You are on page 1of 3

5.

2 Transport in planten
 Transport in zaadplanten: vindt plaats in hout- en bastvaten
- Houtvaten: vervoeren water / zouten van wortels via strengels naar blad
(anorganische sapstroom)
- Bastvaten: vervoeren water en assimilatieproducten van balderen naar alle
delen van plant (organische sapstroom)
 Transport van organische producten van
fotosynthese door gehele plant
 Transport: source  sink
waar gemaakt is (blad, stengel)  nodig
 Planten nemen via wortels water & mineralen op via
worteluiteinden (wortelharen = uitgegroeide cellen
van epidermis (opperhuid))
 Centrale cilinder bestaat uit:
- Hout- en bastvaten
- Endodermis = buitenste laag cellen  zorgt voor selectieve opname
mineralen (via celwanden)
 Worteldruk = druk in houtvaten als gevolg van osmose door actief
zouttransport (lage concentratie  hoge concentratie) door en
endodermiscellen vanuit de wortelschors naar houtvaten  water met
opgeloste mineralen stijgt in houtvaten
 Osmose = diffusie van water door een semipermebale membraan naar de de

kant waar de concentratie opgeloste deeltjes het hoogst is


 Waterpotentiaal = maat voor energietoestand van water in MPA (megapascal)
- Osmotisch potentiaal = aanzuigende kracht v.d. opgeloste deeltjes
(beweegt naar binnen)
- Water beweegt van hoge waterpotentiaal  lage (oplossingen in levende
cellen hebben negatieve waterpotentiaal t.o.v. zuiver water  meer water
de cel in  osmotische waarde afnemen totdat waterpotenitaal binnen &
buiten cel gelijk is)
 Transport van water met opgeloste mineralen (& zouten) (anorganische
sapstroom) van houtvaten in centrale cilinder en de stengel naar nerven
bladeren:
- door verdamping van water uit bladcellen wordt water aangezogen uit
houtvaten = verdampingsstroom
- door capillaire werking van houtvaten = opstijging van water door nauwe
houtvaten: watermoleculen trekken elkaar aan met cohesiekrachten en
watermoleculen ‘plakken’ aan celwanden door adhesiekrachten 
cohesie- +
adhesiekrachten
> zwaartekracht
 water
transport omhoog
- door een verschil
in
waterpotentiaal
aan beide
uiteinden van
houtvaten 
waterdamp
diffundeert uit de intercellulaire ruimten van bladeren naar buiten via
huidmondjes (= kleine openingen in de epidermis van blad of stengel, die
kunnen open/dicht) (als het eruit gaat, vindt verdamping plaats)
Als de concentratie binnen de cel = buiten cel  dan speelt de worteldruk
een rol
 Sluitcellen veranderen hun
vorm  huidmondjes
openen/sluiten
- Watertekort (turgor
afgenomen)? 
sluitcellen verandering vorm  huidmondje dicht  plant zal minder vocht
verliezen

You might also like