You are on page 1of 3

Referentie van de publicatie (in APA-stijl)

Roig, M. (1997). Can undergraduate students determine whether text has been plagiarized? The Psychological
Record, 47, 113-122. https://doi.org/10.1007/BF03395215

Vat de context van het onderzoek samen in een vijftal zinnen

(onderzoeksthema? – wat is uit eerder onderzoek gebleken – hoe vult dit onderzoek vorig onderzoek aan?)
Volgens onderzoek van Davis, Grover, Becker en McGregor (1992) is valsspelen in universiteiten erg aan het
stijgen in de recente jaren.
Vooral plagiaat is de meest voorkomende vorm van valsspelen (White, 1993).
Onderzoek van Hale (1987) toonde aan dat 40% tot 60% van de studenten in zijn vragenlijst aangaven dat ze
ooit al eens hebben geplagiariseert.
In verschillende onderzoeken over plagiaat is er discussie of studenten bewust plagiaat plegen of als ze
gewoon niet weten hoe ze correct more parafraseren of bronnen vermelden.
Er zijn verschillende vormen van plagiaat waarbij het soms kan voorkomen dat de student niet bewust plagiaat
pleegt door bijvoorbeeld de bronnen niet op een correcte manier te vermelden.

Noteer hieronder de specifieke onderzoeksvragen

 Is de hergeschreven versie plagiaat of niet plagiaat?


 Hoe verschillend moet de hergeschreven tekst zijn om niet plagiaat te zijn?
 Heb je ooit plagiaat gepleegd?
 Ben je ooit al met plagiaat gesnapt?

Wat was/waren de doelen van het onderzoek? (meerdere antwoorden mogelijk)

nagaan of studenten weten wat een goede parafrase is


nagaan in welke mate studenten in staat zijn om tekstfragmenten correct te parafraseren
de effectiviteit meten van een instructiemethode om studenten te leren wanneer er sprake is van plagiaat
de effectiviteit meten van een instructiemethode om studenten betere parafrases te leren schrijven
de effectiviteit van een digitale leermodule over plagiaat/parafraseren testen
de effectiviteit van verschillende instructiemethodes met elkaar vergelijken

Beschrijf hieronder de personen die deelnamen aan het onderzoek. Vermijd volzinnen.

231 studenten

Beschrijf hieronder kort het (studie)materiaal dat in de studie gebruikt werd. Vermijd volzinnen.

Studie 2: Dezelfde paragraaf van Zenhausern (1978), 6 hergeschreven versie van de paragraaf.

Kregen alle studenten hetzelfde studiemateriaal? Indien niet. Bespreek dan de verschillen tussen
de verschillende groepen hieronder.

In studie 2 moesten de studenten 6 versies bekijken en kregen ze ook twee extra vragen of ze al
eens plagiaat gepleegd hebben en ermee gesnapt zijn.

Voornaam: Jana Naam: Bryon


Ging het om een eenmalige data-afname of om een onderzoek met meerdere meetpunten?

Bij het gehele onderzoek waren er meerder meetpunten. Bij de twee studie werd dezelfde test
gedaan als in studie 1 maar hierbij werden een aantal van de kopies weggenomen en alle info over
bronnenvermelden werden weggehaald. De studenten werden in deze studie gevraagd hoe
verschillend de hergeschreven versie moet zijn van de originele versie om niet als plagiaat te zijn.
Verder werd er ook gevraagd of de studenten zelf ooit plagiaat hebben gepleegd. Er werden
meerdere meetpunten gebruikt om data te analyseren.

Wat zijn de belangrijkste resultaten van het onderzoek?

In de resultaten werd gebleken dat de studenten een zwakke kennis hebben over plagiaat en moeite
hebben met het herkennen van plagiaat. Er werd ontdekt dat plagiaat een groter probleem was dan
gedacht en dat een groot deel van plagiaat ontstaat door onwetendheid over hoe iets correct moet
geparafraseerd worden. In de resultaten werd aangegeven dat vele van de studenten zich baseren
op bron vermelding om na tegaan of iets plagiaat was of niet, terwijl geschreven tekst werd gezien
als minder van belang.

Verder werd er ook opgemerkt dat plagiaat stijgt wanneer de schrijfvaardigheden van de studenten
afzwakken. Volgens Roig moet er meer benadrukking zijn op het aanleren van de plagiaat regels aan
studenten en hun schrijfvaardigheden verbeteren.

Zijn de conclusies correct?

De conclusies van het onderzoek lijken correct te zijn, het is makkelijk te volgen waarom de
onderzoeker op dit resultaat is gekomen. De resultaten van beide studies ondersteunen de conclusie
dat studenten moeite hebben met onderscheiden wat plagiaat is en wat niet. De tweede studie
toont ook aan dat studenten een te zware nadruk leggen op bron vermelding en niet veel
belanghechten aan de inhoud.

Welke kritische opmerkingen heeft/hebben de ondezoeker(s) op het onderzoek?

De auteur vermeld bij de resultaten van studie 1 dat er geen verklaring is waarom de derdejaars
studenten hogere PK scores hebben dan de tweedejaars en eerstejaars. De originele conclusie was
dat eerstejaars een hoger PK score hebben dan tweedejaars omdat ze minder schrijfvaardigheden
hebben maar het feit dat de derdejaars de hoogste PK score hebben, wijst erop dat deze conclusie
niet juist is.

Zijn er volgens jou nog andere tekortkomingen?

Sommige van de conclusies dat de onderzoeker haalt uit de resultaten zijn theorieën dat hij maakt
gebasseerd op logische verbanden en niet op feitelijk bewezen resultaten. Bijvoorbeeld zijn
opmerking dat het verschil van resultaten tussen de twee steekproeven van studie 2, waarschijnlijk
komt omdat de school van de ene steekproef misschien meer nadruk legt op schrijfvaardigheden
dan de school van de andere steekproef groep. Iets wat hij niet verder nakijkt of onderzoekt.

Hoe hangt deze studie samen met de andere publicaties uit de leeslijst? Beschrijf die samenhang
in enkele zinnen. Focus je op de overeenkomsten en verschillen in onderzoeksdoel,
onderzoeksaanpak (materiaal, data-afname) en/of resultaten.

 HALE, J. L. (1987). Plagiarism in the classroom. Communication Research Reports, 4,66-70.

Voornaam: Jana Naam: Bryon


Het onderzoek van Hale (1987) is het meest relevante onderzoek in de studie van Roig (1997) omdat
daarin werd geconcludeerd dat studenten bewust plagiaat plegen en het niet accidenteel is zoals
beweert. De studie van Hale maakte gebruik van enquêtes waarin hij ontdekte dat 40% tot 60% van
de studenten die de enquêtes invulden toegaven dat ze plagiaat hebben gepleegd. In zijn onderzoek
werd er vermeld dat studenten de traditionele vorm van plagiaat begrijpen (bijvoorbeeld, het
weglaten van de naam van de auteur). Het onderzoek van Roig (1997) gaat hierop verder in om te
kijken of studenten ook de meer subtiele vormen van plagiaat kunnen herkennen en of het wel gaat
om doelbewuste plagiaat. In tegenstelling tot Hale, toont de resultaten van Roig (1997) aan dat veel
van de studenten geen begrip hebben op wat geldt als plagiaat en wat goed parafraseren is.

Kopieer hieronder twee zinnen uit het theoretisch kader en/of uit de conclusiesectie die je
eventueel als citaat of parafrase kan opnemen in je eigen samenvatting. Belangrijk: je mag enkel
zinnen overnemen uit de publicatie als die zinnen geen bronvermelding bevatten. Het moeten dus
ideeën van de auteurs zelf zijn. Neem de zinnen woord voor woord over. Je moet dus ook alle
leestekens vermelden.

 “However, in addition to attempting to improve general writing skills, more attention needs
to be paid to teaching students the proper skills to avoid plagiarism.” (Hoewel, in aanvulling
tot het helpen verbeteren van algemene schrijfvaardigheid, moet er ook aandacht gebracht
worden om studenten de juiste vaardigheden aan te leren om plagiaat te vermijden.)
 “Given that the present results suggest that a large number of students may be committing
inadvertent plagiarism, a situation is likely to arise where a relatively simple matter of
academic dishonesty may translate into a more serious case of scientific misconduct.”
(Aangezien de resultaten suggereren dat een groot aantal van de studenten onopzettelijk
plagiaat plegen, is de kans groot dat een simpel geval van academisch oneerlijkheid
verandert naar een serieus probleem van wetenschappelijk wangedrag.)

Teksfragment 1 staat op pagina 115

Tekstfragment 2 staat op pagina 118

Voornaam: Jana Naam: Bryon

You might also like