jaar een globaal preventieplan, alsook jaarlijks een actieplan opmaken.
Bv
graven
fundering
Risico 1
Risico 2
Risico 3
etc
12.1. VEILIGHEIDSCOORDINATIE
VEILIGHEIDSCOORDINATIE IS EEN V&G-CONCEPT DAT VAN TOEPASSING IS WANNEER
DIVERSE ACTIVITEITEN WORDEN GEVOERD OP EEN ZELFDE WERKPLAATS.
DE BEDOELING VAN VEILIGHEIDSCOORDINATIE IS ALGEMEEN OM TOT COORDINERENDE
V&G- MAATREGELEN TE KOMEN WAAR DIE DIVERSE ACTIVITEITEN ELKAARS WELZIJN
KUNNEN BEÏNVLOEDEN.
De werkgever-bouwheer moet :
De werkgever van de externe onderneming inlichten over het interne veiligheidsbeleid.
Controleren of de personeelsleden die de werkzaamheden uitvoeren, de geschikte opleiding
en
De preventieactiviteiten van zijn eigen vestiging en die van de externe onderneming
coördineren
Typische vragen hierbij :
o Wanneer is veiligheidscoordinatie verplicht ?
o Veiligheidscoördinatie
o We benadrukken nogmaals dat de veiligheidscoördinatie op kleine bouwplaatsen en voor particuliere woningbouw niet is
afgeschaft, zoals al te vaak ten onrechte wordt beweerd!
o Wanneer de veiligheidscoördinatie?
De veiligheidscoördinatie is verplicht voor alle bouwwerken die door minstens twee aannemers tegelijk of achtereenvolgens worden
uitgevoerd op de werf en dit zowel tijdens het ontwerp als tijdens de bouwwerken zelf. Het al dan niet toepassen van de
coördinatieverplichting hangt uitsluitend af van het aantal aannemers dat tussenbeide komt in de verwezenlijking van het bouwwerk. Zodra
de bouwwerken worden uitgevoerd door ten minste twee verschillende aannemers, geldt automatisch de coördinatieverplichting ongeacht de
aard, de omvang, de oppervlakte, de risicograad of de kostprijs van de werken. En dit zowel bij bouwopdrachten voor particulieren als voor
ondernemingen.
VERBODSTEKEN
WAARSCHUWINGS- TEKEN
GEBODSTEKEN
1. GEVAARLIJKE STOFFEN (etikettering van stoffen; msdn-fiche van een stof; mac-
waarden kunnen uitleggen en kennen)
2. BRAND EN EXPLOSIE (soorten branden en hun blusmethodes kunnen uitleggen)
3. BESLOTEN RUIMTEN
4. HIJSTOESTELLEN (kennen ! zie ook WORG e.a.)
5. MATERIEEL
6. LASWERKEN
7. ELEKTRICITEIT (A.R.E.I.)
8. STRALING
9. ASBEST (kennen !)
10. WERKEN OP HOOGTE (kennen ! )