Professional Documents
Culture Documents
HC 2.4.3 Erfelijkheid
1
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
Er zijn 3 mogelijkheden
- Heel veel vd fouten zijn zo groot dat ze ervoor zorgen dat het embryo niet meer
levensvatbaar is spontane abortus
o Is in een heel vroeg stadium vd bevruchting
- Heel soms krijgen we een verbetering (is een uitzondering!)
o Een mutatie die ervoor zorgt dat het individu beter bestand is tegen de
veranderingen in de omgeving
Bv.: er is onderzoek gedaan bij mensen die in de stille oceaan wonen
(op boten) die heel veel aan apneu-duiken doen, daarbij is er ontdekt
dat die mensen een grotere mild hebben dus die hebben meer rode
bloedcellen, wrd langer onder water knn blijven
Komt niet alleen voor bij mensen die duiken ook de mensen
die op die boten wonen en niet duiken hebben dezelfde
eigenschappen
- Als er een effect is, is dat meestal negatief en dan kan dat leiden tot een
lichamelijke of geestelijke beperking
- Soms is de fout ook aanwezig maar gaan we die niet zien = subklinisch
o Kan zijn omdat de ziekte niet tot uiting komt of omdat de persoon drager is
Uitleg foto
We hebben een bevruchte eicel met een
mutatie in en alle cellen die daaruit afgeleid
worden, bevatten dezelfde mutatie.
2
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
1.3.2 Chromosoommutatie
Afwijking in de structuur v een chromosoom leidt ook vaak tot spontane abortus
1.3.3 Genmutatie
Verandering v 1 gen
2. Ziektebeelden (overervingspatronen)
2.1 Genoommutaties
= Mutaties waarbij er een kopie (volledige chromosoom) te veel of te weinig is
Een aantal chromosomen worden tijdens de deling niet goed uit elkaar getrokken en dan
krijg je:
- Geslachtscellen met 1 chromosoom te weinig en 1 met 2 kopieën ipv 2 kopieën
o Als die bevrucht worden krijg je een trisomie of monosomie afhankelijk vd
geslachtscel
Trisomie 21 = downsyndroom
Trisomie 18 = Edward syndroom Levensvatbaarheid is enkele weken tot maanden als
Trisomie 13 = patau syndroom ze al levend geboren worden
3
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
2.1.4 Tweeling
- Zijn wel normaal vruchtbaar
- Groot en hypotoon
- Soms verlaagd IQ met dysfasie en dyslexie
4
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
- ADHD-achtig gedrag
Voorkomen 1 op 10.000/ 20.000
Er is een microdeletie op het maternale chormosoom 15
- Dat wilt zeggen dat er een stuk is uit geknipt
- Maternaal = overerving via moeder
Als die kinderen geboren worden zie je daar niks aan maar op een bepaald moment gaat
die ontwikkeling (gedrags-, neurologische-, motorische ontwikkeling) gaan stil staan
- Bij baby’s zien we een afwijkend voedingsgedrag
- Kleuters knn op ongepaste momenten gaan lachen
o Hebben ook hyperactiviteit, toenaderingsgedrag naar andere mensen
- Mijlpaalontwikkeling is ook gestoord:
o Laattijdig loslopen
o Dikwijls geen spraak
5
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
6
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
- Symptomen
o Motorisch chorea (= onwillekeurige bewegingen)
o Cognitief dementie
o Voor dementie zijn er ook nog een aantal psychiatrische klachten
depressie, ontremming, agressie, dwang st, psychose dus allemaal
gedragsveranderingen
o Persoonlijkheidsveranderingen
o Geen ziekte-inzicht
Recessieve overerving
- Pathologie
o = de ziekte gaat alleen optreden als je 2 kopieën hebt vh zieke gen je
moet homozygoot zijn voor dat gen.
o V waar komt de ziekte?
Beide ouders zijn symptoomloze ouders vh gen dus ouders zijn
dragers, ze hebben dus geen symptomen voor de ziekte
Kan ook een spontane mutatie zijn
Kans neemt toe bij consanguïniteit
= het zit in de familie
o Als de ziekte zich nog kan voortplanten
Als de persoon nog kinderen kan krijgen dan gaat die sws het
gen doorgeven, meestal als drager kind is dan een
symptoomloze drager
7
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
- Types voorbeelden
o Phenylketonurie (PKU)
= een aandoening in chromosoom 12 waarbij er enzymen fout
gemaakt worden
Dat enzym is nodig voor de omzetting v phenylalanine naar
thyroxine
Gevolg = phenylalanine wordt omgezet in phenylketon en dat gaat
opstapelen (=stapelingsziekte bepaald eiwit gaat opstapelen in
lichaam en die gaan allerlei afwijkingen geven in dit geval
neurologische afwijkingen)
Als dat niet behandeld wordt gaat het kind heel sterk geremd worden
op vlak vd ontwikkeling
Maar dat kan voorkomen worden
o Ieder kind is op de 2de dag na geboorte getest op PKU en
nog andere ziektes door de hielprik
Als je PKU hebt dan word je meteen op een
Phenylalaninevrij dieet gezet (tot 7-8j)
o Doe je dit niet dan kan het kind ernstige
hersenaantasting krijgen met mentale redardatie (MR)
o Mucoviscidose
= meest voorkomende recessieve overerving
1 op 12 mensen is drager v mucoviscidose
Ziekte waarbij je dikker slijm aanmaakt in je luchtwegen en
ingewanden door dat slijm zijn zei beter bestand tegen ziektes die
diarree veroorzaken
De grootste problemen liggen in de longen
Dikker slijm, ademhalingsmoeilijkheden, slijm dat ophoopt en
vooral longinfecties
8
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
Duchenne-spierdystrofie
- = een x gebonden recessieve aandoening
- Moeder is drager en geeft het alleen door aan de zoon symptoomloze drager vh
zieke gen
o 1 eicel op 2 bevat het afwijkend gen
o Zonen hebben 1 kans op 2 om de ziekte
over te erven want krijgt zieke kopie v
moeder
o Dochters knn enkel drager zijn 1 dochter
op 2 wordt drager want krijgt v vader
gezonde kopie
- Gaan op een bepaald moment motorische
problemen krijgen
o Laattijdig lopen
o Manier hoe die gaan rechtstaan is typisch
o Gordelzwakte hebben een typische
houding
= zwakke schouder- en bekkengordel
- De spieren takelen steeds verder af tot ze in een
rolstoel belanden
- Sterven meestal rond leeftijd v 17,18,19j aan een verlamming vd ademhalingsspier
- Wat als een man met die ziekte kinderen krijgt?
o In theorie mogelijk maar in praktijk gebeurt dat niet
Want tegen dat ze 16-17j zijn zitten ze al in rolstoel en gaan die geen
kinderen meer knn krijgen
- Alle andere kinderen zijn gezond
o Dus 1op2 kinderen (zowel jongens als meisjes) zijn gwn gezond niet drager
en niet ziek
Rett-syndroom
- Prenataal is er niks aan de hand met het kind tijdens zwangerschap lijkt alles
normaal te gaan
o Ook perinataal, tijdens en vlak na geboorte, is er geen probleem
- Na 6 tot 18m gaat de ontw. afvlakken en uiteindelijke volledig stoppen
o Geen spraak- en taalontwikkeling
o Weinig gebaar en imitatie
o Ernstige apraxie
o Stereotyp gedrag
o Autistiform gedrag
9
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
o Automutilerend gedrag
o Afwijkende loop- en rompbewegingen
- Regressie gaat zich op een bepaald moment afvlakken
o Dus op een bepaald moment wordt het niet meer erger
- Komt het vaakste voor bij meisjes 1 op 10.000 meisjes
- Het is een dominantie mutatie op het X-chromosoom meestal via de paternale
kant overgeërfd
o Bij jongens is het letaal dus een jongen met XY gaat sws sterven is
meestal een vroegtijdige spontane abortus
o Wisselende uiting bij meisjes afhankelijk v welk X-chromosoom meer of
minder tot uiting komt gaan die ziekteverschijnselen ernstiger of minder
ernstiger zijn
3. Diagnostiek
3.1 Soorten klinische test
3.1.1 Diagnostisch genetisch onderzoek
Heeft ook meestal met familie-onderzoek te maken
- Typisch voorbeeld is
o BRCA 1 & 2
= borstkanker gen
Genen die overgeërfd worden v moeder op dochter en die leiden vaak
een hele hoge kans op borstkanker
Wnr je je laat testen en het resultaat is positief dan gaan de pte
vaak over op een preventieve mastectomie (=preventieve
borstamputatie)
3.2.1 Predictief genetisch onderzoek
Dragersonderzoek
- Bv.: ‘ik wil weten als ik drager ben v Mucoviscidose want mijn partner is daar drager
v’
Prenatale diagnostiek
- Is de diagnostiek om bv downsyndroom op te sporen
- Vruchtwaterpunctie
o Men doet vaak screeningen bij zwangere vrouwen
om te kijken als ze mogelijks een kind krijgen met
downsyndroom
= screeningstesten
= statistische kansenberekeningen
werd vroeger door nippeltest
gedaan
o Door die test konden ze
allemaal verschillende
dingen zien, die uitkomsten
gooide ze in een formule en
daar kwam een cijfer uit
o Dat cijfer zei niks over het feit als het kind effectief een
bepaalde ziekte heeft
10
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
11
Blok 2.4 kinderen Docent: Frederik Houben
Pre-implantatie techniek
- Intracytoplasmatische spermainjectie (ICSI)
o = sperma wordt rechtstreeks geïnjecteerd in de eicel
o Voorbeeld
Ziekte v Duchenne enkel vrouwelijke zaadcel selectie
Vader drager v erfelijke ziekte donorinseminatie
12