You are on page 1of 9

Aandoening Oorza(a)k(en) Fenotype (symptomen)

Syndroom van Down  95%: vrije of losse trisomie 21  Slappe spieren (hypotonie)
- 90%  maternale afkomst  IQ 40-50 (in mosaïcismevorm kan het hoger liggen 
- Meestal gevolg non-disjunctie meiose I mildere vorm)
- Ouders normaal karyotype  Faciaal dysmofisme
- Klein herhalingsrisico (1%) - Opwaarts gerichte oogspleten
 4%: translocatie (Robertsoniaans) - Epicantus plooi, Brushfield spots
- Ouders kunnen drager zijn - Vlak aangezicht
 Rob(14;21) - Kleine oren
 Rob (21;22)  Hartafwijkingen (40%)
 Rob (21;21) (100% Down)  Apenplooi, clinodactylie (kromming 1 v/d vingers)
 1%: mosaïcisme  Verhoogd risico op leukemie
- Postzygotische non-disjunctie (mitose)  Vroeg begin ziekte van Alzheimer
- Postzygotische anafase lag (voor de bevruchting
al trisomie 21)
- Milder klinisch beeld / fenotype (niet in alle
cellen trisomie 21)
Patau syndroom  Meestal vrije trisomie 13 (ouders normaal karyotype)  Afwijkingen v/h centrale zenuwstelsel
- 20% ongebalanceerde translocatie (de novo of  Malformaties van andere inwendige organen
overgeërfd)  Groeiachterstand
 Zelden Robertsoniaanse translocatie  Gespleten lip/verhemelte
 Zelden mosaïcisme  Huid- of botdefecten op schedel
 Extra vingers of tenen (postaxiale polydactylie)
 Holoprosencefalie (linker- en rechter hersenhelft zijn
niet gescheiden van elkaar)
 Afwezigheid ogen
 Vaak overlijden bij of na de geboorte
(1/20.000 levendgeborene)
Edwards syndroom  Meestal vrije trisomie 18  Multipele congenitale (=aangeboren) afwijkingen
- 20% translocatie (de novo of overgeërfd  Groeiachterstand
gebalanceerde translocatie)  Bij overleven: ernstige mentale handicap
 Zelden Robertsoniaanse translocatie  Kort borstbeen (sternum)
 Zelden mosaïcisme  Convexe (=bolle) voetzolen (rocker-bottom feet)
 Overlappende vingers (clenched fingers)
 Vaak overlijden bij of na de geboorte
(1/10.000 levendgeborene)
Klinefelter syndroom  85%: 47,XXY (extra X)  Kleine teelballen
 15%: mosaïcisme  Onvruchtbaar (infertiliteit)
- Sommige cellen normaal  46,XY  Onderontwikkeling v/d mannelijke geslachtskenmerken
- Sommige cellen afwijking  47,XXY  Borstontwikkeling (gynecomastie)  extra X
 Eerder grote gestalte met lange ledematen
 Lager IQ; leerproblemen; gedragsproblemen
 Verhoogd risico op borstkanker; osteoporose
(=botontkalking)
 Meestal pas ontdekt op latere leeftijd (puberteit)
- Naar aanleiding van onvruchtbaarheid
 1/1000 mannelijke pasgeborenen
 Behandeling: extra testosteron
Triple X syndroom  Trisomie X  47,XXX (extra X)  Meestal onschuldig
 Mosaïcisme is mogelijk  In de regel normale vruchtbaarheid
 Iets groter gestalte
 Geen verhoogd risico op chromosoomafwijking bij
kinderen
 Wel vaker leerproblemen (gem. lager IQ)
 Meer onhandig; slechte coördinatie
 1/1000 vrouwelijke pasgeborenen
Jacobs syndroom  Wanneer geen mosaïcisme: gevolg van non-disjunctie in  Meestal onschuldig
(XYY syndroom) paternele meiose II  In de regel normale vruchtbaarheid
(47,XYY  extra Y)  Iets groter gestalte
 Geen verhoogd risico op chromosoomafwijking bij
kinderen
 Wel vaker leerproblemen (gem. lager IQ)
 Meer crimineel gedrag/impulsief/slechte psychosociale
adaptatie?
- Er wordt meer van hen verwacht (groter
gestalte)
 1/1000 mannelijke pasgeborenen
Turner syndroom  50%: 45,X (een X te weinig)  Voor de geboorte
 20%: mosaïcisme - Veralgemeend oedeem (=vochtophoping)
- Sommige cellen normaal  46,XX (hydrops) of nekoedeem
- Sommige cellen afwijking  45,X  Bij de geboorte
 30%: structurele afwijkingen v/h X chromosoom - Gezwollen handen/voeten; brede hals
- Deleties Xp- Xq-  Uitblijven van de maandstonden (ovariële dysfunctie –
- Isochromosoom i(Xq) Xq )
Ringchromosoom r(X) - “streak ovaries” bij geboorte
- Onvruchtbaar
- Onderontwikkeling v/d vrouwelijke
geslachtskenmerken
- Osteoporose op volwassen leeftijd
 Kleine gestalte (SHOX gen op Xp)
 Aangeboren afwijkingen
- Nierafwijkingen
- Vernauwing van de grote slagader (coarctatio
aortae)
 Lichamelijke kenmerken
- Korte 4e metacarpaal; cubitus valgus; grote
afstand tussen tepels
- Ongewoon gelaat
- Webbed neck
- Uitstaande ellebogen
- Klein gestalte (missen SHOX gen op korte arm
X-chromosoom)
 Nonverbaal IQ is lager dan verbaal IQ
 1/2000-1/5000 levendgeborenen (vaak miskramen)
 Behandeling: extra groeihormoon en oestrogenen
Wolf-Hirsch Horn syndroom  Terminale deletie op 4p (niet besproken)
Cri du chat syndroom  Terminale deletie op 5p  Wrijven met de handen
 Mentale beperking
 Wenen als een miauwende kat
 Hartafwijkingen
 Dysmorfische kenmerken
- Microcephaly (= kleine schedel)
- Hypertelorism (= ver uit elkaar staande ogen)
- Epicantische vouwen (~ Down)
- Laag ingeplante oren
- Aanhangseltjes voor de oren (preauricular
tags)
- Micrognathia (kleine kin)
Velocardiofaciaal syndroom  Interstitiële deletie op 22q  Gen haploinsufficiëntie syndroom
(VCFS) - Gevolg van oneven crossing over tussen - Er blijft een gen over van 1 ouder maar dat is
homologe sequenties van segmentale duplicaties niet voldoende om volledig operant te zijn
 Klinisch variabel (grote variëteit) met onvolledige
penetrantie
- Er zijn mensen die de deletie zullen hebben
maar niet zozeer het fenotype  moeilijk om
ernst te bepalen
 Mentale beperking
 Nasale spraak (= door de neus klinkend)
 Kleine mond
 Retrognatie (= teruggetrokken kin)
 Microcefalie (= kleine schedel)
 Typische hartdefecten
 …
Cat eye syndroom  Triplicatie 22q11  Stuk van de pupil loopt door tot de iris
Mucoviscidose  Mutatie in CFTR gen  Taaislijmziekte
 Autosomaal recessieve overerving  Multisystematische aandoening v/d exocriene klieren
leidend tot insufficiëntie van ademhaling- en
verteringsfuncties
 Overdreven zoutverlies in de secreties zweetklieren
 Excessief taaie slijmen door onvoldoende hydratatie
v/d secreties v/d exocriene klieren
Rood-groen kleurenblindheid  X gebonden recessief (mutatie op X chromosoom)  Geen onderscheid maken tussen rood en groen (visuele
- Mannen 16X meer getroffen scherpte is normaal)
 vrouwen hebben 2 X’en dus andere X
vangt het op
 mannen hebben 1 X en 1 Y dus 50% kans
op slechte X van de moeder
Hemofilie B  X gebonden recessief  De bloedklonter die bij een bloeding wordt gevormd is
 Eiwit factor IX (9) ontbreekt volledig of gedeeltelijk minder stabiel
 Langer bloeden, NIET sneller
Duchenne musculaire dystrofie  X gebonden recessief  Aanvang vroege kinderleeftijd
 Mutatie in DMD gen  Snel progressief
- Frameshift of nonsense mutaties  Rond 12 jaar  rolstoelgebonden
 1/3500 mannen

Becker musculaire dystrofie  X gebonden recessief  Later aanvang spierzwakte


 Mutatie in DMD gen
- In-frame mutaties
Rett syndroom  X gebonden dominant  Progressieve neurologische ontwikkelingsaandoening
 Mutaties in MECP2 gen - Autistiforme kenmerken
- MR
- Epilepsie
- Ataxie (onregelmatige & onhandige beweging
romp & ledematen)
- Stereotiepe handbewegingen
Kearns-Sayre syndroom  Mitochondriale deletie (5kb del.)  Progressieve myopathie (spierzwakte)
 Heteroplasmatisch (zowel mutant als wild mtDNA)  Progressieve oftalmoplegie (verzwakking oogspieren)
 Cardiomyopathie (hartspierzwakte)
 Ataxie
 Diabetes
Pearson syndroom  Mitochondriale deletie (grote del.)  Insufficiëntie van pancreas
 Heteroplasmatisch  Pancytopenie (tekort aan alle bloedcellen)
- Te weinig bloedpaatjes
 Veel blauwe plekken
 Bloedingsneigingen
 Moe
 Melkzuuropstapeling in het bloed
 Sterven op kinderleeftijd (toch overleven = Kearn-
Sayrne syndroom op 20 jarige leeftijd)
Leber hereditary optic  Missense mutaties in genen die coderen voor enzymen van  Plotse blindheid op volwassen leeftijd
neuropathy (LHON) de celademhaling (oxidatieve fosforylatie)  Meer mannen dan vrouwen (reden onbekend)
 95%: 3 hotspot mutaties(= we gaan bij alle mensen met  12/100.000
Leber eenzelfde soort mutatie aantreffen)
- m.11778G>A ; m.3460G>A ; m.14484T>C
 Homoplastisch
MELAS  Mutatie in tRNA coderend voor leucine  Mutatie aanwezig in 10-30% witte bloedcellen
- Hotspot mutatie 3243A>G - Type 2 suikerziekte (eventueel ook doofheid)
 Heteroplasmatisch ; maternele transmissie (mama heeft  Mutatie aanwezig in >70% mtDNA
ook de mutatie) - MALAS
 Myopathie
 Encefalopathie (probleem hersenen)
 Lactaat-acidose (melkzuuropstapeling)
 Stroke-like episodes (soort beroerte)
MERRF  Mutatie in tRNA coderend voor lysine  MERFF
- Hotspot mutate 8344A>G - Myoclone epilepsie met ragged red fibers
 Heteroplasmisch ; maternele transmissie - Myopathie
- Ataxie
- Doofheid
- Dementie
Doofheid  Mutatie in 12sRNA gen  Progressieve sensorineuraal, niet-syndromisch
 Homoplasmisch sensorineurale doofheid
 Maternele overerving - daarnaast geen andere problemen
Hereditaire hemochromatose  Mutaties in HFE gen  Kindertijd: geen symptomen
(HH)  Onvolledige penetrantie  Biochemishe fase (20j)
- Ondanks genotype (=mutatie), vaak geen - Toegenomen serum ijzer, ferritine en
fenotype transferrine saturatie
 Autosomaal recessief  Klinische expressie (40-50j)
- Vermoeidheid
- Arthritis
- Hepatomegalie (opgezwollen lever)
- Huidpigmentatie
- Cardiomyopathie
- Diabetes met evolutie naar levercirrose en
carcinoma
Ziekte van Steinert  Onstabiele CTG-repeat gelegen in de 3’ UTR v/h DMPK-gen  Normaal  CTG repeats: 5-37
op chromosoom 19 - Niks aan de hand
 Autosomaal dominant  Premutatie  CTG repeats: 38-49
- Geen symptomen, wel risico voor kinderen
 Mild  CTG repeats 50-150
- Cataract (=constant mistig zicht)
- Temporale kaalheid
- Diabetes
- Aritmie (=hartritmestoornis)
 Klassiek  CTG repeats 100-1500
- Myotonie (weinig spieren in ledematen en
gezicht)
 Congenitaal  CTG repeats >1000
- Ernstige spierzwakte
- Respiratoir falen (ademhalingsproblemen)
- Snel na de geboorte overleden
Fragiele X syndroom  Onstabiele CGG-repeat in de 5’ UTR v/h FMR1-gen op lange  Fysische kenmerken
arm X-chromosoom - Langwerpig gelaat ; grote oren
 X gebonden recessief (vooral mannen, vrouwen vaak - Ogivaal verhemelte (= scherper verhemelte)
draagsters) - Grote teelballen
- Lakse vingergewrichten
- Platvoeten
- Liesbreuken
 Één van de meest frequente vorm van matige mentale
beperking bij jongens (na Down syndroom)
 1/4000 mannelijke geboorten
 30% (vrouwelijke) draagsters  milde tot matige
mentale beperking
Prader-Willi syndroom  65-75%: paternele deletie op chromosoom 15 (lange arm)  Matige mentale achterstand
(PWS) - Afwezigheid van kritische genen die normaal  Hypotonie
enkel actief zijn op het paternele chromosoom  Klein gestalte
15  Hyperfragie (= heel de tijd willen eten) ; obesitas
(enkel expressie materneel geïmprinte genen)  Dysmorfe facies
 20-30%: maternele uniparentele disomie - Amandelvormige ogen
- Geen paterneel chromosoom (wegens non- - Tentvormige mond
disjunctie meiose II)  Hypogonadisme (= te lage spiegel geslachtshormonen)
(enkel expressie materneel geïmprinte genen)  Gedragsstoornissen
 0.5-2%: IC mutatie
- Mutatie in imprinting center mutatie
(= genen die normaal actief moeten worden
omdat ze van moeder/vader afkomstig zijn,
worden niet meer actief)
Angelman syndroom  70%: maternele deletie op chromosoom 15  Ernstige mentale achterstand
(AS) - Afwezigheid van kritische genen die normaal  Hypotonie/hypertonie
enkel actief zijn op het maternele chromosoom  Eerder mager
(enkel expressie paterneel geïmprinte genen)  Dysmorfe facie
 7-9%: paternele uniparentele disomie - Prominente kin (kin naar voor)
- Geen materneel chromosoom - Blond haar ; lachend
 3-5%: IC mutatie  Epilepsie ; geen taalontwikkeling
- Zie bij PWS  Hyperactief gedrag
 10%: UBE3A mutatie
- Gen is inactief wegens mutatie
Schizofrenie  Komt vaker voor  Psychotische aandoening
- In personen met een lagere socio-economische  Sterk ongecontroleerd denkproces en gedrag in
status combinatie met een afname van sociale vaardigheden
- Bij mannen en mogelijkheid tot het uitvoeren van
- Bij personen geboren tijdens de winter (virale taken/opdrachten
infecties? Voeding?)  Kan gepaard gaan met hallucinaties en
 Genetische oorzaken waanvoorstellingen
- Deleties op chromosomen (>500kb)  Aanvang: late adolescentie of jongvolwassen leeftijd
- Variaties in genen
- … (er zijn er zeker meer)
MARFAN SYNDROOM  Scoliose
 Borstbeenafwijking
 Platvoeten
 Lange vingers
 Lensluxatie
 Mutatie in het FBN1 gen

You might also like