Professional Documents
Culture Documents
2289 6077
DE ADVOCAAT
Advocaat te fe-Gravenhage
'S-GBAVENHAGE
B O E K E T , TH. G E B R . BELINFANTE
— 1917 —
BLADWIJZER
Bladz.
Inleiding °
1. Onvermogende cliënten helpen . . . . . . 3
2. Geene reclame maken °*
3. Niet praktijkziek zijn 9
4. Er geenen zakenaanbrenger op na houden . . 11
5. De cliënten niet bezoeken 12
6. Matig declareeren 12
7. Geen handel drijven 15
8. Geen kamerlid zijn •„ . . . . 17
9. Betrouwbaar zijn m
10. Niet rekken, niet schelden, niet chicaneeren . 19
11. Geene kwade zaken aannemen 20
12. Niet buitenaf pleiten 23
13. Geheimhouding betrachten. 24
14. Open kaart spelen 25
15. Zoo goed mogelijk praktizeeren 26
16. Confraterneel zijn W
17. Onpartijdig trachten te zijn 27
18. Niet tevens ambtenaar zijn. -28
Besluit 28
„Wat goed en kwaad is, is voor een
jong advocaat de moeilijkste vraag"
(Mr. A. M. M. MONTIJN, Handelingen
der Nederlandsche Juristen-Vereeniging
1899, Deel II, blz. 77).
INLEIDING.
MATIG DECLABEEBEN. S
half uur bezig geweest zijt, moogt gij niet meer rekenen
dan f 1.80. Wanneer gij in vijf minuten even een briefje
dicteert en laat typen hebt gij f 0.90 verdiend. Een
Advocaat, die in Den Haag woont op de grens van
Rijswijk, mag, wanneer hij voor eene zaak even in Rijswijk
moet zijn, f 6.— meer declareeren dan wanneer hij die zaak
in Den Haag behandeld had! Het is een bespottelijk tarief!
Men mag in geen geval te hoog declareeren. Men mag
nooit meer declareeren dan de bewezen dienst waard is.
Aan arme menschen mag men niets declareeren, aan
rijke menschen niet meer omdat zij rijk zijn.
Er is niets tegen om hoog te declareeren, wanneer de
bewezen dienst groot is geweest, maar men ga nooit
boven die grens.
De toepassing van het criterium is echter moeilijk. Een
ander kan het nog moeilijker beoordeelen. Menigeen is
geneigd eens anders werk laag en het eigen werk hoog
aan te slaan.
Het is altijd goed, wanneer men een zeker bedrag in
zijn hoofd heeft, dit te modereeren, daar men onwillekeurig
overdrijft. Dan is het goed zichzelven af te vragen: wat
zoude ik voor eenen confrère declareeren wanneer ik dat
voor hetzelfde werk moest doen? Men schakelt dan alle
baatzucht uit. Een confrère van mij, die declareeren kon
dat den gedeclareerde de tranen over de wangen liepen,
placht te zeggen: „declareeren is maar een durf". Wan-
neer men den moed er bij haalt, wordt de declaratie
zeker te hoog.
Mijn advies is: declareer zóó, als gij als eerlijk man
meent te mogen declareeren, niet hooger en niet lager.
Neem als eenheid de een-tachtig (in het Oud-Hollandsche
recht waren het zes schellingen) en vermenigvuldig die
met het aantal werkuren, welke gij volgens Uw boek aan
de zaak hebt besteed. Het is altijd goed alles op te schrijven.
15
GrEEN H A N D E L DBIJVEN.
zal sturen, maar wiens streven toch gericht zal zijn op het
hem helpen. Hoe kan men den man vertrouwen, die u
schijnbaar met de grootste belangstelling aanhoort, maar
feitelijk alleen aan zijne portemonnaie denkt? Een goed
koopman is een slecht Advocaat.
BETROUWBAAR ZIJN.
GrEENE K W A D E Z A K E N A A N N E M E N .
zijn eigen beginsel toe. Als dat beginsel goed is, zal hij er
wel komen en het is niet te doen om eene goede praktijk te
krijgen, maar om eene goede praktijk te verdienen.
De jonge Advocaat, die zich buiten de kwade zaken wil
houden, doet verstandig ook eens de meening van eenen
ouderen te vragen. Hij wende zich dan tot iemand, die
ervaren en welwillend is. Dat een oudere confrère eene
drukke praktijk heeft, is voor hem geene voldoende reden
om dien tot raadgever te kiezen. Zelfs dat die oudere in
den Raad van Toezicht zit, is niet altijd eene voldoende
reden. De jonge Advocaat, die een gezond verstand heeft,
kan zelf wel bemerken of hij met een welwillend man te
doen heeft of niet.
De jonge Advocaat moet niet denken, dat een kosteloos
proces geene kwade zaak kan zijn. Van het armenrecht
vwordt ook misbruik gemaakt. De onvermogende kan ook
eene onrechtvaardige vordering hebben. Dergelijke kwade
zaken zijn dubbel slecht, want op den onvermogende is
niets te verhalen. De gratis-admissie wordt verleend, tenzij
de vordering klaarblijkelijk van allen grond is ontbloot.
Maar eene vordering, die gegrond is, heeft daarom nog
niet eenen behoorlijken grond. De wet moest eischen,
dat de vordering voorloopig gegrond is en behoorlijk
schijnt.
Onze wetgever heeft verzuimd te zorgen, dat er geen
misbruik van het armenrecht kan gemaakt worden. Alleen
onzinnige vorderingen, welke toch niet gewonnen kunnen
worden, weert hij af'; maar slechte vorderingen, welke niet
gewonnen mogen worden, laat hij toe. De jonge Advocaat,
die in eene kwade zaak wordt toegevoegd, moet zich terug-
trekken, anders wordt de kostelooze praktijk eene leerschool
in kwade zaken. Alvorens dit te doen dient hij echter aan
zijnen ouderen raadsman te vragen of deze die zaak ook als
eene kwade zaak beschouwt.
23
GEHEIMHOUDING BETRACHTEN.
CoNFKATERNEEL ZIJN.